Het huis waarin u woont: villa Klein Delta aan de Graaf Wichmanlaan 19
A.J.M.E. van Pampus-Gribling en F.X.J. Baneke
Klik hier voor de pdf van dit artikel
Onderstaande illustratie is aanklikbaar voor een vergroting.
De oproep van Joke Vos om eens iets te schrijven over het huis waarin u woont of woonde heeft weerklank gekregen. Mevrouw A. van Pampus-Gribling vertelt hierna over de villa "Klein Delta" aan de Graaf Wichmanlaan 19, waaraan zij veel mooie herinneringen heeft.
N.B. Aan personen die wel wat kunnen vertellen, maar die geen ervaring hebben met het schrijven van een artikel, zal de redaktie graag assistentie verlenen.
Villa KLEIN DELTA (Graaf Wichmanlaan 19)
Wij waren al vier jaar getrouwd en woonden op de Lindelaan nummer 6. Op de parterre had de bekende Bussumse huisarts dokter Van Marle zijn praktijk gehad. Nadat hij de praktijk beëindigd had, konden wij die ruimte huren. Heel prettig, al was het lastig, dat de keuken op de eerste etage was. Ik herinner me, dat ik met een schaal chocoladevla de trap af duikelde, omdat de kat op een traptrede bleek te liggen. In 1950 werd ons het huis Klein Delta aan de Graaf Wichrnanlaan 19 aangeboden.
Graaf Wichman
Eerst even iets over die Graaf Wichman. Die naam werd in onze contreien al vermeld in 968. De Duitse graaf Wichman I1 van Hamaland had precies op 29 juni 969 het graafschap Naardingerland, waarover hij het beheer voerde met toestemming van zijn leenheer Keizer Otto I, geschonken aan de pas gestichte abdij van Elten bij de huidige Duitse grens oostelijk van Arnhem. 'zijn dochter Luitgarde was in deze abdij de eerste abdis. Het zal wel bedoeld zijn als een financieel melkkoetje. Maar het liep op den duur niet zo goed en een van de volgende abdissen, Godelinde (ofwel Gudela), droeg het bezit en een deel van haar rechten in 1280 over aan de graaf van Holland. Onze graaf heeft hierop ove'rigens lang moeten wachten. Toen in 1891 de gemeente Bussum enige orde wilde brengen in het patroon van de straatnamen, vond men zijn naam ook een laan waard.
Klein Delta te koop
Klein Delta was in 1950 dus te koop. Het werd de eigenares, mevrouw weduwe Rademaker die 83 jaar oud was, te groot en te lastig. Het pand was niet zo piepjong meer. Het was in 1877 gebouwd door E. Klaarwater in opdracht van de Bouwmaatschappij Nieuw Bussum voor f 7.076 en nog 50 cents. Deze maatschappij was het jaar daarvoor - in 1876 - opgericht onder meer met de bezielende leiding van de bekende heren Biegel en Loman. Zij
waren van plan om het kleine Bussum op te stoten in de vaart der forensendorpen. Het begin was er. Op 1 januari 1877 had Bussum 1451 inwoners. Het dorp bestond als zelfstandige gemeente toen 60 jaar.
De eerste huurder van Klein Delta was een zekere E. Werkemann.
De plaatselijke situatie
Drie jaar eerder - in 1874 - was de Oosterspoorbaan aangelegd. Het monster met zijn grote ijzeren wielen sneed negen maal per dag snuivend en fluitend door de gemeente heen; er stonden al koetsjes en karren te wachten voor de spoorwegovergang. De spoorbomen werden nog met de hand bediend vanuit het wachtershuisje bij de overweg. Tegenwoordig rijden er per dag ( ! ) 245 personen- alsmede 40 goederen-(en binnenkort chloor)treinen op een paar honderd meter van Klein Delta verwijderd voorbij. In de huidige tijd zou zo'n stuk spoorweg dwars door een dorp verdiept worden aangelegd of beter nog ondergronds. Wie weet beleven we dat nog eens.
Het forensendom was in opkomst en langzaamaan werd begonnen met de bouw van villa's in het Spiegel. Er stonden her en der verspreid al enige tientallen villa's; gebouwd zonder enig stedebouwkundig plan en verbonden door een wegennet dat nauwelijks die naam verdiende.
Het dichtste bij Klein Delta lag villa 't Hoog op nummer 34. Daar woonde Jan Samuel Heybrock, die dat pand eveneens in 1877 had laten bouwen voor f 11.465 (zonder 50 cents). Op nummer 17 lag nog de boerderij van Klaas Koelink.
De situatie was naar onze maatstaven niet bijzonder comfortabel: er was geen gas, water of electra. De nachten moeten pikdonker zijn geweest. Menige villa werd als buitenverblijf alleen in de zomer bewoond.
In 1878 besloot de vooruitstrevende gemeenteraad - toen nog vergaderend in het raadhuisje aan de Brinklaan tegenover De Rozenboom (waarin tegenwoordig de Evangelische Boekhandel zit) - om in het dorp enkele lantarens te plaatsen. De gemeente zou zorgen voor een lantarenopsteker, petroleum en lampeglazen. (Anton Philips was nog maar net 4 jaar oud). Van 15 augustus tot 15 mei brandde het licht tot één uur 's nachts. Spoedig - want zuinigheid was toen nog deugd - werd dat gewijzigd, waardoor het licht slechts brandde van 1 sept. tot 1 mei en tot 12 uur. En om verkwisting tegen te gaan werd er 4 dagen voor en 4 dagen na volle maan geen licht opgestoken. De gemeente adviseerde daarbij om vergaderingen en dergelijke bij volle maan te houden!
Na drie jaren, in 1880, kwam op Klein Delta te wonen de heer A.G. Heineken. Hij kreeg een belangrijke rol als opperbrandmeester en hij heeft als zodanig goed werk verricht met de zeer noodzakelijke reorganisatie en opbouw. De Bussumse brandweer had altijd een goede naam.
Van 1886 tot 1893 woonde Frederik van Eeden vlak in de buurt in de villa Beukenoord aan wat nu de Nieuwe 's-Gravelandseweg heet; dat was voordat hij in 1898 Walden stichtte. Hij schreef in zijn dagboek in maart 1892: "Het is hier al vuil en dor armelijk leven om mij heen - het gore, onreine en vunzige. Het is mij dagelijks een kwelling." Het Spiegel was 15 jaar na de bouw van Klein Delta nog lang niet zoals wij het nu kennen.
In 1893 kwam de familie Luns uit Amsterdam gedurende de zomermaanden op Klein Delta wonen. Waarschijnlijk de grootvader van de befaamde oud-minister Joseph Luns. Men kon er reeds genieten van het comfort van gaslicht, dat sedert 1886 met zijn witte schijn in Bussum zijn intrede had gedaan. De technische beschaving schreed met rasse schreden voort, want in 1898 werd de waterleiding aangesloten. De nieuwe bewoner werd de kunstschilder Thomas Cool (Sneek 25 dec. 1851 - Bussum 16 mei 1904). Zijn dochter Tine beschrijft in haar boek "Wij met ons vijven in Rome" minutieus de aankomst op Klein Delta vanuit Rome, waar het gezin Cool een aantal jaren had gewoond. "Het was er donker door de vele bomen buiten. Italiaanse populieren, kastanje, linde en sparrebomen."
1950
Na deze duik in het verleden vervolgt mevrouw Van Pampus dat het pand bepaald geen Rietveldcreatie was. (Deze architect moest overigens in 1877 nog geboren worden.) Maar het huis trok ons toch aan. Vooral de grote tuin, die weliswaar totaal verwaarloosd was. Maar mijn man, die - ofschoon juwelier - een uitgesproken architectenaanleg had, rook een kans om zijn hobby uit te leven. Het huis was somber, met kleine raampjes, zware donkere gordijnen, bruine luiken voor de ramen. Vooral geen zon binnen! Dat was zo in die dagen. De meubels mochten eens verschieten! Gangetjes hokkige kamers. En overal verwaarlozing en rot. Onze ouders schudden hun wijze hoofden toen wij het kochten en er flink de bezem door haalden. De houten aanbouw lieten we maar dadelijk slopen en er in steen iets nieuws zetten.
We hadden de bouwtekeningen keurig goedgekeurd gekregen, maar toen we en passant ook nog even twee verrotte raamkozijnen wilden verwijderen voor één groot glasraam, stond er natuurlijk juist een ambtenaar met gefronste wenkbrauwen te kijken. Maar de frons verdween gelukkig en hij sprak de gedenkwaardige woorden, die ik me nu nog letterlijk herinner: "Het was een lelijk huis en het zal wel een lelijk huis blijven. Ga je gang maar. "
Het was dan inderdaad niet moeders mooiste, maar zoals het daar vriendelijk ietwat op de hoogte aan de driesprong staat is het toch echt een huis om van te houden. De prachtige treurberk die wij er hebben geplant, is dan ook beslist niet symbolisch bedoeld. Het bleek een heerlijk huis om in te wonen. Het was als de bijbeltekst: "Alle glorie van de koningsdochter is van binnen." Ruime kamers, die in elkaar overgaan. Naar alle kanten open en geheel vrij. Een driezijdige erker, waar je iedere dag ontbijt met het gevoel, dat je op vakantie bent. En natuurlijk die fraaie tuin, die naar beneden glooiend afloopt.
Geen lijfrente
Over die aankoop kan ik nog iets moois vertellen. Wij waren het al eens over de prijs en alles zou doorgaan, toen de oude mevrouw Rademaker - nog vief en kerngezond - plots met het voorstel kwam om haar in plaats van een koopsom ieder jaar f 5.000,-- te geven als lijfrente gedurende haar leven. Op zich geen gek idee. De gemiddelde levensduur van een 83-jarige was in 1950 aktuarieel berekend op ongeveer 6 jaar. Maar mijn man speelde liever op zeker. Het ging dus niet door en we betaalden gewoon de koopsom. Het is moeilijk om op statistieken af te gaan: na één jaar stierf de weduwe!
Tuin
Toen we de tuin opknapten, vroeg de gemeente ons of we een rand wilden afstaan voor de verbreding van de laan en de aanleg van een stoep. Wij gingen akkoord met een strook van 1% meter. Er bleef genoeg over! Als tegenprestatie plaatste de gemeente het hek. Grappig daarbij was, dat het hek op verzoek van de gemeente een ommetje moest maken rond een oude populier, die precies op de rand stond. Later is die boom omgehaald. Toen moesten we wel zelf de verandering aan het hek betalen. Zit me nog dwars. De tuin werd gedeeltelijk een bloemen- en groentetuin. Een terras werd chic betegeld met restanten van een verbouwing van de juwelierswinkel in de Amsterdamse Kalverstraat. Omdat het op het zuiden lag, werd tegen de muur en onder het afdak een wingerd geleid, die ons ieder jaar verraste met een overvloed aan heerlijke druiven. Ik wil hierbij wel een goed bewaard familiegeheim kwijt. In het eerste najaar heb ik er namelijk zelf met behulp van wat draad druiventrossen, die bij de groenteman waren gekocht, ingehangen. De familie - op verjaarsvisite - stond versteld.
Een kippenhok zorgde voor genoeglijk gekakel. Ik herinner me nog de begrafenis van een kip. Een groepje kinderen liep stemmig achter mijn man, die de overleden kip "ter aarde bestelde." Toen het kuiltje weer met aarde was gedicht, stond hij even stil en zei met plechtige stem: "Dag doje kip." En de kinderen rondom - toch wel een beetje onder de indruk - herhaalden met ernstige gezichtjes: "Dag doje kip." Naast ons was de Brandsmaschool. Nu staat op die plek een gebouw met appartementen en op de begane grond de dependance van de R.K. Montessorischool. Leuke kleuren en een gezellig gekwetter als de school begint en uitgaat en de jonge moeders hun kinderen afhalen. Wel een kontrast met de overzijde, waar vanachter het mooie gebouw De Heemburgh de auto's van de Gooise Uitvaartverzorging ingetogen de weg oprijden.
Tuinbeeldje
Toen de eerste twee kinderen nog klein waren, heeft Suze Berkhout - bekend door het beroemde beeld in Assen van Bartje, het Drentse knulletje - van hen een tuinbeeldje gemaakt. Het werden twee gezellige, mollige kleuters; Bussums welvaren. Een waardige tegenhanger van de magere dirigent voor het huis van mijn zwager Frans Baneke van 't Orkest aan de Singel 4; zie het vorige Contactblad Contactblad Historische Kring Bussum 8/3 (december 1992) pag 95-99
Zo hebben wij daar 40 jaren ongestoord en fijn gewoond. Nou ja, ongestoord? Eens heeft de storm een boom van de buren op ons dak gedeponeerd. Goed voor de verzekering.
Verhuizing
In 1990 was het mijn beurt. Het huis werd te groot. Ik verhuisde een paar honderd meter verder naar een mooi appartement aan... de Lindelaan. Soms kan ik er de boomtoppen van Klein Delta nog zien. De projektontwikkelaars stonden al op de stoep. Maar ik heb het redelijk verkocht aan een jong gezin, al garandeerde de projektman dat hij altijd meer zou bieden. Ik heb er geen spijt van. Haast dagelijks, als ik lopend of op mijn oude karretje er langs rijd en het huis daar in de zon zie staan, geniet ik nog van de herinnering aan de 40 gelukkige jaren die wij hebben mogen doorbrengen op Klein Delta.
Met dank aan Gerard Langemeijer voor zijn interessante gegevens.