Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 10 nummer 1 (april 1994) pag. 11-14


Marianne Philips (1886-1951)

Tineke Plettenberg

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel

Vanaf 1991 verzamel ik gegevens over de schrijfster Marianne Philips. Het is mijn bedoeling een biografie over haar te schrijven. Lees een boekbespreking van een doctoraalscriptie van Tineke (C.M.) Plettenberg over Marianne Philips in Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 12, nr. 1 (mei 1996), pag. 25-27.

In de afgelopen tijd heb ik, bij het bij elkaar sprokkelen van mijn materiaal, veel hulp gekregen van zowel instanties als van personen. Daardoor heb ik weliswaar al een groot aantal feiten kunnen verzamelen, maar er ontbreken nog te veel gegevens om me een beeld te kunnen vormen over haar leven. Ik zal eerst beknopt weergeven wat ik al denk te weten, daarna wil ik een aantal vragen naar voren brengen, waarop u misschien een deel van het antwoord weet.

Marianne Philips werd als derde kind geboren in het gezin van Zadok Philips en Esther Rooselaar, ze groeit op in een joods-orthodox milieu. Als ze één jaar is, sterft haar vader, haar moeder - die hertrouwde - overlijdt als Marianne veertien jaar is. Als haar stiefvader, Simon Kan, in 1902 hertrouwt, gaat Marianne bij haar oudere, getrouwde zus in Haarlem wonen. Enige tijd daarna vertrekt Marianne Philips naar Amsterdam, ze werkt er als secretaresse en is aktief in de SDAP. In 1910 is ze eerste secretaris van de Algemeene Nederlandsche Bond van Handels-en Kantoorbedienden. Hier ontmoet ze Samuel Goudeket. Op 1 mei 1911 trouwen zij in Bussum en gaan wonen in de Ruthardlaan 82. Door het feit dat dit huwelijk niet in de synagoge wordt bevestigd, ontstaat er een breuk met haar familie.

In Bussum is Marianne Goudeket-Philips zeer aktief betrokken bij de oprichting van de Openbare Leeszaal en maakt zij enige jaren deel uit van het bestuur. Ook is zij een gevierd spreekster op vergaderingen van de SDAP en werkt ze aktiverend in de Gooise arbeidersbeweging. Als in 1919 óók vrouwen als gemeenteraadslid mogen worden gekozen, stelt Marianne Goude,ket-Philips zich kandidaat. Op 2 september 1919 wordt zij door de raad van de gemeente Bussum als raadslid voor de SDAP geïnstalleerd. De voorzitter van de gemeenteraad, burgemeester s'Jacob, moet voor de eerste maal bij de opening van de vergadering de woorden Dames en Heren uitspreken. Marianne Goudeket-Philips is dan in verwachting van haar derde kind, in 1913 en 1917 werden de dochters Hester en Carla Marianne geboren. Als zij na de geboorte van haar zoon Abraham weer aanwezig is bij de raadsvergadering van 30 december 1919, spreekt de voorzitter van de raad, burgemeester De Bordes, zijn gelukwensen uit en voegt er aan toe dat Abraham de enige, jonge Bussumer is, die een raadslid tot moeder heeft. Marianne Goudeket-Philips blijft raadslid tot 9 maart 1920; in verband met haar slechte gezondheid trekt zij zich terug. Gedurende deze periode van haar raadslidmaatschap houdt zij zich onder andere met de volgende onderwerpen bezig. Zij pleit ervoor dat de gemeente de exploitatie van de, particuliere, kinderbewaarplaats van mejuffrouw Sepp aan de Havenstraat 26 overneemt. Arbeidersvrouwen die uit werken moeten gaan, kunnen hun jongste kinderen daar dan heen brengen en hoeven hen niet onder de hoede van hun oudere broertjes of zusjes achter te laten. De rechtspositie van het gemeentepersoneel heeft haar aandacht, maar ook de verkoop en distributie van volkskleding en schoeisel door het Gemeentelijk Crisisbedrijf. Bij de behandeling van de vaststelling van de begroting van het Gemeentelijk Crisisbedrijf van het jaar 1920, wijst mevrouw Goudeket er onder andere op dat het noodzakelijk zal zijn, na te gaan hoe arbeiders en arbeidersvrouwen in de eerstkomende tijden zullen staan tegenover het beleid van het gemeentebestuur. Zij wijst op de zware druk die op deze vrouwen ligt, in verband met de slechte economische situatie. Verder legt zij zeer de nadruk op goed volksonderwijs en verwijst in dit verband naar de pedagoge Maria Montessori, die juist lezingen hierover houdt in Amsterdam.

Het is uiteraard niet mijn bedoeling hier de Bussumse gemeentepolitiek weer te geven. Ik wil hiermee slechts aangeven hoe sociaal betrokken mevrouw Goudeket was.

In 1920 verhuist het gezin Goudeket naar de 's-Gravelandseweg 50 en in 1926 naar de Meentweg 55. In 1927 wordt mevrouw Goudeket-Philips weer gekozen als gemeenteraadslid voor de SDAP en zal dat blijven tot juli 1929. Zij trekt zich om persoonlijke redenen terug uit de politiek. In 1929 verhuist de familie Goudeket naar de Bosboom Toussaintlaan 10.

Vanaf 1929 begint mevrouw Goudeket te schrijven en wordt haar werk gepubliceerd onder de naam Marianne Philips. Haar romans en verhalenbundels verschijnen bij Van Dishoeck in Bussum. Haar eerste roman is De wonderbare genezing (1929); het werk wordt positief ontvangen. In 1930 verschijnt De biecht, een boek dat door de inhoud nogal wat stof doet opwaaien. Voor de Chinese parabel De jacht op den vlinder (1932), heeft zij onder andere kontakt met de psychiater en China-kenner Schotman. Ook heeft zij veel kontakt met de heer H. Groot, wiskundeleraar, met name over filosofische vraagstukken.

In 1934 krijgt Marianne Philips grote bekendheid als haar roman Bruiloft in Europa verschijnt. Het boek werd onder andere in het Duits vertaald. In 1936 verschijnt Henri van de overkant waarin veel van haar eigen jeugd is terug te vinden. De doolhof is Marianne Philips' laatste roman.

Behalve deze romans, schrijft zij novellen die onder andere gepubliceerd worden in het literaire tijdschrijft Groot Nederland en de Socialistische Gids. Deze novellen worden ook gebundeld uitgegeven. In 1938 levert zij een bijdrage aan het boekenweekgeschenk.

In 1940 vertrekt het gezin Goudeket-Philips naar de Händellaan in Naarden.

In de jaren 1929-1940 verdiept Marianne Philips zich in de gedachten van de theosofie en in 1935 wordt ze lid van de Theosofische Vereniging in Nederland. In 1942 wordt ze gedoopt in de ermee verwante Vrij Katholieke kerk. Ook is zij gedurende deze jaren aktief in het geven van lezingen over haar werk voor nutsverenigingen.

Vanaf 1943 moet de familie Goudeket-Philips onderduiken. Als zij in 1945 hun huis in Naarden weer betrekken, is Marianne Philips ernstig ziek. Door een niet behandelde gewrichtsreumatiek blijft zij tot haar overlijden in 1951 invalide. Toch werkt ze ook dan nog. Ze vertaalt en schrijft. In 1950 schrijft de CPNB (Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse boek) een wedstrijd uit voor auteurs. Deze worden uitgenodigd een novelle te schrijven die als boekenweekgeschenk zal worden gepubliceerd. Marianne Philips' De zaak Beukenoot wordt tot boekenweekgeschenk gekozen. De inhoud ervan toont weer haar betrokkenheid bij de in de steek gelaten mens. In dit geval wordt de onmacht beschreven van een eenvoudig man als hij in aanraking komt met klasse-justitie. Het boek riep polemieken op in de pers en wordt nu nog als welkomstgeschenk gegeven door de Coornhertliga als men lid van deze vereniging wordt.

Als Marianne Philips in 1951 is overleden, stelt haar man Samuel Goudeket de Marianne-Philipsprijs in. Een prijs die tot 1975 gegeven wordt aan schrijvers die op latere leeftijd debuteren.

Tot zover een zeer beknopte samenvatting van de gegevens die ik heb verzameld. Er zijn echter nog veel blinde plekken die opgevuld moeten worden.

Ik zou bijvoorbeeld meer willen weten over de periode waarin mevrouw Goudeket-Philips aktief was. Het is mij bekend dat zij bijvoorbeeld met 1 mei-optochten meeliep. Het is mij niet duidelijk geworden of deze optochten in Bussum opwinding veroorzaakten en hoe stond "men" tegenover de leden van de SDAP? Mevrouw Goudeket was zwanger toen ze gemeenteraadslid werd, werd dat als "normaal" gezien, of stond men er afwijzend tegenover?

Zijn er wellicht mensen die mij meer kunnen vertellen over de heren Schotman en Groot of over de kontakten met de leden van de uitgeverij Van Dishoeck?

De rol van de heer Goudeket is in het bovenstaande niet nader toegelicht. Ook hij was een sociaal betrokken mens, wellicht zijn er mensen die zich hem nog kunnen herinneren.

Zo zijn er voor mij nog veel meer vragen die op een antwoord wachten. Wellicht zijn er mensen die zich andere dingen over de familie Goudeket kunnen herinneren, of die er ooit over hebben horen praten.

Om het leven van iemand te kunnen beschrijven, heb je eigenlijk "de onverhulde waarheid" over iemand nodig, zoals Jan Romein in een van zijn essays over het genre van de biografie schrijft. Naar die onverhulde waarheid ben ik op zoek en wellicht is er iemand die mij daarbij kan helpen.

Mevr. Tineke Plettenberg
Wilgenstraat 9
5492 EL Sint-Oedenrode
Telefoon: 04138 -78049