Contactblad Historische Kring Bussum 14/1 (mei 1998) pag. 11-24
ViJos
Ina de Beer
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting
Gerelateerd artikel: Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 14, pag. 40
Het begin
Het ontstaan van ViJos is beschreven door de heer F.J. Dijker, die als broeder Eleutherius er vanaf het begin bij betrokken was. Hij beschrijft zijn herinneringen als volgt:
"De naam ViJos is een afleiding van de Vitus- en Josefschool. De Sint Vitusschool was gehuisvest in het enkele jaren geleden afgebroken schoolgebouw naast de Sint Vituskerk, welke bediend werd door pastoor V.d. Bergh en de kapelaans Van Vossen en De Groot. De overste broeder Leocadius was tevens hoofd van de Sint Vitusschool. In hetzelfde gebouw was ook de Sint Willibrordschool gevestigd. De naam van het hoofd van die school ben ik helaas kwijt.
Toen ik in 1953 in Bussum kwam in het klooster aan de Sint Vitusstraat (mijn broedernaam was Eleutherius) waren de kinderen juist per parochie gesplitst, want de nieuwe St. Jozefparochie was al opgericht en het kerkgebouw op de hoek van de CeintuurbaadLaarderweg stond er net, maar de nieuwe school nog niet. Ik kreeg in september 1953 de eerste klas met de kinderen van de St. Josefparochie en broeder Patrick Lamb de kinderen van de St. Vitusparochie.
De namen van de broeders die zich direct bemoeiden met de oprichting van de drumband waren de volgende. Broeder Leocadius, de overste van het klooster en óók hoofd van de St. Vitusschool en als overste had hij het ook voor het zeggen op de andere school. Broeder Patrick Lamb, die het verzamelen van oud papier opzette en dit tot zijn vertrek in 1959 uitstekend verzorgde. Hij kon de leerlingen geweldig enthousiasmeren. De kranten en ander oud papier werden verkocht en dat was in die tijd een uitstekende bron van inkomsten.
De grootte van de band werd in eerste instantie bepaald op 15 tamboers en 30 fluitisten. Ikzelf kreeg de zorg voor de tamboers en broeder Melchiades en Theodorik hadden de leiding van de fluitisten.
Het idee van de stichting van zo'n jeugdband is van broeder-overste Leocadius. In alle geheimhouding (niemand in het klooster wist daar iets van) heeft hij in eerste instantie contact gezocht met de Harmonie Sint Jozef in Bussum. Blijkbaar was men daar enthousiast voor het idee, want niet zo lang daarna werden de plannen aan ons voorgelegd. Dat was in de eerste helft van 1956. We zouden starten in nauwe samenwerking met de harmonie. De man die zich vanuit de harmonie met onze opzet zou bezighouden was de heer C.J. van den Akker.
Hoe werd het geregeld? Ikzelf studeerde wiskunde en zat met de factor tijd. Dit was ook het geval bij broeder Theodorik met zijn muziekstudie. Maar wij deden toch mee. Dat kon in die tijd ook moeilijk anders in verband met de beloofde gehoorzaamheid. Ik kreeg toen trommelles van twee tamboers van de St. Jozefharmonie. Daar kwam geen geschreven muzieknoot aan te pas. Het werd voorgedaan en door mij nagedaan, waarbij het hanteren van de trommelstokken een opgave was. Ik kreeg te maken met 'vlamslagen' en roffels: een roffel van drie, van zes, van negen en van twaalf. Tot ik op een keer een oefenboekje in handen kreeg en bemerkte dat heel dat getrommel in notenschrift opgetekend werd. En noten kon ik goed lezen, zodat ik spoedig geheel zelf aan de slag kon. De twee tamboers die mij de eerste beginselen bijbrachten waren de heer Steur en de heer Sloothaak.
Het leren fluiten was geen punt. Broeder Melchiades is inmiddels overleden, maar Theodorik (Veliscek is zijn familienaam) leeft nog en verblijft in het klooster in Rotterdam als secretaris van het provinciaal bestuur van de broederscongregatie. Hoe leerden we het tamboeren? Er waren nog geen trommels. Het leren ging op autobanden. Een stuk autoband werd op een plankje getimmerd en met de trommelstokken (die er al wel waren) werd op het stuk autoband getrommeld. Eerst nog door de heren Steur en Sloothaak, later deed ik het helemaal alleen.
Inmiddels waren er brieven uitgegaan naar de ouders van de leerlingen waarin de plannen werden uiteengezet. Deze plannen werden met enthousiasme ontvangen. Besloten werd om aan het begin van het nieuwe schooljaar in 1956 te starten met het instuderen van een eenvoudig programma. Over aanmeldingen hadden we niet te klagen. Niet iedereen had aanleg, zodat er geselecteerd moest worden. In de vierde klas mocht men beginnen, in de vijfde en zesde klas mochten de jongens meedoen. De band bestond alleen uit jongens, want we kenden toen alleen jongensscholen.
Van de tamboers herinner ik me nog wel een paar namen, zoals Jos v.d. Linden, Tonny van Oord, Gerard en Harry Huisintveld, Wil Vrakking, Hans Jorritsma, Jos Fokker, twee jongens van de familie Larsen en de jongens van Kluck en Landwaard.
1959: ViJos in actie. Op de achtergrond kijken de broeders toe. |
Er moest flink gespaard worden, want de wensen waren om, nadat er 15 marstrommels waren aangeschaft, nog 2 dieptetrommen te verkrijgen met een grote buiktrom en 2 lyra's. Een vaandel was er ook snel: klein en eenvoudig met een ontwerp van mijn hand. Later werd het een vaandel in de vorm van een vlag. Hoe het geld bijeengebracht is, is voor een groot deel een geheim gebleven. Dat geheim hebben broeder Leocadius en de heer Van den Akker waarschijnlijk in hun graf meegenomen. Wel weet ik dat broeder Leocadius soms wel eens iemand van een groot bedrijf uitnodigde om te komen kijken. Eén heb ik er onthouden, namelijk de heer Dreijver van de firma Thomassen en Dreijver uit Amsterdam. Of dat allemaal wat opgeleverd heeft is mij onbekend.
In 1957 is ons eerste optreden geweest. De 15 trommels, de 10 bazuinen en 30 fluitisten deden er aan mee. Dat was, als ik mij niet vergis, op Koninginnedag. Het was me een gebeurtenis! Prachtige uniformen hadden de jongens aan. Bordeaux-rode baretten met een broche in de vorm van ViJos erop gespeld. Witte coltruien, een Bordeaux-rode Tirolerbroek, een diepblauwe schoudermantel die goudkleurig was gevoerd en witte kniekousen. In totaal waren er zestig uniformen genaaid. Door zes dames. Twee namen heb ik onthouden: mevrouw Van der Linden en mevrouw Van Leeuwen. Ook mijn eigen moeder in Amsterdam deed dapper mee. Het waren toch spannende tijden. In 1959 waren alle bovengenoemde instrumenten aanwezig.
Ik herinner mij goed dat er van begin af aan vooral door de invloed van de heer Van den Akker. die de instructeur van de bazuinblazers was, een strenge discipline heerste. Dat had vooral te maken met de indruk die de band naar buiten toe moest wekken. Alle eisen aan een goede marstechniek werden in acht genomen. Als die in orde waren kon er pas in het openbaar worden opgetreden. Daarom werd er zeer intensief geoefend in het marcheren. Op de speelplaats naast de St. Vituskerk aan de St. Vitusstraat. Spoedig geschiedde dat ook met de instrumenten. Dat gaf best veel kabaal, maar in die tijd konden de omwonenden dat nog verdragen en voor het hek aan de straat was er veel bekijks. Op woensdagmiddag werd er gerepeteerd. Einde schooljaar 1957-1958 (of was het 1956-1957?) werd er op het schoolplein op een avond de eerste taptoe gehouden. Deze werd door ons zelf samengesteld en ingestudeerd samen met de Harmonie St. Jozef. Dat was een schitterende gebeurtenis. De aannemer Van Dijk bouwde aan beide zijden van de speelplaats tribunes en de firma Barneveld zorgde voor een perfecte kleurenverlichting, die de uitvoerenden kon volgen. De taptoe werd gehouden voor de ouders van de leerlingen en ook nog een keer voor het publiek. Deze betaalden entree.
Ook herinner ik mij dat wij voor de eerste keer meededen aan een grote taptoe (of uitvoering) in het oude sportpark. Daar stalen de jongetjes de show en kregen een daverend applaus. Langzamerhand ontstond een goedmoedige rivaliteit met de toen bestaande drumband 'Prinses Margriet'. Dat is een enkele keer onaardig geweest. Maar deze onaardigheid werd eerder veroorzaakt door volwassenen dan door de jongens.
Ik wil nog twee echte hoogtepunten vermelden.
1. Onze allereerste deelname aan het Wereldmuziekconcours in Kerkrade, waar we in de prijzen vielen.
2. Het meedoen aan een fancy-fair in Halsteren (NB), waar wij twee dagen verbleven met de opdracht op te treden in de omliggende dorpen om mensen naar de fancy-fair te lokken. Tijdens die fancy-fair won een van onze deelnemers een varken. Dit varken werd onmiddellijk geschonken aan onze eigen fancy-fair die een paar weken later zou worden gehouden. Tot die tijd mocht het varken in Halsteren blijven. De avond voorafgaande aan onze fancy-fair hebben Van den Akker, Van der Linden en ik dit varken opgehaald en bij Fokker (hoek Brinklaan-Sint Vitusstraat) gestald. Grote consternatie toen bleek dat het varken 's morgens de geest had gegeven en er halsoverkop een nieuw varken gekocht moest worden, want een varken was de hoofdprijs van onze fancy-fair. Dit alles was in 1958.
Als laatste moet ik melden dat onze eerste taptoe op de speelplaats werd gefilmd door broeder Gustavo. Bij het ontwikkelen van de film bleek er niets op te staan. De vorige gebruiker van het filmapparaat, broeder Avellino, had bij het terugleggen in het etui een verkeerd knopje omgedraaid en daar geen melding van gemaakt. Broeder Gustavo was woest!
Bij het verlaten van Bussum door de broeders was het maar wat goed dat er een stichtingsakte bestond d.d. 4 november 1957. Dat is, denk ik, de reden dat de club zo kon worden overgenomen. En ik blijf de heren van toen prijzen dat ze zo'n prachtig jeugdwerk in stand hebben gehouden en de band hebben uitgebreid met een 'showband'. En dat laatste is misschien wel het allermooiste dat de jeugd geboden is."
Het timmeren van een karretje
Omdat broeder Eleutherius (F.J. Dijker) hoopte dat het muziekkorps ook eens buiten Bussum kon optreden, stuurde hij de ouders van de leerlingen van de Broederschool een brief. Daarin uitte hij zijn bezorgdheid over de financiën. Hij had al gezorgd voor trommelstokken, blokfluiten, oefenplankjes en oefenboekjes. Dat had hem al meer dan f 1.000,-gekost. Weliswaar betaalden de leerlingen f 1,25 per maand waarvoor zij twee keer per week les kregen, maar dat bleek niet voldoende. Want er konden geen instrumenten en uniformen van gekocht worden. In zijn brief deed hij dus een voorstel: als de leerlingen nu eens oud papier ophaalden bij de inwoners van Bussum ...? Zijn plan vond bijval, want jeugdige leerlingen gingen enthousiast aan de slag en timmerden een karretje in elkaar. En op 3 maart 1958 ging de krantenactie van start ... en met succes. Er werden grote hoeveelheden oud papier opgehaald.
Het ophalen van kranten en oud papier werd eerst gedaan in samenwerking met de heer Cees van den Akker, van beroep agent van de gemeentepolitie Bussum. In een grote loods achter zijn achtertuin aan de Cornelis van den Bergstraat 17 werden de kranten door vrijwilligers opgeslagen. Toen die ruimte te klein werd voor de opslag, werd dit overgenomen door papierhandel N. van Slegtenhorst, Driestweg 12. Daarna nam papierhandel Van Leyen het over en kon men de auto lenen. Door vrijwilligers van ViJos werden de kranten in verschillende wijken opgehaald. Sinds 1987 wordt samengewerkt met firma Hilhorst die gevestigd is aan de Nieuwe Vaart. Al snel bleek dat het beter was om een en ander te coördineren. Achteraf is gebleken dat men in Herman Even de juiste persoon had gevonden. Hij werd omstreeks 1972 coördinator en deed gedurende 17 jaar met veel toewijding zijn werk. Daarom werd hij dan ook gehuldigd en tot erelid benoemd.
In november 1985 nam de heer Voorthuizen de leiding op zich, een jaar later gevolgd door twee spelende leden: Paul Bollebakker en Gert Bos.
Momenteel wordt per jaar ruim 500.000 kilo papier ingezameld, de grootste hoeveelheid in het Gooi. De garantieprijs is vijf cent per kilo, in januari 1998 verhoogd naar zeven cent per kilo. Door het inzamelen van oud papier kan de contributie laag worden gehouden en kunnen er onder meer instrumenten worden aangeschaft en kan het onderhoud aan de uniformen gehandhaafd blijven. Dat de krantenactie na veertig jaar nog zo'n groot succes is, had de broeder niet durven dromen. De krantenactie is de steunpilaar van ViJos.
De overslagtrom op het karretje, genomen in Heerlen in 1968. |
Winterconcerten
Sinds 1959 vonden winterconcerten plaats in gebouw Concordia aan de Graaf Wichmanlaan. De uitvoeringen, die werden gegeven samen met de Harmonie Sint Jozef, werden druk bezocht. De concerten werden besloten met het Wilhelmus, dat door de aanwezigen in de zaal uit volle borst werd meegezongen. De programma's kostten f 0,25.
Inmiddels waren er moeilijkheden gerezen betreffende de repetitieruimte in de Vitusschool. Er werd tijdelijk onderdak gevonden in de Mariaschool aan de Mariastraat. ViJos verhuisde op 1 september 1961 naar dit onderkomen. En vanaf die datum konden jongens en ook meisjes van alle r.k. scholen in Bussum lid worden van ViJos.
Omdat de overslagtrom groot en vooral zwaar was, werd naar een oplossing gezocht. Er werd een karretje geconstrueerd dat werd gemonteerd op twee grote en een kleiner wiel. Op het karretje, dat getrokken werd door een lid van de drumband, werd de overslagtrom geplaatst zodat de speler het gewicht van de trom niet voelde.
Mensen maken een vereniging
In januari 1998 telde ViJos 150 leden. Het oudste lid is 52 jaar en het jongste lid 7 jaar. De bloei van een vereniging is afhankelijk van de inzet van de mensen in die vereniging. Geen enkele vereniging kan zonder de hulp van de vele vrijwilligers. Ook bij ViJos is altijd veel werk te doen. Een van de personen die zich al jaren inzet is mevrouw Nel Wortel. Mevrouw Wortel verricht in de kleedkamer, bijgestaan door vijf à zes vrijwilligsters, het nodige naai- en verstelwerk aan de kleding. Maar vooral ziet zij er op toe dat de spelers er voor een optreden tip-top uit zien. Mevrouw Wortel herinnert zich een voorval uit 1994. Zestig leden van de drumband gingen met de bus naar de Efteling, niet alleen voor een bezoek aan het park; de drumband zou er ook optreden. Een meisje werd niet goed en gaf over op haar uniform. Eén van de vrijwilligsters ging in de Efteling op zoek naar een wasgelegenheid. Opgelucht kon worden adem gehaald nadat iemand van de wasgelegenheid bereid was het uniform te wassen en bovendien ook nog te drogen. Het ViJos-speelstertje kon alsnog met de drumband meespelen.
Dat ViJos al jaren een goed en verantwoord financieel beheer heeft is vooral te danken aan Frans van Kappel. Hij is ruim 23 jaar penningmeester en gaat uitermate kundig met de financiën om.
Bij de op 10 september 1933 in Hilversum geboren Arnoldus Nicolaas Bollebakker zat de liefde voor de muziek er al jong in. Op jonge leeftijd was hij misdienaar in het Sint Carolushuis in Hilversum. Toen hij met zijn mondharmonica bij muziekvereniging Sint Cecilia mocht optreden in een bejaardenhuis, beviel hem dat zó goed dat hij in 1946 - hij was toen 13 jaar - lid werd. Hij herinnert zich nog wat er gezegd moest worden tijdens het instuderen van de modelmarsen en wat bij thuiskomst veelvuldig werd herhaald: "Loop met je kop naar de bliksem toe." Diverse malen kreeg hij dan te horen: "Ga dan."
(1975): de heer A. Bollebakker voor de drumband. |
Jaren later werd hij gevraagd om instructeur te worden. Dat heeft hij dan ook met veel verve gedaan. Maar toen hij hoorde dat bij ViJos een instructeur werd gevraagd, maakte hij de overstap, iets waar hij geen spijt van heeft gehad. De heer Bollebakker heeft veel kinderen les gegeven, want zegt hij: "Werken met jeugd ligt mij wel." Hij weet hen te motiveren en ook discipline bij te brengen. Tijdens de gesprekken met kinderen was mij dat al opgevallen.
Hij ontwierp diverse shows waarvoor hij eerst de muziek uitzocht om daarna het ontwerpen 'van het lopen' te regelen. Zelfs het marcheren werkte hij uit tot showlopen: een fragment van twaalf minuten non-stop.
Tijdens een voorpremière in theater 't Spant werd de heer A. Bollebakker in 1993 gehuldigd vanwege zijn 20-jarig jubileum. Door de voorzitter van de aartsdiocesanenbond 'Sint Willibrord' kreeg hij de gouden bondsinsigne met zirkonia (= soort edelsteen) opgespeld. Waarbij hij geprezen werd om zijn gave de kinderen te motiveren en de liefde voor muziek bij te brengen.
Flauwvallen
Tijdens de bestuursvergadering op 20 november 1970 werd Ria Even-Bollebakker gevraagd zitting te nemen in het bestuur. Daar bleef het niet alleen bij. Want toen de heer Van Elferen ziek werd, werd haar gevraagd om het geven van de blokfluitlessen van hem over te nemen. In die jaren vonden de lessen plaats in de Valentijnschool, waar zij les gaf aan ongeveer veertig meisjes van zeven tot veertien jaar. Hoewel zij het zelf in het begin niet had verwacht, heeft zij met veel plezier gedurende ongeveer 25 jaar les gegeven aan in totaal ongeveer 550 tot 600 kinderen.
(4 juni 1978): tijderns het 25-jarig bestaan van de Sint Jozefkerk.
|
Als ik haar vraag wat haar vooral is bijgebleven, zegt zij: "Het flauwvallen van kinderen." Ria: "Het was, meen ik, in 1980 dat ruim tachtig kinderen van de drumband een optreden gaven in de Mariakerk aan de Brinklaan. Toen zij op het altaar stonden, bleken enkele kinderen hinder te hebben van de muziek door de akoestiek van de koepel. Zij trokken bleek weg en tot mijn grote schrik zag ik enkele kinderen flauwvallen. Daar was ik in de loop der jaren al op getraind en de kinderen werden dus van het altaar gehaald om hen mee naar buiten te nemen. Met een glaasje water en geruststellende woorden knapten zij weer op."
Ria Even heeft ook nog een mars gecomponeerd, de 'Marianne mars', die tijdens de jubileumavond op 8 november 1997 in 't Spant werd gespeeld. Als dank voor haar vele activiteiten kreeg zij in 1993 tijdens een uitvoering in 't Spant een zilveren speld opgespeld door de voorzitter van de Diocesanenbond.
In 1994 trok Ria Even-Bollebakker zich terug.
Het ontstaan van de showband
De spelers van de drumband konden slechts tot hun veertiende jaar lid blijven. Om te voorkomen dat die oudere leden uit de boot zouden vallen en omdat het gevaar bestond dat zij hun kennis en ervaring zouden vergeten, werd overleg gepleegd in het bestuur. Het uitgangspunt was om naast de drumband een showband op te richten. De heren C. van den Akker, G. Sloothaak, A. Bollebakker en mevrouw Ria Even-Bollebakker kwamen tot overeenstemming. De oprichting van Show- en drumband ViJos was in september 1974 een feit.
Nieuwe uniformen
Inmiddels was reeds lang nagedacht om over te gaan op nieuwe uniformen. En zo kon het gebeuren, dat op Koninginnedag 30 april 1974 de drumband 's morgens nog in oude uniformen een mars liep door het dorp en tot ieders verbazing ongeveer 80 spelers diezelfde avond verschenen in splinternieuwe uniformen voor een show voor het gemeentehuis. De inwoners van Bussum reageerden enthousiast. De uniformen worden betaald van de opbrengst van oude kranten en van donaties. Eén uniform kost ongeveer f 500,- en een hoed ongeveer f 100,-.
mevrouw R. Even met haar twee dochters
|
Het is een genoegen om de kleedkamer te zien waar alle uniformen, schoenen, hoeden en dergelijke zijn ondergebracht. Mevrouw Wortel was bereid mij de uniformen te laten zien en uit te leggen bij welke gelegenheden die worden gedragen. Het marsuniform van de showband bestaat uit een steenrode pantalon, wit overhemd met een stropdas in de kleur van de pantalon. Het colbertjasje is licht-beige van kleur en de manchetten, kraag en revers zijn in de kleur van de pantalon. Witte sokken, zwarte schoenen en zwarte cap met witte pluim maken het marsuniform compleet. Het show-uniform lijkt vrijwel op het marsuniform, doch in plaats van een overhemd wordt een witte pully met daarover een blouson gedragen.
Van de zeven- tot veertienjarigen van de drumband dragen de jongens eveneens een pantalon, witte pully en bijpassend colbertjasje; de meisjes dragen een rok. Een hoed met witte veer maakt dit uniform ook tot een mooi geheel.
Enkele drumbandleden
De 12-jarige José Pluer is al vijf jaar lid en het bevalt haar bij ViJos heel goed. Het oefenen op de hoorn gebeurt drie keer per week: op maandag, donderdag en vrijdag. Zij is er trots op dat zij af en toe mag oefenen bij de showband, ook al moet zij dan vrije tijd missen. Zij ervaart wel een aantal ongemakken en vertelt lachend: "De zwarte schoenen vind ik niet mooi, maar ze lopen wel lekker. Soms waait mijn hoed af en er zit een band onder de kin die vastgehouden wordt met een ringetje dat erg jeukt." Maar zij heeft nog niets verloren of kapot gemaakt; daar is ze blij mee.
Op oktober 1997 was José met de drumband van ongeveer vijftig personen in Utrecht. Daar hielden clowns uit binnen- en buitenland samen met cliniclowns een parade bij het Diaconessenziekenhuis. José raakte niet uitgekeken, vooral toen grote en kleine clowns al gek doende tussen de leden van de drumband door liepen. "Ik heb echt gelachen."
De twaalfjarige Daphne Saras is sinds vijf jaar lid; en met veel plezier. Ook zij oefent drie keer per week met de trompet en zij oefent ook al mee met de showband. Zij is de vriendin van José Pluer. Op mijn vraag of haar huiswerk van het Vituscollege door ViJos niet in gevaar komt, schudt zij haar hoofd. Daphne: "Meestal maak ik mijn huiswerk vóór het avondeten en soms kan ik al huiswerk voorbereiden." Maar de Franse taal vindt ze toch wel moeilijk.
Als ik haar vertel dat ik de ruimte heb gezien waar de uniformen hangen en dat ik de uniformen erg mooi vind, zegt zij dat de zwarte schoenen lelijk zijn maar dat ze er wel makkelijk op kan lopen. "Daar gaat het toch om", geeft zij toe. Eén keer is het voorgekomen dat Daphne in de kleedkamer de band van haar hoed verloor. Maar gelukkig was mevrouw Wortel of één van de vrijwilligsters - meestal moeders van de spelers - present om het euvel te verhelpen.
Een van de leukste dingen die Daphne bij ViJos heeft beleefd, vindt zij de keer dat ze met de drumband naar Duitsland is geweest. Een andere belevenis was, dat zij op zevenjarige leeftijd bij een uitvoering in 't Spant met ongeveer tien andere kinderen blokfluit speelde in een clownspak. De aanwezigen konden wel lachen om het clowntje dat daar op het podium al hinkend van het ene been op het andere stond te spelen. Het hinken hoorde echter niet bij de voorstelling, maar werd veroorzaakt doordat de huisarts juist die morgen enkele wratten van haar voet had weggebrand. Daphne beleeft veel pret aan het sinterklaasfeest in de kantine van ViJos. Haar tweelingzusje Jessica speelt ook trompet.
De negenjarige Paul Klijnman is anderhalf jaar lid en heeft ook op donderdagavond les van de heer Bollebakker. Op zaterdagmorgen van Friso Vleugel en Peter van Breemen. Hij vindt het oefenen wel leuk, alhoewel hij niet altijd zin heeft. Maar Paul is er trots op om tamboer te zijn en om soms met ongeveer vijftien andere leerlingen in de drumband mee te spelen. Om thuis te oefenen heeft hij een oefentrommeltje.
Paul: "Soms moet ik afdalen." En hij gebaart hoe dat moet. Bij de uitvoering ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum droeg hij voor het eerst het uniform. Zijn gezicht glimt als ik hem vraag hoe dat voelde. Toen de tamboers hadden opgetreden bleven zij op het podium staan. En Paul doet voor hoe hij daarbij de twee trommelstokken gekruist voor zijn borst hield. Vanaf het podium keek hij of zijn vader en moeder te zien waren. Uiteraard kon hij ze vanaf het verlichte podium niet zien in de donkere zaal.
De negenjarige Martine Wijngaard is enthousiast geworden door haar vriendinnetje Anika Blessing en heeft sinds tweeënhalf jaar blokfluitles van Annemiek Ernst. Ik vroeg haar waarom blokfluitspelers geen handschoenen dragen. Martine: "Als ik tijdens het spelen mijn handschoenen aan houd komen de gaatjes van de blokfluit niet voldoende dicht, waardoor de lucht niet goed door de blokfluit kan." Sinds enkele maanden heeft zij les op de hoorn. Het oefenen met een hoorn kan pas als de melktanden zijn gewisseld, met name de vier boventanden en vier ondertanden. In de toekomst wil Martine graag tuba spelen in de showband.
In 1997 mocht zij met de drumband optreden in Naarderheem in Naarden. Haar leukste herinnering is een weekend op een vakantieboerderij in Emmeloord, waar zij na een optreden "veel keet schopten" in het slaapvertrek en toch 's morgens om zes uur op moesten staan.
Omdat hij 25 jaar lid was, werd de trompettist Marco Ernst in april 1994 gehuldigd. Op een daartoe georganiseerd feestje was de folkloristische muziek- en dansgroep Baca uit de Tsjechische plaats Valasské Meziríci ook van de partij. De ongeveer 80 leden tellende ViJos showband is twee keer in deze Tsjechische plaats geweest op verzoek van de gemeente Bussum. De met Bussum gejumeleerde gemeente werd bezocht in 1995 en 1997.
Tamboer-maître
Zeven jaar was de nu 29-jarige Stephan Wennink toen hij in 1975 lid werd, want hij wilde tamboer worden. Zijn instructeur was de heer Bollebakker. Stephan weet nog hoe in die jaren het trommelen werd geoefend. In de Valentijnschool aan de Bloemhof was een klaslokaal omgebouwd tot oefenruimte. Daar stond een lange tafel en op die tafel lagen tien rubber matjes waarmee tien kinderen samen konden oefenen. Het nut van zo'n matje was dat het veel weerstand gaf tijdens het trommelen, zodat de polsen goed los kwamen. Instructeur A. Bollebakker gaf het ritme aan op een 'scherpe' trommel. Op het ritme van 'pán né koé kén' oefenden de kinderen op luide toon mee. Sinds enkele jaren worden zogenaamde 'practice pads' gebruikt: een 5 centimeter hoog oefentrommeltje met een doorsnee van 20 centimeter, waarmee de kinderen ook thuis kunnen oefenen.
Stephan had de smaak te pakken en is sinds 1985 tamboer-maître. De tamboer-maître bepaalt wat er gespeeld wordt. Tevens zorgt hij er voor dat bij het spelen van het repertoire het juiste tempo wordt aangehouden en dat iedere muzikant op het juiste moment zijn instrument aan de mond zet, zodat iedereen tegelijk de muziek inzet. Daarbij is de tamboerstok onontbeerlijk.
Als de showband (waarvan de jongste veertien jaar is en de oudste ongeveer 40) een show geeft in het dorp, wordt tevoren het repertoire vastgesteld. Ik vraag Stephan hoe hij, voor de band uit lopend, er voor zorgt dat op de straat liggende hondenpoep tijdens het lopen wordt ontweken. Stephan: "Als tamboer-maître loop ik voorop en als ik hondenpoep zie liggen, dan stop ik op ongeveer 20 centimeter afstand daarvan en houd ik mijn stok omhoog. Dan weten de spelers dat zij langs mij moeten lopen." Dat geldt ook bij paaltjes en andere obstakels. Na het passeren loopt de tamboer-maître weer naar voren. Tijdens zijn groei van zeven naar 29 jaar heeft hij ongeveer vijftien keer van uniform moeten wisselen.
ViJos valt in de prijzen
Tijdens een succesvol weekend in Maasbree op 15 juli 1993 sleepten de drum- en showband een groot aantal prijzen in de wacht. Ook op het Wereld muziekconcours in Kerkrade behaalden de bands zeer goede resultaten. Dit bleek ook uit het enthousiasme van het massaal aanwezige publiek. Voor de prestaties mocht ViJos de eerste prijs van de jury in ontvangst nemen.
Het jubileumconcert
Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan gaf ViJos op zaterdagavond 8 november 1997 een muziekuitvoering in theater 't Spant.
Nadat eerst het draaiboek was opgesteld kon met de voorbereiding worden begonnen. Vrijdag 7 november werd de container van de firma Hilhorst voorgereden en werden de ingepakte instrumenten en de uniformen op rekken ingeladen. Ook het podium ging mee. De container werd voor één nacht opgeslagen op de Nieuwe Vaart. De volgende morgen kwamen de vrijwilligers van ViJos naar theater 't Spant, waar inmiddels ook de container was aangekomen. Nadat alles was uitgeladen kon met de opbouw worden begonnen. Om half twee was de generale repetitie. En 's avonds om acht uur begon het jubileumconcert waarvoor bijna 800 bezoekers waren gekomen. Na het openingswoord door voorzitter A.J. Moolhuizen kon het muziekspektakel beginnen.
Eerst brachten de leden van de drumband hun muziek ten gehore. Opvallend daarbij was dat de leerlingen die in september 1997 lid waren geworden er ook bij betrokken werden, weliswaar nog niet in uniform.
Tijdens de jubileumavond werden een aantal jubilarissen voor het voetlicht gehaald. Mevrouw Wortel, die twee jaar eerder al de Kleine Johannes in ontvangst mocht nemen voor al haar inzet voor ViJos, werd ook nu weer in het zonnetje gezet. Voorzitter Moolhuizen: "Mevrouw Nel Wortel werd tot erelid benoemd, want zij is een soort moeder voor de band. Zij deelt niet alleen snoepjes uit aan de kinderen, maar vooral ziet zij er op toe dat aan de uniformen niets mankeert."
Verder werden Gert Bos en Aswin Menke gehuldigd. Beiden zijn al vanaf hun zevende jaar lid. Opvallend was dat Aswin overkwam uit Schotland waar hij tijdelijk werkt. En voor deze speciale gelegenheid was hij gekleed in Schotse smoking. Hij trad bovendien gedurende deze avond op als speaker.
Tijdens de pauze werden de spelers en het publiek getrakteerd op gebak dat was vervaardigd door bakkerij Van Breemen, die ± 800 gebakjes leverde waarop vermeld stond: "40 jaar ViJos". Die tekst op elk gebakje was door bakker Van Breemen vervaardigd met een speciaal procédé. Van elk willekeurige afbeelding (bijvoorbeeld een foto, logo, embleem of tekst) wordt een scan (= fotocopie via de computer) gemaakt. Deze wordt vervolgens met natuurlijke, eetbare kleurstof afgedrukt op ouwel: een eetbaar 'papier' dat ook wordt gebruikt onder bijvoorbeeld cocosmakronen en amandelkoek. Op deze velletjes ouwel is zo dus iedere afbeelding in iedere kleur en op elk door de consument gewenst formaat verkrijgbaar.
De tekst van de aankondigingen van de nummers van de drumband was geschreven door Annemiek Ernst. De aankondigingen werden verricht door enkele van de jongste leden. Een aantal jongens en meisjes heb ik gevraagd hoe zij het vonden om bij het jubileumconcert met de microfoon in de hand de aankondigingen te doen. Hieronder leest u hun ervaringen. Een te enthousiast meisje schrok zó van het geluid dat zij door de microfoon produceerde, dat zij het niet meer begreep. Van schrik hield zij toen haar hand voor de mond. Maar zij kreeg toch applaus.
De beide zevenjarigen Sjoerd Volkringa en Thomas van Tetering zijn vriendjes en sinds september 1997 lid. Zij doen hun best om tamboer te worden. Sjoerd is niet altijd aanwezig, want hij is ook nog voetballer bij SDO (Fvier). Met nog andere kinderen hebben zij les van de heer Bollebakker. Als ik hun vraag of hij streng is, zegt Thomas: "Soms is hij streng, maar ik vind hem een aardige meneer..." Volmondig zeggen zij "Ja" op mijn vraag of zij het naar hun zin hebben. Zij hopen zelfs heel lang lid te blijven. Dat voorspelt dus veel goeds voor ViJos.
Spontaan legt Sjoerd uit hoe het oefenen op de trommel gaat: "Om het ritme te krijgen gebruiken wij het woord 'pán né koé kén'. Met de trommelstok in de rechterhand worden de eerste twee lettergrepen geslagen en met de linkerhand de laatste twee."
Op de feestavond ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan mocht Sjoerd als eerste achter de microfoon de opening doen: "Wij hebben gekozen voor een swingende opening, de eerste klap is een daalder waard. Doet u lekker mee met 'On Broadway'." Het leverde hem een applaus op. Ook Thomas mocht een aankondiging doen. "Ik vond het heel spannend, ik had kriebels in mijn buik. Papa en mama zeiden dat zij trots op mij waren."
De tienjarige Benoni Simon woont ruim zeven jaar in Nederland, maar is geboren in Roemenië. Hij is sinds september 1997 lid en heeft het naar z'n zin. Hij oefent veel op de trompet en als ik bij hem thuis ben pakt hij de trompet uit de koffer. Benoni: "Juf Annemiek heeft gezegd dat niemand er aan mag komen als ik er niet bij ben." Hij probeert de tonen van 'Au clair de la lune'. Dan legt hij uit hoe hij zijn lippen tegen het mondstuk van de trompet moet drukken. Toen hij in de zomer in de achtertuin stond te oefenen, kwamen - hoe kan het anders - de buurtkinderen kijken.
Ook Benoni mocht tijdens de feestavond een nummer aankondigen: "Het slagwerk is aan de beurt voor hun tweede nummer. Zij willen graag laten zien wat ze met twee stokjes allemaal kunnen. Let u hierbij vooral op de snelheid. Het nummer heet 'Con Espressione'." Uiteraard kreeg hij een applaus.
De tienjarige Rosanne Vet ging met haar vader en moeder mee naar de open dag van ViJos en wilde meteen lid worden. Zij heeft blokfluitles. Rosanne weet nog precies wat zij met de microfoon moest aankondigen: "Het volgende stuk neemt u mee op avontuur. Het begint vlot en gaat over in een spannend gedeelte, maar zoals altijd loopt het goed af. Iedereen opgelet voor 'Adventure game'." Ook zij kreeg een spontaan applaus.
Milou Klomp is zeven en een half jaar en krijgt blokfluitles. De tekst die zij moest uitspreken voor de microfoon is zij inmiddels vergeten. "Ik heb thuis veel geoefend, maar met de microfoon vond ik het griezelig, maar wel spannend." Ook zij heeft het er goed van afgebracht. De zevenjarige Sarona Majoor werd ook lid nadat zij met haar ouders naar de open dag was geweest. Ik vraag haar of zij zenuwachtig was met de aankondiging. Sarona: "Toch wel, omdat ik bang was dat ik alles fout zou doen. Maar gelukkig ging het goed." Haar aankondiging luidde: "Zo!, nu even een ballad en lekker rustig aan. U hebt nog een hele avond voor de boeg. Let u bij dit vooral op de fluit en trompet. Veel plezier met 'Free again7."Tijdens het vertellen komt Annemiek Ernst ook bij de kinderen in de ViJos-studio zitten.
Voor de kinderen heeft zij een verrassing: op Koninginnedag mogen zij optreden in het dorp; en dan voor het eerst in uniform! "Is het echt waar..?", vragen de kinderen vol verbazing.
ViJos: een springlevende vereniging op weg naar de toekomst. Want wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.