Contactblad Historische Kring Bussum 19/1 (mei 2003) pag. 41-54
V. Sociale aspecten van het Prins Hendrikpark
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
1. Het Buurtcomité
Martin Heyne (oud-voorzitter)
Het 80-jarig jubileum van het Evangelisch Lutherse kerkgebouw in 1983 gaf aanleiding om met een groepje buurtbewoners in die kerk een concert te geven. Dat had een zodanig succes, dat besloten werd om dit meer te gaan doen. De eerste contacten waren gelegd en de initiatiefnemers richtten een buurtcomité op om concerten voor en door buurtbewoners te organiseren. De eerste bestuursleden waren Henri Herrebrugh en Fred Bos. Weldra kwamen er anderen bij, want er kwam werk aan de winkel toen zich geheel andere zaken aandienden, die veel tijd en inzet eisten.
Het begon met de villa van dr. Van de Upwich, Prins Hendriklaan 1, waarvoor een projectontwikkelaar interesse had. Het Buurtcomité beoordeelde dat als een ongewenste ontwikkeling in onze qua bouw toch wel homogene wijk. Zeker gezien het in het oog springende punt tegenover het station. De protesten van het nog jonge Buurtcomité vonden bij de Gemeente echter geen gehoor, omdat men andere prioriteiten stelde. De affaire bereikte een hoogtepunt toen de leegstaande en dichtgetimmerde villa door onopgehelderde oorzaak in de stormnacht van 28 maart 1987 in vlammen opging (illustratie 1).
Er was geen weg terug en niets stond de bouw van het weinig aansprekend appartementencomplex meer in de weg. In die jaren organiseerde het Buurtcomité voor de inwoners van de sterk vergrijsde wijk een wekelijkse koffieochtend. Hieraan nam jarenlang een vaste groep ouderen deel, die men bijna elke keer weer terugzag. Voor hen was het een welkome mogelijkheid tot sociale contacten. Het Buurtcomité begon het volgende gevecht tegen de aantasting van de wijk, toen er in juli 1986 plannen op tafel kwamen om ook op de grond van Prins Hendriklaan 6 een zelfde appartementenblok neer te zetten als er tegenover op nr. l. Het werd zelfs een rel in de gemeenteraad die er in meerderheid niet voor was. Maar omdat er al in 1984 door een eerdere wethouder toezeggingen gedaan waren zou men er niet onder uit kunnen. Het buurtcomité vocht het bouwplan aan tot voor de Raad van State in Den Haag. Een van haar argumenten was dat door de situering op het terrein er waardevolle bomen gevaar zouden lopen. Daartegen betoogde de jurist van de Gemeente, dat het juist de bedoeling was om het te bouwen pand te laten schuilgaan achter de te handhaven bomen in de tuin.
2. Albrechtlaan gezien vanaf het station. Achter de fietster
|
Op formele gronden kon toen ons beroep niet gehonoreerd worden. Om voor de Raad van State als partij te kunnen optreden moest daarvoor het Buurtcomité de status van rechtspersoon hebben. Het werd in een stichting ondergebracht. In de zomer van 1990 ontstond zo de 'Stichting Buurtcomité Prins Hendrikpark te Bussum'. Tot verbijstering van het comité gaf de Gemeente, nadat het bouwplan eenmaal was goedgekeurd, op advies van de afdeling Groenvoorziening een kapvergunning af voor de monumentale rode beuk en de krimlinde. Het argument was dat deze bomen met hun wortelstelsel en kronen te dicht op het bouwwerk kwamen te staan en daarmee gevaar liepen van omvallen. Weer ging de stichting in Den Haag in beroep en werd ditmaal in het gelijk gesteld. Helaas was er inmiddels al zoveel tijd verstreken, dat de bedoelde bomen al gerooid waren. De Gemeente werd echter in het ongelijk gesteld en de waarde van de gesneuvelde bomen moest vergoed worden door de bouwaanvrager. In overleg met de Gemeente kwam het bedrag van f 108.000,-- in een bomenfonds, met de bepaling dat het in het Prins Hendrikpark aan nieuw te planten bomen zou worden besteed.
3. Het gelegenheidskoor op 21 november 1998. Aan de piano
|
Na deze overwinning werd het Buurtcomité door de Gemeente als volwassen gesprekspartner gezien. Dit bleek onder meer bij de herziening van het bestemmingsplan voor de wijk. Dat werd zodanig geformuleerd, dat het moeilijk wordt om voortaan van villa's kantoren te maken, of van twee aparte panden door samentrekken een grotere te maken. Ook zijn de tuinen meer beschermd en mogen niet zonder meer aan parkeergelegenheid opgeofferd worden. Naast dit grote werk bleven de kleine sociale activiteiten gewoon doorgaan. De buurtconcerten vonden regelmatig plaats met een frequentie van zes per jaar. Op 21 november 1998 werd op feestelijke wijze het 100e buurtconcert gehouden. Een gelegenheidsorkest van 40 man voerde onder leiding van Peter Santa de Variations Symphoniques van César Franck uit. Een gemeentekoor, waarin naast raadsleden ook burgemeester Holthuizen en wethouder Gouka meezongen, bracht de Ode aan Bussum uit 1917 ten gehore. Het was een heel bijzonder en geslaagd concert.
Evenals alle andere uitvoeringen werd ook dit concert in de Lutherse kerk gehouden. De laatste jaren is door een nieuwe instroom de wijk drastisch verjongd. Dat heeft het organiseren van kinderspelen op Koninginnedag met zich mee gebracht. Hiermee belast zich jaarlijks een aparte werkgroep. Naast de kinderspelen is er op Koninginnedag een buurtborrel. Een groot schilderij dat de kinderen schilderen wordt op z'n Amerikaans verkocht, een welkome aanvulling in de kas van het Buurtcomité. Ook is er jaarlijks een Nieuwjaarsborrel in het zaaltje naast de Lutherse kerk. Om de twee jaar wordt in de zomer een buurt barbecue georganiseerd, op het plein vóór de kerk. Een van de jongste activiteiten is het centraal inzamelen van oud papier op elke 3e woensdag van de maand. De opbrengst hiervan komt ten goede aan de St. Jozefharmonie, die op Koninginnedag een openluchtconcert geeft. Op initiatief van het Buurtcomité ging in het Prins Hendrikpark in 1996 de eerste buurtpreventie vereniging in Bussum van start om aan de woonveiligheid in de wijk extra aandacht te schenken.
2. De Buurt Preventie Vereniging 'Brave Hendrik'
Martin Heyne (secretaris)
Midden jaren negentig begonnen op allerlei plaatsen in ons land burgers gezamenlijk maatregelen te treffen tegen verschillende vormen van overlast in hun woonomgeving. Met name in villawijken, die regelmatig doelwit waren van inbrekers en insluipers, gingen bewoners samenwerken om dit te bestrijden. Her en der richtte men Buurt Preventie Verenigingen op. Soms betrof het een paar straten, maar vaak ging het om een grotere wijk met meer dan 100 woningen. De resultaten waren positief.
Toen onze gemeente in het najaar van 1995 zoiets voor Bussum ging promoten, haakte het Buurtcomité Prins Hendrikpark dadelijk hierop in. Het voornaamste probleem in deze wijk werd veroorzaakt door de horeca rond het station met de vele bezoekers. Deze bezorgden de omwonenden veel lawaai, vervuiling van straat en tuinen en ongewenste activiteiten. Al meer dan 20 jaar werd hiertegen bij de Gemeente geprotesteerd door bewoners van de Gen. de la Reijlaan, echter zonder merkbaar resultaat.
Uit praktische overwegingen lag het dan ook voor de hand dat bij het afbakenen van het werkgebied ook de 'overkant' van de Gen. de la Reijlaan met de Kromme Englaan, en ook het eerste deel van de Brinklaan hierbij betrokken zouden worden. De totale omvang kwam daarmee op 350 woningen. Het eerste bestuur werd gevormd door D.W. Soeteman, voorzitter, dr. W.J. van Doorenmaalen, penningmeester, G. van Kuyk, ledensecretariaat en M.J.M. Heyne, secretaris en tevens schakel met het Buurtcomité.
Met een knipoog naar de naam van de wijk werd de naam "Brave Hendrik" gekozen voor deze eersteling onder de BPV's in Bussum, die in februari 1996 van start ging. De wijk was verdeeld in 20 clusters van elk 17 à 18 adressen. Iedere cluster kreeg een laancoördinator.
Om de overlast in beeld te krijgen en te kwantificeren kwam er een systeem van overlastmeldingsformulieren, die centraal verzameld en per computer opgeslagen en verwerkt werden op soort van overlast. Maandelijks gingen de verzamelde gegevens naar de politie en de Gemeente. De eerste drie jaar waren nodig om een goede verstandhouding met Gemeente en regiopolitie op te bouwen. Hieronder viel ook een maandelijks overleg met de politie over de horecasituatie en de gemelde overlast. Er was al wel een convenant gesloten tussen de Gemeente, de politie en de horecaondernemers, dat leidde tot een aantal voorzieningen die de uitbaters in hun établissement aanbrachten, zoals isolatie en beperking van het geluidsniveau. Maar de omwonenden kwamen in dat convenant niet ter sprake, evenmin als de bezoekers die na sluitingstijd de wijk op stelten zetten.
De situatie verergerde, toen in september 1998 op de Lamb. Hortensiuslaan caféldisco 'Chris Saloon' open ging, die honderden jongeren tot ver uit de omtrek aantrok. De overlast nam direct enorm toe, wat was af te lezen uit de binnenstromende meldingen. Er dreigde een onhoudbare toestand te zullen ontstaan, toen in de zomer van 1999 de plannen bekend werden, om aan de Gen. de la Reijlaan een grote disco voor 1500 bezoekers per weekend in te richten, in de kelder en begane grond van de eind 1995 gesloten disco 'Forty Five' (illustratie 4). Bovendien zou de er tegenover gelegen "Gallery's" (illustratie 5 pag. 45), die in 1995 door brand verwoest was, herbouwd worden met een nachtclub bestemming. Dat werd echt te gek!
"Brave Hendrik" zette een protestactie op touw onder de omwonenden. Dat leverde 575 bezwaarschriften op en ruim 200 bezoekers op de hoorzitting hierover in het gemeentehuis. De protesten kwamen niet alleen uit onze wijk, maar ook uit het Spiegel en van de Vlietlaan en Nieuwe Englaan. Daarbij werd een jurist ingeschakeld om de Gemeente maximaal van het heilloze van het verlenen van de gewraakte vergunningen te overtuigen.
Na een half jaar 'bedenktijd' gaf de burgemeester in maart 2000 zijn beslissing: het was hem gebleken dat het massale protest de eigenaar van de panden had doen inzien, dat er geen geschikt klimaat was om de horeca uit te breiden. Daarom was hij met de Gemeente overeengekomen om zijn panden aan de horeca te onttrekken en naar andere bestemmingen te zoeken, in ruil voor een vergunning om een amusement/speelhal aan de overkant van het spoor te mogen opzetten onder vooraf vastgestelde condities. Onder de te sluiten horecapanden behoorde tot onze grote verrassing ook 'Chris Saloon' dat door de Gemeente Bussum werd aangekocht. Hiermee konden we zeker instemmen. Het jarenlang ageren van de buurt, dat door de BPV in een gerichte actie was uitgemond had een uitstekend resultaat voor de wijk opgeleverd.
Maar Brave Hendrik rust niet op zijn lauweren. Er zijn andere en nieuwe dreigingen voor de veiligheid in de wijk. Hierbij denken we aan insluipers die per trein komen en gaan, een aantal gevaarlijke verkeerssituaties en de veiligheid in en om het station. De BPV van het Prins Hendrikpark heeft in de afgelopen jaren zijn bestaansrecht bewezen en is inmiddels niet meer de enige BPV in Bussum. Met een ledenbestand van 60% van alle huishoudens en bedrijven in de wijk en een actief en daadkrachtig bestuur werkt het aan een leefbaar Prins Hendrikpark, waar het goed wonen is en blijft.
3. Winkels in het Prins Hendrikpark
Martin Heyne
In de directe omgeving van het Prins Hendrikpark waren de winkels op het Stationsplein en de Generaal de la Reijlaan voor de wijk zeker niet onbelangrijk. Deze winkels kwamen er toen de wijk al vrijwel geheel bebouwd was.
De eerste kwamen op de Generaal de la Reijlaan. De voortuin van Hotel-pension Kotemiep, dat niet meer als zodanig in gebruik was, werd in 1924 bebouwd met drie winkelpanden. Rechts daarvan was toen nog een open terrein, dat in 1933 volgebouwd is met nr. 20A en Albrechtlaan 1. Op 20A had M.N. Sluyter een fietsenwinkel. Na hem kwam 'Sporthuis Bussum' er in. Nu zit er al enige jaren het Indische afhaalcentrum 'Toko Bandung' in.
Nr. 24 was jarenlang een rund-, kalfs- en varkensslagerij, waarna het een HUBO-winkel werd. Toen brak de horecaperiode aan: er kwam een drankwinkeltslijterij in, waar je zelf kon tappen. Nadat die rage was afgelopen werd het omgebouwd tot discotheek 't Fust, die later De Gallery's (zie ill. 5 ) ging heten. Een forse brand verwoestte het pand in 1995, waarvan de gevel nog enkele jaren bleef staan, tot er in 1999 een nieuw pand verrees, dat nog altijd beneden leeg staat.
|
C. Wemsen begon in 1931 een Emaille B.K.-, borstelwerk-, glas-, porcelein- en aardewerkwinkel op nr. 26. Ook dat pand kreeg een horecabestemming en na een aantal overnames werd het 'De Generaal', en nu 'Macx' .
Ook op nr. 28 was vroeger een slagerij gevestigd. Eerst was dat H. Cremer en na hem J. v.d. Brandt. Nadat deze laatste gestopt was, werd het Snackbar Dick's-Comer. Nu zit cafetaria 'De Generaal' er (niet te verwarren met het eerdere dranklokaal De Generaal op nr. 26!).
7. Gen. De la Reijlaan met modelslagerij Brandt (op nr. 28),
|
Aansluitend op de Stationsweg werden in 1931 aan de zuidzijde van het Stationsplein winkelwoonhuizen gezet. Het ontwerp was van de Amsterdamse architect J. Zietsma.
Op de hoek, Stationsweg 42, zat kruidenier K. Vervat. Na hem is dit hoekpand het domein geweest van damesmodehuis 'Narda'.
8. Stationsplein 8, 6 en 4. Links (nr. 8) de dichtgespijkerde panden van het
|
Al van ruim voor de oorlog zat banketbakker Klasema & Zn. op nr. 2 met een drukke zaak. Na hem betrokken Van Daalen Assurantiën het pand
9. Advertentie Klasema, Handelsadresboek voor Bussum en
|
Naast Klasema zat op nr. 4 bloemenwinkel 'Viola' van S. Moester (ill. 8 uiterst rechts). Deze winkel genoot veel klandizie van treinreizigers.
Sinds 1980 is er Drukkerij Meij B.V. gevestigd, nadat er gedurende twee jaar eerst nog een uitgeverij in gezeten had.
10. Advertentie uit Handelsadresboek voor Bussum en Hilversum. |
Direct in 1931 werd op nr. 6 door Verburgt & Zn. een comestibleszaak begonnen. In 1941 zat er inmiddels de kunsthandel 'Makon' van Joh. F. Moser. Wegens Duitse sympathieën werd diens zaak in 1945 dichtgetimmerd en gesloten, zie illustratie 8.
De volgende gebruiker was Hoying met een galanteriewinkel. Thans vinden we hier de snackbar "Wil"
Nr. 8 was al voor de oorlog sigarenmagazijn "Madjoe", tevens postagentschap (ill. 8). Ook die eigenaar moest er in 1945 uit. Het pand behield zijn bestemming, met als nieuwe eigenaar E. Groot. Na diens overlijden werd de winkel gesloten. We vinden er nu "Ambiance Bloemsierkunst VOF" .
Op de hoek met de Albrechtlaan op nr. 10 had makelaar Nienaber jarenlang zijn kantoor, tot hij in 1991 naar de overzijde van de Albrechtlaan verhuisde. Er zit nu het advocatenkantoor Hamer en Smit.
11. De noordzijde van het stationsplein, in het midden op nr. 3
|
De noordzijde van het Stationsplein was twee jaar later, in 1933, aan de beurt voor bebouwing. Hier zette men drie winkel-woonhuizen van dezelfde architect.
Nr. 1 was de melkhandel van G. v.d. Bosch en zijn zoon, die in de jaren '70 en '80 met een winkelwagen de wijken in trokken. Na hen werd het pand betrokken door reisbureau Gerkens voor met name zakenreizen.
Op nr. 3 zat de kapperszaak van Haven. Gedurende een aantal jaren heeft hij zijn handwerk nog in de stationshal uitgeoefend, in het hoekje naast de ingang. Het makelaarskantoor van De Jong, Strankinga, Ronk is sinds de jaren zeventig gebruiker van nr. 3.
Op de hoek met de Albrechtlaan op nr. 5 zat de groentewinkel van P. Pieterse. Deze winkel is na de oorlog bij het garagebedrijf van Pellens getrokken, dat zich om de hoek in de vroegere fietsenstalling had gevestigd. Nu is het showroom van Autobedrijf Marant BV.
Ik ben mij er van bewust, dat dit hoofdstukje een wat droge opsomming van de middenstand is geworden. Joke van den Bosch en Coby de Jong stuitten in hun studie naar het sociale gezicht van het Prins Hendrikpark op nog enkele speciale neringdoenden. Ik maak er graag gebruik van.
De adresboeken laten in de loop der tijden zien, dat de bewoners van het Prins Hendrikpark veelal tot de gegoede middenstand behoorden (en behoren). Namen- en beroepenlijsten geven in de loop der tijden een bonte verzameling van beroepen, die van 1915 bijvoorbeeld architecten, bouwkundigen en een boekhandelaar naast broodbakkers en kostuumnaaisters (ill. 13. Documentatie HKBussum). Ook adresboeken van 1920 en 1941 geven een dergelijk beeld te zien: een cargadoor, kooplieden, een stuurman van de koopvaardij, een stoombootagent, maar ook weduwen!
Opvallend gegeven is met name de dubbele of driedubbele bewoning: een woning delen m.a.w. kamerverhuur was een gewoon verschijnsel, niet alleen voor de tweede wereldoorlog, ook decennia erna vanwege de grote woningnood. Overigens, grote huizen nodigden daar als het ware toe uit. Het is dan ook niet zo verwonderlijk, dat er ook in het Prins Hendrikpark diverse pensions, rusthuizen en verpleeghuizen waren. Bekende voorbeelden in Bussum waren Pension Linn aan de Parklaan. Hier woonde Willem Kloos oktober 1896-oktober 1899. Zijn aanstaande vrouw Jeanne Reyneke-van Stuwe logeerde in die jaren regelmatig in Villa Helma van Jo van Gogh-Bonger, de weduwe van Theo van Gogh, aan de Koningslaan, "voor 2 gulden per dag" [Marcus van der Heide, Bussum door schrijversogen, p. 39/40].
Na WO II ging de wetgeving op de bejaardenzorg hogere eisen aan dergelijke inrichtingen stellen. Op 2 oktober 1956 werd ook door b. en w. van Bussum een nota betreffende de zorg voor bejaarden uitgebracht, aanzet tot de stichting van grote bejaardentehuizen. Maar pensions waren er in die tijd nog volop. De Zakentelefoongids 1959 geeft er in het Prins Hendrikpark vier, op Rostocklaan 5, Schwerinlaan 7 en aan de Albrechtlaan twee, op nr. 34 Zr. L.A. Hertogs en op nr. 5 Pension-Rusthuis Gelre. Ze bleven tot ver in de jaren zeventig bestaan, twee van de adressen van 1959 bestaan dan nog:
Eben Haëser, Mecklenburglaan 14 (telefoonboek van 1961 en adresboek van 1971),
Campagnola, Mecklenburglaan 2 (boekjes 1969 en 1971; heeft bestaan tot 1995!),
Gelre, Albrechtlaan 5 (boekje van 1971),
Fatima, Rostocklaan 5 (boekje van 1971).
Op de Gen. de la Reijlaan 10 zat Anna Marie en op de Albrechtlaan 12 Xenia.
Als tweede item noemen Coby en Joke de aanwezigheid van de vele rijwielstallingbedrijven in de buurt van het station. Fiets en trein (Bussum was sedert de opening van de Oosterspoor in 1874 een geliefde forensenplaats geworden) waren vóór de tweede wereldoorlog het gebruikelijke vervoersmiddel. Na de oorlog steeg het aantal fietsen enorm, in een tijd dat de auto nog niet voor iedereen weggelegd was. Men was zuinig op zijn karretje en wilde het graag stallen. Vandaar een explosieve groei van het aantal stallingen rond het station. In de jaren vijftig was er een capa-citeit voor zo'n 4500 fietsen!
De twee grootste, goed voor een 1000 fietsen, waren Bos aan de Stationsweg 36 en de kelder van AR0 Gen. de la Reijlaan 45. Tegenover Bos was in de zuidvleugel van het station de stalling van Streefkerk, waarin over 2 lagen verdeeld zo'n 600 fietsen konden staan. Op de Albrechtlaan 9A (later de Opelgarage van Pellens) kwam een speciaal gebouwde stalling met plaats voor ca. 750 fietsen. Kleinere stallingen voor 100 fietsen waren die van Spaan Stationsweg 12 (op de plaats waar nu het Indisch restaurant is) en op nummer 22, thans stomerij Actief.
Aan de overkant van het spoor waren ook bergingen. Op de Nw 's-Gravelandseweg 1B (waar nu Smugglers zit) was ruimte voor 600 fietsen en op de Parallelweg, de latere Slochterenlaan 1, konden bij Unica tenslotte nog eens 300 fietsen gestald worden. De stationsstalling aan de noordzijde van het station kwam pas later, toen een aantal van de genoemde stallingen al verdwenen waren.
Specifiek karakter
Dat het specifieke karakter van de wijk ook het gemeentebestuur ter harte gaat blijkt uit het document dat zij in 1982 opstelden, een eerste stap op weg naar een bestemmingsplan. Daarin staat o.a. dat winkelgebieden in het Prins Hendrikpark moeten worden tegengegaan en dat er ten aanzien van horecavestigingen een sanerend beleid gevoerd dient te worden. Om tot een slotopmerking te komen, de winkels zijn de laatste twintig jaar langs natuurlijke weg weggesaneerd, en de horeca is na eerst onrustbarend gegroeid te zijn tot normale proporties teruggebracht. Een aantal panden in de wijk, aan de Albrechtlaan, Prins Hendriklaan en Stargardlaan, heeft weliswaar de bestemming van kantoor (i.p.v. wonen), maar dat is van alle tijden. Het adresboekje van 193 1vermeldt Visser & Buwalda's Woningbureau met "gratis inlichtingen betreffende alle te koop en te huur zijnde villa's en landhuizen in Bussum en omgeving". In de jaren zestig zat het Algemeen Ziekenfonds voor Bussum op de Prins Hendriklaan 3, om een paar voorbeelden te geven. Het belangrijkste sociale gegeven is, dat het Prins Hendrikpark na de vergrijzing van de tachtiger jaren de laatste decennia weer tal van gezinnen met jonge kinderen heeft gekregen.
4. Herinneringen aan het Prins Hendrikkwartier
M.A. Stadermann (1937-2001)
Toen ik na de oorlog in 1946 met mijn ouders uit Indië kwam, hadden wij het geluk te kunnen intrekken bij mijn grootvader, J.A. Meevers, die sinds 1924 op Wladimirlaan 13 woonde en daar in 1955 zou overlijden. In de tijd, dat ik daar woonde, respectievelijk bij mijn grootvader kwam, ving ik vooroorlogse verhalen op, waarvan mij er enige zijn bijgebleven.
Zo woonde naast mijn grootvader op no. 15 de hoofdapostel Van Oostbree van de Apostolische Kerk aan de Frederik van Eedenweg. Op bijzondere dagen stond hij op zijn balkon, om minzaam zwaaiend de hulde van de in de Wladimirlaan voorbijtrekkende stoet van geloofsgenoten in ontvangst te nemen. In de vooroorlogse jaren woonde ergens in de buurt mevrouw Mispelblom Beyer, een fors gebouwde dame, die 's zomers vaak gehuld in roze, wijdvallende jurken al zingend door de straten liep. Grappenderwijs refereerde men aan haar als "het zingende speldenkussen in een wolk van roze."
14. Wladimirlaan 11-13. Nr 13 was in april 2002 te koop,
|
Vlak voor de crisisjaren is ene heer Juch op de hoek van de Prins Hendriklaan en de Stargardlaan begonnen met de bouw van een villa. Door financiële omstandigheden moest de bouw worden gestaakt. Een stenen skelet bleef er jaren staan, een ideaal speelterrein voor kinderen, die er hun fantasie over paleizen en kastelen konden botvieren. In de volksmond werd dit "het fort van Juch" genoemd. Later vestigde zich hier de Incassobank/Amsterdamse Bank. Het pleintje ervoor was voor kinderen de plaats bij uitstek om te voetballen, tennissen, hinkelen en andere straatspelletjes te spelen. In die tijd gelukkig niet gehinderd door het spaarzame verkeer.
Het statige huis op de hoek van de Stargardlaan en de Wladimirlaan werd voor de oorlog bewoond door de familie Esser. Toen hun dochter trouwde met de voor veel Bussummers bekende rijexaminator Jan Prins mochten mijn moeder en haar zusje vooraf gauw in de prachtige hal van dit huis de bruid even komen bekijken. Later zou hier de familie Duys (van Willem) hebben gewoond. Na de oorlog vestigde zich hier notaris Bakker.
Voor de oorlog was het heel gewoon, dat iemand uit je familie of directe omgeving naar Indië vertrok. Mijn grootvader had een smeedijzeren hek met gemene punten erop. Hij dreigde, dat hij iedere man, die één van zijn dochters mee naar Indië zou nemen, op de punten van zijn hek zou zetten. Helaas was het lot hem slechtgezind. Beide dochters trouwden in Soerabaia in 1936 en 1937. Voordat zij op de boot stapte is mijn moeder in Bussum met de handschoen ondertrouwd, in die tijd vrij normaal, en hadden de ouders toch een klein feestje.
In 1946 was er nog veel voedsel op de bon, zo ook het voor mij zo belangrijke artikel snoep. De bonnen werden zorgvuldig opgespaard en van tijd tot tijd met het zakgeld (een dubbeltje per week!) of een gedeelte daarvan, verzilverd. Dit gebeurde doorgaans in één van de winkels op het Stationsplein of de Stationsstraat. Omdat mijn grootvader veel rookte, werd ik er ook op uitgestuurd om sigaretten (Blue Ribbon) te kopen. De prijs zal toen enige dubbeltjes zijn geweest. Ook voor andere boodschappen werd ik die richting opgestuurd. Na de Japanse bezetting was ik met mijn negen jaar nog zo groen als gras en werd ik door grootvader en ooms vaak geplaagd. Zo zond men mij een keer naar het Stationsplein om er "poelepetaten" te kopen! Dat is me helaas niet gelukt! Veel winkeliers zullen er achteraf wel pret om hebben gehad.
Door al deze tochten langs de winkels heb ik de hele rij nog redelijk in mijn geheugen zitten. Ik ga er van uit, dat ook andere bewoners er hun inkopen deden. Wellicht is het leuk om - letterlijk en figuurlijk - alles nog eens op een rijtje te zetten. Ik praat dan wel over de jaren rond 1946. Mochten er in deze opsomming hiaten zitten, dan is dat beslist geen opzet mijnerzijds.
15. Advertentie Viola uit het Adresboek van 1954. |
Beginnend op de hoek Albrechtlaan/Stationsplein was er het makelaarskantoor van Nienaber/de sigarenwinkel "Madjoe" met het hulppostkantoor. Daarnaast de winkel voor huishoudelijke artikelen Hoying met juffrouw de Boer als filiaalleidster. We gaan door langs de bloemenwinkel Viola (illustratie 15) en banketbakker Klasema tot op de hoek kruidenier Vervat, de heer Vervat altijd keurig in een driedelig pak. Dit was voor mij natuurlijk de winkel waar veel snoepbonnen werden omgezet.
Om de hoek, in de Stationsstraat wederom een bloemenwinkel, Jonas, later Lenteweelde. Daarnaast met een uitbouw een parfumerie. Vervolgens Bos, de fietsenwinkel/hersteller en de stalling. We lopen door langs de groenteman Dekker, een dames- en herenkapper en komen dan bij Subliem, ook weer een sigarenwinkel, maar meer voor het betere werk en natuurlijk met het kleine eeuwige vlammetje. Dan komen we bij Hotel Gooiland. Daar bevond zich lang voor de oorlog een soort cafeteria met een tuintje ervoor, waar vermoeide treinreizigers zich konden laven aan een kopje koffie en een broodje of iets dergelijks. Later werd dit de lunchroom Gooiland. Dan kwam een banketbakker en Jacobs meubel- en stoffeerbedrijf. Vervolgens weer een sigarenwinkel, Essink vleeswaren, en tenslotte apotheek Koning en Mooy.
16. Ansicht 1941 Stationsweg met rechts de zaak van Bongersma (met het
|
Daarnaast op de hoek kwam dan de sigarenwinkel Bongertman (er werd wat afgerookt in die tijd!), aan de Gen. de la Reijlaan geflankeerd door één van de beste slagers van Bussum, Cremer. Hier zwaaide mevrouw Cremer, keurig in een witte jas en met een van welvarend blozend gezicht de scepter. Eén probleem: Cremer was Katholiek, en als niet-katholiek kocht je daar natuurlijk niet. Mijn moeder had daar geen probleem mee, maar heeft het lang voor haar vader verborgen weten te houden.
17. Advertentie Adresboek 1954. "Arevo" van
|
De hierna komende winkels en bedrijven staan me niet meer zo goed voor de geest. Op de de hoek van de Albrechtlaan en de Generaal de la Reijlaan had Titia Bruin haar bibliotheek. Daartegenover zat de ARO, evenals Bos gespecialiseerd in fietsen en stalling en de Bussumse vestiging van de Rotterdamse Bank. De "ARO"-rijwielonderneming van Bruining zat op nummer 45 en op 45-47 was A.R.E.V.O. Bussum gevestigd (illustratie 17).
|
Omdat ik het rondje Stationsplein nog niet afheb, ga ik daar weer naar terug. In het station de kapper, een dépendance van de kapper Haven, waar mijn grootvader zich liet knippen. Hij was erg op hem gesteld. Zij konden het goed met elkaar vinden. Ook ik heb veel bij hem in de stoel gezeten.
Waar nu de rijwielstalling van het station is, was tot 1947 het vertrekpunt van de Gooische Moordenaar. Een waar feest als je daarin eens een keer mocht meerijden richting Huizen. Op het hoekje melkwinkel Bos, een gangetje naar een garagebedrijf, dan de kapsalon van Haven en vervolgens op de hoek groenteman Pieters.
Naschrift
De heer Stademan, opsteller van dit voor de oudere lezer brokje nostalgie, is helaas kort na het inzenden van de kopij overleden. Zijn herinneringen nodigen uit tot verdere bestudering en precisering. Uw reacties zijn welkom [vdH].