Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 17/3 (december 2001) pag. 74-75


Herinneringen uit een padvinderij-jeugd 

reactie op het artikel in het vorige Contactblad over scouting in Bussum

Inge Schouten-Reckman

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustratie is aanklikbaar voor een vergroting.

In 1945 werd ik als verlegen meisje van 9 jaar door mijn vader naar een grote villa aan de Nieuwe 's-Gravelandseweg gebracht, waar vele padvinders- en padvindstersgroepen huisden, elk in een eigen kamer. Ik hoorde bij de Tjitjaks, in de Wiwidika-kring (Wie Wil Die Kan). Het was dus vlak na de oorlog, ik herinner mij dat we pakketjes kregen van de brownies uit Amerika. Uniformen waren zeldzaam, onze krukjes bestonden uit de koekblikken die door de Amerikaanse voedselhulp in grote getale aanwezig waren. Hoogtepunt was wel het bezoek van Lady Baden Powell. Ergens bij de watertoren, waar nu het zwembad is, werd zij verwelkomd. Wij kabouters kregen elk een bosje bloemen in de hand dat wij in estafettevorm neerlegden op voorgetekende letters die samen het woord 'Welcome' vormden.

      
16 juli 1960 Huwelijk Inge Reckman en Wim Schouten
 

Overgevlogen (zo heette dat, je sprong daarbij over een versierd touw) van de kabouters naar de padvindsters, herinner ik mij de namen Wevo en Stewa. Hun eigen namen heb ik nooit geweten. Kamperen, onder andere in Eefde en in Ermelo en Baden Powellvieringen met vroege vlaggenceremonies in de kou op 22 februari, nog steeds op de open plek in de grote tuin aan de Nieuwe 's-Gravelandseweg. Die ceremonie was samen met de Todra's, de Werewevro's en de gidsen (RK). Gezamenlijk werd dan de padvinderswet opgezegd, de gidsen waren in dat groepszeggen veel bedrevener, die dreunden de wet veel sneller dan wij!

Toen ik ouder werd, 15, 16 jaar was ik een poos pionier (nu sherpa's) bij de Todra's, alleen daar was zo'n onderdeel, onder leiding van mevr. Keijne. Wij kwamen bij elkaar in de Huishoudschool aan de Huizerweg 54. Al spoedig werd mij gevraagd leidster te worden bij mijn oude Wiwidikakring. Opleidingen volgden in het padvinderscentrum Buitenzorg in Baarn.

De kabouters huisden eerst in een garage in Naarden, daarna in een kamer achter Het Vulpenhuis aan de Brinklaan tegenover de Oud Bussummerweg. Ik leidde de groep samen met Wijnie Beugelaar en Jolanthe Marmelstein. Wijnie en later Jolanthe gingen de padvindsters leiden. De Tjitjaks beleefden een bloeitijd onder leiding van hoofdleidster mevr. Kamman. Het echte clubhuis werd gebouwd bij de Zandzee, zie vorig Contactblad.

Bij de Gooiberggroep bleek Wim Schouten welpenleider te zijn. Wij hadden elkaar op de Kweekschool in Hilversum leren kennen. Ook hij had al een padvindersloopbaan gevolgd: welp bij de Montgomerygroep, o.l.v. de verloofde van hopman Wessels, verkenner bij de Arrowegroep o.l.v. hopman Kwant. Tot een jaar voor ons huwelijk in 1960 zijn Wim en ik actief gebleven op elke zaterdagmiddag bij welpen en kabouters, de laatsten hoorden nu bij de Callunagroep. Op de dag van ons huwelijk op 16 juli 1960 vormden de jongens en meisjes een erewacht bij de kerk en het gemeentehuis te Naarden. Dat haalde de krant, De Gooi- en Eemlander.
Ook na ons vertrek naar Terneuzen bleven wij actief, Wim bij de zeeverkenners, ik verzorgde de z.g. postbrieven voor de Blauwe Vogels: verspreid door het land wonende gehandicapte kabouters die zo thuis toch meededen aan het spel van verkennen.

Nu, 56 jaar na die eerste stap op het scoutingpad, kijk ik nog altijd met vreugdevolle nostalgie terug op mijn padvinderijtijd in Bussum. Overbodig te melden dat onze beide zoons eveneens jarenlang welp en later verkenner en leider zijn geweest.