Joodse Gemeente
Het aantal inwoners van Bussum nam aan het einde van de 19de eeuw snel toe dankzij de aanleg van het spoor. Dat gold ook voor het aantal joodse inwoners die vooral uit Amsterdam afkomstig waren. In 1910 is er al sprake van zo’n vijftig families.
De joodse gemeenschap uit Naarden, teruggaand tot het begin van de 18de eeuw, leidde een kwijnend bestaan en er kwam steeds meer vraag naar een eigen joodse gemeente in Bussum. In 1911 werd de Vereeniging ter Behartiging der Belangen der Jooden in Bussum opgericht en na veel lobbyen in Amsterdam en ondanks protesten vanuit Naarden, werd in 1917 de Joodse Gemeente Bussum formeel door het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap als zelfstandige gemeente erkend. Het protestantse bewaarschooltje (bouwjaar 1888) op de hoek van de Havenstraat en Hogeweg, pal naast de Prins Hendrikschool, werd aangekocht, verbouwd en ingericht tot synagoge,en op 3 september 1918 ingewijd.
In 1930 telde Bussum op een bevolking van 35.957 inwoners 359 joden. Zij waren ondernemer, werkten in het verzekeringswezen, de handel, de import- en export, maar oefenden ook vrije beroepen uit als veilingmeester, journalist, arts of tandarts. Er waren ook aardig wat middenstanders met o.a. winkels in textiel, fruit- en groenten, er was een banketbakker, een kruidenier, een slager en een aantal pensionhouders die met hun koosjere pensions (het waren er tenminste vier) hun joodse gasten naar de bossen en de heide lokten.
In 1923 zaten verschillende joodse Bussumers in de commissies van de jubileumfeesten.
Gerelateerde artikel uit BHT 39-2 (september 2023): De Joodse Gemeente Bussum in de jaren twintig