Ambtelijke nauwkeurigheid met een halve cent in 1867

Ina de Beer

Klik hier voor de pdf van dit artikel

De onderstaande brief uit 1867 is overgenomen uit map HK 2304 van de afdeling documentatie. In deze map zitten kopieën van brieven van ambtenaren en particulieren die in de periode van 1817–1887 werden verzonden aan de burgemeester van Bussum.
 
3e Afdeeling B
N 189 / 5431

Haar1em, 25 Julij 1867

Onderwijs

Bij Uw missive van den 3 dezer No 451/4299 werd door U ingezonden eene kwitantie van storting, groot f 8,33 wegens pensioensbijdragen van de onderwijzers in Uwe Gemeente over het le halfjaar van 1867. Volgens alhier gemaakte berekening moest dit echter zijn f 8,335.

Het verschil van f 0,005 is daarin gelegen dat de bijdrage van den hulponderwijzer W F G L Willemsen over 4 maanden van f 35,--, niet bedraagt f 2,33 maar f 2,335.

Ik heb de eer U te verzoeken bedoeld bedrag van f 0,005 alsnog bij den betaalmeester te storten en de kwitantie van die storting vervolgens aan mij te doen toekomen onder bijvoeging van een behoorlijk ingevulden staat betreffende genoemden onderwijzer, opgemaakt overeenkomstig het model, dat gevoegd was, bij het provinciaal blad N 25, jaargang 1861.

Voorts noodig ik U uit, om naar aanleiding der circulaire van Gedèputeerde Staten van 22 Junij 1859 N 19 (Prov. blad N 50) voor het vervolg in geval er eenige verandering in het personeel of in de inkomsten der onderwijzers in Uwe Gemeente is voorgevallen, de verschuldigde bijdrage voor pensioen bij den betaalmeester niet te storten dan nadat U dezerzijds de juiste som zal zijn afgegeven welke volgens alhier gemaakte berekening moet worden gestort.

De voorzitter van Gedeputeerde Staten in de Provincie Noord-Holland
w.g.