Contactblad Historische Kring Bussum 15/1 (mei 1999) pag. 7-8
Pohled na Bussum
Henk Hendrikse
Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Wat bovenstaande tekst betekent, weet ik niet, maar het was één van de eerste dingen die we zagen op een groot bord toen we midden in de nacht rond 2 uur aankwamen in Valasské Mezirící.
Even voorstellen... “We”, dat waren wethouder A.J. Gouka, Herman Bierman, Gerard Rigter (tot dan een extra chauffeur, nu ook lid van de Historische Kring Bussum) en ondergetekende Henk Hendrikse.
Valasské Mezirící (afgekort: ValMez) is, zoals waarschijnlijk bekend, de zustergemeente van Bussum en ligt in Tsjechië op zo’n 1.400 kilometer van Bussum.
Eind 1997 richtte de gemeente Bussum het volgende verzoek aan de Historische Kring: “Kunnen en willen jullie een (foto)expositie inrichten, waardoor Bussum in ValMez wat meer ‘gezicht’ krijgt. Een aantal inwoners van die gemeente is al hier geweest, maar het merendeel van de bevolking weet zich bij de naam Bussum niets voor te stellen.” Vier mensen uit de Kring hadden er wel oren naar en zijn enthousiast begonnen. Maar helaas moesten er al vrij spoedig twee afhaken, voornamelijk door tijdgebrek. En toen moesten Herman en ik samen verder. Heel lang heeft het project op een laag pitje staan sudderen zonder veel resultaat, maar er kwam wat meer druk op de ketel toen de gemeente met geld over de brug kwam.
Het moeilijkste voor ons was om te bedenken in welke vorm we het moesten gieten. We veronderstelden, dat de mensen daar niet erg geïnteresseerd zouden zijn in de korte en weinig enerverende historie van Bussum. We hebben geen echt oude gebouwen, bijvoorbeeld uit de Middeleeuwen, archeologisch was er ook niet veel te vinden en om het begrip “Erfgooiers” in het Tsjechisch te vertalen leek ons ook niet erg zinvol. Het uiteindelijke idee werd: wissellijsten met daarin foto’s van: parken, scholen, kerken, beelden, het centrum, oud Bussum, nieuw Bussum en nog wat onderwerpen. Op deze manier hoopten we een zo gevarieerd mogelijk beeld van Bussum te geven. Natuurlijk konden hier en daar teksten niet ontbreken. Deze werden door een relatie van Herman keurig in het Tsjechisch vertaald en door de vertaler keurig aangeleverd op een floppy. Zijn computer was niet in staat de tekst op de door ons gewenste lettergrootte te produceren, dus zou Herman dat wel “even” doen. Maar toen bleek, dat een West Europese computer niet de tekentjes overneemt waar de Tsjechische taal zo rijkelijk mee bedeeld is. Dus moest Herman in een apart programma al die tekentjes opzoeken en op de juiste plaats zetten. Een zeer tijdrovend werk, maar ook dat lukte.
Behalve de door ons samengestelde lijsten mochten we ook beschikken over een 15-tal wissellijsten met foto’s van de gemeente plus een aantal schilderijen.
Begin oktober kregen we bericht dat we, na intern gemeentelijk overleg, op 17 oktober 1998 konden afreizen. De gemeente had een prachtige auto met voldoende bergruimte voor ons gehuurd en op vrijdag 16 oktober zijn we gaan inladen.
Op zaterdag 17 oktober om 6 uur ‘s ochtends zijn we vertrokken richting Praag. Volgens afspraak zouden we op het vliegveld aldaar wethouder A. Gouka afhalen. Hij had op dinsdagavond al weer een vergadering en ging dus met het vliegtuig om op tijd weer terug te kunnen zijn. Tot vlak voor Praag verliep de reis uitstekend, maar mede door de naar ons idee miserabele bewegwijzering hebben we ons bij Praag wezenloos gezocht naar het vliegveld. Maar uiteindelijk is dat natuurlijk ook gelukt en konden we een inmiddels zeer verontruste Gouka oppikken. Om van het vliegveld weer op de grote weg naar Brno te komen, kostte ons veel tijd. En, zoals gewoonlijk, zat het venijn in de staart, want de laatste 100-150 kilometers moesten we afleggen in dichte tot zeer dichte mist. We waren dan ook wel aan het eind van ons latijn toen we in het holst van de nacht op de plaats van bestemming aankwamen.
Maar onze ‘ontberingen’ werden de daaropvolgende dagen meer dan goed gemaakt. Zondagochtend hebben we, met heel veel hulp van de mensen daar, de expositie ingericht. Eigenlijk hoefden we niets anders te doen dan de volgorde te bepalen. Het op de juiste hoogte ophangen en belichten met kleine spotlights aan een spanningsrail werd allemaal voor ons gedaan. Er moet zeker nog vermeld worden, dat we een schitterende expositieruimte hadden.
Op maandagmiddag om 17.00 uur heeft de heer Gouka de expositie officieel geopend in het bijzijn van een groot aantal belangstellenden. De opening was een feest met wijn, muziek en zang. We hopen dat de belangstelling de expositie groot is geweest. Misschien horen we dat nog eens.
De overige dagen waren voor ons ook een feest. We werden meegenomen naar een glasfabriek, een open-luchtmuseum en een streekmuseum. Dat was gevestigd in het Kinsky slot, een prachtige lokatie. Wat daar te zien was? Natuurlijk glas waar de streek en het land beroemd om is. Gobelins die daar gemaakt worden. Veel foto’s en een video over de overstroming van twee jaar geleden. Toen wij er waren, zagen we een riviertje met hoogstens 30 centimeter water. Maar op de video zagen we een verwoestende en alles meesleurende waterstroom. Bussum heeft met raad en daad terzijde gestaan om de schade te herstellen.
En natuurlijk veel archeologische vondsten; ze hoeven daar, bij wijze van spreken, maar een paar meter te graven om weer een Romeinse helm of een vuurstenen pijlpunt te vinden. Zij hebben een uitgebreide collectie. En ook uit latere tijden: zwaarden en harnassen en dergelijke. Toen wij blijk gaven van enige jalouzie hierover, vroegen zij waar wij ons als Historische Kring dan mee bezighouden als wij al die zaken niet hebben. We hebben beloofd, hun zo uitgebreid mogelijk hierover in te lichten en daar wordt momenteel aan gewerkt.
Mogelijk kunnen beide Historische Kringen contact met elkaar opnemen. Wie weet, wat daaruit voort kan komen. Mogelijk weer een reisje naar Valasské Mezirící. We kennen nu de weg en houden ons warm aanbevolen.
Gerard, Herman en Henk Hendrikse.