Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 16/3 (december 2000) pag. 86-91


De renbaan op Cruysbergen

M.J.M. Heyne

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor vergroting

De oorsprong van de paardenrenbaan op Cruysbergen moet eigenlijk gezocht worden in Amsterdam. De stad bezat achter het Rijksmuseum een renbaan, die echter in 1893 een verdere uitbreiding van de stad in de weg stond en moest verdwijnen. Er moest dan ook gezocht worden naar een nieuwe lokatie, bij voorkeur in of nabij de stad. De besturen van de Amsterdamsche Sportclub en de Algemene Harddraverij Vereeniging staken de koppen bij elkaar en kwamen tot een oplossing: Één van
hen, de effectenmakelaar Henri Broekman bezat in Busssum aan de 's Gravelandscheweg (nu de Franse Kampweg) een gedeelte van het vroegere landgoed Cruysbergen, dat na het overlijden van Jonkheer Hendrik Jacob Rutgers van Rozenburg in 1880 in kavels in de verkoop gebracht was.
Henri Broekrnan had zich bovendien van het recht verzekerd om gedurende vijf jaar op een gedeelte van de lager gelegen weilanden achter zijn bezit evenementen te organiseren. 

      
 
Afb. 1. De eerste baan uit 1891 is in stippellijn aangegeven.
1=de hoofdtribune; 2=de starttore  n, scheidsrechterstoel, 3=het jockeyverblijf,
4=het totalisatorkantoor, 5=de paardenstallen, 6=de muziektent.

De aanleg van de renbaan en de opening

De heer Broekman liet een strook van het bos kappen, om ruimte te maken voor onder andere een tribune en zette een ei-vormig parcours uit met een lengte van 900 meter (de streeplijn in afb. 1)

De baan kreeg rechte stukken met voor de tribune een lengte van ruim 100 m, aan de overzijde van de baan 75 m. en voor de laatste bocht naar het lange rechte eind ca. 30 m. lengte. De wat ongebruikelijke vorm van de baan vond zijn oorzaak in een kavelgrens die dwars over het weiland liep en ooit bij het afgraven was ontstaan doordat daar een voetpad naar 's Graveland liep.

De aanbesteding vond op 17 april 1893 plaats voor f 7.100,-.

      
Afb. 2 De toegang tot de baan aan de Franse Kampweg
 

Voor de bereikbaarheid kreeg de baan twee toegangen. De hoofdtoegang was aan de Franse Kampweg (afb. 2) en leidde naar de grote houten tribune die op de rand van de afgraving stond. Die ingang is nog terug te vinden, links van villa Cruysbergen op nummer 6. Aan de Nieuwe 's Gravelandseweg was eveneens een toegang. Die bood de mogelijkheid om met rijtuigen het middenterrein te bereiken en ze daar te stallen. Ook die ingang is er nog, maar geeft nu toegang tot een militair opslagterrein, tussen de nummers 80 en 82.

De feestelijke opening vond plaats op 23 juli 1893, met een uitgebreid programma dat door de beide Amsterdamse verenigingen was samengesteld voor hun leden. Het omvatte een zestal onderdelen van uiteenlopende aard:
13:30 u.: De Bussum-prijs. Een handicap-wedren op de vlakke baan over 2.000 m; voor paarden van 3 jaar en ouder.
14:00 u.: De Openingsprijs. Een recorddraverij voor aangespannen paarden van alle landen en rassen, die geen beter record dan 1 min 54 sec. per km gelopen hebben.
14:30 u.: De militaire-sportprijs. Een steeple-chase over 3000 m voor paarden van alle rassen, die hetzij op de vlakke baan, hetzij over hindernissen geen prijzen gewonnen hebben van een hogere waarde dan f 700,-
15:00 u.: De Cruysbergen-prijs. Een record harddravenj over ca. 3000 m voor paarden van alle landen en rassen.
15.30 u.: De Princess Ida-prijs. Een handicap hordenren voor paarden van 3 jaar en ouder, over ca 4.000 meter.
16:00 u.: De Aanmoedigings-prijs. Een harddraverij over 1.600-1.700 m; voor aangespannen paarden zonder Nederlands of buitenland record.
Het totaal uitgeloofde prijzengeld bedroeg f 3.800,-.

In 1893 werden verder geen wedstrijden meer gehouden, maar het jaar daarop waren er twee wedstrijddagen in het landelijk programma opgenomen.

Henri Broekman had omstreeks 1895 voor zichzelf een villa laten bouwen onder de naam Klein Cruysbergen, rechts van de toegang aan de Franse Kampweg. Toen Frederik van Eeden links en rechts van zijn terrein Walden stichtte, zat Broekman er als een wig tussen. Van Eeden kocht Klein Cruysbergen om er zijn moeder te laten wonen, maar Broekman weigerde vooralsnog om te verhuizen. Nog bijna 2 jaar bleef hij er wonen om Van Eeden dwars te zitten en vertrok pas in augustus 1900. 

De bloeiperiode

In 1903 was het aantal wedstrijddagen al tot 6 gestegen, te weten: 26 april, 20 mei (Hemelvaartsdag), 21 juni, 5 juli, 2 augustus en 13 september. Ook van 1908 is bekend dat er 6 wedstrijddagen waren, verspreid over de maanden mei tot en met september. Hemelvaartsdag stond jaarlijks als wedstrijddag in het landelijk programma vermeld.

      
 
Afb. 3. De ijzeren tribune uit 1903.

Om de houten tribune te vervangen werd in 1903 een nieuwe vervaardigd door de Hilversumsche IJzergietenj en Smederij Enzink, naar ontwerp van architect C.J. Kruisweg. Die had al eerder een totalisatorgebouwtje voor het middenterrein ontworpen en ontwierp na de tribune ook een fraai jockey-verblijf met een weegkamer. (afb. 3 en 4). In de weegkamer werden de jockeys gewogen om hun gewichtshandicap vast te stelIen.

       
Afb. 4. Het jockey-verblijf met de weegkamer onder het linker puntdakje
 

Twee jaar later, in 1905, kwam het aangrenzende stuk weiland beschikbaar en kon over het aanleggen van een grotere baan gedacht worden. Het werd een scheve vierhoek, met rechte einden van 380 resp. 90 m. en afgeronde hoeken, waardoor het een totale lengte had van precies 1.200 m. De aanleg stond onder leiding van de Bussumse tuinarchitect P.H. Wattez, die het terrein zodanig inrichtte, dat er ook hindernisraces gehouden konden worden. Een brede ondiepe sloot van 14. m breed, een doornhaag en andere obstakels maakte dit soort rennen erg attractief voor de toeschouwers.

Maar niet alleen paardencourses werden er op Cruysbergen gehouden. Zo hield het Gewest Noord-Holland van het Nederlandsche Gymnastiekverbond er op 17 juli 1904 zijn uitvoering, waarbij honderden turners hun venichtingen vertoonden op het middenterrein. Een zangersfeest, dat op 12 juli 1905 werd gehouden, gebruikte de tribune als podium, waarbij de toehoorders op het middenterrein stonden.

Voor de bezoekers van de paarden races bleef nog jarenlang de oude treinhalte 'Renbaan' in gebruik, welke we ook al tegenkwamen bij de renbaan op de Bussumer hei. De advertentie in het Handelsblad van mei 1905 die de H.IJ.S.M. liet zetten spreekt voor zichzelf. (afb.5)
Deze halte moet er dus ook na het sluiten van de renbaan op de hei nog geweest zijn en (incidenteel) gebruikt zijn, in tegen stelling tot wat ik in het voorgaande artikel schreef. Renbaan Cruysbergen bleef met al dit soort activiteiten jarenlang een trekpleister, met name voor de liefhebbers van de paardensport, die graag een gokje waagden. 

Het einde van de renbaan

De paardensport werd een geduchte slag toe gebracht, toen minister Abraham Kuyper in 1912 zijn Wet op de Totalisator door de Kamer kreeg. Het wedden op paardenraces, wat een zeer belangrijke bron van inkomsten voor de organisatoren was, werd verboden en voor een groot deel van het publiek werd het daardoor minder aantrekkelijk en dat bleef voortaan weg. Cmysbergen was niet meer rendabel te exploiteren en werd al snel gesloten.

Toen kort daarop de Eerste Wereldoorlog uitbrak, kocht het Ministerie van Oorlog het terrein en liet het ombouwen tot Remote Depot voor de vestingartillerie. Het leger ging er paarden trainen om veldgeschut te trekken. Om zoveel mogelijk paarden te kunnen onderbrengen, metselden soldaten de tribune dicht en maakte er stallen van. De al aanwezige stalruimte was voor dit doel ontoereikend. (afb. 6)

       
Afb. 6. Het dichtmetselen van de tribune in 1914.
 

Gelukkig werd ons land niet in de oorlog betrokken. In 1920 hief het Ministerie het depot op en gaf het jaar daarop de grond in eeuwigdurende erfpacht uit aan de heer J.F. Spliethoff. Deze had echter niet alles nodig en verhuurde de laaggelegen weilanden tegen erfpachtprijs aan boeren. Zelf ging hij in het jockey-verblijf wonen, dat hiervoor tot woonhuis werd omgebouwd. Ook de grote tribune was meer tot last dan gemak en de bovenbouw verkocht hij. Op het terrein van Van Oeveren bij de Nieuwstraat ging ze een nieuw leven leiden als opslagloods.Vorig jaar zijn de schamele resten hiervan gesloopt om aan de Van Oeverenstraat woningen te kunnen bouwen.

       
 
Afb. 7. De start toren. Ook een ontwerp
van C.J. Kruisweg

De betonnen voet van de tribune en de gietijzeren starttoren bleven op Cruysbergen staan. Het torentje diende nog jaren lang als exclusief theekoepeltje. (afb. 7).

Kort na het begin van de Tweede Wereldoorlog vorderde de bezetter de stallen van de renbaan om daar hun paarden in te stallen. Dat was maar van korte duur, want al na acht maanden vertrokken zij weer met bestemming Noord- Afrika. Spliethoff, beducht voor een nieuwe inkwartiering waarbij misschien ook zijn huis gevorderd zou worden, verkocht de stallen aan Wiegmans, die er graag wilde wonen.

Tot 1956 bleef het rustig. Toen kreeg Defensie behoefte aan het weiland, om er een opslagplaats aan te leggen. De eeuwigdurende erfpacht bleek toen maar van tijdelijke aard te zijn en de boeren moesten andere weidegrond zoeken. Het terrein werd bouwrijp gemaakt en er verrezen stenen loodsen, omgeven door een manshoog hek met waarschuwingsborden. Het gietijzeren starttorentje bleef staan, tot het in 1972 zodanig weggeroest was, dat slopen onvermijdelijk was.Het karakteristieke torentje op het woonhuis was al in 1935 weggebroken wegens lekkages. Jammer, want het huis heeft daarmee veel van haar allure verloren. Omdat het terrein afgesloten gebied is, is ook van deze renbaan weinig tot niets meer voor het publiek terug te vinden.