Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 22 nummer 3 (december 2006). pag. 4-15
Alternatieve chocolade uit Bussum
Hoe Frederik van Eeden en K.P.C. de Bazel een nieuwe chocoladefabriek bouwen die meteen weer sluit
Hans Jonker
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Frederik van Eeden |
Vooraf
Veel is al geschreven over kolonie Walden in Bussum. Het is een onderwerp dat sterk tot de verbeelding spreekt en alle ingrediënten voor een drama in zich draagt. Merkwaardigerwijs ontbreken in de verhalen over het Waldendrama tot nu toe de geschiedenis van de chocoladewerkplaats en die van de ongelukkige samenwerking tussen Frederik van Eeden en K.P.C. de Bazel.
In dit artikel wordt de samenwerking van de twee bekende Bussumers belicht aan de hand van de opkomst en ondergang van de chocoladewerkplaats en Walden. De historie van deze kleine afdeling is eigenlijk nauw verweven met die van de veel belangrijker bakkersgroep. Maar dat verhaal is al meerdere keren verteld en wordt nu niet herhaald. Hier wordt juist dat andere groepje idealisten voor het voetlicht gebracht, tezamen met de twee even idealistische coryfeeën Van Eeden en De Bazel.
|
|
Afb. 1. Fred Emons betaalt De Bazel zijn honorarium |
Een brief
Op 4 februari 1907 wordt op de Parklaan 1b een brief bezorgd. Architect K.P.C. de Bazel ontvant post van Fred. W.H. Emons te Bussum. De envelop bevat een biljet van duizend gulden en een briefje waarin De Bazel wordt gevraagd een bedrag van f 835,17 af te houden. Fred Emons verzoekt De Bazel het restant te retourneren of direct aan de koerier mee terug te geven (afb. 1).
Emons is de particulier secretaris van Frederik van Eeden en begin 1907 in feite de zakelijk leider van de kolonie Walden aan de Nieuwe 's-Gravelandseweg. De schrijver zelf speelt dan geen rol meer op Walden. Hij is veel in het buitenland en laat de koloniezaken aan zijn rechterhand over. De kolonie verkeert in februari 1907 in een staat van onderlinge ruzie en financiële chaos. Haar ondergang nadert.
Met deze envelop met inhoud wordt het naderend einde gemarkeerd van de kortstondige medewerking die architect De Bazel aan het experiment verleent.
Walden
De ideeën van Frederik van Eeden en de geschiedenis van de kolonie Walden zijn bekend. In een notedop: de schrijver-arts Frederik van Eeden verstigt zich in 1886 in Bussum. De liefde voor de natuur en de sociale idealen van de schrijver brengen hem tot de gedachte om een leefgemeenschap te beginnen. Het (grond)bezit wordt gedeeld en de deelnemers maken zich onafhankelijk van de kapitalistische maatschappij door in hun eigen levensonderhoud te voorzien.
Afb. 2. |
Met geleend geld koopt Frederik van Eeden in 1898 een gedeelte van het landgoed Cruysbergen en verzamelt rond zich een groep geestverwanten. Op het terrein van de villa wordt een aantal eenvoudige houten hutten gebouwd. Begonnen wordt met de verbouw van groenten en fruit en het bakken van brood. Daarnaast houden de kolonisten koeien, kippen en bijen (afb. 2). De Villa Cruysbergen wordt geëxploiteerd als pension.
De kloof tussen theorie en praktijk blijkt groot en al snel moet Walden het principe van de zelfvoorziening opgeven. Men gaat er toe over om ook produkten voor de consumentenmarkt buiten de kolonie te produceren. Groenten en fruit worden in de omliggende Gooise dorpen uitgevent en het brood in verschillende winkels verkocht (afb. 3 en 4).
Afb. 3. |
|
Afb. 4. |
Niettemin blijft de kolonie Walden een verliesgevende onderneming, op de wel succesvolle bakkersgroep na. Het is in deze situatie dat zich de korte geschiedenis van de chocoladefabriek gaat afspelen.
De chocoladewerkers
Na een conflict met hun werkgevers in de Zaanse cacaoindustrie vestigen zich in mei 1905 twee radicaal socialistische chocoladebewerkers op Walden. Korte tijd later voegt zich vanuit Deventer een derde medewerker (die bekend is met suikerverwerking) bij het tweetal. Zij beginnen een eigen chocoladewerkplaats in enkele kamers van het pension.
De fabricage en verkoop van chocoladeprodukten blijkt al binnen korte tijd rendabel te zijn. Terwijl de chocoladebewerkers zich in het eerste jaar veel tevergeefse moeite getroosten om met "reizigers" afzetmogelijkheden te creëren, wordt door intensief adverteren naamsbekendheid voor hun produkten bereikt. Het chocolademerk "Walden" verkoopt. Vanaf hun binnenkomst in de leefgemeenschap onderscheiden de chocoladewerkers zich tezamen met de bakkers van de andere bewoners door hun streven naar onafhankelijkheid met een professionele en naar buiten gerichte aanpak te bereiken.
Afb. 5. |
De exploitatierekening van de Vereeniging " Walden" over het jaar 1905 geeft een overzicht van de verlies- en de winstgevende takken van de kolonie.
De opbrengst van de chocolade- en suikerwerkplaats is in zeven maanden verdiend, waarbij moet worden aangetekend dat de afdeling in 1905 ook schenkingen kreeg van f 550,- en f 32,50 (afb. 5).
In de toelichting bij de Jaarrekening staat
"Van zeer veel belang voor ons is dat de achter ons liggende periode heeft bewezen, dat onze fabriek bij zaakkundig en accuraat beheer trots hare nog betrekkelijk primitieve inrichting, tegen het grootkapitaal in deze industrie kan concurreeren. In dit bewijs en in het feit, dat onze artikelen over 't algemeen een gunstig onthaal te beurt valt zien we gunstige voorwaarden tot uitbreiding en grootwording dezer afdeeling en hopen wij, dat spoedig de noodzakelijkheid van 't bouwen eener aparte fabriek zich moge doen gevoelen. De afdeeling Pension verkeert in een eigenaardigen toestand. Het feit, dat de choc. en suikerwerkfabriek steeds meer ruimte vraagt en deze in den vorm van kamers van het Pension verkrijgt, is natuurlijk van invloed op den gang van zaken van dit bedrijf" (voetnoot 1).
Binnen een jaar na hun aankomst op Walden vragen de chocoladebewerkers om een oplossing voor hun ruimteprobleem binnen de kolonie. De mogelijkheid tot productieverhoging vergt de beschikbaarheid over een echte eigen werkplaats, maar ook de behoefte aan verdere professionalisering door mechanisatie speelt mee. De chocoladebewerkers schrijven in hun eerste jaarverslag: "Onze omzet is vanaf Mei j.1. langzaam vooruitgaande, waarom wij besloten voor een bepaald artikel (nougat) een machine aan te schaffen, om dit artikel vlugger en netter te kunnen afwerken" (voetnoot 2). Zij verkeren binnen de wat wereldvreemde gemeenschap op Walden met hun marktgerichtheid al snel in eenzelfde dissidente positie als hun collega's van de bakkerij.
Wereldwijs
Het is met name deze bakkerij die succesvol is. In de loop van 1905 neemt het aantal bakkers toe van acht tot vijftien. De behoefte aan een echte werkruimte werd sterk gevoeld. Om zich heen zien de bakkers overal de opkomst van moderne bedrijven die maximaal gebruik maken van nieuwe technische mogelijkheden. De toepassing van electriciteit voor andere doelen dan verlichting komt binnen korte tijd in een letterlijke en figuurlijke stroomversnelling. Ook de kennis over "bedrijfseconomie" ondergaat begin twintigste eeuw, in wisselwerking met de nieuwe sociale inzichten (lees Frederik van Eeden!), een rappe ontwikkeling (afb. 6).
Afb. 6. Inzicht in de consumentenmarkt en daarop
|
De leiding der bakkerij wordt toevertrouwd aan G. de Haer zonder hiervoor officieel benoemd te zijn, terwijl E. Roggen de administratie voert en de gelden der groep beheerd. In den loop van de maand Mei maakte G. de Haer op de groepsvergadering bekend terloops met Van Eeden gesproken te hebben over de beperkte ruimte der bakkerij en de wensch om zelf de tarwe te kunnen malen had te kennen gegeven. Van Eeden verklaarde hierop genegen te zijn het benoodigde kapitaal, wat hij kon leenen tot bouwen van woonhuisjes op Walden, te besteden aan de uitbreiding der bakkerij. Dit voorstel werd na eenigen tijd, alsook na eenige discussies, aangenomen.
Daarop werd door Van Eeden den architect K. den Bazel te hulp geroepen en op aanwijzing van G. de Haer een ontwerp en teekening gemaakt voor eene bakkerij met broodmagazijn, maalderij, melkkelder, flinke meelzolder, machinelokaal en badkamer. Alsmede werd een besluit genomen tot aanschaffing van een benzinemotor tot het drijven van een dynamo voor electrisch licht, als gevolg van het veelvuldig gesukkel met petroleumlicht, daar goed licht eene eerste vereischte is bij avond- en nachtwerk.
Naast de artistieke en romantische kolonisten rondom Frederik van Eeden, die zich willen afzonderen van die vercommercialiserende maatschappij, kiezen de bakkers op Walden juist voor verbetering van hun concurrentiepositie binnen de markt van voedingsmiddelen. Zij zien wel mogelijkheden om hun socialistische idealen toe te passen binnen een samenleving waarvan zij zich ook distantiëren. De chocoladebewerkers geven ook de voorkeur aan deze externe gerichtheid.
Huisvesting
Afb. 7. |
De bevolking van de kolonie Walden neemt toe. De leefgemeenschap trekt nieuwe geestverwanten en bewonderaars van Frederik van Eeden, die vaak met eigen geld hun plek op en rondom het terrein inrichten. Het pension in Villa Cruysbergen is in feite een bedrijfswoning voor de arbeidersgroepen en niet het gastenverblijf waarvoor het bedoeld is. De gedachten bij de bewoners gaan uit naar een oplossing voor het woonruimteprobleem door de bouw van een aantal arbeidershuisjes aan de Noordoostelijke achterkant van het terrein.
In het voorjaar van 1905 wordt contact gelegd met Blaricumse architect Rueter (voetnoot 3). Theo Rueter was indertijd als ontwerper verbonden aan de Amsterdamse meubelmakerij "Eureka", die deel uitmaakte van de Vereniging Gemeenschappelijk Grondbezit (afb. 7).
De VGG is een vanuit Walden opgerichte overkoepelende organisatie van coöperatieve bedrijven. Binnen de VGG bestaat de afspraak om samen te werken en onderlinge steun te verlenen door elkaar het voorkeursrecht te gunnen bij het verlenen van opdrachten. De keuze voor Theo Rueter ligt dan ook voor de hand. Rueter tekende begin 1905 een eerste ontwerp voor de beoogde huisjes.
Een andere architect
In oktober 1902 was de architect K.P.C. de Bazel vanuit Amsterdam naar Bussum verhuisd. Een van zijn eerste banen als jong bouwkundig tekenaar is bij het bureau van de bekende architect P.J.H. Cuypers. Hier tekent hij onder meer mee aan de St. Vituskerk in Hilversum en is hij opzichter bij de bouw van deze kerk (1890-1892). Karel de Bazel woont een paar jaar in Hilversum en heeft waarschijnlijk toen zijn eerste contacten in Het Gooi gelegd.
Tot de eerste opdrachten die De Bazel na zijn vestiging als zelfstandig architect krijgt zijn er twee voor villa's in Het Spiegel. K.P.C. de Bazel krijgt naam in Het Gooi en hij verruilt zijn werk bij een idealistisch ontwerpatelier in Amsterdam-West voor een loopbaan op de zeer lucratieve markt van de Gooise villabouw. Vele opdrachten voor het ontwerpen van grotere en kleine landhuizen zullen volgen. Ook zal De Bazel in de loop van zijn leven zijn naam verbinden aan diverse grote projecten, waaronder kantoorgebouwen, maar ook aan landschappelijke en stedebouwkundige projecten (zoals het Bussumse Brediuskwartier).
Het bureau van De Bazel ontwikkelt zich tot een geölied bedrijf met een aantal zeer goede bouwkundige tekenaars en met nauwe banden met gerenommeerde ateliers voor toegepaste kunst (afb 8).
In het kader van dit artikel is van belang dat Karel de Bazel in 1902 een opdracht krijgt van J. van Woensel Kooij. Deze zeer vermogende Bussumer vraagt De Bazel het woonhuis op het door hem aangekochte landgoed "Oud Bussem" te verbouwen. In de loop van de daaropvolgende jaren ontvangt K.P.C. de Bazel nog vele vervolgopdrachten van Van Woensel Kooij, en ontstaat gefaseerd over de jaren 1902-1906 op "Oud Bussem" een voor die tijd hypermodern melkveebedrijf. Ook hier worden de nieuwe inzichten in rationele bedrijfsvoering in de praktijk gebracht. De melkerij trekt veel belangstelling, ook internationaal, en is al snel een model voor soortgelijke projecten.
De bouwwerkzaamheden moeten ook Frederik van Eeden op zijn vele wandel- en fietstochten in de omgeving van Bussum niet zijn ontgaan. Het landgoed heeft voor hem een speciale betekenis omdat het hemzelf eerder - in 1898 - niet gelukte er grond voor zijn kolonieplannen te verwerven.
Feit is dat Van Eeden in de loop van 1905 contact zoekt met K.P.C. de Bazel. De Bazel krijgt van Frederik van Eeden drie ontwerpopdrachten: een aantal arbeiderswoningen, de uitbreiding van de bakkerij annex chocoladewerkplaats en een verbouwing van zijn villa De Lelie aan de Nieuwe 's-Gravelandseweg.
Een opmerkelijke brief bleef bewaard in het archief van het bureau van De Bazel. Op 1 augustus 1905 schrijft architect Theo Rueter, die immers al aan het tekenen was geweest. "Toen ik in langen tijd nadat ik eenige plannen had gezonden, niets vernam van den bouw, ging ik begin Juli naar v.E. toe, die ik zevsprak, en toen zeer verwonderd was te vernemen dat hij er met U over had gesproken. Hij zei me echter dat U nog niets aan hem had laten zien, en nog mogelijk mijn plannen wel zou uitvoeren. Iets bepaalds heeft hij toen echter niet gezegd".
Rueter toont zich sportief en schrijft vervolgens "Nu vind ik 't zeer verklaarbaar als een dichter als v.E. zich meer tot Uw werk aangetrokken voelt als tot eenig ander (...) en het zou me ook zeer verlevigen als Walden mettertijd iets werd als Oud Bussem, in 't Klein, ik wil dus met alle genoegen mij terug trekken" (voetnoot 4).
Afb. 9. |
Prioriteiten
Frederik van Eeden schrijft op 26 februari 1906 in zijn dagboek "Walden gaat steeds goed, en als ik het geld voor de verbouwing niet bijtijds uit de Eendracht krijg, dan zie ik nog wel kans het op te nemen" (voetnoot 5). Het lukt Van Eeden om een geldbedrag van f 10.000,- voor de verbouwingen te lenen, terug te betalen binnen een jaar.
Onder druk van de bakkers en chocoladewerkers wordt tijdens een medewerkersvergadering afgesproken om bij de besteding prioriteit bij de werkplaatsen te leggen.
Op 16 september 1905 schrijft Van Eeden aan De Bazel "dat ik gaarne, vóór alles, de verbouwing der bakkerij tegemoet zie. Uwe ontwerpen, bestek etc. der huizen, zag ik dus gaarne onaangeroerd, totdat Uw ontwerp met bestek etc. in zake de verbouwing van de bakkerij zijn ingeleverd" (voetnoot 6) (afb. 9).
Bijzondere bouwvakkers
De Bazel twijfelt kennelijk over het vermogen van de coöperatieve bouwvakkersgroepen, die via de Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit als eersten in aanmerking komen om het werk uit te voeren. Van Eeden zegt toe contact met ze te leggen en stelt De Bazel een soort proefproject voor.
Ook heeft de Bazel zijn vraagtekens bij een ander vermogen. Blijkens aantekeningen in zijn archief laat hij in december 1905 bij de gemeente Bussum navraag doen naar het feitelijk eigendom van het onroerend goed van de kolonie (alles blijkt ondanks gemaakte afspraken nog steeds op persoonlijke naam van Van Eeden te staan) en naar de hypothecaire schulden (die eveneens op de persoon Van Eeden rusten).
Op het bestek wordt later de onderstreepte specificatie "voor rekening van Dr. F van Eeden" afgedrukt.
Met welke sociale verhoudingen K.P.C. de Bazel bij de kolonie Walden te maken krijgt spreekt uit een brief die hem door de leider van de bakkersgroep wordt toegezonden. Bakker E. Roggen (die tevens optreedt als administrateur van de groep) vraagt hem in het bestek een aantal bijzondere bepalingen op te nemen.
"Het Minimumloon is voor timmerlieden, metselaars, opperlieden en schilders, mits bekwame vaklui, resp. 25, 28, 22 en 23 ct per uur, bij een Maximumarbeidsduur van 10 uur. Tevens gelieve U nog in te laschen de gewone verbodsbepaling van 't schenken van alcoholische dranken op het terrein" (voetnoot 7).
Ruzie
Voor de achterdocht van K.P.C. de Bazel over de soliditeit en solvabiliteit van deze opdrachtgever is alle reden. Binnen de kolonie is een meningsverschil ontstaan over de overdracht van de bezittingen van Frederik van Eeden aan de in 1903 opgerichte Vereeniging "Walden". De op zich principiële discussie wordt sterk gekleurd door de wetenschap dat tegenover het bezit ook een niet gering aantal schulden staat. Frederik van Eeden neemt het standpunt in dat de vereniging dan ook de betaling van zijn persoonlijke financiële verplichtingen t.b.v. Walden moet waarborgen, en komt in een steeds groter isolement ten opzichte van de gemeenschap te staan.
Financieel wanbeleid leidt intussen tot een snel oplopende schuldenlast. Maar een last voor wie? Het blijft nog langdurig een - nooit beantwoorde - vraag.
Afb. 12 en 13. De werkruimte meet 35 m² en is verdeeld in een
|
De bakkersgroep en de groep chocoladebewerkers zijn op een andere manier in een isolement gekomen doordat zij niet in het bestuur van de Vereeniging "Walden" vertegenwoordigd zijn. Gezien het feit dat de inkomsten van de kolonie voor een groot deel door deze groepen wordt gegenereerd stellen de medewerkers zich steeds meer apart op in de discussie over het gemeenschappelijk bezit en dreigt een splitsing.
Temidden van deze onenigheid is het bureau van K.P.C. de Bazel inmiddels aan het tekenen en rekenen.
Het ontwerp
Het architectenbureau tekent een bedrijfsgebouw in de stijl van de villa Cruysbergen met in een van de hoeken de chocoladewerkplaats (afb. 12 en 13).
Afb. 14. Zelfs 25 stuks chocoladebakjes worden
|
Zoals zeker bij het bureau van De Bazel gebruikelijk was, worden via het architectenbureau ook veel van de nodige inventarisstukken geleverd. Voor de chocoladewerkplaats worden tafels, stoelen (waaronder een "dribbelstoel") en rekken gemaakt (afb. 14).
Een belangrijke vernieuwing is de introductie van electrisch licht op de kolonie. Aansluiting op het electriciteitsnet van de gemeente Bussum is nog niet mogelijk. Een door een benzinemotor aangedreven generator moet de stroom leveren. K.P.C. de Bazel tekent een plan voor de bedrading van het terrein (voetnoot 8).
Het verlenen van de aangevraagde bouwvergunningen wordt sterk vertraagd door technische bezwaren van de gemeente betreffende de benzinemotor.
Afb. 11. De opdracht wordt gegund aan de Zaansche Timmergroep en de
|
De opdracht voor de bouw wordt gegund aan de Zaanse en Rotterdamse cöoperatieve arbeidersgroepen voor een bedrag van f 13.450,- voor de bakkerij, f 8.350,- voor de chocoladewerkplaats en f 2.250,- voor de villa De Lelie, in totaal f 24.950,-. Voor de aanvulling van het geleende bedrag is blijkbaar een oplossing gevonden. Of niet, we weten het niet (afb. 16).
Afb. 15. Op 25 juni 1906 wordt door Frederik van
|
De bouw
Niet duidelijk is in welke periode de bouwwerkzaamheden plaatsvinden. In ieder geval is niet op de vergunningverlening gewacht, gedurende het gehele jaar 1906 ontvangen de bouwvakkers uit handen van Frederik van Eeden met grote regelmaat voorschotten tot een totale som van f 24.082,50 (zo blijkt uit een opgave van de arbeidersgroepen aan De Bazel in december 1906).
Gedurende de bouw wordt er van het bestek afgeweken (voor een bedrag van f 2.888,06) en wordt overwerk verricht (voor een bedrag van f 925,66). Over de betaling van deze extra kosten ontstaat een conflict tussen de arbeiders en de (noodlijdende) kolonie, waarbij ook K.P.C. de Bazel nauw betrokken wordt. De Bazel wordt daarbij verweten onvoldoende greep op de werkzaamheden te hebben gehad en te laat te hebben ingegrepen. Op 25 augustus 1906 schrijft Emons namens Van Eeden aan De Bazel "Dat u zoolang hebt gewacht met een officieele reprimande kan mij spijten. Van de zijde der bouwers wordt de schuld op U geworpen ..." (voetnoot 9).
Karel de Bazel zal nog lang tijd en energie moeten besteden aan de afwikkeling van de opdracht van deze groep onzakelijke idealisten.
Afb. 17. |
Chaos
Walden komt dieper en dieper in de problemen. De nog steeds ongeregelde zakelijke relatie tussen Frederik van Eeden en de vereniging maakt het er niet eenvoudiger op. Men probeert met de aanstelling van een directeur lijn te laten brengen in de wirwar van verplichtingen en verantwoordelijkheden. Het salaris van deze directeur schiet in het verkeerde keelgat bij de bakkers en chocoladewerkers en zij dreigen nu daadwerkelijk de kolonie de rug toe te keren. De directeur houdt het overigens na 1 dag weer voor gezien. Op 15 december 1906 kunnen de Bussummers een eerste bericht in hun krant lezen (afb. 17).
Afb. 18. |
Fred Emons probeert orde in de warboel te brengen en ook met de Bazel en de bouwvakkers tot een afhandeling te komen. Het archief van bureau De Bazel bevat een veelheid aan papieren met kostenberekeningen van de hand van de "interim-manager", met daarbij een steeds dringender beroep op De Bazel om tot een vergelijk te komen (afb. 18).
Op 7 februari ontvangt K.P.C. de Bazel alvast de envelop met inhoud. Blijkbaar heeft iemand Walden de helpende hand toegestoken en een bedrag gedoneerd.
Frederik van Eeden onttrekt zich lange tijd aan de problemen door veelvuldig in het buitenland te verblijven. Maar in mei 1907 treedt hij weer zelf actief op ten behoeve van de kolonie en zegt De Bazel toe zo snel mogelijk diens "pretentie" (vordering) te voldoen. Ook zal hij persoonlijk aanwezig te zijn bij een bespreking van het conflict over de afrekening van de bouwprojecten (afb. 19).
Afb. 19. |
Vertrek
Het conflict op de kolonie is geëscaleerd. Zowel Van Eeden als Emons zijn geroyeerd als lid van de Vereeniging "Walden". Tussen de beide mannen is een al langer bestaande onverenigbaarheid van karakters tot een uitbarsting gekomen (afb. 19).
Afb. 20. |
Bij het zoeken van minnelijke oplossingen voor de financiële problemen maakt Frederik van Eeden nog het gebaar om zijn vordering op de kolonie te verlagen. Dit door beneden de marktwaarde de inventarisgoederen - waaronder die van de chocoladewerkplaats - te kopen. Hij is bereid vervolgens voor deze eigendommen weer gebruiksrecht te gunnen aan de arbeiders.
Maar de maat is meer dan vol voor de arbeidersgroepen en de bakkers vertrekken met medeneming van hun gereedschappen naar de Bussumse Hamerstraat (afb. 20).
Afb. 21. |
De chocoladebewerkers volgen hun voorbeeld en pakken ook hun spullen. Zij gaan naar Amersfoort en beginnen een eigen fabriek onder de naam "Walden" (afb. 21).
afb. 22 |
De fabriek sluit zich evenals de nieuwe bakkerij "Walden" in de Hamerstraat weer aan bij de Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit. De naam heeft ondanks alles blijkbaar nog een hoge goodwill-waarde.
Epiloog
Het is niet te achterhalen hoeveel chocola geproduceerd is in de nieuwe werkplaats van Walden. Het maakt niet zoveel uit. Er kan hoe dan ook gesproken worden van een "des-investering" van een groot bedrag. Het zal nooit worden terugverdiend.
Op 25 oktober 1907 wordt het faillissement van de Vereeniging Walden uitgesproken en worden roerende en onroerende goederen ter veiling aangeboden (afb. 22)..
Wat Bussum rest is geen tweede chocoladefabriek.
Van het hele project zijn een paar voorwerpen bewaard gebleven: twee vormen voor "Walden"-chocolade (voetnoot 10).
Noten
1. Aantekeningen bij den Balans en de Exploitatierekening1905 van de Vereeniging "Walden". Bijvoegsel bij De Pionier, 3 maart 1906.
2. Verslag der Cacao-, Chocolade- en Suikerbewerkersgroep (17 juli - 31 December 1905) in De Pionier 10 maart 1906.
3. Th. Rueter wordt later in Bussum bekend als de bouwmeester van de Jeugdkapel aan de Meentweg (1921) en de Spieghelkerk aan de Nieuwe 's-Gravelandseweg (1925).
4. Brief Th. Rueter aan K.P.C. de Bazel, 1 augustus 1905. Archief De Bazel NAI Rotterdam.
5. Dagboek Frederik Van Eeden. De Eendracht is een door Van Eeden opgericht spaarfonds, waarvan het kapitaal belegd wordt in "goede doelen". De Eendracht zal op 29 april 1907 failliet gaan.
6. Brief Frederik van Eeeden aan K.P.C. de Bazel, 16 september 1905. Archief de Bazel. NAI Rotterdam.
7. Brief E. Roggen aan K.P.C. de Bazel, 21 december 1906. Archief De Bazel. NAI Rotterdam,
8. Waarschijnlijk is dit plan een van de weinige betrouwbare plattegronden van de kolonie. Het leent zich niet voor publicatie in dit tijdschriften en wordt op het Docurnentatiecentrum ter inzage gelegd.
9. Brief F.W.H. Emons aan K.P.C. de Bazel, 25 augustus 1906. Archief De Bazel. NAI Rotterdam.
10. Met dank aan S. van der Spoel te Bussum.
Bronnen
- Frederik van Eeden, Mijn dagboek, Van Munsters Uitgeversmaatschappij 1931-1933.
- De Pionier, veertiendaags blad ter bespreking van de Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit.
- Jan Fontijn, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901, Uitgeverij Querido, 1990.
- Jan Fontijn, Trots verbrijzeld. Het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901. Uitgeverij Querido, 1996.
- J.S. de Ley en B. Luger, Walden in droom en daad. Uitgeverij Huis aan de drie grachten, 1980.
- A.W. Reinink, K.P.C. de Bazel, architect. Universitaire Pers Leiden, 1965.
- Yvonne Brentjens, K.P.C. de Bazel (1860-1923). Waanders Uitgevers, 2006
- Archief Frederik van Eedenmuseum (Universiteitsbibliotheek Amsterdam).
- Archief K.P.C. de Bazel (Nederlands Architectuur Instituut, Rotterdam).