Bob ten Hoope, een Nederlandse Fransman
Paul Klein
Klik hier voor de pdf van dit artikell
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting
Kruispunt in Pont-en-Royans; boven in het midden een van de
|
Cornélius Jean, of Maître Bob, le peintre de la couleur, zoals hij wordt genoemd in zijn Franse woonplaats: niet iedereen in Bussum kent deze kunstschilder en dat is niet verwonderlijk, want hij heeft het grootste deel van zijn leven in Frankrijk gewoond. Hij kwam wel regelmatig even terug, in Bussum en in Blaricum. C.J. ten Hoope werd geboren in Bussum (Brinklaan 7, waar nu een gezondheidscentrum is gevestigd) en is hier ook overleden (in zijn ouderlijk huis aan de Soerstraat), sterker nog: Bob is al die 93 jaren lang Bussums ingezetene gebleven. Daarnaast is hij eigenaar geworden van een atelier in Blaricum en van twee aardige woningen/ateliers in het pittoreske plaatsje Pont-en-Royans, in het departement Isère, aan de rand van de Vercors.
Klasgenoot van Karel Appel
Bob heeft een zeer degelijke opleiding genoten. Eerst van 1936 tot 1942 aan het Rijksinstituut tot Opleiding voor Teekenleeraren, dat juist toen werd omgevormd tot het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (onder meer voorloper van de Gerrit Rietveld Academie). De school was gehuisvest op de bovenverdieping van het Rijksmuseum.
|
|
Kaartspelers in een Spaans café |
Van 1942 tot 1949 was hij leerling aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, iets verderop aan diezelfde Stadhouderskade in Amsterdam. Het was toen nog gebruikelijk dat docenten aan zo’n 7-jarige opleiding hoogleraar waren. In de oorlogsjaren kreeg Bob er les van beroemdheden als Willem van den Berg (tevens Academiedirecteur), Gé Röling (de vader van Marte Röling) en ook van de Bussumer Kuno Brinks. De Rijksacademie had in die jaren een maximaal aantal leerlingen, die daarmee van de Arbeitseinsatz konden worden vrijgesteld. Ook Corneille en Constant waren er toen leerling. Karel Appel was een klasgenoot en Bob en hij hebben elkaar geportretteerd.
Geland in Pont-en-Royans
In 1951 maakte Bob een studiereis waardoor hij zeven maanden in Egypte vertoefde. Daar kreeg hij twee lijfwachten mee, die hem zes weken lang overal op zijn tochten in Port Said vergezelden; om militaire redenen was het immers niet toegestaan om op eigen houtje schetsen van straatjes in de Arabische wijk of van de haven te maken. Dit lezen we allemaal in de Bussumsche Courant van 27 oktober 1951: ‘Resultaat van zeven maanden trekken: portefeuilles met talloze frisse reisschetsen [voetnoot 1]. In het kader van een van de eerste naoorlogse culturele uitwisselingen kwam hij op 35-jarige leeftijd terecht in Pont-en-Royans en daar is hij eigenlijk nooit meer weggegaan.
Jeanette en Corinne, geschilderd op het
|
Bob is daar in zekere zin nog steeds, want na zijn overlijden is de straat waar hij woonde (rue Villeneuve) hernoemd in rue Bob ten Hoope. Mede als gevolg van zijn vele reizen, o.a. naar Italië, Zwitserland, Spanje en New York (in april 1953 met de Willem Ruys), werden er met de jaren overal tentoonstellingen gehouden. Bob ten Hoope heeft op heel veel plaatsen geëxposeerd: in ons land regelmatig in het oude Hotel Hamdorff en in het Singer Museum in Laren, in kasteel Groeneveld in Baarn [voetnoot 2], in museum Jan van der Togt in Amstelveen en verder in Apeldoorn. En in New York, Venetië, Lyon, Grenoble en Marseille. En natuurlijk vaak in en nabij Pont-en-Royans. Bob had vaste modellen, die graag poseerden. Nimmer werd hun vertrouwen beschaamd, want het resultaat was altijd een heel mooi en kleurrijk naaktportret.
In dat bergachtige gebied Vercors, met al dat heldere licht, kwamen bloemstillevens en berglandschappen prachtig uit op de olieverfschilderijen van Maître Bob. Wanneer hij een paar weken in het verre Nederland op bezoek was, haalde Bob zijn inspiratie voor schetsen en aquarellen uit het caféleven in Laren (in ‘t Bonte Paard en in het voormalige Hotel Hamdorff). “De bistro is mijn werkplaats, mijn atelier is om te overnachten”, lezen we in een groot artikel in Le Dauphiné Libéré van 15 juli 1995 [voetnoot 3].
Een groot aantal werken bevindt zich in particulier bezit, maar ook de Franse staat, de gemeente Pont-en-Royans en diverse musea in binnen- en buitenland hebben werk van hem aangekocht. Maar wat is binnen- en wat is buitenland? Even verderop in genoemd artikel lezen we het antwoord op deze vraag: “Ik woon hier, maar daar heb ik een verblijfplaats.” Met ‘daar’ bedoelde hij Nederland. Wanneer hij in Nederland was, verbleef Bob vooral in Laren en Blaricum, waar hij veel contacten had. Niet alleen zijn leermeesters woonden er, maar ook bekende schilders. Bob vertelde graag dat de woning van Bart van der Leck een paar huizen voorbij zijn atelier in Blaricum gelegen was en ook zijn leermeester Röling op een steenworp afstand woonde.
Eerste kennismaking met het atelier van Ten Hoope
|
Mijn ontmoeting met Bob
Een in Parijs woonachtige Franse vriendin van ons had ooit in een galerie in Den Haag een werk van een haar onbekende Nederlandse schilder aangekocht en zij vroeg mij begin 2010 met het oog op publicatie van zijn werk in een catalogus om uit te zoeken wie eigenlijk deze schilder was. Op internet was in die tijd nog niets over C.J. ten Hoope te vinden (vandaar dat verzoek uit Parijs), maar wel was het nog mogelijk iemands telefoonnummer louter op achternaam op te zoeken, dus zonder de plaatsnaam op te geven. Zo gezegd, zo gedaan en pardoes kwam daar een telefoonnummer en adres in het nabijgelegen Blaricum tevoorschijn. We gingen een kijkje nemen. Er werd niet open gedaan en de buurvrouw verzekerde ons dat de schilder maar heel sporadisch naar Nederland kwam. Het achtergelaten kattenbelletje in de brievenbus bleef echter niet maanden onbeantwoord, want de schilder belde ons de volgende morgen zelf op met het verzoek om langs te komen in zijn atelier in Blaricum, dat hij al ruim 30 jaar in eigendom had. In augustus 2010 bezochten mijn vrouw en ik zijn twee ateliers in Pont-en-Royans. Honderden en honderden werken hingen er aan de muren van alle kamers. Die ontmoeting op 6 mei 2010 was het begin van een vriendschap, die heeft geduurd tot aan zijn plotselinge overlijden in de nacht van 17 op 18 januari 2014.
Ten Hoope in zijn atelier in Blaricum, samen met Rina Walthaus |
Vanaf de jaren vijftig heeft de lokale pers, maar ook grotere regionale dagbladen, met name Le Dauphiné Libéré, regelmatig aandacht aan hem en zijn werk geschonken. Bob behoorde onmiskenbaar tot de culturele kringen van de Dauphiné, de oude provincienaam voor een stuk of tien departementen in de regio Auvergne/Rhône-Alpes. Je zou bijna zeggen dat men het hem vergaf als hij zich soms een paar weken terugtrok naar zijn geboorteland. De Franse kranten schreven altijd vol bewondering over Maître Bob, zoals in deze openingsalinea van een artikel in de zondagsuitgave van 11 augustus 1991 van Le Dauphiné Libéré [voetnoot 4]: “Hollander van geboorte, maar in zijn hart bewoner van de Dauphiné, en niemand beter dan hij heeft die willekeurige momenten van alledag, die zo de charme van onze dorpen bepalen, kunnen vangen en met een zodanige intensiteit en kracht kunnen vastleggen op doek of op papier.” (vertaling PK)
Affiche voor de tentoonstelling in zaal
|
Persoonlijk drama
De kunstenaar Bob heeft nogal eens voor persoonlijk drama gezorgd; zijn karakter was niet altijd even gemakkelijk en jarenlange vriendschappen konden zomaar worden opgezegd. Daar zijn legio voorbeelden van. Zo heeft de schilder, toen een ver familielid na jaren van trouwe hulp geen executeur meer kon blijven, zijn testament in een nare sfeer gewijzigd. Tamelijk kort voor zijn dood is de bestemming van de erfenis overgegaan van de Stichting Bob ten Hoope (opgericht in 1989) naar een nieuwe stichting: de Stichting Vrienden van Bob ten Hoope, eveneens gevestigd in Laren en opgericht nog geen twee jaar voor de overlijdensdatum. Twee maanden na zijn dood is in Frankrijk nog een vereniging opgericht: Association Bob ten Hoope et Ses Amis de France. Bijna vier jaar na zijn overlijden kan de notaris nog steeds niet vaststellen wie uiteindelijk oeuvre en panden zal erven.
Aardse perikelen
Helaas is er in de zomer van 2016 in zijn Franse woning/atelier ingebroken, waarna de belangrijkste werken zijn verdwenen. De dader, notabene woonachtig in diezelfde Rue Bob ten Hoope, is bekend, maar dat heeft nog niet geleid tot terugkeer van alle gestolen werken. Deze aardse perikelen kunnen Maître Bob echter niet meer deren.
Noten
1. Bussumsche Courant, 27-10-1951 (blz. 1, 4, 6). https://www.historischekringbussum.nl/images/BHT33/bht33_3l_Noot1_19511027.pdf
2. De Telegraaf, 29-10-1991 (blz. 15). https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&query=hoope&cql%5B%5D=%28date+_gte_+%2229-10-1991%22%29&cql%5B%5D=%28date+_lte_+%2229-10-1991%22%29&redirect=true&identifier=ddd%3A010646542%3Ampeg21%3Aa0472&resultsidentifier=ddd%3A010646542%3Ampeg21%3Aa0472
3. Le Dauphiné Libéré, 15-7-1995.https://www.historischekringbussum.nl/images/BHT33/bht33_3l_Noot3_19950715.pdf
4. Le Dauphiné Libéré, 11-8-1991 (blz. 7).https://www.historischekringbussum.nl/images/BHT33/bht33_3l_Noot4_19910811.pdf
Foto’s van de auteur en uit particulier bezit.