Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 15/1 (mei 1999) pag. 13-18


Brandweercommandant A. van der Kruit

Joke Vos

Klik hier voor de pdf van dit artikel.

Dit jaar bestaat de vrijwillige brandweer van Bussum 100 jaar. Dat was de aanleiding om eens te gaan praten met de heer A. van der Kruit, die in 1963 bij de Bussumse brandweer kwam en van 1965 tot 1977 hiervan commandant was.

         
A. van der Kruit
 

De heer A. van der Kruit, op 4 september 1917 geboren in Delft, was in de oorlogsjaren in zijn geboorteplaats in aanraking gekomen met de brandweer en hij werd er zo door gegrepen, dat hij er in januari 1943 zijn beroep van maakte. Hij doorliep bij de Delftse brandweer de rangen brandwacht 1e klasse en hoofdbrandwacht. Hij werd in 1955 als onderbrandmeester in Kampen benoemd met als eerste taak om de brandweer te reorganiseren. Bij een brand in een woonhuis waarbij een vader en moeder met 6 kinderen waren omgekomen, was namelijk gebleken dat zowel het materieel als het personeel van de Kamper brandweer nodig gereorganiseerd dienden te worden.

Van der Kruit werd per 1 juli 1963 benoemd in Bussum als opvolger van de heer P.J. Raakman, die hoofdbrandmeester was, en werd aangesteld als administratief-technisch ambtenaar tevens hoofdbrandmeester/plaatsvervangend commandant. Onder zijn leiding kwamen de opleidingen tot brandwacht, hoofdbrandwacht, persluchtmaskerdrager, chauffeur-pompbediende en onderbrandmeester tot grote bloei. Waren er in 1963 51 cursisten, in 1970 waren er al 269 cursisten in de regio ‘t Gooi en de Vechtstreek. Niet alleen ‘gewone’ brandweermannen werden opgeleid, maar ook de Nederlandse Omroep Stichting en het bedrijfsleven hadden voor hun bedrijfsbrandweer interesse in de opleidings-mogelijkheden. En niet te vergeten de korpsen uit de regio.Ook begon de Bussumse brandweer in 1965 met het houden van een open huis; dat ook dit aansloeg bewijzen de meer dan 300 bezoekers die op de 5 demonstratieavonden kwamen.

Per 1 januari 1965 volgde Van der Kruit de heer B.W.F. Mussert op als commandant van de vrijwillige brandweer. In tegenstelling tot zijn voorgangers (bijvoorbeeld de heer Mussert, die directeur was van de L.T.S. aan de Jan Bottemastraat), was A. van der Kruit geen vrijwilliger bij de brandweer maar beroepsbrandweerman. 

Grote veranderingen

Na de oorlog namen de taken van de brandweer steeds meer toe. De moderne brandweer doet meer dan alleen het blussen van branden, zij besteedt ook aandacht aan preventie en aan hulpverlening in ruime zin. Dat blijkt ook uit de landelijke actie ‘Eten voor India’, waarvoor brandweermensen spontaan met een brandweerwagen, voorzien van geluidsinstallatie en zwaailichten, met hun helmen gingen collecteren; dit bracht ƒ 3.400,- op voor het goede doel. Ook sportief gezien timmerde de brandweer aan de weg. Zo liep men mee met de avondvierdaagse, men voetbalde, en gaf op Koninginnedag demonstraties.

Het programma voor Koninginnedag 1967 bevatte op Sportpark Zuid wedstrijden jeugdbrandweer, demonstraties van de gemeentelijke brandweer en politiehondendressuur. In 1967 was een eerste aanzet gegeven tot een jeugdbrandweer. De Bussumse vrijwillige brandweer had een jeugdbrandweergroep van ongeveer 30 jongeren. Niet om deze in geval van brand werkelijk te laten optreden, maar om ze meer brandweerminded te maken en tegelijkertijd een aardige vrijetijdsbesteding te bieden. Men leerde de jongens slangen uitgooien, ladder beklimmen en een straalpijp aankoppelen. Pas jaren later, omstreeks 1979, kwam de jeugdbrandweer goed van de grond; er zijn tegenwoordig zelfs regelmatig wedstrijden voor de jeugdbrandweer.

Voor Koninginnedag 1967 werden 50 jongelui in de leeftijd van 10 t/m 13 jaar opgeroepen om zich te melden voor een ‘bliksemopleiding’ op die morgen. Uit de besten werden drie ploegen van negen mensen gevormd, die ‘s middags mochten meedoen aan wedstrijden met de reeds bestaande jeugdbrandweer. Bij de wedstrijden moest men binnen een bepaalde tijd houten borden omverspuiten; aan de onderzijde daarvan was een scharnier aangebracht. Elk bord was van een nummer voorzien. Ook moest men door een rond gat een emmer aan een touw volspuiten. “Oefening baart kunst!”

In 1967 ging een grote wens van Van der Kruit in vervulling; voor de somma van ƒ 102.000,- werd een autoladder aangeschaft die volautomatisch-hydraulisch werkte en waarmee Bussum een wereldprimeur in huis haalde. Voor de eerste keer was een Oost-Duitse bovenbouw geplaatst op een Engels Commer-chassis. Binnen 30 seconden kon de ladder worden uitgeschoven naar de uiterste stand van 25 meter lengte. Daarvoor beschikte de Bussumse brandweer over een ladder met een lengte van slechts 17 meter, maar door de toenemende hoogbouw werd een langere ladder noodzakelijk. Voorafgaande aan de aankoop had de importeur van de Oost-Duitse ladderwagen op 27 januari 1967 een demonstratie gegeven.

In 1967 was er nog een primeur! Vanaf 7 maart 1967 ging de brandweer wekelijks op dinsdagavond van 19.30 tot 20.30 uur een spreekuur houden in het bureau van de brandweer aan de Raadhuisstraat 15. Men kon daar bij commandant Van der Kruit terecht voor vragen over brandpreventie. Het was de bedoeling dat het spreekuur een preventieve werking zou hebben, omdat uit de praktijk was gebleken, dat velen zich pas met de brandweer in verbinding stelden wanneer zich problemen voordeden met bijvoorbeeld onbekend materiaal of chemische stoffen. Dit initiatief was uniek in ons land.

In januari 1968 was Van der Kruit 25 jaar in dienst bij de brandweer waarbij hem het zilveren kruis van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Brandweercommandanten werd opgespeld door burgemeester A. Admiraal.

In april 1968 werden 10 hoofdinstructeurs, waaronder A. van der Kruit, opgeleid in Den Haag; zij zouden in Nederland opleidingen gaan verzorgen. De opleiding bestond uit het opleiden tot de rangen brandwacht tweede en eerste klas en tot hoofdbrandwacht.

Mede door de heer Van der Kruit, die zelf al dook in Delft, begon in 1970 de Bussumse brandweer met een opleiding tot brandweerduiker. Onder leiding van Van der Kruit gaven de duikinstructeurs B.P. Bulthuis en R.W. Leen les aan een duikploeg van 26 mannen, die voor het merendeel, zo niet allen, lid waren van de Bussumse brandweer. Er werd geoefend in het Naardense zwembad, later in het Bussumse Sportfondsenbad, en voor de buitenoefening werd gebruik gemaakt van het ongebruikte zwembad aan de Meerweg in Bussum. Enige tijd later ontstond er een samenwerking met de Gooise Onderwatersport Vereniging, omdat B.P. Bulthuis en R.W. Leen bij deze vereniging duikinstructeur waren.

Ook kreeg Bussum de beschikking over een nieuw alarmeringspaneel waarbij 400 directe aansluitingen met belangrijke objecten zoals ziekenhuis, fabrieken, bejaarden- en verpleeghuizen tot stand werden gebracht. Het alarmeren van het brandweerpersoneel thuis bleef nog bij het oude met een bel en via gesproken woord vanuit de permanent bemande meldkamer in het oude politiebureau aan de Brinklaan. Hoe makkelijk is de mobiele telefoon tegenwoordig. Ook
het wagenpark werd uitgebreid en wel met een nieuwe combinatiewagen met een hogedruk- en een lagedrukspuit, die zowel gelijktijdig als apart gebruikt konden worden. En ook kwam er in de jaren 70 een hulpverleningsvoertuig voor hulp bij ongelukken en rampen. 

Voortrekker van de hulpverlening

De taak van de brandweer beperkte zich inmiddels al lang niet meer tot het blussen van branden, maar werd steeds ingewikkelder door ondermeer nieuwe bouwmaterialen, nieuwe productietechnieken, en het steeds toenemende vervoer over de weg van gevaarlijke stoffen. Ook tijdens felle storm en hevige regenval werd de brandweer vaak te hulp geroepen, maar blussen bleef wel de belangrijkste taak. Het werd voor de brandweer steeds noodzakelijker om ‘bij’ te blijven en dus om steeds weer nieuw materiaal aan te schaffen. Bussum vervulde op het gebied van hulpverlening een voortrekkersrol in Nederland en dit was niet in de laatste plaats de verdienste van A. van der Kruit. Commandant Van der Kruit en het Bussumse brandweerkorps beschikten in de jaren 70 met de “technische hulpverleningswagen” over een nieuw voertuig, dat in die tijd door zijn uitrusting - zeker voor een kleinere gemeente - uniek werd genoemd.

Door een nieuwe indeling van gereedschappen en materialen uit andere brandweerwagens was dit hulp-verleningsvoertuig, een Amerikaanse Dodge, zo ingedeeld dat men een ideaal voertuig kreeg om in te zetten bij onder meer grote branden, bij het te water raken van auto’s, ongevallen met tankwagens, instortingen, stormschade, spoorwegongevallen en bij talloze andere situaties, waarbij snelle hulp een eerste vereiste is. De auto was uitgerust met een groot aantal kisten. In deze kisten zat allerlei specialistische apparatuur, zoals materiaal voor reddingen te water, apparatuur om bekneld zittende personen te kunnen bevrijden, materiaal voor ongevallen met tankwagens, opsporings- en meetapparatuur voor radio-actieve straling, handgereedschap, beschermende kleding, diverse snijbranders, flessen zuurstof en stikstof, een bijzonder compleet ingerichte koffer met medische artikelen, vloeistof en poeder voor het schoonmaken van wegen. De nieuwe Dodge, die ongeveer ƒ 20.000,— kostte en voor een gelijk bedrag aan materiaal vervoerde, kwam in de plaats van een zeker 25 jaar oude Jeep (tot de aanschaf van een Jeep met babyspuit had de Bussumse gemeenteraad op 3 december 1946 besloten). Het nieuwe voertuig kon ook worden ingezet bij heidebranden, beschikte over een sterke lier, was uitgerust met een mobilofoon en met veiligheidsgordels voor de bemanning.

         
 
het eerste hulpverleningsvoertuig, een Dodge W 200, bouwjaar 1969.

Op 18 mei 1974 werd in Bussum de eerste wedstrijd van Nederland in technische hulpverlening gehouden. De bedoeling van deze wedstrijd in de nieuwe klasse H.V. (hulpverlening) was, om ervaring op te doen, voordat in 1975 deze klasse een officiële wedstrijdklasse werd bij brandweerwedstrijden. Elke deelnemende ploeg bij deze eerste wedstrijd bestond uit één bevelvoerder en 8 man. Er dienden blus- en reddings- en/of bergingswerkzaamheden te worden verricht, terwijl radioverbindingen moesten worden onderhouden. De Bussumse brandweerlieden A. van der Kruit en R.M. Fokker met hun medewerkers waren op het gebied van hulpverlening de voorlopers in Nederland. Zij droegen niet alleen bij tot de samenstelling van de leerstof, maar bereidden ook oefeningen voor, die door de korpsen werden toegepast. Van de gereglementeerde hulpverleningswedstrijd op 18 mei 1974, die werd gehouden op de Kolonel Palmkazerne, zijn door het NOS Journaal zelfs televisie-opnames gemaakt, die ‘s avonds werden uitgezonden. A. van der Kruit was van 1972 tot 1982 lid van het bestuur van het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité. R.M. Fokker was van 1979 tot 1990 lid van dit bestuur met als functie wedstrijdleider.

Op 17 juni 1976 werd in een Cessna vliegtuig, dat bestuurd werd door dokter W.P. van Mourik, de eerste oriënta-tievlucht boven het Gooi gemaakt. De heren Van der Kruit en Blaas konden zich op deze wijze goed oriënteren over de bereikbaarheid van het Naardermeer, de manier van optreden in geval van brand en andere calamiteiten. Tevens testte men zo de portofoonverbinding. Ook waren de Bussumse voertuigen, die op de binnenplaats stonden, vanuit het vliegtuig goed te herkennen. Op het dak was in grote letters aangegeven om welk voertuig het ging: bijvoorbeeld T.A.S.H.D. voor de Tank AutoSpuit Hoge Druk en A.L. 1 voor de AutoLadderwagen. Dit was een idee van A. van der Kruit, dat later in iets gewijzigde vorm in heel Nederland is ingevoerd.

Het jaar 1976 was ook het jaar van een nieuwe autospuit: een Mercedes met een watertank van 1000 liter, een schuimtank, perslucht- en mobilofoonapparatuur met een rechtstreekse verbinding met de meldkamer van de politie. 

Branden

Vele grote en kleine branden werden bestreden, maar de brand in de fabriek van Van Meurs Golfkarton in 1965 bleef nog lang in het geheugen. Die brand was zo groot dat naast de brandweer van Bussum ook de korpsen van Naarden en Hilversum en zelfs de Mobiele Colonne (de vroegere dienst Bescherming Bevolking, afgekort BB) meehielpen bij het blussen.

Vaak liep een brand goed af , maar oudejaarsdag 1969 zal Van der Kruit nooit meer vergeten. Bij een brand op de Brediusweg, waarbij de anderhalf jaar oude Madelon Tesseling om het leven kwam, verloor de brandweer ook twee van zijn mannen. Als gevolg van bij deze brand opgelopen verwondingen overleed op nieuwjaarsdag 1970 H.M.W. Overhaart en op 13 maart 1970 R.W. Leen. Oud en nieuw is daarna voor Van der Kruit nooit meer hetzelfde geweest, want, zoals hij zelf zei: “Dit staat in je geheugen gegrift”.

         
(22 maart 1971): brand in de Vitusstudio aan de St. Vitusstraat.
Rechts het parkeerterrein bij de winkel van Klück op de hoek
Kapelstraat/Sint Vitusstraat.
 

Wie herinnert zich niet de felle brand van de Vitusstudio aan de Sint Vitusstraat? Die brak uit in de nacht van zondag op maandag 22 maart 1971 en legde het gehele gebouw in de as. Gelukkig bleef het kabeltje waar het eurovisiekanaal op binnenkwam gespaard, zodat Nederland op woensdagavond de voet-balwedstrijd Celtic-Ajax toch kon zien. De studio is nooit herbouwd.

Ook de brand bij Bensdorp in december 1975 was niet mis. Het lukte de brandweer om twee mannen van een schoonmaakdienst, die drie kwartier in de lift opgesloten hadden gezeten, dwars door de vlammen heen te bevrijden. En niet te vergeten sporthal De Zanderij, ook die ging ten prooi aan de vlammen, gelukkig voor de sporters is de hal wel weer herbouwd.

Op 1 oktober 1977 verliet de heer Van der Kruit de Bussumse brandweer wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Ik heb geprobeerd met dit artikel een globaal idee te geven van wat er onder het commando van de heer Van der Kruit bij de brandweer is bereikt. Hij heeft zes plakboeken met herinneringen en ik kon niet alles opschrijven. Toch hoop ik dat bovenstaand artikel u enig idee geeft.