Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 12 nummer 2 (september 1996), pag. 52-53
De gang tussen de huizen van Laarderweg en Sint Josephpark
J.R. Bus-Degger
Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Eerder vertelde ik over Koninginnedag dat gevierd werd in een gang tussen de huizen van de Laarderweg en het Sint Josephpark in Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 12, nr. 1 (mei 1996), pag. 15-18
Nu wil ik vertellen over die gang. Die gang loopt evenwijdig aan de Laarderweg, is 3 meter breed en ongeveer 22 meter lang en is in een hoek van 90 graden verbonden met de Laarderweg door een stuk van ongeveer 21 meter lengte.
De gang was vroeger niet bestraat. Dat kon ook niet, want in het midden lag een rij beer- en waterputten. De huizen aan de gang hadden maar één waterkraan: in de keuken. Er was geen douche of badruimte en er was geen watercloset. Maar in de huizen woonden veel grote gezinnen en op maandag werd de was gedaan en dat gebruikte veel water. Of die putten nu te klein gebouwd of misschien dichtgeslibd waren weet ik niet, maar ze liepen steeds over. Om te voorkomen dat het vuile puttenwater de straatjes of tuintjes inliep, leegden de bewoners hun asladen langs hun schutting of hek. Hierdoor waren de zijkanten van de gang iets hoger en ontstond er in het midden van de gang een goot waardoor het vuile water via de zijgang naar de Laarderweg vloeide. De volle putten waren een bron van ergernis. Als onze achterburen buiten een emmer water leegden in het putje bij de keuken, dan liep bij ons het keukenputje over. En andersom ging het net zo. Daarom metselden de bewoners steeds hogere randen om de keukenputjes. De bewoners die achterom gmgen en rechts in de gang woonden, aan de Laarderweg, konden gewoon hun poort of hek in, maar zij die links woonden, in het Sint Josephpark, moesten altijd over de goot stappen en hun fiets er overheen tillen. Als het heel erg werd, kwamen de puttenlegers. Zij hadden een grote tankwagen en zij koppelden dikke rubber buizen aan elkaar; het laatste deel had een ijzeren slurf die in de opengelegde put werd gestoken. Vóór de tankwagen kwam een soort grote stoommachine te staan en die pompte het putwater in de tank.
Foto oktober 1930: beerwagen bij de gemeente Bussum in
|
De putten lagen onder een laagje cement. Dat spitten die puttenlegers eraf en dan trokken ze met een haak de deksel van de put. Wij kinderen wilden zo graag eens in de put kijken, maar begrijpelijk waren de puttenlegers erg streng.
Foto (± 1925): pompvagen voor het legen van beer- en zinkputten. |
Op de tankwagen zat een peilglas. Als de tank vol was werden de putten weer gesloten en reden de mannen weg. Waar zouden zij dat vuile water naartoe gebracht hebben? Ver zal het niet geweest zijn, want de paarden moesten de volle tank trekken. Misschien naar de eng?
Ondanks de goot was er veel bedrijvigheid in die gang. Overdwars waren veel waslijnen gespannen waar de grote stukken wasgoed aan werden gedroogd. Ook werden er vloerkleden en matten over gehangen om geklopt te worden. Sommige mannen hakten er hout klein voor in de kachel en een paar jongens hadden in de gang een rekstok gemaakt. Er werd ook veel geknikkerd en gebald in de gang.
Omstreeks 1925 werd riolering aangelegd in de Laarderweg. Ik denk dat die putten daar toen ook op zijn aangesloten. Het heeft nog heel lang geduurd voor de gangen met tegels bestraat werden. En het is nog niets eens zo erg lang geleden dat de huizen van een doucheruimte werden voorzien.
Als ik nu afbeeldmgen zie van sloppenwijken in Derde Wereldlanden, denk ik vaak aan onze gang met het open riool.