Een trein stond stil (op 12-11-1944)
G.M. Langemeijer
Klik hier voor de pdf van dit artikel
Lees twee reacties in Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 9, nr. 2 (september 1993), pag. 58 en Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 9, nr. 2 (september 1993), pag. 59-60.
Zondag 12 november 1944 was een dramatische dag. Nabij het station Naarden-Bussum stond bijna de hele dag een zeer lange goederentrein stil. In elke goederenwagon bevonden zich ongeveer 60 Rotterdamse jongemannen. De dag daarvoor waren zij bij SS-razzia's opgepakt om te worden tewerkgesteld in Duitsland. Als slaven werden zij vervoerd. Men leed honger en dorst. In totaal waren het 1600 mannen.
Vermoedelijk bleef de trein daar stilstaan, omdat de eindbestemming nog niet bepaald was. In dat oorlogsjaar kon men nauwelijks voedsel krijgen op de distributiebonnen. De beruchte hongerwinter stond voor de deur. De tragedie van die stilstaande trein verspreidde zich als een mare door Bussum en Naarden. Eerst ging men voorzichtig en nieuwsgierig kijken. Toen brak de zon door in de harten van de nieuwsgierigen en ging men naar huis om voedsel te halen, ondanks de eigen lege magen. Spontaan kwam de hulp op gang. En Hoe! Wij weten dat precies, want reeds in juni 1945, dus vrij spoedig na de capitulatie van Duitsland, kwam er een bedankbriefje gedateerd juni 1945. En op 11 november 1945 volgde nog een eenvoudig gedenkboekje, dat gericht was aan de burgemeesters van Bussum en Naarden.
In de brief, ondertekend door 28 bemanningsleden van een van de wagons, staat onder andere: "U gaf met kwistige hand in letterlijke zin alles wat u aan etenswaren enz. kon missen." En: "De 5 volgende dagen tot onze bestemming in Beieren waren een verschrikking, maar uw daad zal nooit vergeten worden." In het gedenkboekje wordt nog vermeld: "Wij willen door middel van dit boekje uiting geven aan onze dankbaarheid ten opzichte van de Bussumsche bevolking voor alle goede gaven die wij dien dag hebben mogen ontvangen en zonder welke wij onze reis van 8 ( ! ) dagen naar Beieren niet zonder lichamelijke schade hadden kunnen volbrengen."
De brief bij het gedenkboekje werd ondertekend namens de gedeporteerden en hun familieleden door C.J. Visser en C.C.E. Obermann op 11 november 1945.
Het boekje bevat honderden namen. Zelden werd een drama zo sober beschreven. Vragen rijzen op, zoals: hoe kon men slapen, hoe hield men de moed er in en vele andere vragen. Daar schreef men niet over; men wilde slechts de milde gevers uitbundig danken.
N.B. Het gedenkboekje en de brief bevinden zich in het gemeentelijk archief en zullen zeker wel eens getoond worden. In ons archief bevinden zich thans enige kopieën daarvan.