Skip to main content

Johan L. Kemper

1922-1943
1922-1943

Kemper was medeoprichter van de verzetsgroep De Vliegende Brigade. De groep smokkelde wapens, spioneerde en hielp onderduikers. Trefpunt van de groep was de Jeugdkapel aan de Meentweg in Bussum. Op 9 september 1943 deden de Duitsers daar een inval. Zonder enige vorm van proces werd Kemper samen met zes andere leden van de groep, waaronder Herman Ruys, op 23 oktober 1943 gefusilleerd.

 

Middenlaan 1, Villa Beaulieu (gesloopt)

Johan Louis Kemper, ‘Joop’ voor intimi, werd op 27 oktober 1922 in Bussum geboren en woonde aan de Middenlaan 1 in Bussum. Hij was student economie aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam.
Wegens vermeende illegale activiteiten werd hij al in 1941 een keer opgepakt, maar toen weer vrijgelaten.

Verzetsgroep CS 6

Joop sloot zich aan bij de verzetsgroep CS 6, genoemd naar Corellistraat 6 in Amsterdam waar deze groep was opgericht.
CS 6 legde zich aanvankelijk toe op onderduikhulp aan Joden en het verzorgen van valse persoonsbewijzen. Later legden ze zich ook toe op spionage, het plegen van sabotage en het liquideren van landverraders.

Naast zijn activiteiten voor CS 6 beijverde Joop zich bovendien om Gooise studenten ervan te overtuigen de loyaliteitsverklaring[1] niet te ondertekenen.

Leden van de Vliegende Brigade

De Vliegende Brigade

Sinds het voorjaar van 1943 werkten een aantal leden van de CS 6-groep, waaronder Joop en Louis Boissevain[2] en Herman Ruys, samen in de Bussumse verzetsgroep De Vliegende Brigade. Deze groep bestond voornamelijk uit studenten woonachtig in de Bussumse villawijk Het Spiegel. Joop en Herman kenden elkaar van de Gooische HBS en waren nog altijd bevriend.

De Vliegende Brigade hield zich onder andere bezig met sabotage, spionage, overvallen en het voorbereiden van moordaanslagen. Zo waren zij betrokken bij de aanslag op de Bussumse NSB-politiechef E.J. Woerts[3]. Zij leverden Louis Boissevain[4] het wapen waarmee hij deze aanslag pleegde op de Brinklaan.[5]

De groep had ook banden met de Ordedienst (OD). Zij kwamen vaak bijeen in de Jeugdkapel aan de Meentweg 54 in Bussum.

Verraden

Op 9 september 1943 werd Joop daar samen met zijn vriend Herman en zes anderen, na verraad, opgepakt door de SD[6] onder leiding van Friedrich Christian Viebahn en Emil Rühl.[7]

B.F. Kemper, vader van Joop

Na een zogenaamd proces door Polizeistandgericht in Amsterdam werden Joop Kemper, Herman Ruys, Martinus Raben, Johan Schimmel, Willy van Breukelen, Antonius Otto Hermanus Tellegen en Abraham Kornelis ter dood veroordeeld.
Ook Karel Raben, de broer van Martinus, was aanvankelijk ter dood veroordeeld. Hij werd uiteindelijk ‘begenadigd daar hij niet in die mate als de overige veroordeelden zich aan terrorisme had schuldig gemaakt.’[8]

Wanhopige ouders

Bernardus Franciscus Kemper, de vader van Joop, was mededirecteur van interieurbedrijf Gescher & Kemper[9] en net als de familie van Joops verloofde vermogend. Het verhaal gaat dat zij een bedrag van vermoedelijk een tot anderhalf miljoen gulden aanboden om de executie van Joop te voorkomen. Maar Willy Lages, hoofd van de SD in Amsterdam, ging hier niet op in.

Op 23 oktober 1943 werden de zeven jongemannen van De Vliegende Brigade in de Bloemendaalse duinen gefusilleerd. De kranten maakten gewag van hun doodvonnissen onder de kop ‘Terroristen gevonnist; zeven saboteurs kregen den kogel’.

 Joop ligt op de Eerebegraafplaats Bloemendaal naast zijn vriend Herman Ruys. Vier dagen voordat hij 21 jaar zou worden, werd hij vermoord. 
Op zijn grafsteen staat de tekst ‘1 Petrus 5: 6-11’: 
Als u zich buigt onder de sterke hand van God, zal Hij u oprichten als Hij vindt dat de tijd daarvoor gekomen is. Geef al uw zorgen en problemen over aan God, want Hij houdt van u en zorgt voor u. Maar ondanks dat moet u de situatie goed inzien en op uw hoede zijn voor de grote tegenstander, de duivel. Hij gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi om te verslinden. Sla zijn aanvallen af door vast op de Here te vertrouwen. Het is een hele troost te weten dat de christenen over de hele wereld hetzelfde moeten doormaken. Onze God is een en al ontferming. Hij heeft u allen geroepen om deel te hebben aan dezelfde eeuwige heerlijkheid als Christus. Nadat het een korte tijd heel moeilijk is geweest, zal Hij u persoonlijk overeind helpen op de plaats waar u hoort te staan. Hij zal u zó sterk maken dat u nooit meer hoeft te wankelen. Voor Hem is alle macht, voor altijd en eeuwig. Amen!

Eerbetoon

Jarenlang heeft een fotocollage van deze zeven verzetsstrijders van De Vliegende Brigade op het bureau van Koningin Wilhelmina gestaan.

In de hal van het Willem de Zwijger College in Bussum bevindt zich een herdenkingsplaquette met daarop onder anderen de namen van Joop Kemper en Herman Ruys.

Bij de bouw van een naoorlogse wijk in Bussum Zuid is ervoor gekozen om negen straatnamen naar elf verzetsmensen te noemen. De Joh. L. Kemperstraat is een daarvan.

Bronnen

  1. Nationaal Archief
  2. Paul Schneiders, Buitengewoon Bussum deel 2. ‘Een villadorp in benarde tijden 1914 – 1945’. Boekhandel LOS BV, 2006.
  3. Paul Schneiders, ‘Onvergetelijk Bussumers.’ Tadorna Media, 2012.
  4. Klaas Oosterom, Negen straten vernoemd naar elf verzetsstrijders, Bussums Historisch Tijdschrift, mei 2020.

Noten 

[1] Tijdens de oorlog waren veel studenten actief in het verzet. Vanwege het studentenverzet liet de bezetter studenten vanaf 1943 een loyaliteitsverklaring tekenen waarin ze beloofden niets te ondernemen tegen de bezetting. Het overgrote merendeel van de studenten weigerde te tekenen en werd daarop uitgesloten van de universiteit.

[2] Louis Boissevain (1922 -1943) woonde vanaf oktober 1940 in Het Spiegel, in de Regentesselaan 11.

[3] E.J. Woerts was een fanatieke Jodenjager, die alles in het werk stelde om het Bussumse politiecorps te nazificeren. Hij overleefde de aanslag. Na de oorlog kreeg hij 14 jaar gevangenisstraf.

[4] Zie ook Hans Jonker. 75 jaar geleden, Moordaanslag in Bussum. BussumsNieuws, 19 september 2018.

[5]Aanslag politiechef Brinklaan 32, Bussum, Gooise Meren Gedenkroute

[6] SD staat voor Sicherheitsdienst. Het was de staatsinlichtingendienst van nazi-Duitsland.

[7] Zowel Viebahn als Rühl kregen na de oorlog 18 jaar celstraf. Viebahn kreeg in 1956 gratie, net als waarschijnlijk Rühl. Rühl was degene die Hannie Schaft vanuit het Huis van Bewaring in Arnhem naar het Huis van Bewaring in Amsterdam bracht. Vandaaruit is Hannie naar de Bloemendaalse duinen gebracht en gefusilleerd.

[8] Bussumsche Courant, 26 oktober 1943.

[9] De firma Gescher & Kemper N.V. dateert al vanaf 1717 en had winkels in Amsterdam, Arnhem, Den Haag en Rotterdam. Het bestaat nog steeds onder de naam De Jonge Gescher & Kemper.

Willem de Zwijger College herdenkingsplaquette