Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift jaargang 31 nummer 1 (april 2015) pag. 27-28


Kära Hannie!

Nol Verhagen

      
Tegeltje voedseldroppings (coll. HKB

 Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Iedere Bussumer die ouder is dan 75 jaar herinnert zich nog de bevrijding en de daaraan voorafgaande hongerwinter. Zo ook Hannie Hille - Overeem, destijds 10 jaar oud. Zij vertelt mij het verhaal van het Zweeds Wittebrood.

Het Zweeds Wittebrood, dat aan het eind van de hongerwinter als manna uit de lucht kwam vallen, heeft in de loop der tijd mythische proporties aangenomen. In werkelijkheid kwam niet het brood uit Zweden, maar het meel dat door Nederlandse bakkers werd gebruikt om ‘Zweeds wittebrood’ van te bakken. Dat deed echter niets af aan de dankbaarheid van de hongerende Nederlanders jegens de Zweden.)

In 1946 zat Hannie Overeem in de klas van meester Koornneef op de Prinses Marijkeschool aan de Godelindedwarsstraat te Bussum, die overigens toen nog School D heette, want prinses Marijke werd pas in 1947 geboren. Meester Koornneef, die van alles met zijn klas ondernam, had contact gelegd met een Zweedse school.

 Schoolfoto van de klas van Hannie Overeem
(foto familie-archief)
      

En zo kwam het dat Hannie Overeem in April 1946 een in keurig handschrift geschreven briefje ontving van een Zweeds meisje, Gunnel Borg, eveneens 10 jaar oud. Gunnel woonde in Göteborg, Sveridge. Hannie kon dat Zweeds natuurlijk niet lezen, net zo min als de andere kinderen in haar klas die een briefje uit Zweden ontvingen. Dat belette hen niet om terug te schrijven. Geïnstrueerd door meester Koornneef bedankten ze hun Zweedse leeftijdgenoten voor het wittebrood dat hen aan het eind van de oorlog zo goed had gesmaakt. We mogen ervan uitgaan dat de Zweedse kinderen ook geen Nederlands konden lezen, dus bleef het bij die eenmalige briefwisseling.

Pas veel later liet Hannie dat briefje uit 1946 vertalen. Toen het briefje enkele jaren geleden opnieuw opdook uit de nalatenschap van haar overleden moeder, kreeg dit verhaal voor Hannie nog een leuk staartje. Maar eerst vertelt ze nog hoe ze de hongerwinter doorkwam.

Haar vader was loodgieter en wist hoe je van de katoenen koordjes van een zwabber een lont kon maken voor een carbidlampje. Die lampjes ruilde hij bij de kruidenier voor suiker. Met die suiker ging hij naar de huisarts die hem in ruil daarvoor sigaren gaf. En met die sigaren ging hij samen met zijn vrouw per bakfiets de boer op om voedsel te vinden. Intussen paste oma (opoe) op Hannie, haar broer Jan en zusje Ria…  


               
Het briefje Han Gunnel Borg (familie-archief)
       

Toen Hannie en haar man gepensioneerd waren begonnen ze cruises te maken. Tijdens een van die cruises ontmoetten ze iemand uit Huizen die via de padvinderij mensen in Zweden had leren kennen. Het verhaal over de kortstondige penfriendship met een Zweeds meisje leidde via een Zweedse kennis tot een speurtocht naar Gunnel Borg. En warempel, ze kwamen haar op het spoor. Ze had zelfs het briefje dat ze destijds van Hannie had gekregen bewaard. Het resultaat is dat de dames na 65 jaar de correspondentie hebben hervat! Met Google Translate gaat dat tegenwoordig wel een stuk gemakkelijker…