Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 22/1 (juli 2006) pag. 33


Molen De Wandelaar - de familie Bakker op de Eng

Nel Krijnen-Van Gog

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

       
 
Klaas Bakker en zijn vrouw

Molen “De Wandelaar” was eigendom van molenaar Klaas Bakker, die in 1884 vanuit Krommenie in Bussum was komen wonen. Hij stichtte met zijn vrouw Hendrica Verweij een groot gezin en ze woonden met zijn allen in de molen.

De molen deed zijn naam eer aan. Menigmaal moest hij voor uitbreidingsplannen verhuizen. De laatste keer in 1921 van de Hamerstraat naar de Eng, in het verlengde van de St.Janslaan. Daar werd de molen geheel nieuw opgebouwd ter hoogte van de Ceintuurbaan nr. 88 en de Ambachtschool.

De Bussumse molen van Klaas was een wipmolen van hout, met als vakterm “een Spinnenkop” en van oorsprong een zaagmolen. Na verloop van tijd moest ook deze molenaar zijn bakens (zijn molenstenen) verzetten: hij ging niet alleen koren malen maar ook specerijen zoals kruidnagelen, peper, en tabak snijden. Verder deed de molen dienst als steenmolen. Eerst maalde hij de stenen (stukken marmer) tot schuurpoeder, maar toen de Vim en Ata op de markt kwamen, werden de stenen grover gemalen tot kleine stukjes. Daar werd het zogenaamde kunstgraniet van gemaakt dat gebruikt werd voor aanrechten en vloeren. Ook haalden ze in de oorlog botten bij de slager, droogden ze en vermaalden ze met maden en al tot kippenvoer.

      
Het nieuwe huis van Bakker naast de speeltuin van Rosmalen
 

Na het overlijden van Klaas Bakker in 1941 kwam zijn zoon Jan met zijn vrouw en tien kinderen in de molen wonen en werden er stukjes aangebouwd. Behalve molenaar was Jan ook kruidenier en boer. Hij had een schillenwijk om zijn vee te kunnen voeren. Op zijn erf liepen honderden kippen en kuikentjes rond.

Bijna dertig jaar stond de molen op de Eng maar in 1950 haalde de woningbouw de wandelende molen in. Bakker had dit al zien aankomen en de molen, die in 1941 voor het laatst geschilderd was, stond er in 1951 haveloos bij. Twee wieken waren er al afgewaaid. De vereniging “’De Hollandse Molen” had in 1940 al een onderzoek verricht naar het behoud of verplaatsen van de molen, maar zag er niets in. Dit was het begin van het einde van de enig overgebleven molen van Bussum.

Jan Bakker kreeg toestemming van de gemeente een houten huis te bouwen naast dat van Rosmalen aan de Randwegen kreeg tot die tijd een net gebouwde woning aan de Jan Bottemastraat 4 ter beschikking. Lang hield hij het aan de Randweg niet vol, na enkele jaren keerden ze weer terug naar de Bottemastraat.