Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 28/1 (mei 2012) pag. 16-22


Van legerplaats tot groen woon- en werkgebied?
Het beoogde hergebruik van de Kolonel Palmkazerne

 

Chris Leenders

 

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.

Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

 

Infanteristen oefenden van oudsher op het terrein waar kort voor de Tweede Wereldoorlog de Kolonel Palmkazerne verrees. Bezwaren van omwonenden vonden geen gehoor: het landsbelang ging voor alles. Wel profiteerde de middenstand van de aanwezigheid van zoveel militairen. Chris Leenders schetst de roemruchte historie van de basis en de onderkomens. De kazerne kwam in 1957 in het nieuws toen een Amerikaanse straaljager er neerstortte. Inmiddels breken provincie en gemeenten zich het hoofd over hergebruik van het gebied.

   
 Luchtopname in kleur uit 2005 (coll. auteur)
 

Toen na de Eerste Wereldoorlog de wens tot ontwapening groeide en doordat de economische malaise eind jaren twintig een aanvang nam, gingen de uitgaven voor Defensie omlaag. Een tijdlang werd nauwelijks aan kazernenieuwbouw gedaan. In 1936 werd in verband met de internationale situatie echter besloten op 24 plaatsen in Nederland nieuwe kazernes neer te zetten. De meeste complexen werden langs de grenzen gepland, enkele meer landinwaarts, allemaal conform hetzelfde model. Gekozen werd voor een zogenaamd paviljoenstelsel; rond het centrale exercitie- en appèlterrein werden de legeringsgebouwen gegroepeerd: zes voor een regiment.

Een van deze nieuwe kazernes werd geprojecteerd op een stuk heideterrein langs de Amersfoortsestraatweg, in het zuidoosten van de gemeente Bussum. Het terrein, eigendom van het ministerie van Defensie, was in gebruik als infanterie- en pionierterrein voor het in de legerplaats Laren (later Crailo) gelegerde Kaderbataljon. Kamp Laren is begin 1900 opgezet als tentenkamp. Nederland kende garnizoenen met veelal infanteristen die meestal niet over een groot oefenterrein beschikten, zodat het veelal bij marcheren bleef. De Nederlandse regering besloot daarin verandering te brengen door de aanleg van ruimere terreinen, waar infanterie, getrokken artillerie en cavalerie beter uit de voeten konden.

 
 
 Kamp Laren uit 1910. Een tentenkamp alleen zomers en nog geen vaste bebouwing.  (coll. auteur)

Organiek viel Kamp Laren onder het garnizoen Naarden. In het grote tentenkamp konden de eerste jaren maximaal tweeduizend infanteristen worden gelegerd. Pas in de jaren twintig kwamen de eerste houten barakken. Elke vier weken arriveerden er zo’n vijftienhonderd soldaten uit het hele land om te oefenen en soms – als er geld voor was – met scherp te schieten. Het kamp was open van april tot oktober, in de winter was het gesloten.

Het stuk grond (de Westerheide was toen veel groter dan nu) werd begrensd door de huidige A1, de Ceintuurbaan in Bussum, de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort en de toenmalige gemeentegrens van Hilversum. Dat de nieuwe kazerne hier werd gepland had te maken met het toenmalige verdedigingsstelsel, waarin sinds de zeventiende eeuw de (Nieuwe) Hollandse Waterlinie een belangrijke plaats innam. Het noordelijke gedeelte van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de hoogten in het Gooi binnen de driehoek Bussum-Hilversum-Blaricum dienden in deze roerige tijd snel beveiligd te worden.

 

 

Kolonel Palm

Op 18 mei 1938 diende de Genie bij de gemeente Bussum een aanvraag in voor een bouwvergunning. Meteen tekenden zowel de gemeente als de ‘Vrienden van het Gooisch Natuurreservaat’ bezwaar aan. Ook de bewoners van de villa’s langs de Amersfoortsestraatweg vreesden dat een kazerne hun omgeving zou ontsieren. Echter, met de vaststelling van de minister van Defensie dat ‘landsbelang gaat voor plaatselijk belang’, was de kogel door de kerk. Op 15 juli 1938 kwam de vereiste bouwvergunning af en kon onmiddellijk met de bouw worden begonnen. In oktober 1939 konden de zes legeringsgebouwen worden betrokken. Niet het aangewezen 16e Regiment Infanterie ging de kazerne bevolken, maar het 8e Depotbataljon onder commando van de reserve majoor J.G.A. van der Upwich.

De Bussumse bevolking profiteerde meteen van de zeshonderd extra inwoners. Niet alleen de middenstand was blij, ook werden muziekevenementen in Concordia georganiseerd. Zij stonden onder leiding van Concertgebouwdirigent Eduard van Beinum, die als sergeant in Bussum gelegerd was.

De minister bepaalde op 21 december 1938 dat het nieuwe complex Kolonel Palmkazerne zou gaan heten. François Palm was officier in het Staatse Leger. Hij werd in 1657 bij de vloot geplaatst en nam deel aan diverse zeeslagen, onder andere die bij Chatham. Voor zijn moedig en beleidvol optreden in het rampjaar 1672 werd hij bevorderd tot kolonel. In de nacht van 11 op 12 september 1673 bestormde Palm na een zesdaags beleg Naarden en dwong hij de Fransen tot overgave. In 1674 nam de kolonel deel aan de slag bij Seneffe. Hij raakte daar zodanig gewond dat hij op 14 augustus te Bergen in Henegouwen overleed.

 

 
Palmkazerne, na het geallieerde bombardement van 25 november 1944 (col. HKB)
 

De kazerne in oorlogstijd

Nadat in september 1939 de Duitsers Polen waren binnengevallen, als gevolg waarvan de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was Nederland op 10 mei 1940 aan de beurt. Toen de Duitsers Nederland binnen vielen, werden de Bussumse militairen voor bewakingstaken ter beschikking gesteld van de commandant van de Vesting Holland. Op 14 mei volgde het bericht dat de strijd was gestaakt en dat de wapens moesten worden neergelegd. Op 28 mei, na een afscheidsavond in Concordia voor het Bussumse garnizoen, vertrokken de militairen naar huis. Slechts zeven maanden was de nieuwe kazerne, toen bestaande uit zeven stenen gebouwen en gebouwtjes en vier houten barakken, door de Koninklijke Landmacht gebruikt. Nu kreeg de bezetter er de beschikking over.

Na de zomer van 1940 betrokken Duitse eenheden de kazerne en, zoals gebruikelijk bij een leger in oorlogstijd, wisselden de bewoners voortdurend. Eerst waren het landmachteenheden, maar al spoedig luchtdoelartillerie, die tot de luchtmacht behoorde. Het geschut stond opgesteld op de heide en als het ’s nachts in actie kwam tegen overvliegende geallieerde vliegtuigen, hield het menige bewoner van Bussum uit de slaap.
In 1942 verhuisde de ‘Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlande’, generaal Christiansen, met zijn staf van Den Haag naar Hilversum. Daardoor kwamen er ook Duitse verbindingstroepen naar de Palmkazerne. Op het terrein verrezen radiomasten en er werd een vliegveldje aangelegd (voor kleine toestellen). Het gebied werd afgesloten en tot ‘Sperrgebiet’ verklaard.

In 1943 nam de concentratie van Duitsers rond de kazerne toe (onder anderen generaal Christiansen kwam er wonen). Villa’s werden gevorderd en in het verderop gelegen hotel ‘Bosch van Bredius’ kwam een Duitse staf. In september 1944 werden eenheden van de ‘Hermann Göring Ersatz- und Ausbildungsdivision’ in de Palmkazerne gelegerd. Op 25 november 1944 kwam voor de Duitsers een eind aan de bewoning van de Palmkazerne. Die dag voerden Typhoons en Spitfires van de 2nd Allied Tactical Airforce een zwaar bombardement uit op de kazerne. Laag inkomend ontweken de vliegers de Duitse radar (waaronder die van het station ‘Seeadler’ in de Bloemendalerpolder tussen Muiden en Weesp). De toestellen lieten hun bommen los boven en in de omgeving van de kazerne.

Het resultaat was dat zes van de zeven gebouwen totaal vernietigd waren en het zevende gebouw zwaar beschadigd raakte. De kazerne was onbewoonbaar. Hoe zwaar het bombardement was geweest, bleek ook in de Lothariuslaan. Daar was geen ruit meer heel, de dakpannen waren verdwenen en ook deze huizen waren veelal onbewoonbaar geworden. De Duitse troepen werden overgebracht naar de Gooise HBS aan de Vondellaan. Op 21 maart 1945 vond opnieuw een luchtaanval plaats die vooral was gericht op het Duitse hoofdkwartier in het ‘Bosch van Bredius’. Opnieuw werd ook de kazerne geraakt.

Toen de Duitsers op 5 mei 1945 capituleerden en Nederland weer vrij was, trof men in Bussum een praktisch onbruikbare kazerne aan. Het zou tot 1950 duren voordat de oorlogsschade was hersteld.

 

 

 
 
Plattegrond (coll. auteur)

Naoorlogse bewoners

In 1945 was er dringend legering nodig voor het personeel van de buitenbewaking van de legerplaats Crailo (Laren), die als interneringskamp voor NSB’ers en Nederlandse SS’ers in gebruik was genomen. Het personeel was belast met bewakings-en politietaken, totdat de Nederlandse politie op sterkte was. In het voorjaar van 1947 verdwenen zij weer. In de periode 1948-1951 werden 250 man luchtmachttroepen, behorende tot de lichting 1928, in de kazerne onder de wapenen geroepen. Zij volgden in Bussum een algemeen militaire opleiding. Met ingang van 1 juni 1950 verhuisde de staf van het Commando Luchtverdediging van Den Haag naar Bussum. Tussen 1952 en 1960 zou de Palmkazerne worden bewoond door de luchtdoelartillerie, afkomstig uit Haarlem en Hoek van Holland, die aanzienlijk was uitgebreid.

Op donderdag 14 november 1957 werd de Palmkazerne door een ramp getroffen. Een Super Sabre F-100 straaljager van het op de vliegbasis Soesterberg gelegerde Amerikaanse 32nd Fighter Interceptor Squadron stortte om 13.08 uur neer op de kazerne. Het in 1950 herbouwde legeringsgebouw 3 werd grotendeels verwoest, alsmede een deel van gebouw 2.
De straaljager was boven Hilversum in de problemen gekomen door een motorstoring. De piloot negeerde aanvankelijk het bevel om zijn toestel te verlaten. Hij koerste in de richting van het IJsselmeer en sprong toen pas. De schade aan de gebouwen kon worden hersteld. Erger was dat er vijf doden bij 117e Afdeling Zware Luchtdoelartillerie te betreuren waren. Zestien militairen raakten gewond, waarvan twee ernstig.

 

 

 
Crash 1957 (coll. auteur)
 

Depot Intendance

In december 1959 werd het Depot Intendance vanuit Amsterdam verplaatst naar de Palmkazerne. Elke twee maanden kwam er nu een lichting rekruten op, bestemd voor de Intendance. Vanaf 4 oktober 1965 kwam ook de Intendance-school uit Amsterdam over naar hier.

In de periode 1960-2003 werd de kazerne meerdere malen gerenoveerd en vond er veel nieuwbouw plaats. In dat tijdvak werd de Berlijnse Muur afgebroken en viel het Oostblok uiteen.
Hierdoor raakte het militaire beeld in West-Europa totaal gewijzigd. Voor de verdediging van Nederland ontstonden nieuwe legerplannen, die een drastische vermindering van de legersterkte inhielden. De behoefte aan op te leiden personeel voor bevoorradingstaken nam aanzienlijk af. Besloten werd de overige logistieke opleidingen (transport, technische dienst en militaire administratie) in de Palmkazerne te concentreren. Daartoe werd op 20 juni 1996 het Opleidingscentrum Logistiek (OCLOG) opgericht. Ook de Aan- en Afvoertroepen uit Tilburg kwamen hier te liggen. Inmiddels stond de Dumoulin Kazerne in Soesterberg leeg. Gezien de ruimte die deze kazerne en het omliggende terrein bood, was al medio 2005 begonnen met de verhuizing van Bussum naar Soesterberg. Op 2 juni 2005 namen de bewoners van de Palmkazerne officieel afscheid van de gemeente Bussum.
De allerlaatste soldaten verlieten de kazerne op 22 februari 2006, waarna het terrein werd overgedragen aan Domeinen.

 

 
 
Legeringsgebouw 1960 (coll. auteur)

 

De kazerne en de burgerij

Waren de Gooische Natuurvrienden in 1938 niet opgetogen over de geplande komst van de kazerne, anders lag dat bij de Bussumse bevolking. Velen zagen, niet ten onrechte, handelsmogelijkheden en werkgelegenheid die de komst van zeshonderd tot duizend militairen met zich meebracht, die afwisselend de Palmkazerne bevolkten. Vaak waren ook bij plechtigheden in de kazerne afgevaardigden van het Bussumse gemeentebestuur aanwezig. Ook het in 1961 opgerichte Tamboerkorps der Intendance was bij plechtigheden veel in het Bussumse te vinden. Veelvuldig werd geld ingezameld voor de aanschaf van blindengeleidehonden en werden weekenden gehouden voor gehandicapte kinderen en hun verzorgers. Als dank voor al deze activiteiten heeft het gemeentebestuur van Bussum de Palmkazerne het beeldje van ‘De Kleine Johannes’ aangeboden.

 

 

 
Legeringsgebouw 1960 (coll. auteur)
 

Herbestemming

Eind vorige eeuw (1995) waren er nogal wat plannen voor het gebied Crailo. In het streekplan Gooi en Vechtstreek (1998) en Noord-Holland Zuid (2003) werd Crailo aangewezen als een van de strategische projecten, waarvoor concrete plannen moesten worden ontwikkeld. De natuurgebieden waaraan het plangebied grenst, waren en zijn gelegen in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur. Het plangebied maakte ook deel uit van de in de Nota Ruimte opgenomen Ruimtelijke Hoofdstructuur (RHS).

In 2001 is het masterplan Crailo opgesteld. Daarin werd gesignaleerd dat er verschillende claims op het plangebied bestonden en dat de belangen sterk uiteenliepen. Het ruimtelijke concept dat in het masterplan was opgenomen, betrof een ondergrondse ontwikkeling van bedrijfsruimten met daarboven een heidegebied, evenals een ecoduct en Bussumse woningbouw op het terrein van de Palmkazerne. Gebleken is dat realisering van ondergrondse bedrijfsruimte niet haalbaar was. De tussenoplossing, een half verdiept aangelegde bedrijfsruimte, leek eventueel wel haalbaar. Nadat de provincie in 2007 van Domeinen de grond gekocht had, het hele terrein Crailo, kon men aan de slag. Al in 2005 was onder verantwoordelijkheid van de provincie Noord-Holland, in overleg met de gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum en Laren en het Goois Natuurreservaat, besloten in goed onderling overleg een nieuw haalbaar plan te maken dat natuur, werken en wonen in het gebied Crailo omvat.

 
 
Legeringsgebouw 1960 (coll. auteur)

Plannen

Tot voor kort was Crailo een terrein met een kazerne, een militair oefenterrein en een asielzoekerscentrum. Door verschillende oorzaken zijn deze functies vervallen, waardoor een unieke kans is ontstaan het gebied een nieuwe invulling te geven, zodat natuur, werken en wonen op elkaar kunnen worden afgestemd. De betrokken partijen hebben met succes samengewerkt bij het formuleren van de randvoorwaarden en uitgangspunten voor de ontwikkeling van het plangebied.


Aanbesteding

Door middel van een Europese aanbesteding diende voor het project een marktpartij te worden geselecteerd die zowel de ontwikkeling als de uitvoering van de woningbouw op het voormalige terrein van de Palmkazerne gaat realiseren en daarnaast zorg draagt voor de aanleg van een bedrijventerrein en een kantorenlocatie.

De eerste fase van de aanbesteding voor de gebiedsontwikkeling van Crailo is inmiddels afgerond. Vijf marktpartijen zijn geselecteerd, waaronder twee bedrijven uit onze regio: de combinatie AM/de Alliantie/Bemog en de Project Ontwikkeling en Bouw- en Exploitatiemaatschappij L.S. Verwelius). Na de vervolgprocedure konden zij zich inschrijven en vond in het najaar van 2010 de gunning plaats. Eind 2011 zouden we weten wie de gelukkige projectontwikkelaar is die alles mag gaan bouwen. Zover is het nog niet gekomen.

 

Belangen en wensen

Wanneer in een gebied als Crailo een goed evenwicht moet ontstaan tussen werken, wonen en natuur, moeten vele aspecten worden meegewogen: geluid, lucht, flora en fauna, verkeer, et cetera. Omwonenden en betrokkenen kunnen hun stem laten horen, onder meer via de inspraakmogelijkheden bij het komende inpassingsplan.

Een natuurbrug of ecoduct over de A1 bij Laren (Rijksstraatweg/Naarderstraat, genaamd ‘Laarderhoogt’), een logisch vervolg op de reeds aanwezige ‘Natuurbrug Zanderij Crailo’. Een versterking van het bijzondere karakter van het Gooi en in die zin uniek dat ook recreatief gebruik mogelijk zal zijn. Het te realiseren ecoduct zal een bijdrage leveren aan het goed functioneren van het netwerk van ecologische verbindingszones op de Heuvelrug, waardoor weer één landschappelijke eenheid zal ontstaan als deel van de landelijke ecologische hoofdstructuur.

In maart 2006 ging Bussum voor het terrein van onder andere de Palmkazerne uit van de bouw van tussen de 160 en 220 woningen met een ondergrondse parkeergarage en passende, kleinschalige werkgelegenheid aan huis, bijvoorbeeld in de media-en IT-sector. Voor Bussumse bedrijven in de ambachtelijke en verzorgende sector zou ruimte moeten worden ingepast op het te ontwikkelen bedrijventerrein Crailo. Uit 2004 dateert een aantal scenario’s, uitgaande van aanleg van het ecoduct. In scenario 1 wordt uitgegaan van een ondergronds bedrijventerrein met logistieke functies, in scenario 2 koos men voor een mix van bedrijfsfuncties: niet alleen logistiek, maar ook groothandel, ambacht en autohandel. Scenario 3 behelsde een bedrijventerrein van circa 13,5 hectare dat half verdiept zou worden aangelegd. Ook zou er een regionaal oefencentrum voor de brandweer kunnen komen. Deze laatste variant had de voorkeur van Bussum. Voor wat betreft het Bussumse gedeelte van de Palmkazerne wilde de gemeente graag de eindregie houden. Op papier zouden op acht van de tien hectare huur-en koopwoningen komen, twintig per hectare, in uiteenlopende prijsklassen.

 
Natuur in omgeving Palmkazerne, 2011 (coll. auteur)
 

Met het aan het werk zetten van vijf projectontwikkelaars eind 2010 werd een belangrijke stap gezet. Een voorname eis is de aanleg van heel veel groen. Crailo grenst immers aan het bos- en heidegebied van het Goois Natuurreservaat (GNR), de Bussumer-en Westerheide. Van de in totaal 62 hectare gaat ruim een derde in de vorm van drie aparte groene gebieden naar het GNR. Daarbij blijft het historisch belangrijke ‘Gebed zonder End’ (Nieuwe-Crailoseweg) behouden. Langs het begin van dit pad komt een groene buffer van minimaal twaalf meter breed en ter grootte van een hectare. Daarnaast is er de ruim twee meter hoge grondwal rondom de voormalige schietbaan, die het eigentijdse en duurzame regionale bedrijventerrein op het middelste (Hilversumse) gedeelte afschermt van het AZC-terrein. De nieuwe bedrijven mogen vanuit de omgeving ‘niet worden gezien, noch geroken, noch gehoord’.

Een tweede groengebied (35 tot honderd meter breed, zes hectare), gaat als buffer fungeren tussen de woningen op het voormalige Bussumse Palmkazerneterrein (tien hectare) en die aan de Amersfoortsestraatweg, en de bedrijven in het middelste Hilversumse gebied. Hier is ook ruimte gereserveerd voor twee bestaande maneges, die moeten worden verplaatst.

Het voormalige terrein van het Asielzoekerscentrum (AZC) Laren maakt in de toekomst plaats voor groen. Laren wil het gebied teruggeven aan de natuur. Om de plannen betaalbaar te houden, wordt een klein gedeelte opgeofferd voor de bouw van hoogwaardige kantoorgebouwen (drie hectare). De nieuwe Larense ‘ecologische zone’ (minimaal zestien hectare) op het voormalige AZC-terrein gaat landschappelijk één geheel vormen met de Westerheide en sluit dan aan op het geplande ecoduct. De met elkaar verbonden groengebieden moeten dan vloeiend in elkaar overlopen.

 
 
Gebed zonde Einde, 2010 (coll. auteur)

De aanpassingen

Al na een paar maanden bleek begin 2011, dat de vijf geselecteerde projectontwikkelaars aanpassingen wilden in de bestekgegevens. De opstapeling van risico’s was in hun ogen te fors aangezien vele projectontwikkelaars al langere tijd in financieel zwaar weer verkeerden door onder meer de teruglopende woningmarkt en het uitblijven van voldoende externe financiering bij bankinstellingen. De provincie had echter haast. Als een aanbesteding mislukt, levert dat tijdverlies op en daaraan zijn grote financiële consequenties verbonden. Er moest dus iets gebeuren met het plan van eisen. Om die reden werden enkele wijzigingen aangebracht in het oorspronkelijke plan: iets meer terrein voor woningbouw; niet ondergronds parkeren (Palmkazerne), wel uit het zicht; ruimere kavels; een andere bestemming voor kantoren.

Wat de Palmkazerne betreft, liet de gemeente Bussum de eis vallen dat er niets gesloopt mocht worden. In de huidige opzet moet dan in de nieuwbouw het oude bouwconcept terugkeren, te weten een hoofd(kop)gebouw en zes woongebouwen, inclusief middenterrein. Getekende plannen zijn er nog niet.

Crailo terug bij af

Half mei 2011 bleek dat alle plannen terug bij af waren. Geen van de projectontwikkelaars zag kans het omvangrijke terrein te ontwikkelen en te bouwen.
De provincie Noord-Holland meldde in een persbericht dat geen van de vijf geselecteerde bouwers in staat is de plannen te realiseren. Volgens de provincie zijn zij wel enthousiast, maar vormen de opstartkosten en de financiering een te hoge drempel. Het programma van eisen was al aangepast door de economische crisis, die de bouwsector zwaar getroffen heeft, maar dat bood helaas geen soelaas.
De tijd zit dus niet mee voor Crailo, maar de provincie, de gemeenten en het GNR gingen door en bekijken hoe het verder moet. Er waren hoge eisen aan de inrichting van Crailo gesteld, waarbij groen, duurzaamheid en creativiteit de sleutelwoorden waren.

Provincie neemt eindregie

Eind 2011 nam de provincie de eindregie over door eenzijdig de overeenkomst met Hilversum, Bussum, Laren en het GNR op te zeggen. Oorzaak: de akkoorden die waren bereikt met de gemeenten werden gezien als onduidelijk en financieel risicovol. Ook werd de beoogde kantorenbouw op het Larense deel van het gebied geschrapt, evenals voorlopig het bedrijventerrein op het Hilversumse deel, tot grote verontwaardiging van de betreffende gemeenten. Ook het nieuwe idee (mede door de provincie zelf ter sprake gebracht) van een Goois crematorium op het Larense deel van het gebied werd voorlopig geschrapt. Wel werd bevestigd dat de aanleg van twee ecoducten over de A1 en de Naarderstraat door kan gaan.

De provincie wil een nieuwe invulling geven aan de samenwerking met de betrokken gemeenten en het GNR. Het gevaar bestaat dat de financiële risico’s dan bij de partners komen te liggen.
Bovendien is de nieuwe natuurwet in aantocht, die de provincie meer mogelijkheden verschaft de natuur economisch te ontwikkelen. Noord-Holland hoopt voor de zomer van 2012 alles opnieuw in kaart te hebben gebracht. Daarna zal er zo snel mogelijk worden gestart met de daadwerkelijke ontwikkeling van het gebied Crailo.
Volgens de provincie worden de plannen voor Crailo uiteindelijk gefaseerd uitgevoerd, met als hoofdmoot wonen en natuur. Het uiteindelijke doel blijft echter de ontwikkeling van het gehele gebied. Voorlopig gaat worden gebouwd op het Bussumse gedeelte, op de plek van de voormalige Kolonel Palmkazerne. Hier zouden zo’n 220 nieuwe huizen moeten worden gerealiseerd.

De enige mensen die kunnen genieten van het aanwezige groen en de huidige bebouwing zijn de antikraakwachten die toestemming hebben hier te verblijven. Zij houden de omgeving in de gaten en plegen onderhoud.
De tijd zal leren hoe Crailo er in de toekomst uit gaat zien. De randvoorwaarden zijn duidelijk: de functie van Crailo wordt wonen en eventueel werken, in elk geval in het groen.


Bronnen

– B.C. Cats, Kolonel Palmkazerne 50 jaar [1989]
– Het Centraal Archief en depot van het Ministerie van Defensie
– De Sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf
– Gemeente Bussum inclusief het archief van de voormalige Bussumse Courant
– Dagblad De Gooi- en Eemlander te Hilversum
– Archief Historische Verzameling Intendance
– De Provincie Noord-Holland, onder andere het archief
– De Provincie Noord-Holland, ontwikkelingstrategie Crailo 2011 en 2012
De Bussumse Krant
Bussums Nieuws
– Diverse bijeenkomsten betreffende het plan Crailo
– Nota van uitgangspunten betreffende Crailo
– Ministerie van VROM: Nota Ruimte
– Streekplannen Provincie Noord-Holland
– Historische Kring Bussum

Chris Leenders (1953), geboren en getogen Bussumer, woont sedert 2000 in Almere van waaruit hij op afstand het wel en wee van zijn geboorteplaats nauwlettend volgt. Na zijn studie rechten en geschiedenis is hij in het fiscale wereldje terechtgekomen. Heden ten dage doet hij veel historisch onderzoek en publiceert hij historische artikelen over met name Bussum. Ook is hij vrijwilliger bij de Historische Kring Bussum.