Hendrik Banis, de eerste burgemeester van Bussum
M.J.M. Heyne
Klik hier voor de pdf van dit artikel
Op 13 maart 1778 werd in Laren een zoon geboren van Michiel Banis, gehuwd met Anna Majoor. Zij noemden hem Hendrik. Wanneer de jonge Hendrik naar Bussum verhuisde is ons (nog) niet bekend, maar op de inwonerslijst van 1808 komt hij al voor. Hij is dan 30 jaar oud en getrouwd met Teuntje Koelink uit Blaricum en heeft dan twee kinderen. Zijn beroep is winkelier in kruideniers- en vette waren met daarnaast boerenen vrouwengoederen als katoenen kousen, mutsen, garen en band. We mogen er van uit gaan dat Hendrik in zijn kinderjaren ten minste lager onderwijs heeft gehad, want hij kon schrijven en rekenen; iets wat hij vóór had op vele dorpelingen. Wonende op huisnummer 572, was hij buurman van pastoor Nijhoff, die op nummer 571 woonde tesamen met twee huishoudsters. Huisnummer 572 moet gezocht worden aan de Kapelstraat ter hoogte van de winkel van Klück.
We vernemen voor het eerst meer van hem, als de Franse bezetters van de vesting Naarden op 30 november 1813 een plundertocht voor leeftocht naar Bussum ondernemen en alles roven wat ze kunnen gebruiken zoals oogst, vee, etenswaar, kleding en huisraad, tot de kousen van de pastoor aan toe. Uiteraard werd ook de winkel van Banis leeggehaald en de soldaten wilden daarbij ook het gouden oorijzer van een toevallige klant – de vrouw van Jan Steur – van haar hoofd afrukken. Dat was Banis te gortig en woedend protesteerde hij hiertegen, wetend dat het een dierbaar en onvervangbaar familiestuk was. Als antwoord dreigden de soldaten hem aan hun bajonet te rijgen. Door ijlings de winkel uit te vluchten en over de schutting een goed heenkomen te zoeken redde hij het vege lijf. Zo kwam hij de pastoor tegen, die net op weg was om nieuwe kousen bij hem aan te schaffen. Zonder bedenken trok Banis zijn eigen kousen uit en bood ze pastoor Nijhoff aan. Mede door dit voorval genoot hij de achting van het hele dorp.
Bij het zelfstandig worden van Bussum vier jaar daarna kreeg een Naardense notabele nog de voorkeur om schout te worden. Thierens was echter geen Bussumer en verbleef meestentijds in Naarden, wat de dorpsbevolking heel niet aanstond. Thierens trok zich eind 1820 terug en nu werd Hendrik Banis gekozen om de funktie van schout over te nemen. Bij Koninklijk Besluit van 29 januari 1821 volgde de benoeming. Door het in werking treden van het "Vernieuwde Reglement op het Bestuur ten Plattelande" in 1825 werd het schoutambt opgeheven en omgezet in burgemeesterschap, wat ook Banis ten deel viel.
Niet opgeleid voor en zonder ervaring in het leiding geven aan een dorpsgemeenschap ging hij echter met veel inzet en vertrouwend op zijn gezonde boerenverstand aan het werk, met behulp van de gemeentesecretaris, de wethouders en de gemeenteraad.
Makkelijk was het om de drommel niet. Het dorp was met 550 inwoners in 1825 klein met veel armen en vrijwel geen nijverheid. Besmettelijke ziekten als cholera, ziekten en sterfte onder het vee alsmede misoogsten brachten ook al geen welvaart aan het dorp dat zich geleidelijk probeerde te ontwikkelen; maar Banis zette door. Er kwamen meer blekerijen, een korenmolen, een fabriekje voor scheepsbeschuit en een fabriekje voor zachte zeep. Ook verschenen de eerste zomergasten die woonruimten huurden.
In zijn tijd werd een R.K. kerk gebouwd in Waterstaatstijl en verrees tegenover de herberg De Rozenboom het eerste eigen gemeentehuis.
En bij dit alles bleef hij ook winkelier, want van het burgemeestersinkomen viel bij lange na niet rond te komen. Het is nu onbegrijpelijk dat burgemeester Banis het zo'n lange periode volhield, want pas op 2 januari 1850 trad hij af, na 29 ambtsjaren en bijna 72 jaar oud.
Het inwonertal was inmiddels opgelopen tot 921.
Met volledige inzet heeft Banis ons dorp leiding gegeven in de moeilijke beginperiode toen van alles nog moest worden opgebouwd, zoals orderegeling met een veldwachter, postbestelling, nachtwakers tegen brand en inbrekers, brandweer en armenzorg.
Op 24 maart 1856 overleed Hendrik Banis, de eerste burgemeester van Bussum, die vergeleken met zijn opvolgers de langste periode hier het ambt bekleedde. Bovendien kwam hij als eerste onder de Bussumers ook uit die bevolking voort.
We kunnen het er dan ook over eens zijn dat deze man het verdient om alsnog in de herinnering levend te blijven door een straat in het oude centrum naar hem te vernoemen. In dit verband lijkt het de Historische Kring zinvol om de Schoolstraat, die sinds mensenheugenis niet meer met een school in verband staat, om te dopen in Burgemeester Banisstraat. Tenslotte heeft Banis er in de Kapelstraat vlak bij gewoond en hebben zijn nazaten er in de Kerkstraat eveneens dichtbij gewoond.
Laat ons weten als dit voorstel u aanspreekt.