Contactblad Historische Kring Bussum 18/2 (augustus 2002) pag. 5-13
Vrije Evangelische Gemeente Bussum 75 jaar
Marcus van der Heide
Klik hier voor dit artikel in pdf-formaat.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Begin 2001 redigeerde ik het in mei van dat jaar te verschijnen Kerkenpad door Bussum. Het boek schetst 175 jaar kerkelijke ontwikkeling in Bussum, toegespitst op het SOW [Samen op Weg]-proces van de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk. Slechts terloops komen de andere kerkgenootschappen aan bod. Zo ook de Vrije Evangelische Gemeente [VEG]. Op 26 en 27 januari 2002 vierde deze Gemeente dat zij 75 jaar geleden, op zondag 23 januari 1927, officieel geïnstitueerd werd. De jubileumviering was des te feestelijker, omdat deze kon plaatsvinden in het in oktober 2001 geopende nieuwe zalencomplex, dat achter aan de kerk bijgebouwd is. Er verscheen een jubileumboekje van 70 pagina’s met de ontstaansgeschiedenis, het overzicht der predikanten en een aantal interviews met gemeenteleden. Het boekje besluit met de kerkelijke gegevens van 1 januari 2002. Voor de gegevens over de predikanten heb ik uiteraard dankbaar gebruik gemaakt van het jubileumboekje.
Bond 1881
Ook de Vrije Evangelische Gemeenten zijn in zekere mate voortgekomen uit het Reveil en de Afscheiding (1834). Plaatselijke gemeenten sloten zich in 1881 aaneen tot de Bond van Vrije Christelijke Gemeenten. Na WO II werd besloten deze naam te veranderen in Bond van Vrije Evangelische Gemeenten.
Het bindend geschrift is de Bijbel, de gemeenten zijn autonoom. De ledenvergadering van de plaatselijke gemeente is de hoogste instantie die bindende uitspraken kan doen (er is dus geen Synode als beslissende macht). De evangelische gemeente is een geloofsgemeenschap, waarin een warm gemeentelijk leven centraal staat. Verder is de VEG oecumenisch ingesteld: reikt “de ongeveinsde broederhand aan allen die mede in Christus geloven, van welke richting zij ook mogen zijn” [beginselverklaring van de Bond].
Het begin
Zo’n twintig gemeenten gingen Bussum voor met de institutie van een plaatselijke gemeente. De initiatieven in Bussum gingen uit van broeder Deelman en de familie Middelburg Bolt, beide afkomstig uit Amsterdam, en lid van de Vrije Evangelische Gemeente daar, de Weteringkerk. Deelman woonde sedert 1913 in Bussum en kerkte wisselend bij Hervormden, Lutheranen, (Christelijk) Gereformeerden en Ethisch Hervormden. Waarom zou er ook in Bussum niet een evangelische gemeente kunnen komen?
De eerste samenkomst was in 1919 in het huis van de fam. Middelburg Bolt aan de Veerstraat 21. Vooral mevrouw Middelburg Bolt was een geweldige stuwkracht, vrienden en bekenden werden genodigd en er op attent gemaakt dat deze of gene spreker in de “samenkomst het Woord zou brengen.
Anderen in kennis brengen met de Heilsboodschap was immers het doel”, aldus Deelman in de feestrede die hij hield toen de gemeente het 121/2 jarig jubileum vierde. Hij heeft de gemeente gedurende vijfentwintig jaren als ouderling gediend. Eens in de maand werd een spreker genodigd en de samenkomst vond dan plaats in de Lutherse Kerk. Het bezoek liep soms op tot 70 mensen. In 1921 hield men een kerstfeest voor dertien kinderen en aan vijf arme gezinnen werd een mud cokes en honderd turven uitgereikt.
Vanaf 1923 betrok men een vergaderlokaal aan de Parallelweg en daarna was er een gebouw aan de Herenstraat 49. In september kwam de Kring in contact met Ds. Joh. J. van Petegem, de voorganger van de VEG in Hilversum. Deze verklaarde zich bereid om de Bussumse kring verder te begeleiden, wat resulteerde in een eigen reglement. In 1925 kwam er de Kring tot stichting van een Vrije Evangelische Gemeente en op 18 november 1926 besloten de achttien leden van de kring om over te gaan tot het stichten van een eigen gemeente. De officiële instituering volgde in de morgendienst van 23 januari 1927. Ds. Van Petegem preekte over Mattheus 5, vs.14: ‘Gij zijt het licht der wereld. Een stad die op een berg ligt kan niet verborgen blijven’. De leden van de kring werden bevestigd tot leden van de gemeente. In de avonddienst werd de eerste kerkenraad in het ambt bevestigd, de broeders Deelman en Geluk als ouderling en de broeders Warning en Soepboer als diaken.
Ds. C.J. Hoekendijk (1873 Kralingen -
|
Beginjaren
Voor de realisatie van een eigen kerkgebouw werd een bouwfonds gevormd, maar een eigen predikant kon eigenlijk niet wachten. Medio juni 1927 werd al een beroep uitgebracht op Ds. C.J. Hoekendijk van Rotterdam. Hij bedankte echter, zo ook Ds. Veldkamp uit Oude Pekela. Het kerkprobleem werd eind 1927 opgelost, toen Korte Singel 15 voor de zondagen en de vrijdagavonden gehuurd werd. In deze beginjaren bleef Ds. Van Petegem consulent. In 1928 waren er vijf catechisanten, de dienst werd op zondag door gemiddeld vijftig bezoekers bijgewoond en de zondagsschool had 25 kinderen. Er was dat jaar ook al een zendingscommissie. Een VEGemeente is immers allereerst zendingsgemeente.
De eerste predikant
In 1929 werd wederom een beroep op Ds. Hoekendijk uitgebracht en groot was de blijdschap, toen hij het beroep ditmaal aannam. Op 2 februari 1930 deed hij intree in Concordia. Hoekendijk (geb. 1873 te Kralingen) werd op 11 mei 1899 in Rotterdam als predikant ingezegend en arbeidde tot 1925 hoofdzakelijk in Nederlands-Indië. Daarna werd hij predikant van de VEG in Rotterdam. Hij was een vurig aanhanger van de Maranatha-beweging van Johannes de Heer. Deze beweging wekte als voorbereiding tot de komst van Christus [Maranatha =Aramees ‘Kom, o Heer’] op tot bekering en heiliging. Johan de Heer was op de landelijke evangeliserende bijeenkomsten een geziene spreker, zo ook in Bussum, waar jaarlijks driedaagse conferenties gehouden werden. Zijn methodistische zangbundel, kortweg Johan de Heer, was een begrip. Vandaag de dag wordt er nog altijd uit gezongen in de Vrije Evangelische kerkdiensten. Overigens verzuchtte Hoekendijk een half jaar na zijn komst in de ledenvergadering, “weinig te hebben gemerkt van enig vuur of van ook maar iets van medewerking om als gemeente vooruit te komen. Velen leefden slechts voort, terend op wat ze vroeger wel eens hadden ervaren”. Ook was het bezoek aan bidstonden teleurstellend en als hij op een zondag niet voorging, dan was de opkomst ineens veel geringer. Hij voerde in, dat de kerkenraad na de dienst niet direct meer naar de kerkenraadkamer ging, maar in de kerkzaal bleef “om gelegenheid tot gesprek te bieden aan hen die daaraan behoefte mochten hebben” (de buiten-kerkelijken die via het persbericht op de samenkomsten afkwamen).
Eigen kerkgebouw
Als voorwaarde om te komen had Hoekendijk gesteld, dat er na zijn intree die in (het zelfs landelijk bekende) Concordia plaatsvond voortaan daar gekerkt werd. De tuinzaal werd op den duur te klein voor de drukbezochte bijeenkomsten, maar was bovendien na de brand van 27 april 1930 ook niet meer beschikbaar. De Spieghelkerk was een goede vervanger, maar Hoekendijk ijverde voor een eigen kerkgebouw. Het zou het vijfde kerkgebouw worden dat hij bouwde, zo vermeldde de krant expressief bij het verslag n.a.v. de opening van het gebouw in november 1931.
Het nieuwe net opgeleverde kerkgebouw aan de Veldweg,
|
Hij benaderde persoonlijk burgemeester De Bordes, die zowel bij de institueringsdienst van de VEG in 1927 als zijn intreedienst in Concordia aanwezig was geweest. De keuze viel op een terrein aan de Veldweg, dat eigenlijk voor een nieuw postkantoor bestemd was. Toen deze laatste nieuwbouw niet doorging, kon de grond gemakkelijk (toch nog f 2000,-!) verkregen worden. Gemeentearchitect E. van Tuil, regelmatig bezoeker van de Maranatha-voordrachten, zorgde voor de tekeningen, die vlot door de schoonheidscommissie werden goedgekeurd. De uitvoering werd gegund aan de laagste inschrijver, Fa. Lingbeek uit Naarden. Reeds op 16 november 1931 werd het kerkgebouw goed voor 350 -400 bezoekers officieel in gebruik genomen. Kosten f 23.000,-De allernieuwste Jaarsma-gaskachels waren een primeur voor Bussum. De preekstoel stond op zes kogelrollen en kon zo gemakkelijk verplaatst worden.
Verdere ontwikkelingen gingen daarna snel, zo kwamen er in 1933 een zangvereniging en een jongelingsvereniging Gideon van de grond. In de nu volgende jaren groeide de gemeente tot ongeveer 125 leden. Mei 1939 vierde Hoekendijk zijn 40-jarig ambtsjubileum en werd benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. In 1942 ging hij met emeritaat. Hij bleef echter evangelisatiewerk doen, en enkele avonden in de week spreken. Hij was een bekende Nederlander, de geschriften van zijn hand waren vele (vooral lectuurfonds in Nederland en Indië) en jarenlang verscheen zijn blad De Levensgids.Als voorbeeld van zijn positieve geest geef ik hier een gedeelte uit het voorwoord van een op het ziekbed geschreven dichtbundeltje vanAnnie Brinks (uit Baarn, gedateerd februari 1932, 3e druk) : “De taal is eenvoudig, de dichtmaat sober, de beelden klaar, doch het hart dat er uit klopt is warm -heel warm en daarom zullen zij in staat zijn om ook andere harten te verwarmen”.
Ds. I.J. Vasseur (1942-1947)
Zijn opvolger werd op 5 juli 1942 Ds. Vasseur. Zijn aandeel in de oorlogse interkerkelijke bidstonden, die door honderden bezocht werden, was groot. Ze waren de basis voor veel interkerkelijk contact na de oorlog. Na de oorlog liep het bijwonen van de avonddiensten enorm terug, een actueel item anno 2002. Vasseurs boodschap was duidelijk: “Ik ben er wel (in mijn beroepsbrief staat ‘tweemaal preken op zondag’), maar u bent er niet! We moeten niet alleen werken aan de uitbouw van de gemeente, maar vooral ook aan innerlijke verdieping”. In 1947 vertrok hij als veldprediker naar Nederlands-Indië. Na zijn emeritaat keerde hij terug naar Bussum en vond hier zijn laatste rustplaats.
Aangename rust
De zeven jaren van zijn opvolger Ds. Jac. Lissenberg (Utrecht 1894) waren jaren “van vrede en aangename rust” (om met de psalmist te spreken). Ds. Lissenberg en zeker ook zijn vrouw leefden dicht bij de gemeente. Zo vierde de predikant zijn verjaardag veelal samen met de gemeente en mevrouw Lissenberg nam het initiatief tot het oprichten van de vrouwenvereniging. Hoogtepunt was de viering van het 25-jarig jubileum in januari 1952. Tot de sprekers behoorden de consulent van het eerste uur, Ds. Van Petegem, en ook Vasseur, die teruggekeerd uit Indië in Kampen stond. De drie kerkenraadsleden, broeders Deelman, Soepboer en Warning, die zich 25 jaar dienstbaar aan de gemeente gemaakt hadden, werden gehuldigd. Bijzonder te noemen is ook het feit, dat Ds. Lissenberg bewust zijn afscheid van de gemeente ‘vierde’op zijn verjaardag, 28 december 1954. De afscheidspreek was op zondag 2 januari 1955. Lissenberg was sedert 1948 ook rector van de Theologische School van de Bond in Utrecht.
Consternatie
De predikant na hem kwam van het zendingsveld Samosir (Sumatra) en stond maar drie jaar in Bussum. Ds. J. Ytsma was van oorsprong van gereformeerde huize en legde “de nadruk op groei, niet in de eerste plaats in omvang, maar vooral in diepte. Echter, vele leden waren nog niet toe aan de vaste spijze, heen en weer geslingerd door van alles”, aldus de predikant in een ledenvergadering een maand na zijn komst. Zijn standpunt werd duidelijk in de notulen van een jaar later. N.a.v. de massale bijeenkomst in verband met het 75-jarig bestaan van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland vroeg hij zich af: “Is de uiterlijke groei ook gepaard gegaan met innerlijke rijping? Daar moeten we ons op bezinnen […]. Hebben wij wel vastgehouden aan onze belijdenis? Studie is noodzakelijk en wij moeten meer bijbelkennis hebben”. Terug uit Indië miste hij, ook in Bussum, het behoudende en het richtinggevende element in de Vrije Evangelische kerk. Het verwondert niet dat hij weer overging naar de Gereformeerde kerk (en een beroep in Middelburg aannam). Dit besluit bracht uiteraard de nodige consternatie in de gemeente èn binnen de Bond teweeg.
Ds. W.E. van Petegem
In september 1958 werd Ds. Van Petegem uit Groningen als nieuwe predikant bevestigd. De predikant kreeg in Groningen de nodige bekendheid, omdat hij met de gemeente zelf een kerk bouwde. In Bussum ijverde hij vooral voor de aankoop van het kerkgebouw [van het Apostolisch Genootschap] aan de Oud Bussummerweg, hoek Dr. Frederik van Eedenweg. Nadat de ledenvergadering in februari 1959 de aankoop had afgewezen, ging deze een paar maanden later toch door.
Een team van vrijwilligers ging aan het werk en schilderde en knapte het kerkgebouw op. In het bijzonder had het evangelisatie-werk zijn aandacht, zo schalde in Bussum en omstreken uit de speakers van de evangelisatieauto de boodschap van het evangelie. In het jubileumboekje van 1977 spreekt hij zijn dankbaarheid uit, dat “hij bij het afscheid in juli 1965 door Gods genade een bloeiende gemeente mocht achterlaten”.
Van Petegem werd predikant in algemene dienst in de Vrije Evangelische Taludwegkerk in Hilversum en bleef, in Naarden woonachtig, lid van de Bussumse gemeente. Maar “ik bemoei mij niet meer met de geestelijke zaken van de gemeente. Twee kapiteins op een schip gaat nooit”, zo sprak hij in zijn dankwoord bij het afscheid.
Verdere groei
Onder de volgende prdikant, Ds. A.J. Buurman zette de groei der gemeente drastisch door, tot ruim driehonderd leden. Bijzonder in de kerkelijke geschiedenis is het jaar 1968, waarin besloten werd de vrouw daadwerkelijk tot de kerkelijke ambten toe te laten (pas in 1986 werd de eerste vrouw in de kerkenraad gekozen!). 1972 werd ook een memorabel jaar: op 14 mei werd voor het eerst een kerkdienst van de VEG in Bussum op de tv uitgezonden, waarop vele positieve reacties binnenkwamen. Bussum mocht in 1974 de viering van het 25-jarig ambtsjubileum van Ds. Buurman meebeleven. In 1975 werd ook door de VEG het nieuwe Liedboek voor de Kerken ingevoerd. De kerktelefoon stamde van het jaar daarop. Ds. Buurman bleef bijna zestien jaar, tot aan zijn emeritaat in 1981, in Bussum.
Vacant
Hierna was de VEGemeente ruim vier jaar vacant, wat een gemeente nooit goed doet. Het ledenaantal daalde tot plm. 285, maar steeg na de komst van Ds. Hagen weer boven de 300.
B. Hagen, op latere leeftijd aan de studie theologie begonnen, kwam als kandidaat naar Bussum en werd hier als predikant “geordend en bevestigd”. Tijdens zijn ambtsperiode werd in 1986Ans Haan-Eskes als eerste vrouw in de kerkenraad gekozen. Een zustergemeente in Tsjechië kreeg in het jubileumjaar 1987 een elektronisch orgel ten geschenke. Vanwege privé-moeilijkheden in zijn leven zag de predikant zich genoodzaakt om begin 1989 een beroep elders te aanvaarden.
Ds. J.M. Weststrate (1990-1994)
Wederom volgde een jaar van vacant zijn. Op 1 april 1990 deed de uit Heerde afkomstige Ds. Weststrate intree. Evangelisatie stond bij hem hoog in het vaandel. Om enkele voorbeelden te geven: hij zorgde voor verspreiding van kerst-en paaskranten in Naarden en Bussum, begon met de kindervacantie-bijbelclub in de herfstvacantie en met kerstnachtdiensten op het Ravelijn in Naarden (m.m.v. Muziekvendel Nardinck). En niet te vergeten, er was de start van een VEG inAlmere. Op 11 oktober 1992 vond in de aula van de basisschool DeArk de eerste officiële kerkdienst plaats (die om de 14 dagen gehouden werd). De aanvang was 11.30 zodat de predikant na de dienst in Bussum als een haas naarAlmere reed. In juni 1994 verruilde Weststrate Bussum voor Nijverdal. De gemeente nam onder hem toe tot ongeveer 40 leden. De roep dat de zaalaccommodatie van de kerk niet meer toereikend is, stamt dan ook uit deze tijd. Ds. Weststrate werd met name ook bekend van het boekwerkje, dat hij schreef over de beginselen van de Vrije Evangelische Gemeente.
Ds. N.M. Dijk
Ruim een jaar later deed Ds. Dijk uit Goes zijn intree. Pastorale zorg had zijn bijzondere aandacht, zo vond ook de catechisatie niet in een van de kerkzalen plaats, maar aan huis in de pastorie. Mevrouw Dijk zette zich met name in voor de kindervacantiebijbelclub en de kerstvieringen van de kindernevendienst.
De wens tot verbouwen van de achterzalen resulteerde in een bouwcommissie, die in 1996 al de eerste bouwtekeningen presenteerde. Het bouwfonds werd vooral met het inzamelen van oud papier leven ingeblazen.
In het najaar van 1996 startte Ds. Dijk met het ‘leerhuis’, waarin hij van visie bleek te verschillen met een aantal gemeenteleden. Dit bracht jammer genoeg de nodige spanningen teweeg binnen de gemeente. Enkele tientallen leden zegden na een bijzondere ledenvergadering zelfs hun lidmaatschap op.
In deze tijd had ook het zelfstandig worden van deVEG inAlmere plaats. Dit betekende dat uit Almere en omstreken afkomstige leden zich daar lieten inschrijven, wederom een aderlating in het Bussumse ledenbestand. Na een aantal gespreksavonden in het najaar van 1999 besloot Ds. Dijk definitief Bussum te verlaten. Op 9 januari 2000 nam hij afscheid om predikant binnen de Hervormde Gemeenten van Zeddam en ‘s Heerenberg te worden.
Thans is Ds. D.G. Durieux, voorganger van de VEG inAmsterdam Zuid, consulent van de VEG Bussum.
4. Jeroen Knevel met een Massaai, de oorspronkelijke
|
Persoonlijk
Ik wil persoonlijk eindigen. Een aantal jaren heb ik de VEGemeente mee mogen maken als organist en begeleider van het koor, dat vorig jaar 65 jaar bestond. Maar vooral de zorg en warmte rond de uitzending door de MAF [MissionAviation Fellowship] in 1998 van Jeroen en Karin Knevel naar Tanzania heeft diepe indruk op mij gemaakt.Al meer dan 50 jaar verzorgt de MAF wereldwijd luchtverbindingen voor hulpverleningsorganisaties, kerken en zendelingen.
MAF Nederland dateert van 1978. Op het ogenblik werken 20 Nederlandse gezinnen bij de MAF-veldoperaties in zeven landen op het zuidelijk halfrond. Ook de familie Knevel heeft gekozen om tien jaar lang de naaste “deelgenoot te maken van Gods bevrijdende liefde en hem in zijn levensbehoefte te ondersteunen om een menswaardig en gerespecteerd leven te kunnen leiden, op basis van gelijkwaardigheid”, en dit met steun van het thuisfront. De VEG staat midden in de wereld en in het leven.
Een bewijs hiervan is ook de totstandkoming van de nieuwbouw in de herfst van 2001. De grote zaal werd, hoe kan het ook anders, Ds. Hoekendijk-zaal gedoopt. Eén zorg is achter de rug: vele tonnen [ongeveer f 450.000,-] zijn goed besteed.
5. De Ds. Hoekendijk-zaal in de nieuwe aanbouw van
|
Toekomst
Een heel andere zorg, die overigens alle kerken treft, is de vergrijzing van het ledenbestand, de gemiddelde leeftijd ligt boven de zestig. De toekomst moet uitmaken of het financieel haalbaar is weer een fulltime predikant te beroepen. Het beroepingswerk is op dit moment in volle gang.
In de jubileumdienst van 27 januari jl. sprak Ds. Louwerse uit Velp over Johannes 14 vers 24: ‘Mijn vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef ik hem u”. De wereld denkt vrede te bereiken door de macht van de sterkste op te leggen. Dan is de vrede van Christus van een heel andere orde, die van dienstbaarheid en harmonie van mensen onder elkaar en tussen mensen en God, zo lichtte de predikant toe.
Het slotwoord in het jubileumboekje verwoordt dit aldus: “We hopen elkaar vasthoudend en warmte gevend in geloof, ook de voor ons liggende jaren een gemeente tot Gods lof te zijn”.
Met dank aan Ans en Hans Haan-Eskes, Martin Heyne en Documentatie Historische Kring Bussum.