Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 22/1 (juli 2006) pag. 17-20


De Kolonel Palmkazerne 1939-2005

 Chris Leenders

 Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting. 

Voorgeschiedenis en opbouw

Na de Eerste Wereldoorlog werd weinig of niets aan kazernenieuwbouw gedaan. Oorzaak was de verlaging van het defensiebudget door de wens tot ontwapening en de economische malaise. Door de politieke ontwikkelingen in Europa in de jaren dertig kwam hier verandering in. In het Defensieplan van 1936 werd besloten dat de tijd van eerste oefening voor de dienstplichtigen van de Infanterie werd verdubbeld tot elf maanden. Hierdoor werd per Infanterieregiment een tweede bataljon geformeerd en als zogenaamde grensbataljon onder de wapenen gehouden.

      
 
Plattegrond kazerne in 1938

Er was dus ook aanzienlijk meer legeringsruimten nodig, zodat op 24 plaatsen nieuwe kazernes moesten komen. De meeste kazernes werden langs de grenzen gepland, enkele meer landinwaarts. Ze werden naar een zelfde model samengesteld. Gekozen werd voor een zogenaamd paviljoenstelsel: rond het centrale exercitie- en appèlterrein werden de legeringsgebouwen gegroepeerd, drie voor een bataljonskazerne en het dubbele aantal voor een regiment.

Eén van deze nieuwe kazernes werd geprojecteerd op een stuk heideterrein langs de Amersfoortsestraatweg, in het zuidoosten van de gemeente Bussum. Dit terrein was eigendom van het Ministerie van Defensie en werd gebruikt als pionierterrein voor het in de legerplaats Laren gelegerde Kaderbataljon. De reden dat een nieuwe kazerne hier werd gepland had te maken met het toenmalige nationale verdedigingsstelsel.

In dit stelsel nam sinds de 17e eeuw de (Nieuwe) Hollandse Waterlinie een belangrijke plaats in. Het noordelijke gedeelte van deze Nieuwe Hollandse Waterlinie en de hoogten in het Gooi binnen de driehoek Bussum, Hilversum en Blaricum dienden in deze roerige tijd snel beveiligd te worden.

 

Kolonel Palm

Op 18 mei 1938 diende de Genie een aanvraag voor bouwvergunning in bij de gemeente Bussum. Meteen tekenden zowel de gemeente Bussum als de “Vrienden van het Gooisch Natuurreservaat” bezwaar aan en ook de bewoners van de villa’s langs de Amersfoortsestraatweg vreesden dat een kazerne de bebouwing aldaar zou ontsieren.

Echter met de opmerking van de Minister van Defensie “landsbelang gaat voor plaatselijk belang” was de kogel door de kerk. Op 15 juli 1938 werd de vereiste bouwvergunning verstrekt en onmiddellijk werd met de bouw begonnen, alleen de vroegtijdig ingevallen strenge winter zorgde voor vertraging.

      
Opening v.d. Palmkazerne in Bussum, in 1938.
 

In 1938 werd ook de nieuwe naam voor de kazerne gekozen. De Minister bepaalde bij Beschikking van 21 december 1938, dat de nieuwe kazerne Kolonel Palmkazerne zou gaan heten (Legerorder 395/1938), een opvallende keuze gezien de maritieme achtergrond van kolonel Palm.

François Palm was officier in het Staatse Leger, werd in 1657 bij de vloot geplaatst en nam deel aan diverse zeeslagen, onder andere die bij Chatham. Voor zijn moedig en beleidvol optreden in het rampjaar 1672 werd hij bevorderd tot kolonel der mariniers. In de nacht van 11 op 12 september 1673 bestormde Palm na een zesdaags beleg Naarden en dwong hij de Fransen tot overgave. In 1674 nam kolonel Palm deel aan de slag bij Seneffe. Hij raakte daar zodanig gewond, dat hij op 14 augustus te Bergen in Henegouwen overleed.

      
 
Rekruten van de lichting 1920

In oktober 1939 konden uiteindelijk de zes legeringsgebouwen worden betrokken.

Een maand later vielen de Duitsers Polen binnen en brak de Tweede Wereldoorlog uit. Niet het 16e Regiment Infanterie ging de kazerne bevolken maar het 8e Depotbataljon onder commando van de reserve majoor J.G.A. van der Upwich.

De Bussumse bevolking profiteerde meteen van de 600 extra inwoners. Niet alleen de middenstand was blij, maar er werden ook muziekevenementen in Concordia georganiseerd onder leiding Concertgebouwdirigent (sergeant) Eduard van Beinum, die in Bussum gelegerd was.

 

De kazerne in oorlogstijd

Toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen werden de Bussumse militairen voor bewakingstaken ter beschikking gesteld van de commandant van de Vesting Holland.
Op 14 mei volgde het bericht dat de strijd was gestaakt en de wapens moesten worden neergelegd.
Op 27 mei werd in Concordia een afscheidsavond voor het Bussumse garnizoen georganiseerd en de volgende dag vertrokken de militairen naar huis. Slechts zeven maanden was de nieuwe kazerne, toen bestaande uit zeven stenen gebouwen en gebouwtjes en vier barakken door de Koninklijke Landmacht gebruikt, nu kreeg de bezetter er de beschikking over.

Tot de zomer van 1940 werd de Palmkazerne gebruikt door de Opbouwdienst, die de komst van de arbeidsdienst in 1941 voorbereidde. Zij hield zich onder meer bezig met het opruimen van oorlogschade, wegenaanleg, terreinontginning, sport, spel en zang. Na de zomer van 1940 kwamen Duitse eenheden in de kazerne wonen, eerst landmachteenheden, maar al snel luchtdoelartillerie. Het geschut stond opgesteld op de heide en als het ‘s nachts in actie kwam tegen overvliegende geallieerde vliegtuigen, hield het menig bewoner van Bussum-Zuid uit de slaap.

In 1942 verhuisde de Duitse opperbevelhebber in Nederland, generaal Christiansen, met zijn staf van Den Haag naar Hilversum. Nu vonden ook verbindingstroepen onderdak in de Palmkazerne. Er verrezen radiomasten op het terrein, er werd een klein vliegveldje aangelegd en het gehele gebied werd afgesloten en tot “Sperrgebiet” verklaard. In 1943 nam de concentratie van Duitsers rond de kazerne nog verder toe doordat Christiansen er ook ging wonen.

      
 
Vernieling kazerne op 25 oktober 1944

Op 25 november 1944 kwam voor de Duitsers een eind aan de bewoning van de Palmkazerne.
Laag vliegend ontweken bommenwerpers de Duitse radar en lieten hun raketten en bommen boven en in de omgeving van de kazerne los. Het resultaat was dat zes van de zeven gebouwen totaal vernietigd werden, het laatste gebouw werd zwaar beschadigd. De kazerne werd hierdoor onbewoonbaar en de Duitse troepen werden verplaatst naar de Gooise HBS aan de Vondellaan.

Een ooggetuige in de Lothariuslaan beschreef de aanval als volgt: “We zaten in de kelderkast, we hoorden de vliegtuigen met veel lawaai overkomen, toen plotseling met een enorme dreun de kelderkastdeur werd weggeslagen, de voordeur vloog door de gang en lag in de achtertuin en toen we na de aanval weer buiten stonden was van het gehele blok huizen niet veel meer over.”

Op 21 maart 1945 vond opnieuw een zware luchtaanval op Bussum plaats. Getroffen werd vooral het Duitse hoofdkwartier in hotel “Bosch van Bredius”. De aanval was vooral gericht op het tijdelijke verblijf van een Duitse Pantser eenheid die op het moment van de aanval net weg was. Er vielen helaas ook doden en gewonden. Bij deze aanval werd de kazerne opnieuw geraakt, maar aanzienlijk minder dan tijdens het vorige bombardement.
Toen op 5 mei 1945 Nederland weer vrij was, trof men te Bussum een praktisch geheel onbewoonbare kazerne aan. Het zou tot 1950 duren alvorens de oorlogschade was hersteld.

 

De na-oorlogse bewoners 1945–1960

      
 
Artillerie op de hei

In 1945 was er dringend legering nodig voor het personeel van de buitenbewaking van de legerplaats Crailo (Laren), dat als interneringskamp voor NSB’ers en Nederlandse SS’ers in gebruik was genomen. Het personeel was belast met bewakings- en politietaken totdat de Nederlandse politie op sterkte was. In het voorjaar van 1947 verdwenen zij weer. In de periode 1948 – 1960 werden er diverse luchtmachtonderdelen in Bussum gelegerd. Eerst 250 rekruten, daarna de staf van het Commando Luchtverdediging en in de jaren ‘50 een aanzienlijk uitgebreide Luchtdoelartillerie.

Op donderdag 14 november 1957 werd de Palmkazerne door een ramp getroffen. Een Amerikaanse straaljager van vliegbasis Soesterberg stortte om ±13.10 uur op de kazerne. Het in 1950 geheel herbouwde legeringsgebouw 3 werd grotendeels vernield, evenals een deel van gebouw 2. De straaljager was boven Hilversum in de problemen gekomen door een motorstoring. De piloot negeerde het bevel om uit het toestel te springen en keerde het toestel in de richting van het IJsselmeer en sprong toen pas. De schade aan de gebouwen kon worden hersteld, maar erger was dat 5 militairen omkwamen en 16 gewond raakten. Ook in de Lothariuslaan vielen 2 licht gewonden door gebroken ruiten en vallende dakpannen.

 

Depot Intendance 1960–2005

Het Depot Intendance was de nieuwe bewoner van de Palmkazerne vanaf 1960. Elke 2 maanden kregen zij een lichting rekruten. Vanaf 4 oktober 1965 kwam de Intendance school uit Amsterdam ook over naar Palmkazerne. Het Tamboerkorps der Intendance, dat in 1961 opgericht werd, was een gewaardeerde begeleider van de marsen door Bussum en de defilé’s op Koninginnedag.

Tot 2003 werd de kazerne meerdere malen gerenoveerd en vond er veel nieuwbouw plaats. Na het uiteenvallen van het Oostblok vanaf 1989 wijzigde ook het Nederlandse defensiebeleid. Een drastische vermindering van de legersterkte leidde tot opschorting van de dienstplicht en vervanging door beroepsmilitairen bepaalde tijd. Er was dus minder intendancepersoneel nodig en besloten werd de overige logistieke opleidingen (transport, technische dienst en militaire administratie) ook in de Palmkazerne onder te brengen. Hierdoor werd op 20 juni 1996 het Opleidingscentrum Logistiek opgericht. Ook de Aan en Afvoertroepen uit Tilburg werden er gestationeerd.

      
Beatrix overhandigt vaandel, 14 oktober 1980
 

Een belangrijke dag voor de Palmkazerne was 14 oktober 1980, toen Koningin Beatrix in Bussum een vaandel uitreikte aan het nieuwe Regiment Bevoorradings- en Transporttroepen.

Inmiddels was de Dumoulin Kazerne in Soesterberg leeggekomen. Gezien de ruimte die deze kazerne en het omliggende terrein bood is er medio 2005 een verhuizing van Bussum naar Soesterberg in gang gezet. Op 2 juni 2005 namen de bewoners van de Palmkazerne afscheid van de gemeente Bussum.

      
 
Kazerne na het vertrek van de bewoners, oktober 2005.

De kazerne had altijd goede contacten met de Bussumse bevolking nagestreefd. Dat werd ook gewaardeerd. Uit dank voor de activiteiten van de kazerne, zoals het inzamelen van geld voor blindengeleidenhonden, weekenden voor gehandicapte kinderen en hulp aan Bussumse stichtingen die transporten verzorgden naar de voormalig Oost-Europese landen, reikte de gemeente het beeldje “De Kleine Johannes” uit.

In maart dit jaar is het terrein van de Palmkazerne overgedragen aan Domeinen. Domeinen gaat de grond en gebouwen weer overdragen aan de gemeenten Bussum, Hilversum en Laren, die samen met de provincie gaan bekijken wat er met het terrein gaat gebeuren. Bussum heeft al laten weten dat zij op haar deel woningbouw en kleine bedrijvigheid wil onderbrengen. Daarmee krijgt de grond toch weer iets van de bestemming die in het oorspronkelijke uitbreidingsplan van 1929 voorzien was.

 

Bronnen

  • B.C. Cats, Kolonel Palmkazerne 50 jaar (1989)
  • Het Centraal Archief en depot van het Ministerie van Defensie
  • Sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf
  • Gemeente Bussum inclusief het archief van de voormalige Bussumse Courant
  • Dagblad De Gooi- en Eemlander (Hilversum)
  • Archief Historische Verzameling Intendance