Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 12 nummer 3 (december 1996), pag. 85-91


H. Bierman, van Indië-ganger tot zelfstandig schilder

Ina de Beer

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Lees een later gepubliceerd artikel over H. Bierman: Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 31, nr. 1 (april 2015), pag. 18-19

Omtrent de eeuwwisseling had grootvader Piet Bierman een schildersbedrijf in Ouderkerk aan de Amstel. Hij en zijn vrouw hadden vier kinderen, onder wie zoon Piet. Al op jonge leeftijd ging zoonlief bij zijn vader in de leer om jaren later bij hem als huisschilder te werken. Dat één van de kleinzonen van Piet senior, Herman Bierman, ruim een halve eeuw later in diens voetsporen zou treden is dus niet zo verwonderlijk. Reden om Herman te laten vertellen over zijn leven als huisschilder en behanger.

Hermanus (Herman) Bierman werd op 28 juni 1926 geboren op de Gildestraat in Bussum. Als kleuter zat hij in de klas bij zuster Marca aan de Herenstraat 6a, door velen het 'kakschooltje' genoemd. Hij bewaart daar prettige herinneringen aan. Na de lagere school te hebben gevolgd op de Broederschool aan de Sint Vitusstraat ging hij naar Hilversum. Op de Lage Naarderweg volgde hij daar op de Ambachtsschool een cursus in het schildersvak en na twee jaar had hij het diploma op zak.

Bij zijn oom Arie Kruijswijk, die in Naarden een schildersbedrijf had, kon hij de theorie omzetten in praktijk. Wekelijks ontving hij f 2,50 schoon in het loonzakje. In de avonduren leerde hij verder op de Ambachtsschool. Met zijn opgedane kennis kon hij meteen in de vijfde klas. Om examen te kunnen doen moest hij materialen meenemen, zoals verf, plamuur en kwasten. Ook dit keer slaagde hij en vanaf dat moment kon hij zich gezel (leerlingschilder) noemen.

In de jaren dertig was het nogal omslachtig om een kamer te behangen. Om houvast te hebben werden eerst aan de zijkanten van een ruwe stenen muur houten latten - tengels -bevestigd. Daarna werd over de gehele oppervlakte jute aangebracht. De banen jute moesten eerst aan elkaar worden genaaid om de gewenste breedte te krijgen. Met kopspijkertjes werd het jute aan de houten latten bevestigd, in vakjargon 'soldaatjes spijkeren' genoemd. Herman herinnert zich nog de vele vlooien die in het jute huisden en waar hij soms mee thuiskwam. Daama werd op het jute grondpapier geplakt, maar ook werden hiervoor wel oude kranten gebruikt. Om te voorkomen dat er valse plooien in kwamen werd met een harde wasboender met kracht op het grondpapier gedrukt zodat het goed door het jute werd opgenomen. Was het oppervlak goed droog dan kon men tenslotte gaan behangen. Het kwam wel voor dat de bovenkant van het behang ongelijk was afgewerkt. Geen nood ... een met goud bewerkte brede bies bracht dan uitkomst. 

Dat jochie

Van zijn baas kreeg hij als ongeveer achttienjarige jongen de opdracht om op de Rubenslaan in Naarden een kamer te behangen. Nadat hij had aangebeld deed mevrouw open. Herman: "Goede morgen, mevrouw! Ik ben gestuurd door mijn baas om de kamer te behangen." Mevrouw schrok van zo'n klein jochie en zei dat hij daar niets van terecht zou brengen. Daarom belde zij zijn baas op. Terwijl mevrouw met hem in een andere kamer overlegde, ging Herman aan de slag. Toen zijn baas en mevrouw in de kamer kwamen had hij inmiddels één wand behangen. Inderdaad, mevrouw moest toegeven dat dat kleine jochie prima werk leverde. Toen de klus was geklaard, was mevrouw content en nadat zij hem een fooi had gegeven, ging Herman terug naar zijn baas.

Aan de munitietrein die tijdens de Tweede Wereldoorlog bij station Naarden-Bussum werd gebombardeerd, heeft Herman ook zijn herinneringen. Omdat van de woningen in de omgeving veel ruiten waren gesneuveld, moest hij van zijn baas naar Hilversum. Met een handkar waarop een glasrek was gemonteerd liep hij naar Hilversum om bij glashandel J. Motshagen nieuwe ruiten te halen. Zijn baas had de maat van de ruiten opgenomen die bij de glashandel op maat gesneden werden. Herman: "Ik ging 's morgens om acht uur weg en ik zorgde er wel voor weer op tijd bij mijn baas terug te zijn, want overuren werden niet uitbetaald."

     
 
Dienstplichtig soldaat Herman Bierman
op 20-jarige leeftijd,
legernummer 260628063,
W. Brigade 3-12 R V A

Naar Nederlands-Indië

In november 1946 werd Herman opgeroepen voor de militaire dienst. Hij had toen al verkering met een Bussums meisje. Het viel hem dan ook zwaar toen hij hoorde te worden uitgezonden naar het toenmalige Nederlands Indië. Met ongeveer 3.000 dienstplichtigen stapte hij op 10 mei 1947 aan boord van de 'Johan van Oldenbarnevelt' . Herrnan Bierman heeft daar een dagboek van bijgehouden.

Hier volgt een samenvatting gebaseerd op passages uit het dagboek van H. Bierman betreffende zijn reis met de 'Johan van Oldenbamevelt'. Dit schip van de maatschappij S.M.V. (Stoomvaart Maatschappij Nederland) kon 600 passagiers vervoeren verdeeld in drie klassen. Het had een bruto registertonnage van 14.000. Hoewel vracht voor de maatschappij ook belangrijk was, werd het schip vóór 1940 dertig jaar lang ingezet als passagiersschip. De passagiers waren meestal mensen die bednjven hadden in Indonesië en die met verlof naar Nederland gingen. Na 1945 werd het schip ingezet om Nederlandse militairen naar het toenmalige Nederlands-Indië te brengen, eerst vrijwilligers en later de 7 December-divisie en Marva's (het vrouwelijke hulpkorps) en het Rode Kruis. Na januari 1946 werden Ned. Indische mensen geëvacueerd. Ook de K.N.I.L.-militairen en hun families, waaronder ook de Molukkers. Na 1950 voer de 'Johan van Oldenbamevelt' weer als passagiersschip.

Dienstplichtig soldaat Herman Bierman uit Bussum vertrok op 8 mei 1947 met 3.000 andere soldaten met de trein vanuit Ede richting Amsterdam. Om negen uur stapte hij daar aan boord van de 'Johan van Oldenbamevelt' voor een lange reis die 27 dagen zou duren. Bestemming: Nederlands-Indië.

Om vijf uur die middag klonk het vertreksignaal. Gedurende de nachtelijke uren lag het schip in IJmuiden voor anker. De volgende morgen vertrokken zij uit Nederland en koos het schip het ruime sop. Het eten aan boord was goed, maar het slapen in een hangmat in het ruim viel erg tegen. Op 10 mei voer het schip door de Golf van Biskaje, waar een hevige wind opstak. Voor het eerst in zijn leven werd Herman zeeziek. Onder de soldaten herkende hij nog drie Bussumers; hun namen weet hij nu niet meer.

Er werd een schip gepasseerd waarop zich leden van de Engelse koninklijke familie bevonden. Bij mooi weer genoot Herman van het uitzicht. Tijdens de eerste dagen werden door de KADI (KAntine DIenst) Engelse sigaretten gedistribueerd, honderd stuks per persoon. Tijdens het passeren van de uiterste kaap van Spanje woonde hij de hoogmis bij. Die dag was het prachtig weer; de soldaten moesten de geweren inleveren die vervolgens in het ruim werden opgeslagen. Ook moest Herman regelmatig wacht lopen. Op 12 mei passeerde het schip Lissabon. Om zich later verstaanbaar te kunnen maken kregen de soldaten les in de Maleise taal. Varend op de Middellandse Zee is er nergens land te bespeuren. Dat veranderde toen de Afrikaanse kust in zicht kwam. Op 13 mei werd Algiers gepasseerd. Op het sportdek werd de dag afgesloten met het gezamenlijk bidden van het Rozenhoedje. Maar onder de soldaten sloeg de verveling toe en er bleef genoeg tijd over om brieven te schrijven naar familie in Nederland. Woensdag 14 mei was het zeer slecht weer en Herman begon de dag met de was. 's Avonds om elf uur was er sloepenrol. Op 18 mei voer de 'Johan van Oldenbamevelt' de haven van Port Saïd binnen. Een welkome afwisseling met zo veel kooplui. Op 19 mei stond hij vroeg op om te zien hoe het schip door het Suezkanaal voer. Het was smoorheet en in plaats van thee krijgen de soldaten limonade. Zeven dagen heeft hij geen land gezien als het schip op vrijdag 23 mei door de Arabische Zee vaart. Het Pinksterfeest heeft hij als pijnlijk ervaren, want het was de eerste feestdag dat hij niet bij zijn meisje kon zijn.

Er werd veel gekankerd, zo schrijft hij in zijn dagboek, want het eten wordt steeds slechter. Op 31 mei komt het schip aan in Sabang. Eindelijk ..., hier mochten de soldaten passagieren. Op 3 juni werd Singapore gepasseerd en op 5 juni komt Java in zicht. Diezelfde avond loopt de 'Johan van Oldenbarnevelt' de haven van Batavia, Tandjoeng Priok, binnen. De reis duurde van 8 mei tot en met 5 juni 1947.

Tijdens onze gesprekken over oud Indiëgangers komen bij Herman steeds meer herinneringen naar boven. Zo weet hij nog dat er f 55,-- per maand per persoon aan soldij werd uitgekeerd. Voor sigaretten, tandpasta en scheergerei hoefde niet veel te worden betaald. Herman: "Ik heb in die periode ruim 300 brieven geschreven naar mijn meisje. Die brieven die ik van haar heb ontvangen heb ik nog bewaard in een doos. Als zij of mijn ouders jarig waren, dan zette ik een vaasje met bloemen bij hun foto." Aan zijn gezicht zie ik dat hij daar nog emotioneel van wordt. Dan komen zijn gedachten op generaal Spoor. Herman: "Als generaal Spoor op bezoek kwam in ons kampement nam hij ruim de tijd om met ons te praten. Iedereen dweepte dan ook met hem. Maar ook mevrouw Spoor heeft zich enorm ingezet voor de gewonde Nederlandse militairen aldaar."

Met één oud Indiëganger, zijn slapie Carel Carton, heeft hij al 49 jaar contact. Ieder jaar komen nog velen bij elkaar rond het monument in Roermond. In de zuilen hiervan staan de namen van de gesneuvelden gegraveerd. Eens. in de twee jaar vond in Amersfoort een reünie plaats. Maar sinds jaren komen zij voor een reünie bijeen in Hooglanderveen. 

Het schildersbedrijf

In april 1950 keerde hij na zijn diensttijd terug bij zijn ouders en verloofde. Na de vreugde van het weerzien moest hij natuurlijk weer aan de slag. Zijn baas kon hem wel goed gebruiken en in de avonduren volgde hij een cursus bij het schildersbedrijf H.K. Bos aan de Raadhuisstraat 22. Met succes behaalde hij het vakdiploma voor erkend schilder. Nog geen jaar later ook nog het vakdiploma behanger. Eindelijk kon hij zijn wens in vervulling zien gaan: het openen van een eigen schildersbedrijf. Op 1 oktober 1960 liet hij zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel in Hilversum.

Op 7 april 1953 trouwde Herrnan Bierman met zijn verloofde Fien van Giessen, die hem tijdens zijn verblijf in Nederlands Indië trouw was gebleven. Het kerkelijk huwelijk vond plaats in de kerk van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, de Mariakerk genoemd, aan de Brinklaan in Bussum. Omdat in die jaren een grote woningnood heerste, trok het jonge paar in bij de ouders van de bruid op het adres Oud Bussummerweg 9 Bussum. Daar werden twee kinderen geboren.

Herman is nog in het bezit van veel schildersgereedschap dat vroeger werd gebruikt. De klopkwast en de daskwast werden gebrulkt voor het imiteren van houtsoorten zoals teak en eiken. De slechtkwast gebruikte men om de strepen na het schilderen weg te werken teneinde een mooi en glad effect te krijgen. De blokwitter werd gebruikt voor het witten van plafonds met witkalk of waterverf. De sleper deed dienst voor het trekken van biezen in verschillende kleuren. Herrnan gebruikte de sleper voor het trekken van biezen op bijvoorbeeld reclameborden. De beste kwasten werden gemaakt van Chinees varkenshaar. Om er zeker van te zijn dat het echte varkensharen waren, trok men één haar uit de borstel. Die haar hoorde aan het uiteinde in tweeën gesplitst te zijn, dit werd de bles genoemd.
Om glas te snijden was op de punt van de glassnijder een diamantje bevestigd. De glassnijder was erg prijzig en had bovendien een korte levensduur.

     
 
Het oude schildersgereedachap uit de jaren twintig

Vooral van de mooie villa's in het Spiegel heeft Herman de buitenboel geschilderd. Daar gebruikte hij 'de beul' voor. Dat was een schuifladder met maar liefst 52 sporten die met twee man nauwelijks te hanteren was. In zijn werkplaats hangt nog een glasrek met al het schildersgereedschap waarmee hij heeft gewerkt.

In 1956 verhuisde het gezin Bierman naar het Sint Josephpark 24b, waar ook twee kinderen werden geboren. In het schuurtje achter het huis kon Herman zijn gereedschap bergen. Tot zich de gelegenheid voordeed het schildersbedrijf en de goodwill over te nemen van Willemse op de Oud Bussummerweg 3. Door hard werken en vooral goed werk te leveren kreeg hij in de loop der jaren meer klandizie. Hij kon zelfs twee knechten in loondienst nemen. Ook vader Piet werkte gedurende vijf jaar bij hem. Na ook nog op het Oosterpad een werkplaats gehuurd te hebben, kocht hij in 1964 het woonhuis Bijlstraat 62, waar later nog een dochter werd geboren. Achter het huis liet hij een werkplaats bouwen.

     
Foto ± 1979: Herman Bierman (rechts) en zijn zoon Rob.
 

Op veertienjarige leeftijd kwam zijn zoon Rob bij hem in loondienst. Herman op zijn beurt hoopte dat zoonlief later het bednjf zou overnemen. Maar na dertien jaar bij zijn vader te hebben gewerkt, besloot Rob na nauw overleg met zijn vader om bij een baas te gaan werken. Hier werkt hij tot op heden nog.

Na achtenveertig jaar hield Herman Bierman het voor gezien; hij had lang genoeg gewerkt. Hij deed de klanten en de goodwill over aan F. Wijma op de Singel 47, het bedrijf waar zijn zoon Rob werkzaam is. Herman Bierman mocht dan wel gestopt zijn, maar stil zitten was er voor hem niet bij. Vooral op sociaal terrein wist men hem al gauw te vinden. Zo behartigt hij van gemeentewege de belangen van het stadsvemieuwingsproject Koop-Bijl-Hamerstraat . Sinds de oprichting van de buurtvereniging Koop-Bijlstraat zit hij in het bestuur als penningmeester. Gedurende drie jaar was hij coördinator van de inmiddels opgeheven 'Plusbus', waarvoor hij de telefoon bediende.

Na overleg met de gemeente beschikken de buurtbewoners thans over het Honorterrein: een binnenterrein tussen Bijlstraat en Koopweg dat na sloop van het fabriekje waarin de firma Honor Techniek grafliften bouwde, speciaal is ingericht voor kleuters uit de buurt. De buurt beschikt over nog een binnenterrein tussen Bijlstraat en Koopweg: het Fokkerterrein. Na de sloop van 4 huizen waaronder het woonhuis en de garages van aannemer Fokker hebben de zware vrachtwagens plaats gemaakt voor een park waar iedereen van jong tot oud zich kan vermaken. Ook diverse sporten zoals Jeu-de-boules, basketbal en voetbal kunnen hier worden beoefend. De gemeente heeft hiervoor een jaarlijkse subsidie toegekend. Dat geld wordt gebruikt voor de aankoop van planten, maar vooral gereedschap. Met enkele buurtbewoners werkt Herman samen om het park schoon te houden. Geïrriteerd vertelt Herman dat onlangs het net over de zandbak is ontvreemd.

In mei 1996 was het echtpaar Bierman-van Giessen 43 jaar getrouwd. Het echtpaar heeft tien kleinkinderen, in leeftijd variërend van 8 maanden tot zeventien jaar. Dat is de reden dat Herman nog dagelijks in zijn werkplaats is om fietsen en speelgoed te repareren.

Omdat hij geen kennis had van computers, volgde hij een cornputercursus. Met deze kennis maakt hij zich verdienstelijk en slaat de gegevens van alle foto's op in de computer ten behoeve van de documentatie van de Historische Kring Bussum, waarvan hij lid is.

Een lang gekoesterde wens heeft Herman in vervulling zien gaan: in maart 1996 stapte Herman met zijn vrouw op het vliegtuig naar Batavia, thans Jakarta in de republiek Indonesië. Met nog negen dienstmakkers heeft hij daar drie erevelden bezocht. Hij heeft daar zelfs de graven van zes hem bekende strijdmakkers teruggevonden. Herman Bierman benadrukt dat hij deze reis heeft ondernomen om na 49 jaar deze ingrijpende periode in zijn leven af te sluiten.