Contactblad Historische Kring Bussum 14/2 (september 1998) pag. 43-44
'Circus Carré'
Antonius H. Brouwer
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Tijdens de grote vakanties van 1939, 1940 en 194 1 speelden wij op de Zandzee circus, onder leiding van mijn op een na oudste broer Kees die dus ook de directeur was. want circus was zijn grote hobby. Van kettingkast en jasbeschermer en verpakkingskarton. wat wekelijks bij mijn vader in de fietsenzaak binnenkwam, werden door Kees hoge hoeden gemaakt, de zogenaamde 'kolenbakken" wat ook meteen de naam was van de directeur: 'Koos Kolenbak'. Ook beenkappen werden van hetzelfde karton gemaakt tot over de veters van onze schoenen, zodat het net laarzen leken; dat alles werd met zwarte fietsenlak beschilderd. Dat kostte kilo's lak. waartegen mijn vader eerst bezwaar maakte maar later zag hij in dat wij door de bezigheden van ons circus geen tijd hadden voor kattekwaad. Kees was zo vindingrijk en handig dat hij van blikken sigarendozen sporen knipte en met een elastiek van een oude binnenband om je schoenen leek het zo net echt. Ik hoop van harte dat diegenen die dit lezen nog weten of hier ooit foto's van zijn gemaakt want wij hadden toen zelf nog geen fototoestel. Als er foto's bestaan houd ik mij aanbevolen om eventueel te kopiëren.
Maar nu verder met ons circus. De tent werd gebouwd van palen in de grond waar omheen oude vloerkleden en tentzeil werd gespijkerd. Helaas was het niet hoog genoeg, want lange mensen keken over de kleden heen hetgeen wij niet leuk vonden omdat dit niks opleverde. De entree bedroeg 2 cent waar wij dan nietjes en spijkers voor kochten om het karton aan elkaar te maken. We gingen ook met onze karren de buurt in om kaartjes te verkopen en zodoende wat reclame te maken voor ons circus. De kaartjes werden uiteraard ook door onze directeur gemaakt met behulp van stempelkussen en drukletters. Het gekleurde karton voor de kaartjes werd door ons bijeen gescharreld. enkele grotere jongens die al een baan hadden zullen daar wel meer van geweten hebben. We hadden ook een echte kassa waar de meisjes uit onze laan om vochten om in te zitten, maar die plaats was al bezet door Annie Koppel, op wie onze directeur verliefd was.
De zitplaatsen in ons circus waren gemaakt van oude groentekisten met planken erop. Die groentekisten kwamen van onze beste groenteboer Esman die overal mee begaan was wat wij op touw zetten. De planken werden geleend uit de houtloods van Leo Jacobs, zonder zijn toestemming uiteraard. In de piste lag echte mot; die kon je gratis halen in de zagerij van Pooters en uit de kofferfabriek van onze buurman Beek: wanneerje zo'n klein deeltje in je oog kreeg liep je de halve dag te tranen. Onze circuswagens waren gemaakt van oude kinderwagens en fiets- en autoped-wielen, die ook allemaal in de kleuren werden geschilderd van ons circus Carré: rood en blauw en veel gouden en zilveren sterren. ook weer van sigarendozen gemaakt.
We hadden ook een echte bokkenwagen die. als ik mij goed herinner, bij de familie Bus vandaan kwam. Dezelfde bok of geit trad ook op in ons circus. We hadden ook echte bewakers rond de tent. Die functies werden gespeeld door de wat oudere jongens die niet durfden op te treden in de piste. Allemaal, ook de bewakers, waren gekleed in oude vesten met daarop veel geknipt blik, zoals rondjes. sterren en tressen. Alleen als bewaker had je een wat lagere pet op, verschil moest er zijn. Onze directeur Koos Kolenbak herkende je uit duizenden. Op zijn mooie pak had hij zijn hele fantasie op uitgeleefd en zijn fantasie kende geen grenzen.
Mijn vader had tijdens de grote vakanties weinig rendement van mijn broer Kees die toen al bij vader werkzaam was in de fietsenmakerij. maar hij hield door zijn circus alle jongens en ook enkele meisjes uit onze laan 'van de straat' (zoals dat heet). Met volle overgave en inzet werd door iedereen geoefend op stuntjes en acrobatiek. Een paar jongens. waaronder mijn broers Wim en Frans, konden goed op hun handen lopen. Helaas kan ik mij niet alles meer herinne-ren. want in die tijd was ik 6 of 7 jaar. Doch ik durfde toen ook al veel. Ik herinner mij bijvoorbeeld de mensentoren van eerst 4 jongens daarop 3jongens en daarboven nog 2 jongens en op zo'n kleine 5 meter hoogte stond ik dan. Ik zou het nu niet meer durven. Mijn broer Gijs was beheerder van het wagenpark karren, dus hij had ook de bijnaam Jan Kar. Hij stond ook in de mensentoren die bij afwisseling werd gemaakt door de gebroeders Bus, Joop van Schaick, Joop Koppel, Bolle van Os, Dick Smit, Jan van Wieferen. Bertus ter Wal en een jongen die logeerde in de Heidelaan maar wiens naam ik niet meer weet en mijn broers Gijs en Frans.
We gaven ook middagvoorstellingen en dan werden verschillende stunts en trucs en clownerie door de jongere jongens gedaan. Natuurlijk hadden we ook een surrogaat-paard; het hoofd hiervan was gemaakt van een oude wandelwagenzak. Ook mijn neef Jantje Brouwer had een groot aandeel in ons circus waarvan hij zelfs in 1941 de directeur was omdat mijn broer niet meer gemist kon worden bij vader. Maar mijn broer verleende toch nog achter de schermen zijn medewerking met knip- en plakwerk.
Opeens in de zomer van 1941 kwam de politie opdraven in de vorm van een jong broekie om ons te verbieden nog langer met het circus door te gaan. Hij kwam van een koude kermis thuis toen wij de hulp van mijn vader inriepen; met de staart tussen zijn benen is hij afgedropen, terug naar het politiebureau.
Ik zal proberen alle namen van de medewerkers van Circus Carré op te schrijven en doe nogmaals het verzoek of er iemand foto's heeft uit die tijd. Hier volgen de namen: Theo Bernard. Antoon Bus. Gerrit Versteeg, Jan Schimmel. Joop Koppel en zijn zussen Annie en Gerie, Theo en Jan Brouwer. Dick en Herman Smit. Joop van Schaick. Willem en Tijmen Heerschop, Bertus ter Wal en zijn neef Richard van Eijden en later in 1941 ook Bep. Jan van Wieferen en Annie van de Griend. Willie en Alie Brouwer, Jenny van Wieferen en Sonja Breyer, Wim en Broer van Os (Bolle), Hennie en Adriaan Nagel. Cor Mulder, Theo, Kees, Wim, Lyda, Frans, Gijs en ondergetekende. Ik hoop dat ik niemand vergeten ben.