Bussums Historisch Tijdschrift 26/3 (augustus 2010) pag. 34-38
De Oude Begraafplaats van Naarden - Op zoek naar sporen van de smaak van de negentiende eeuw
Ank Kooijman-Van Rossum & Han de Vries
Illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Klik hier voor de pdf van dit artikel.
afb. 1: Neoclassistisch grafmonument boven een familiegrafkelder |
De Oude Begraafplaats van Naarden werd aangelegd in 1830. Vanwege de cultuurhistorische waarde is deze plaats een rijksmonument. Bij Koninklijk Besluit van 1825 was het verboden overledenen nog langer te begraven binnen de bebouwde kom of in kerken. Omdat de directe omgeving van Naarden vrij moest blijven in geval van een belegering, ligt de begraafplaats buiten de zogenoemde schootsvelden, op grondgebied van Bussum. Aanvankelijk had Bussum geen eigen begraafplaats. Vandaar dat hier ook veel Bussummers begraven liggen.
In het ontwerp van de begraafplaats is een Latijns kruis te herkennen. De oudste graven bevinden zich links van de hoofdas. Dit gedeelte is dus 19e-eeuws.
afb. 2a: Neogotische grafkapel boven een familiegrafkelder |
Ondanks het feit dat er in de loop van de tijd graven zijn geruimd en monumenten zijn verdwenen, is nog veel terug te vinden uit deze periode. Voor wie er oog voor heeft, zijn de sporen van de smaak van die tijd duidelijk te herkennen. Zowel op de grafmonumenten als in restanten van de oude beplanting. Op een aantal plaatsen is de sfeer van de 19e eeuw, de eeuw van de Romantiek, bewaard gebleven.
Op afbeelding 1 is een fraai voorbeeld van de smaak van de 19e eeuw te zien: een romantisch plekje vooraan op de Oude Begraafplaats van Naarden. Het betreft een grafmonument boven een familiegrafkelder uit de tweede helft van die eeuw. De toegang tot de grafkelder is afgesloten met een zerk (deksteen) en wordt gemarkeerd door een stèle met op de hoeken naar beneden gerichte dovende toortsen. Bovenop de stèle staat een vaas (deze kan verwijzen naar een urn, een symbool uit de antieke Oudheid voor rouw) en aan de voet ervan is een kussen geplaatst met daarop een lauwerkrans (deze krans verwijst naar overwinning en roem en is een teken van eerbetoon). Ook zijn de heraldische tekens uit het familiewapen van de eigenaar van het graf en zijn echtgenote op de stèle aangebracht, wat – naast klassenbewustzijn – aandacht voor de historie verraadt. Het gehele monument is begrensd door een grafhek.
Ook de beplanting is naar de mode van die tijd. Aan beide zijden van het graf is een treurberk geplant. De afhangende takken staan voor de tranen en de rouw. De grafbeplanting met hosta is waarschijnlijk gekozen vanwege de volksnaam van deze plant: hartlelie.
afb. 2b: Neogotische versieringen op het grafhek rondom de grafkapel |
Romantiek
In de cultuur- en kunstgeschiedenis wordt de Romantiek niet zozeer als stijlperiode gezien, maar meer als geestesstroming. Was er in de periode die hieraan voorafging - tijdens de Verlichting - heel veel aandacht voor het onafhankelijke denken van de mens, het verstand, in de Romantiek stond de emotie centraal. Fantasie, intuïtie en aandacht voor de geschiedenis kregen de overhand. Het verlangen naar vroeger was groot. De Romantiek was het duidelijkst merkbaar in kunst en cultuur.
Zo waren er weinig echt nieuwe ontwikkelingen op het terrein van vormgeving. Steeds vaker greep men terug naar de vormen uit de tijden van weleer: de Middeleeuwen met zijn gotiek of nog verder terug: de Grieken, Romeinen en de Egyptenaren uit de Klassieke Oudheid. De neostijl overheerste: namaakgotiek, namaakclassicisme en empire.
Op de Oude Begraafplaats van Naarden zijn in de ontwerpen van verschillende 19e-eeuwse grafmonumenten neoclassicistische en neogotische invloeden waar te nemen. Soms is een grafmonument geheel in een neostijl uitgevoerd.
afb. 2c: Neoclassicistisch grafmonument uit 1887 met zuil |
Zo staat er op de begraafplaats een neogotische grafkapel uit 1865 (zie afb. 2a). Deze kapel staat boven een familiegrafkelder waarin 22 personen zijn bijgezet. Op het dak van de kapel staat een torentje, in de vorm van een pinakel. Hierop is een rouwsluier van gietijzer aangebracht. Deze sluier is zwart geverfd en steekt opvallend af tegen de witte pleisterlaag van de wanden en het dak. In de blinde boogvensters zijn in gotische letters de namen geschreven van de bijgezette overledenen. De kapel is omgeven door een gietijzeren hek in dezelfde stijl (zie afb. 2b).
Verder staat er op de begraafplaats een grafmonument uit 1887 in neoclassicistische stijl. De vorm van de afgeknotte zuil is afgeleid van de tempelzuilen uit de Oudheid (zie afb. 2c) en symboliseert het afgebroken leven.
afb. 2d: Grafhek, voorzien van een pijnappel |
Het graf is afgezet met een hek in dezelfde stijl. De gekruiste spijlen worden gemarkeerd door een rozet en op de hoeken staat een pijnappel. De pijnappel is een symbool van de onsterfelijkheid (afb. 2d).
Ook is er op de begraafplaats een grafmonument te zien in de zogenoemde empirestijl (zie afb. 2e). Empire is geinspireerd door de antieke Egyptische architectuur. Het grafmonument wordt gedomineerd door een miniatuur obelisk. De obelisk, een soort gedenknaald, was een teken van macht. Ook de Romeinen gebruikten dit gedenkteken. Zij plaatsten twee obelisken voor het mausoleum van keizer Augustus.
afb. 2e: De enige obelisk op de Oude Begraafplaats van Naarden |
Op de obelisk staat ook een vlinder afgebeeld. Niet toevallig natuurlijk, want de vlinder verwijst naar de onsterfelijke ziel. Voor christenen is de dood de overgang naar een beter leven. De verplaatsing van het aardse tranendal naar het hemelrijk. De vlinder staat ook voor de drie stadia die de menselijke ziel doorloopt: leven, dood en wederopstanding. Daarnaast wil de vlinder de kortstondigheid van het aardse leven aangeven.
afb. 3: Het oudste gedeelte van de begraafplaats: een zerkenvloer |
Inrichting
Doordat de begraafplaats volgens de lijnen van een Latijns kruis is ontworpen, heeft de inrichting in de 19e eeuw plaatsgevonden in de vakken aan beide zijden van de hoofdas, die loopt van het toegangshek naar het baarhuisje. De eerste begrafenissen hebben plaatsgevonden in het linkervak. Omdat men gewend was te begraven in kerken, zijn de eerste grafmonumenten dan ook zerken (liggende grafstenen). Het linkervak heeft daardoor enigszins het aanzien van een kerkvloer (afb. 3).
Later is men deze zerken gaan oprichten tot staande grafstenen: de stèles. In de loop van de tijd hebben de ontwerpen van deze stèles steeds meer vrije vormen gekregen.
Afdb. 4a |
Een beperkt aantal van de zerken, maar een groot aantal van de stèles worden omringd door grafhekken, geheel naar de mode van de 19e eeuw. Men had veel aandacht voor fantasie en ook bijgeloof speelde een rol: het grafhek was in oorsprong bedoeld om kwade geesten te weren van de ziel van de dierbare overledene. Vandaar ook dat de spijlen van het hek vaak zijn vormgegeven als pijlen, voorzien van scherpe punten. Ook werd een graf wel afgebakend door paaltjes, verbonden met kettingen, waarvan de schakels soms ook scherpe uitsteeksels bevatten (afb. 4a).
afb. 4b: Een impressie van het 9e-eeuwse deel van de Oude
|
Hoewel de aanleg geometrisch is, en niet in de voor de 19e eeuw kenmerkende nieuwe Engelse landschapsstijl, is de beplanting wel in overeenstemming met de smaak van die tijd. Mede vanwege symbolische waarde, is bewust gekozen voor klimop, taxus, treurberken en -beuken. Restanten hiervan zijn op de Oude Begraafplaats van Naarden terug te vinden (afb. 4b).
afb. 5a: Overdadig gebruik van symbolen |
Symboliek
Omdat er zoveel aandacht uitging naar het gevoel en men hieraan ook uiting wilde geven, gebruikte men hiervoor graag symbolen. Op de begraafplaats zijn veel voorbeelden van funeraire symboliek uit die tijd te zien. Zowel op de grafmonumenten als op de grafhekjes: rozen, palmtakken, pijnappels, lelies, kransen, zandlopers, fakkels, vlinders en slangen.
Een mooi voorbeeld van overdadig gebruik van symbolen is het graf op afbeelding 5a. Dit graf is voorzien van een aantal symbolen. De grafsteen wordt afgedekt door een rouwsluier en is voorzien van een combinatie van symbolen: een esculaap, een palmtak en een lelie. De palm symboliseert de overwinning. In de Oudheid werd een palmtak aangeboden aan atleten die de overwinning behaald hadden. Later werd het een christelijk symbool voor de overwinning op de dood.
afb. 5b: Detail van grafhek met gevleugelde zandloper |
De slang met een palmtak op een stèle. De slang die in zijn eigen staart bijt is een vaak voorkomend symbool op grafmonumenten, als teken van de kringloop van dood en leven |
Aan de voorkant van het grafhek staat een gevleugelde zandloper. Dit bijzondere funeraire teken komt op meer graven van de Oude Begraafplaats van Naarden voor. De zandloper of uurglas duidt op de verlopende tijd en de kortstondigheid van het leven. De vleugels aan weerszijden van de zandloper zijn niet identiek. Een is van een adelaar en de ander van een vleermuis. Een zandloper met deze beide vleugels geeft de overgang aan van dag naar nacht, van leven naar dood (afb. 5b).
Een gestileerde lelie op een grafhek |
Bronnen
- Foto’s: Archief van de Stichting tot Behoud van de Oude Begraafplaats van Naarden
- Leon Bok en Ypie Attema, Begraafplaatsen als cultuurbezit (Vereniging De Terebinth, 2003)
Nog een slang die in zijn staart bijt. Deze houdt op een grafhek de naar beneden gerichte fakkels bijeen. De dovende fakkels staan voor het einde van het leven |
Ank Kooijman-van Rossum is landschapsarchitect en publiceerde in Naardens Historisch Tijdschrift ‘De Omroeper’.
Han de Vries is docent geografie en Nederlands.
Beide auteurs zijn bestuurslid van de Stichting tot Behoud van de Oude Begraafplaats van Naarden.