Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 33, nummer 1 (mei 2017), pag 28-29

Kameleon

Nol Verhagen

 

Klik hier voor de pdf van dit artikel
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting 

Het decennium 1940-1950 is slecht vertegenwoordigd in de plaatselijke pers. De Bussumsche Courant had in 1942 ‘om principiële redenen’ de stekker eruit getrokken en hervatte haar verschijnen pas weer in 1950. Ook andere lokale periodieken lieten het juist in dit decennium afweten, zodat alleen De Gooi- en Eemlander ons rest als bron voor het dagelijkse nieuws in de regio. Maar die had helaas in die jaren juist weinig belangstelling voor het Bussumse toneel: zoektermen als ‘het schouwspel’, ‘de schakel’ of ‘kameleon’ leveren weinig tot niets op in het digitale krantenarchief. Dat betekent dat de onderzoeker terug moet vallen op de archieven van de verenigingen zelf, of wat daarvoor moet doorgaan. 

De families Cressent, Pelle en Kelder

En dan blijkt dat er toch wel krantenknipsels zijn over de eerste voorstelling van Kameleon bijvoorbeeld. Ze zitten in een rafelig en al flink vergeeld plakboek, dat iemand van de club nog ergens heeft opgediept. Helaas heeft de plakboekhouder verzuimd om de knipsels te dateren en/of de herkomst te noteren. Hij/zij is trouwens niet de enige die zich aan dergelijk verzuim schuldig maakt, heb ik bij mijn speurtocht naar het verleden van de Bussumse toneelgezelschappen gemerkt.

     
Programma van het eerste optreden
 

Wat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat is de oprichtingsdatum: 13 maart 1947. Het heeft er alle schijn van dat Kameleon een afsplitsing was van Het Gooisch Toneel, het oorspronkelijke bolwerk van de Bussumse toneelfamilies Cressent en Pelle. Die beide families waren samen met de familie Kelder de drijvende krachten achter Kameleon. In 1953 kwamen bij de voorstelling Spel met het noodlot niet minder dan vier rollen voor rekening van de familie Pelle (onder wie de regisseur) en eveneens vier voor die van de familie Kelder. Ook Wim Cressent deed mee, hij bleef actief tot in de jaren zeventig. ‘Ome’ Wim Cressent was de oprichter van het gezelschap en Louis Pelle was tot 1976 de vaste regisseur. Zij waren de kleinzoons van de Louis Cressent, die aan het begin van de eeuw al met zijn dochters en schoonzoons toneel speelde in zijn tuin aan het Oosteinde Zie ook   ‘Amateurtoneel in Bussum’, elders in dit nummer Bussums Historisch Tijdschrift 33/1 (2017) 4-5

Het belang van donateurs

De eerste openbare voorstelling vond pas plaats op 25 september 1948 in het Sint-Vitusgebouw. Gespeeld werd Een die niet geteld wordt, volgens de recensent “een voor de zoveelste maal ten tonele gevoerde overjarige draak”. Er had toen wel al een ‘Soiree’ plaatsgevonden voor de inmiddels geworven donateurs. De vereniging wist in een jaar tijd een kleine 300 leden en donateurs te rekruteren. In het tweede seizoen stond Kameleon met het volksstuk Mensen rond de havens op de planken. Louis Pelle herinnerde zich in 1972 nog wat een succes dat was: op één avond werden 150 nieuwe donateurs geboekt. Donateurs waren de kurk waar alle toneelverenigingen op dreven. Zij vormden een vaste bron van inkomsten, in ruil voor gratis toegang tot de voorstellingen (en het bal na!).

      

Zoals de penningmeester van Kameleon al in 1949 opmerkte: “Het spelen met weinig donateurs geeft een groot risico omdat men dan afhankelijk is van de kaartverkoop.” Overigens moesten de spelende leden iedere zaterdag bij al die donateurs langs om de contributie van een dubbeltje (voor de jongere lezertjes: dat was 10 cent) op te halen.

Waar doen we het?

In de jaren die volgden kreeg Kameleon met dezelfde problemen te maken als de andere gezelschappen: waar vind je repetitieruimte en waar kun je je uitvoeringen geven? Ook Kameleon zwierf van het ene naar het andere onderkomen, totdat men in 1956 de hand wist te leggen op de zolder van een koetshuis aan de Meerweg. Die moest wel eigenhandig worden opgeknapt. Een goede oefening voor later, zou blijken. Want nadat eerst nog een poos was gerepeteerd in de Viaductschool (bij station Bussum-Zuid) besloot Kameleon in 1971, uniek voor Nederland, een eigen club- en repetitiegebouw van maar liefst 300 m2 neer te zetten aan de F. Bleekerstraat (de entree ligt nu aan het Elise Dammershof). Er was een bouwploeg van niet minder dan vijftig leden, onder wie, volgens De Gooi- en Eemlander “een aantal doorgewinterde bouwvakkers en timmerlui”. Ook met de uitvoeringen was het lang behelpen, totdat in 1969 ’t Spant beschikbaar kwam. 

      
 
Requisitenkamer

De jeugd

Intussen was Kameleon in 1963 gestart met een jeugdgroep. Oprichter en acteur Wim Cressent had zich namelijk ook ontpopt als schrijver van toneelstukken voor de jeugd, en wat was logischer dan dat die stukken werden gespeeld door de kinderen van de volwassen leden? Deze jeugdgroep is sindsdien een vitaal onderdeel van de vereniging gebleven, vaak met ‘eigen’ producties, zoals recentelijk Camping Kameleon van jeugdregisseur Desiree Bierman op basis van ideeën van de jeugdgroep zelf. In recente jaren staan volwassenen en jeugd ook wel eens samen op de planken, zoals vorig jaar in Kunt u ons de weg naar Hamelen vertellen, meneer? 

Nieuwe wegen verkennen

Net als de andere verenigingen kan ook Kameleon niet meer terugvallen op een vast bestand van honderden donateurs: tegenover de 500 aan het eind van de jaren vijftig, staan er nu nog enkele tientallen. De kleine zaal van Spant! (met een capaciteit van 200 bezoekers) is nu hun vaste stek. De verenigingen zoeken ook toenadering tot elkaar: Kameleon speelde in 2012 samen met Het Goois Toneel Mallejan is weer om en de jeugdgroep ondersteunde De Schakel in The wizard of OZ. De vereniging verkent ook nieuwe wegen. Zo staat dit jaar een heuse musical op het programma: Ja zuster, nee zuster!