Bussums Historisch Tijdschrift 25/2 (augustus 2009) pag. 28-30
Mariënburg: Burcht van Maria
Klaas Oosterom
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
In het centrum van Bussum ligt een groene oase: Mariënburg. Iedereen die vaak in het centrum komt kent het mooie, maar verwaarloosde smeedijzeren hek en de ingangspartij aan de Brinklaan tegenover de Nieuwe Brink. Daarachter strekt zich een ’kloostertuin’ uit, waar tijdens de Open Monumentendagen 2009 doorheen gewandeld kan worden. In het midden staat het gebouwencomplex van de ‘burcht van Maria’. Grenzend aan dit complex lag een bewaarschool en 200 m zuidwaarts een meisjesschool. Hier volgt de geschiedenis van Mariënburg en haar bewoners.
Mariënburg
De Belgische Julie Billiart wordt beschouwd als de grondlegster van de Congregatie van Zusters van Onze Lieve Vrouw in Amersfoort, opgericht in de 19e eeuw. De voorloopsters van de congregatie waren de ‘Dames van Werkhoven’. De congregatie kreeg opdracht in Bussum een pensionaat (kostschool) te stichten voor meisjes uit de gegoede stand. Met de inkomsten konden elders meisjes uit de arme stand gratis onderwijs krijgen. De congregatie kocht een terrein van ruim één hectare aan de Brinklaan in Bussum. In 1881 was het neoclassicistische gebouw, naar een ontwerp van de Utrechter Alfred Tepe, gereed. 24 zusters en 35 pensionaires betrokken het gebouw Mariënburg.
Mariënburg omstreeks 1910 |
In 1887 werd er al een stuk aangebouwd. Het gebouw is daarna nog vele malen aangepast en uitgebreid. Tot 1970, toen het pensionaat werd opgeheven, waren er altijd tussen de 40 en 100 meisjes in de kost. De meisjes kwamen voornamelijk van boven de grote rivieren want in het zuiden waren voldoende internaten. Hun ouders werkten in het buitenland of hadden het te druk met hun bedrijf. Een reden kon ook zijn dat er in de omgeving waar het meisje vandaan kwam geen katholieke muloschool was. Voor sommige ouders tenslotte was de belangrijkste drijfveer dat het van standing getuigde als je je kind naar zo’n internaat liet gaan. De zusters zorgden voor opvoeding en onderwijs. Ze droegen een habijt en hadden bij hun intrede in de congregatie een nieuwe naam aangenomen zoals Imelda, Inviolata, Martha. Bij het lager onderwijs konden de ouders ervoor kiezen hun dochter ook lessen Frans, Engels of Duits te laten volgen of piano, schilderen of handwerken.
Fröbelschool en Mariaschool
Behalve een meisjespensionaat werd er al snel ook een naai-en bewaarschool opgericht, de latere St. Jozefkleuterschool aan de Herenstraat. Het ‘kakschooltje’ werd de school genoemd. De school was gevestigd in de vleugel van Mariënburg aan de Herenstraat. Daarnaast is later, omstreeks 1928, de RK Fröbelschool gebouwd, waar de bewaarschool in overging. In de jaren ‘80 wordt dit een peuterspeelzaal. Nu is het gebouw in gebruik als kinderopvang. Het is een modern ingericht gebouw met veel licht. Diverse originele kenmerken heeft men laten zitten zoals veel wandtegels en kleuterkapstokken.
De Mariaschool omstreeks 1910 |
Vlak bij het complex, in wat nu de Mariastraat heet, werd in 1902 een stuk grond gekocht waarop een lagere school voor dagonderwijs wordt gebouwd. In 1911 wordt hierin ook een Muloschool gevestigd. Al enige jaren later, in 1907, wordt het onderwijs uitgebreid met een ulo en een modevakschool.
Klaslokaal omstreeks 1925 |
In 1923 wordt de school gesplitst in een Mariaschool (voor meisjes) en een Henricusschool (voor jongens). Beide namen staan thans op tegeltableaus in de muren van het complex dat in de jaren ‘80 tot wooneenheden werd verbouwd.
In 1926 werd een nieuw kloostergebouw geopend direct aan de Brinklaan, Huize Joseph, dat tot 1960 dienst zou doen. Nu worden in het gebouw aan Brinklaan 84 fietsen verkocht.
Tijdens de bezettingsjaren vordert de Duitse Wehrmacht Mariënburg. De activiteiten, zowel dagschool als pensionaat, worden in diverse andere gebouwen elders in het dorp voortgezet. Na de oorlog keert iedereen weer terug en wordt de oude toestand zoveel mogelijk hersteld. Aanstootgevende teksten, zoals de SS leuzen in de hal, worden verwijderd.
Bloei en terugloop
Vanaf de jaren ‘50 begint een bloeitijd voor het katholieke onderwijs: 500 kinderen zitten op de bewaarschool in 1955, meer dan 500 in het lager onderwijs, 215 ulo-scholieren en 35 leerlingen op de modevakschool. Wat het pensionaat betreft liep het aantal aangemelde meisjes in de lagerschoolleeftijd terug. De mulo wordt steeds belangrijker.
Fröbelschool, Herenstraat 6a in 2009 |
In 1968 wordt het pensionaat opgeheven. Deze vorm van opvoeden en leren heeft zijn tijd gehad. Het complex wordt verbouwd en gerenoveerd en wordt een rusthuis voor zusters met de afdelingen Mariënburg, Mariëngaard en Zonnehoek. De tuin wordt opnieuw ingericht. Het beeld van Maria voor het gebouw is er dan al niet meer.
Vanaf 1980 is Mariënburg een klooster-verzorgingshuis voor zusters. De zusters hebben inmiddels de vrijheid om hun habijt wel of niet te dragen. Verreweg de meesten kiezen voor eigen (leken)kleding. Ook mag men weer de eigen (doop)naam gebruiken.
In 2000 wordt een strook aan de achterzijde langs het spoor aan de gemeente overgedaan. Daar loopt nu de Kloosterweg.
In de tuin achter bevindt zich een kopie van de Lourdesgrot. In de Franse stad Lourdes zou in 1858 Maria bij een grot zijn verschenen aan Bernadette Soubirous. Nadat de Lourdesgrot wegens het aanleggen van de Kloosterweg moest verdwijnen is in 2007 opnieuw een Lourdesgrot nagebouwd en ingericht. In de grot staat een Mariabeeld van Maria ad Fantes, afkomstig uit Ootmarsum.
In de achtertuin, in de noordwesthoek, staat een mooi Jozefbeeld met het kind Jezus in een nis. Ook sieren een paar kunstwerken de tuin, waaronder ‘Schoolmeisjes’, gemaakt van stalen buisdelen, een geschenk van de OLV Ter Eem. Het staat vlak bij de boom die geplant werd toen zuster Rimberta in 2005 100 jaar werd. Aan de noordoostkant zijn particuliere woonappartementen (Residence Mariënburcht) gebouwd waarvan een aantal op de tuin uitkijken.
Mariënburg in 2009 |
In de tuin zijn tal van bloemperken, struiken en bomen – veel naaldbomen, verder eiken, waaronder een paardenkastanje, een prachtige rode beuk, linden, prunus, hulst, sering, treures, tamme kastanje, jasmijn, appelboom en judasboom. Hopelijk komt er bij de ingang ooit weer een passende toegangspoort tussen de mooie staanders.
Ondanks alle geruchten en verhalen over het sluiten van het verzorgingshuis en het betrekken van de gebouwen door het gemeentebestuur blijven de zusters rustig wonen in dit prachtige complex. Er zijn nu twee leefgemeenschappen, Mariënburg en Mariëngaard, met samen 50 zusters.
Herinneringen
Herinneringen en ervaringen van vooral oud-pensionaires zijn volop in de archieven te vinden. “Ons uniform was een zwarte jurk met witte schort, zwarte kousen en een strooien hoed”, schreef een vrouw die in de jaren ‘30 in Mariënburg pensionaire was.
“Na de oorlog was uniforme kleding niet meer verplicht; alleen zondags een blauwe jurk, maar ook dat is langzamerhand verdwenen. We wilden er niet allemaal hetzelfde uitzien. Elke morgen gingen we om zeven uur naar de mis in de kapel en in mei ook nog elke avond naar het Lof.” Herinneringen van een vrouw die er in de jaren ‘50 woonde.
Heilig plaatje van Hummel uit de jaren '30 |
“Eerst waren de misdienaars jongens van onze leeftijd, maar omdat dat weleens problemen gaf werden die snel vervangen door jongere jongetjes.” “Wandelen buiten de poort mocht alleen maar onder begeleiding.” “Op Sacramentsdag, tien dagen na Pinksteren, werd er een processie gehouden. Meisjes als bruidjes verkleed liepen mee in de optocht die binnen de poorten van het complex bleef.”
Veel pensionaires doen hun Eerste Communie op het pensionaat. Bij deze gebeurtenis zijn ouders en familieleden van de meisjes tegenwoordig en is er een feestelijk diner. Ina de Beer, erelid van de Historische Kring Bussum en overleden in 2007, was op het internaat vanaf 1937. Zij heeft veel over haar ervaringen daar gesproken en geschreven. Dit schreef ze over jarig zijn:
“Als je jarig was mocht je die dag een witte strik in het haar dragen. Zo kon iedereen het zien en werd je door veel medepensionaires gefeliciteerd. Mijn donkerblond, maar vooral steil haar, fleurde voor die dag even op door een gesteven witte strik. Ik vond het vooral leuk om op zo’n dag een heilig plaatje te krijgen van Soeur, klasgenootjes en vriendinnetjes. De “Hummel” en “Spötl” plaatjes waren op het pensionaat zeer in trek. Ze vielen op door hun lieflijke afbeeldingen. Voor mijzelf dacht ik dat het krijgen van die plaatjes afhankelijk was van de waarde van de vriendschap, maar ook bij andere gelegenheden was het gebruikelijk elkaar een plaatje te geven. De achterkant werd beschreven. Je werd dan herinnerd aan een bepaalde gebeurtenis. En er werd veelvuldig gebruik gemaakt van afkortingen. Hier zijn er een paar die toen veel gebruikt werden: BVM: Bid voor mij; AMDG Aan Maria door God; KVM: Kind van Maria; IBVJ: Ik bid voor jou; VGMN: ver-geet-mij-niet; GZJC: Geloofd zij Jezus Christus; NWGH: niet weggeven hoor.
Veel plaatjes heb ik in mijn album verzameld. Ik blader het af en toe door en dan valt het me op dat ik geen enkele moeite heb met de namen van mijn mede-pensionaires.”
Slot
Zo is de geschiedenis van Mariënburg tevens een illustratie van de bloei en teruggang van de rooms-katholieke kerk in Nederland. Het begon met de emancipatie van het katholieke bevolkingsdeel eind 19e eeuw en eindigde met het afnemen van het belang van de kerk eind 20e eeuw. Daartussen bloeide het Rijke Roomse leven. Veel gebouwen uit die periode bestaan nog, maar hebben een andere functie gekregen.