Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift jaargang 31 nummer 1 (april 2015) pag. 20-23


De Gooi- en Eemlander in en na de oorlog

Klaas Oosterom

      


 
Het hoofdkantoor aan de Groest in Hiversum
omstreeks 1940 (aquarel van J. Sluijters jr.

 

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Het dagblad De Gooi- en Eemlander bestaat al sinds 1871. In 1991 verscheen een boek over De Gooi- en Eemlander tijdens de bezetting en de daarop volgende bevrijding, van de hand van de vroegere hoofdredacteur Guus Pikkemaat. Het onderstaande artikel is grotendeels aan dat boek ontleend.

 

De Gooi- en Eemlander in de oorlog

In 1940 had de krant drie locaties, het hoofdkantoor en de redactie plus het technisch bedrijf in Hilversum enbijkantoren in Bussum en Laren. Directeur en eigenaar was Bernard Klene Sr.Al snel kreeg de redactie richtlijnen van de bezetter wat ze moesten publiceren en hoe. Zo moest men zich onthouden van artikelen en commentaren die schadelijk konden zijn voor de Duitse politiek of het Duitse leger. In veel gevallen heeft de krant zich daaraan gehouden.

Men moest zich onthouden van
artikelen die schadelijk
konden
zijn voor de Duitse
politiek of
het Duitse leger’

     

 

 

 
   

De hoofdredacteur, H. (Henri) van Calker, was bangelijk. Een van de pijnlijkste berichten die de Gooi- en Eemlander als enige krant in ons land plaatste, stond in het nummer van 5 oktober 1940: het onderschrift bij een foto van een Engels bombardement op Haarlem “door vliegtuigen, betaald door Nederlands belastinggeld dat H.M. de Koningin meegenomen had naar Engeland”. Toen ik in het Streekarchief van Naarden de krant van 5 oktober 1940 opvroeg, bleek de foto met onderschrift eruit verwijderd te zijn! Toch is ook veel gedaan om de Duitse bemoeizucht van zich af te schudden. Zo werden bepaalde berichten verdonkeremaand, werden stukken ‘vergeten’ en liet men telexberichten verdwijnen.

        
Redactiekantoor en technisch bedrijf aan de Hoge
Larenseweg te Hilversum omstreeks 1940
 

In december 1941 werd André (Dré Graumans), een NSB-er, hoofdredacteur, maar veel last had men niet van de man. Hij hielp redacteuren zelfs aan een Ausweis. Toch werd een medewerker, Bernard M. Miché, vanwege illegaal werk gearresteerd en in het voorjaar van 1942 gefusilleerd. In augustus 1944 kwam er een veel fanatiekere hoofdredacteur, H.A. Goedhart, een vriend van Max Blokzijl. Die werd dan ook behoorlijk tegengewerkt door de medewerkers van de krant.
Op Dolle Dinsdag (5 september 1944) sloeg de stemming plotseling om. Goedhart gaf zelfs opdracht om een bevrijdingsnummer te maken. Toen echter bleek dat de opmars van de Geallieerden stokte, heeft men deze ‘gevaarlijke’ krant vernietigd. Daarna heeft Goedhart geprobeerd de medewerkers te beschermen tegen tewerkstelling in Duitsland. Omdat hij wel zag dat Duitsland de oorlog zou verliezen, dekte hij zichzelf hier mee in voor later.

De Gooi-en Eemlander werd verboden, net als alle kranten
die na 1 anuari 1943 nog waren verschenen

     

 

 

 

 
   

De omvang van de krant kromp door papierschaarste steeds verder, uiteindelijk tot niet meer dan een kwart vel. Directeur Klene van de Gooi- en Eemlander sloot dat najaar een overeenkomst met de Ondergrondse om na de bevrijding het toen nog illegale blad ‘De Vrije Gooi- en Eemlander’ te gaan uitgeven. Deze afspraak ging echter na de bevrijding op 5 mei 1945 niet door.

 

 De Gooi- en Eemlander na de oorlog

De gezamenlijke illegale bladen kwamen namelijk met een nieuw dagblad: Gooische Klanken.De Gooi- en Eemlander werd verboden, net als alle kranten die na 1 januari 1943 nog waren verschenen. Eerst moest er een perszuivering komen. Gooische Klanken maakte gebruik van de mensen en drukkerij van de Gooi- en Eemlander. De zitting van de perszuiveringscommissie waarop uitspraak werd gedaan over de gedragingen van de Gooi- en Eemlander en haar medewerkers tijdens de bezetting, vond pas plaats in januari 1946. Enkele medewerkers kregen voor enige maanden tot twee jaar een beroepsverbod opgelegd, variërend van enkele maanden tot twee jaar. De directeur, Klene, mocht zelfs vijf jaar zijn beroep niet uitoefenen. De man die de Vrije Gooi- en Eemlander zou gaan runnen werd nu de nieuwe directeur. De herverschijning van de Gooi- en Eemlander liep echter nog enige maanden vertraging op. Gooische Klanken was de concurrent. Ze moesten beide van dezelfde gebouwen, materialen en mensen gebruikmaken. De zetterij en drukkerij werkten Gooische Klanken tegen waar ze maar konden. De Gooi- en Eemlander was na herverschijning juist succesvol, gelet op het aantal abonnees en de advertentie-inkomsten.‘

 

Gooische Klanken

Het dagblad met deze naam verscheen direct na de bevrijding en kwam voor het eerst uit op 7 mei 1945. Het was een dagblad dat de zegen kreeg van alle illegale persgroepen die tijdens de bezettingsjaren in het Gooi waren ontstaan. Gymnastiekleraar en illegaal werker Niek Vlot en assuradeur J.G. Spaan waren de mannen die het nieuwe dagblad op de kaart moesten zetten. Alleen in de eerste maanden na de bevrijding ging het goed met Gooische Klanken. De medewerkers werden goed betaald. Dat gold zeker voor directeur Vlot die ook nog eens forse declaraties indiende, en zich meer en meer als profiteur ontpopte. Vervolgens bleek dat de krant ten onrechte alle gebouwen en materialen had overgenomen. Men moest in het najaar van 1945 de redactielokalen ontruimen en de abonnementenadministratie teruggeven en men kon de krant alleen nog tegen contante betaling laten drukken.

 

     
Gooise Klanken op 3 Juli 1945
 
Gooische Klanken in 1948
 
De Gooi- en Eemlander in 1949
 
De Gooi- en Eemlander van 1950 tot 1956

Begin 1946 mocht De Gooi- en Eemlander weer verschijnen en deze groeide snel ten koste van Gooische Klanken. Onder leiding van een nieuwe directeur maakte de krant een ware bloeitijd door. Gooische Klanken zakte steeds verder weg, werd technisch tegengewerkt en kon ten slotte de rekening voor het drukken niet meer betalen. Märckelbach in Bussum nam de krant over, een drukker die nota bene tijdens de bezettingstijd het naziblad De Zwarte Soldaat had gedrukt! Lezers en redacteuren waren woedend. In 1949 ging Gooische Klanken failliet. De laatste maanden was het een krantje van twee pagina’s geworden.

 

Een naamsverbod

In 1949 kreeg de Gooi- en Eemlander echter alsnog een naamsverbod voor vijf jaar. Men koos toen voor “De Gooi”, een naam die in de volksmond al veel gebruikt werd. Toen de nieuwe naam al enige tijd in gebruik was, werd daar bezwaar tegen gemaakt, omdat hij te veel zou lijken op de verboden naam. De rechter gaf de klager gelijk. Een prijsvraag leverde een nieuwe naam op: “Het Gooi en Ommeland”. De krant voerde van 1950 tot 1956 die titel. Daarna keerden de oude naam en ook de oude directeur weer terug.

 

Naschrift
Dr. G. Pikkemaat (1929) was van 1963 tot 1989 werkzaam bij de krant en fungeerde er ruim 23 jaar als hoofdredacteur. De schrijver vertelde me in 2013 dat hij in 1990 van de heer Klene, eigenaar van de G&E en achterneef van de eigenaar/directeur tijdens de bezetting, het verzoek kreeg het boek te schrijven. Er bleken echter nauwelijks archiefstukken te zijn. De oude heer Klene was door de zuivering na de oorlog zo verbitterd dat hij veel archiefstukken heeft verbrand. Het boek berust daarom vooral op interviews met nog levende betrokkenen. Daardoor krijgt het verzet van medewerkers tijdens de oorlog een zekere nadruk en leest het ook als een verdediging van directie en leiding.

 

Bron en afbeeldingen

Guus Pikkemaat, Dagblad De Gooi- en Eemlander tijdens de oorlogsdagen, de bezettingstijd en de eerste jaren na de bevrijding. Uitgave Dagblad de Gooi- en Eemlander b.v. 1991. Het boek werd in een oplage van 500 stuks gedrukt en beperkt verspreid. (Oud-)medewerkers kregen een exemplaar.