Bussums Historisch Tijdschrift 22/1 (juli 2006) pag. 27-29
Druiven van Bussumse bodem - de fruitkwekerij van Dankmeijer
Hans Jonker
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
De kwekerij op een luchtfoto uit 1924 |
Op 7 december 1910 vraagt de Amsterdamse handelaar in koloniale waren W.J. Dankmeijer bij de gemeente Bussum een vergunning aan voor de bouw van een woonhuis met veestallen. Hij is van plan deze te bouwen op de Bussummer Eng aan het zogenaamde Laarderpaadje. De grond had hij eerder gekocht van de Hilversumse grootgrondbezitter Johannes Verbeek.
Zoals veel grond op de eng is ook het terrein waarop Dankmeijer wil bouwen begroeid met eiken hakhout. We weten dat hij dit laat veilen op 14 januari 1911.
Foto coll. Winthorst, Streekarchief Naarden |
Als zijn vrouw kort na de vestiging van het gezin overlijdt, verhuist Dankmeijer naar buiten Bususm en neemt zijn zoon en naamdrager het eigendom van het - uiteraard houten - huis Heidehoeve over. Willem Johannes Dankmeijer junior besluit een boomgaard in te richten. De enggrond is echter niet zomaar geschikt voor het kweken van fruitbomen. Dus laat hij karrenvrachten met mest in de vijf rijen plantgaten storten. Later bouwt Dankmeijer ook een tweetal kassen op het terrein. Dit uitgebreide tuinbedrijf lag ongeveer waar nu de Karel Doormanlaan loopt.
Foto coll. Winthorst, Streekarchief Naarden |
De kwekerij was niet omrasterd, zodat veel van de appels en peren in de grijpgrage handen van passanten vielen. De jarenlange afsluiting van grote gedeelten van de eng op gezag van de militaire autoriteiten gedurende de mobilisatietijd rond 1914-1918 gaf tijdelijk bescherming tegen deze verleiding.
Het huis is zo groot dat Dankmeijer gedeelten ervan verhuurt. Meerdere families wonen in de villa met het adres Voormeulenlaan 75 en later St. Janslaan 145.
De gemeente Bussum besluit in 1938 tot het bebouwen van de enggronden (zie het artikel Het uitbreidingsplan van 1938). In de oorlog probeert ze de benodigde gronden door aankoop en ruiling te verwerven. Dankmeijer werkt mee en sluit een overeenkomst met de gemeente.
Gemeenteblad Bussum 1948, Streekarchief Naarden |
Het gevolg is dat tuinderij niet meer onderhouden wordt en in verval raakt. De Gooische Courant schrijft op 6 september 1946: “…toen gingen de vruchtboomen zienderoogen achteruit en dat proces is voortgewoekerd, hand over hand. Voordurend vielen boomen weg, het doode hout kreeg meer en meer de overhand. In de laatste jaren is de druivenkas eveneens tot ontbinding gekomen en tenslotte geheel opgeruimd. Alleen de grondvesten en de doode wingerdranken geven nog de plaats aan van de vroegere heerlijkheid”.
De gemeente wilde uiteraard ten behoeve van de nieuwbouw de villa en de andere gebouwen slopen.
Pas in 1951 vertrokken de laatste bewoners en kon de bouw starten. Dankmeijer heeft ondertussen het kweken helemaal opgegeven. In het bevolkingsregister wordt bij W.J.Dankmeijer de beroepsvermelding “fruitkweker” vervangen door die van “masseur”. Mogelijk dat nog enkele wilde druiven in de tuinen van de Karel Doormanlaan aan de kwekerij herinneren.