Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 11 nummer 1 (april 1995), pag. 3-9
Een gedenkwaardig familiebedrijf (2)
Ina de Beer
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Voor deel 1, zie het Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 10, nr. 3 (december 1994), pag. 83-91 over de familie De Jager.
Van het waschgoed in de fruithandel
Advertentie uit het Adresboek voor Bussum
|
Vader Evert de Jager was omstreeks 1927 de "Wasch- glans- en strijkinrichting" begonnen op Hogeweg 11. Hij bleef echter een onrustige man, want na vijf jaar besloot hij fruithandelaar te worden. Met paard en wagen trok hij drie dagen per week door de wijken van Bussum om zijn koopwaar aan de huisvrouw te brengen. De resterende dagen handelde hij in kolen. Niet lang daarna was het gedaan met de fruithandel.
Bij zijn ouders die op Gildestraat 24 woonden, kreeg Evert een opslagplaats voor de kolen van De Jager's kolenhandel. Het bedrijf voerde als logo: "Djako" (ge Jager's kolenhandel). Daarnaast was hij ook nog uitvoerder het bGraf eniswezen. Niet lang daarna verhuisde vader Evert met zijn gezin naar de Godelindedwarsstraat 37. En er kwamen nog meer kolenopslagplaatsen: aan de Beerensteinerlaan tussen Melkweg en Eikenlaan, aan de Veldheimerlaan en op Cereslaan 79. Daar was naast de opslag tevens de verkoop en het kantoor gevestigd. Het adres op de Cereslaan zullen veel Bussumers zich zeker herinneren. Want daar bestelden en kochten zij kolen, stevig verpakt in bruine papieren zakken voorzien van onderstaande opdruk.
Gijs de Jager
Gijsbertus (Gijs) de Jager werd in Ankeveen geboren op 12 maart 1918. Hij ging naar de kleuterschool op de Torenlaan 11b in Bussum. Daar zat hij in de klas bij juffrouw A.K. van den Toorn. Daarna ging hij naar de School met den Bijbel aan het Eendrachtpark 65. Vervolgens bezocht hij de school aan de Havenstraat 65; eveneens de School met den Bijbel. In 1931, Gijs was toen 13 jaar, bezocht hij het Christelijk Instituut Brandsma aan de Graaf Wichmanlaan 21. Hij bleek goed te kunnen leren en was in staat om naar het lyceum te gaan, Maar dat wilde de jonge Gijs niet meer; hij wilde geld verdienen ...
Gijs: "Op aanraden van mijn vader ben ik leerling-stukadoor geworden bij de firma H.J. Pooters aan de Havenstraat 41. Als loon kreeg ik f 2,50 per week schoon in 't handje. Daarna heb ik nog bij verschillende stukadoorsbazen gewerkt."
De moeilijkheid was echter dat hij dan in de winter zonder werk was. Omdat de groente- en fruitwinkel van de gebroeders Dekker aan de Huizerweg 130 een loopjongen zocht, ging Gijs er op af en hij werd aangenomen. Zijn baas zag wel wat in hem en hij kreeg de toezegging dat hij het hele jaar kon blijven. Gijs zegde zijn baantje als leerling-stukadoor op. Hij bracht het in de winkel zelfs tot chef. Als loon kreeg hij f 15,-- schoon per week.
Gijs: "Een leuk loontje voor die tijd! Maar het was wel aanpoten. 's Morgens begon ik om zeven uur en ik werkte door tot 's avonds 9 uur. En o,p zaterdag zelfs tot elf uur 's avonds."
Als ik hem vraag of hij van zijn baas, naast zijn loon, ook nog wat groenten en fruit voor zijn moeder kreeg, is het ant- woord kort: "Ja, fruit met rotte plekken."
Buitengewoon dienstplichtig
In 1940 werd Gijs opgeroepen voor de militaire dienst. Hij werd buitengewoon dienstplichtig en was gelegerd in een school in Leiden. Na de inval in de meidagen van 1940 werd hij door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. De vijand schakelde hem in voor het bewaken van opslagplaatsen. Maar door een wonder, aldus Gijs, was op 1 juli 1940 de diensttijd voorbij.
Op dat moment besloot hij voor zich zelf te beginnen. Gijs geeft direkt toe dat hij "een aardje naar zijn vaartje" heeft. Zijn vader kocht een bakfiets voor hem en Gijs startte met de verkoop van zuivelprodukten. Zo wist hij een klantenkring op te bouwen. Zelfs de vrouw van burgemeester M. Fernhout kon hij tot zijn cliëntele rekenen; alhoewel het kontakt via de dienstbode van de burgemeestersvrouw verliep. Naast de verkoop van zuivelprodukten verkocht hij ook kruidenierswaren. Inmiddels waren door voedselschaarste veel levensmiddelen op de bon. Het gevolg was dat hij zich regelmatig op het distributiekantoor aan de Verlengde (Oud) Bussummerweg 10 (waar de Tekenschool was) vervoegde om de bonkaarten in te leveren.
Ondanks de oorlogsjaren lachte het geluk hem toe. Gijs leerde een meisje kennen: Martha Schoeman, geboren in Leiden op 16 juli 1921. De huwelijksvoltrekking vond plaats in Bussum in de gereformeerde kerk aan het Wilhelminaplantsoen op 13 oktober 1943.
Tot hun grote verdriet verloren zij hun eerste kindje kort na de geboorte. Maar door een gelukkige samenloop van omstandigheden kregen zij de voogdijschap over de zes maanden oude baby Pieter John.
In 1944 besloot G. de Jager te stoppen met de verkoop van zuivelprodukten en aanverwante artikelen. Hij kreeg een aanstelling als machinist bij de waterleiding. Twee jaar later werd hij administratief medewerker bij de N.V. Bussumse Waterleiding Maatschappij, Nassaulaan 16 in Bussum. Daar moest hij naast het uitschrijven van rekeningen ook de meterstanden opnemen bij de inwoners van Bussum.
Geslaagd
In die jaren hadden grootvader Teunis en vader Evert geen papieren nodig voor het uitvoeren van de uitvaartverzorging. Het kon bijna niet uitblijven, ook Gijs kreeg belangstelling. Hij volgde een cursus hoe te handelen bij een begrafenis en een uitvaart. Met goed gevolg legde hij het examen af in Den Haag. Dat had tot gevolg dat hij zijn vader kon assisteren bij begrafenis of uitvaart.
Uiteraard werden Gijs en zijn broer Teunis ook betrokken bij de kolenhandel; er moest tenslotte brood op de plank komen. Vader Evert was niet alleen kolenhandelaar, maar zoals bekend ook nog begrafenisondernemer sinds de dood van zijn vader Teunis de Jager. Het kwam veelvuldig voor dat hij zijn dagelijkse kloffie moest verwisselen om, gekleed in zwart jacquet en hoge zijden hoed, uitvoerder te zijn bij een begrafenis. Vader Evert bleef aktief tot aan zijn dood. Hij overleed in Bussum op 18 augustus 1963.
Gijs en zijn broer Teunis werden automatisch de opvolgers: van zowel het begrafeniswezen als de kolenhandel "Djako". De naam "Eerste Bussumsche Protestantsche Begrafenis Vereeniging Eensgezindheid" werd veranderd in: Gebroeders T. en G. de Jager, begrafenisondernemers, gevestigd aan de Brinklaan 132.
Brinklaan 132. Links Jan , rechts de broer van Gijs: Teunis de Jager.
|
De moeder van Gijs, zijn vrouw en ook zijn schoonzuster (de vrouw van Teunis) Greet de Jager-de Bruin werden betrokken bij begrafenis en uitvaart. Zij zorgden er voor dat de overhemden blank wit gesteven en gestreken in de kast lagen. Ook wasten zij de witte handschoenen en rouwkleedjes. Bovendien zorgden zij er voor dat na afloop van een begrafenis er een verzorgde koffietafel was. Zonodig bediende de vrouw van Gijs ook de telefoon; zowel overdag als 's nachts.
Op 16 mei 1966 werden aan de Brinklaan 132 een sfeervolle aula en rouwkamers in gebruik genomen. Zeven jaar later kwam een einde aan de samenwerking met broer Teunis.
Maria de Jager-van den Hoek overleed in Bussum op 19 februari 1976. Teunis de Jager overleed in Bussum op 13 september 1977.
Kolenopslagplaats Brinklaan 132 in augustus 1964. Rechts hiervan
|
|
Ongeveer in 1962 werden de kolen opslagplaatsen en ook het kantoor aan de Cereslaan 79 opgeheven. Een nieuwe lokatie werd. gevonden: aan de Brinklaan 132 werden een kolenopslagplaats en een kantoor gerealiseerd. Ten gevolge van de komst van het aardgas kwam in 1971 een definitief einde aan de in Bussum alom bekende kolenhandel van de familie De Jager "Djako".
Direkteur
In 1971 werd Uitvaartverzorging G. de Jager omgezet in een besloten vennootschap, waarvan Gijs de Jager direkteur werd. Hij had vier uitvoerders in dienst. Daarnaast beschikte hij over acht part-time medewerkers. Gijs bleef zelf ook aktief meewerken.
Tijdens onze gesprekken merk ik met hoeveel liefde en respekt hij vertelt over zijn aandeel in het begrafeniswezen. Wanneer ik hem vraag welke begrafenissen een diepe indruk op hem hebben gemaakt, hoeft hij niet lang na te denken.
Gijs: "De begrafenis van kinderen: dat is zó intens verdrietig. Ouders die voor de laatste keer afscheid nemen van hun lieveling. Maar door de mensen te helpen in hun verdriet kun je voldoening putten. Dan is niets te veel. Dat is het mooiste in het leven en daarom heb ik een mooi beroep. Mijn vader zei altijd dat dit het mooiste vak van de wereld is, want hier kun je mensen echt helpen ..."
Foto: circa 1969 op de oprit bij de rouwkamers Brinklaan 132.
|
De confrontaties met mensen die geen natuurlijke dood stierven hebben Gijs eveneens aangegrepen. Onder het toeziend oog van de politie verrichtte hij datgene dat van hem verlangd werd. Hij kan daarover met moeite vertellen.
Naast begrafenissen vinden er de laatste jaren veel crematies plaats. Was het aantal crematies in 1965 slechts 8 procent, anno 1994 was dat percentage gestegen tot circa 40 procent.
Begrafenis van een rasechte Bussumer
Het overlijden op 20 juni en de begrafenis op 25 juni 1979 van majoor Bep van Kooten trok veel belangstelling. De majoor heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog belangrijk werk verricht in de ondergrondse beweging. Na de bevrijding van Zuid-Nederland werd hij met zijn jongens opgenomen in het befaamde 9e Amerikaanse leger van generaal Simpson.De stoottroepcommandant van het eerste regiment "Limburg" werd in Laren ter aarde besteld. Gijs de Jager was daarbij de uitvoerder. Voor die droeve gelegenheid was hij gekleed in jacquet en gestreepte pantalon en droeg hij een hoge zijden hoed. Voor de lijkkoets liepen twee verzetsstrijders. Twee van de dragers waren vader en zoon Johan en Hans de Ruyg.
Willem Ruis
Het onverwachte overlijden in Spanje van televisiepresentator Willem Ruis bracht een grote schok teweeg in heel Nederland. De wens van Willem Ruis was dat, als hem iets zou overkomen, hij in stilte gecremeerd zou worden. Dat verliep echter anders omdat er toch rouwcirculaires waren verzonden. De crematie vond plaats in Driehuis. Gijs was daarbij de uitvoerder. Om een grote toeloop te voorkomen, werden bewust alle mededelingen en bijzonderheden inzake de crematie uit de pers gehouden. Gijs: "Voor mij was dat niet moeilijk: ik ben daar heel consequent in." Willem Ruis was overigens niet de enige artiest waarvan Gijs de begrafenis of crematie uitvoerde.
Het is hem ook opgevallen dat als laatste wens zoveel variatie in de muziekkeuze is. Zo herinnert hij zich als laatste wens de Internationale en het Friese volkslied. Bij de crematie van Willem Ruis klonk de muziek van Bach.
De Jager / Monuta
Op 28 december 1988 vond een grote verandering plaats in het leven van begrafenisondernemer Gijs de Jager. Op die dag plaatste hij zijn handtekening voor de overname van de begrafenisonderneming door het Apeldoornse Monuta. Gijs: "Het is allemaal zo ontzettend vlug gegaan, want ik wilde mijn bedrijf helemaal nog niet verkopen ..." Hij had het bedrijf graag nog een aantal jaren willen leiden. "Maar gedane zaken nemen geen keer", aldus Gijs.
Gijs is van mening dat te weinig mensen voorbereidingen treffen voor het geval dat hen iets overkomt.
Gijs de Jager en zijn vrouw genieten een goede gezondheid. Het echtpaar De Jager-Schoeman vierde op 13 oktober 1993 hun 50-jarig huwelijksfeest samen met zoon, schoondochter en twee kleindochters.
Ofschoon Pieter John de voor het begrafeniswezen benodigde diploma's heeft behaald, gaf hij toch de voorkeur aan een geheel andere carrière.
Voor meer informatie en foto's over begraven wordt verwezen naar het artikel "100 jaar grafrust op de Bussumse Algemene Begraafplaats (1886-1986)" door P. Soetens in het Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 2, nr. 3 (mei 1985), pag. 3 t/m 17.