Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 28/2 (augustus 2012) pags. 8-9 en 17


Bomen in het Spiegel

Gerrit Nieskens en Pam Rusman

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting. 

Bomen horen bij Bussum. Ruim 8000 jaar terug treffen de eerste permanente bewoners van het Gooi een bosrijk landschap aan. Het Gooi is in die tijd voor het grootste deel overdekt met loofbossen. Als een beboste massa steekt het zandlandschap als onderdeel van de Utrechtse Heuvelrug hoog boven de omringende lager gelegen natte en moerassige hoogveengebieden uit. Er groeien eiken, linden, hazelaars, berken en elzen. Dit zijn soorten die plantkundig onder de klasse van de eiken- en berkenbomen op voedselarme gronden vallen. Naaldbomen komen er dan  niet in voor. Naast bomen treft men er ook heidevegetatie aan (voetnoot 1, voetnoot 2). 

Door het kappen van de bomen voor de bouw van boerderijen en door het branden van bossen ten behoeve van de akkerbouw, verdwijnt het bos geleidelijk en verandert het in grote, open heidegebieden.

Met de komst van Amsterdammers in de 17e eeuw in het Gooi vindt er langzamerhand herbebossing van het open agrarisch landschap plaats. In die periode komen de eerste Amsterdammers in het Gooi om er de zomer door te brengen. De nieuwkomers leggen landgoederen en buitenplaatsen aan. De landgoederen en buitenplaatsen worden op bescheiden schaal herplant met bossen. Later, in de 19e eeuw, vindt op grote schaal aanplant van naaldbomen op heidegronden plaats. De heide heeft toen de landbouwkundige functie verloren. Heide en ook stukken bouwland die weinig opleveren, zet men om in eikenhakhout. Zodra de eikenhakhoutwallen hun functie verliezen (wegens veranderende technieken en werkwijzen), houdt men op ze regelmatig tot aan de grond te snoeien. Het eikenhakhout groeit daarop uit tot eikenbossen. Het hakhout vervangt men ook door naaldbomen (voetnoot 3).

Aan het einde van de 19e eeuw en begin 20e eeuw vestigen Amsterdammers zich permanent in het Gooi en bouwen villawijken langs de rand van de dorpen. Dit leidt eveneens tot een bebossing van het landschap. Het open agrarisch gebied van de middeleeuwen verandert in een bosrijk landschap met weinig open ruimten. Dit typische Gooise landschap, ‘de Gooise Warande’ met “haar afwisseling van bos en heide” is in deze periode ontstaan (voetnoot 4).

De eerste Amsterdammers die zich in Bussum vestigen, treffen in het Spiegel een landschap aan van kleine akkers en eikenhoutwallen. In deze gezonde groene omgeving zijn op de overgang van de hogere, droge essen (akkers) en de lager gelegen, nattere weidegronden, villadorpen aangelegd.
Waar in eerste instantie gemeentelijke bomen en resten van eikenhakhoutwallen in het Spiegel de boventoon voeren, is dat nu de particuliere beplanting. De villabeplanting in Bussum vormt samen met het natuurlandschap rond het dorp de belangrijkste reden voor het groene imago van de gemeente. Bomen spelen daarbij een zeer belangrijke rol. Eenmaal volwassen hebben bomennamelijk doorhun grootte en breedte – dit geldt met name voor bomen als beuken en eiken – een grote invloed op de beleving van de straat en zelfs de buurt. 

In het weekend van de Open Monumentendag is er een fietsexcursie in het Spiegel. Een aantal opvallende bomen in het Spiegel worden hieronder belicht. 

Meerweg

      
Rode beuk Meerweg
 

Met zijn hoogte van 30 meter is ooit een suikeresdoorn (Acer saccharinum) bij de Bomenstichting geregistreerd als de hoogste boom in Nederland. Door een blikseminslag is helaas de top uit de boom geslagen. De boom is daardoor 10 meter korter geworden en is niet meer de hoogste boom van Nederland.

      
 
Acer, Meerweg

Aan de Meerweg staan grote gemeentelijke eiken. Ze zijn zo groot, dat bewoners van aangrenzende huizen hun hekwerk erop hebben aangepast. 

Koningslaan

Het verhaal gaat dat onder een eik achter woningen aan de Koningslaan (ter hoogte van de Boslaan) rechtspraak heeft plaatsgevonden. Dit verhaal is niet geverifieerd, maar het is niet ondenkbaar.
In de Middeleeuwen en daarna kende men namelijk het gebruik om buiten recht te spreken, zij het dat dit traditioneel onder een linde plaatsvond. Als een lezer meer weet van rechtspraak onder bomen in Bussum, vernemen de schrijvers van dit artikel het graag. De betreffende boom is overigens vanaf straat niet te zien.

Ook niet meer waarneembaar zijn de gemeentelijke bomen op de Koningslaan. Dit waren iepen uit 1789 (Ulmus hollandica). In 2008 heeft de gemeente de laatste iep moeten rooien vanwege de iepziekte.

Bijzonder aan de beplanting op nummer 27 is, dat deze er slechts twee jaar geleden is geplant. Toch oogt het alsof de boombeplanting er al tientallen jaren staat. Voor de toepassing van volwassen bomen bij de tuinaanleg heeft de gemeente in 2011 de meiprijs aan de bewoners uitgereikt (de jaarlijkse Meiprijs schenkt aandacht aan privétuinen en -groen).

      
Wilg Prinses Irenelaan
 

Prinses Irenelaan

Na de oorlog is ter hoogte van het vroegere terrein van rozenkweker De Wilde een schietwilg geplant (Salix alba). Het gaat om een zogenaamde meerstammige boom. De boom was de hoogste schietwilg van Nederland tot het moment dat omwille van de stabiliteit de top van de boom is verwijderd. 

Eikenhoutwallen

Op verschillende plekken in het Spiegel zijn nog resten van eikenhoutwallen aanwezig, onder andere aan de achterkant van het St. Vitus College en zwembad De Zandzee. Verder zijn op de Gooiberg delen van houtwallen op zowel gemeentelijk als op particulier terrein te vinden.

Bomen zijn, naast een aantal parken, de parels van het Bussumse groen. In het Spiegel is het gemeentelijke bomenbestand fragmentarisch aanwezig; er is vooral sprake van particulier groen. Het gemeentelijke bomenbeleid richt zich op de instandhouding en versterking van beeldbepalende bomen (onder andere laanbomen). In het Spiegel is de laanbeplanting van de volgende wegen onderdeel van de bomenhoofdstructuur: Nieuwe ’s-Gravelandseweg, Nieuwe Hilversumseweg, Meerweg, Groot Hertoginnelaan, Prinses Irenelaan en Bredelaan. Met het toenemende verkeer is het een uitdaging om de condities te creëren waarin bomen vrijuit en gezond kunnen uitgroeien tot gezonde en volwassen bomen. Een boom is pas betekenisvol als hij volgroeid is, want dan pas heeft hij een bepaalde omvang die het straatbeeld voor een belangrijk deel bepaalt. 

Bronnen

1.https://www.historischekringbussum.nl/web2/gvb/gvb11.htm (niet meer online?)
2.http://www.floravannederland.nl/G-180-loofbossen/  (G-180-loofbossenniet meer online ?))
3. OD205, stedenbouw onderzoek en landschap bv. Visiedocument ‘Groene Vingers’ Laren, Gemeente Laren, 2010, p. 15.
4. Jannes de Haan. Gooische Villaparken, Ontwikkeling van het buitenwonen in het Gooi tussen 1874 en 1940, Schuyt & Co, 1990, p. 39.

De foto’s zijn door de auteurs Gerrit Nieskens / Pam Rusman genomen en in kleur afgedrukt op pag. 17 van dit tijdschriftnummer.

Gerrit Nieskens is beleidsmedewerker en toezichthouder groen; Pamela Rusman is beleidsmedewerker groen; beiden in dienst van de Gemeente Bussum