Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 34, nummer 2 (september 2018), pag 32-33

Bussum helpt Groesbeek

Nol Verhagen

Klik hier voor de pdf van dit artikel
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting 

Onlangs, op 14 mei, werd in Groesbeek herdacht dat 70 jaar geleden de burgemeester van Groesbeek, jonkheer R. van Grootenhuis, in het gemeentehuis van Bussum aan de burgemeester van Bussum, M. Fernhout, plechtig een zonneklok overhandigde ‘welke tot in verre geslachten zal spreken van de in nood geboren vriendschap tussen u en ons’. Wat was het geval? 

Een brug te ver

Op 17 september 1944 kwam Groesbeek in de frontlinie te liggen tijdens de operatie Market Garden, ook bekend van de film ‘Een brug te ver’ uit 1977. De bedoeling van het geallieerde offensief was de bruggen over de grote rivieren te veroveren om zo ook het noorden van Nederland te kunnen bevrijden. Zoals bekend bleef het offensief steken bij de brug over de Rijn bij Arnhem, waardoor Noord-Nederland nog een hongerwinter moest wachten op de bevrijding. Het begon met bombardementen van de geallieerden op verkeersknooppunten rond Nijmegen, gevolgd door de landing van grote aantallen parachutisten en zogenoemde gliders, zweefvliegtuigen die zowel manschappen als materieel aanvoerden.

In de daaropvolgende dagen bleek dat de opmars van de geallieerden was gestuit. Rondom Nijmegen werd zwaar gevochten. Groesbeek werd door de Duitsers met granaten beschoten. Op 1  oktober werd bevel gegeven tot ontruiming van Groesbeek. De bewoners werden naar Wychen geëvacueerd. Wychen was echter al overlopen door vluchtelingen uit andere plaatsen, zodat het hele gezelschap van ongeveer 10.000 mensen werd overgeplaatst naar Nistelrode en vervolgens naar Eindhoven. Groesbeek werd onder militair gezag geplaatst en in feite van de buitenwereld afgesloten. Toen de geallieerden in februari 1945 opnieuw een offensief inzetten, kwam wat nog restte van het dorp opnieuw onder vuur te liggen.

In stallen en kippenhokken

     
Noodwoning, kort na de bevrijding
 

Hoewel het gebied half februari als bevrijd kon worden beschouwd, kon de bevolking pas vanaf 15 maart terugkeren, niet alleen omdat er nog geen gas, water en licht was, maar ook omdat het terrein bezaaid was mijn mijnen en booby traps.

Van de 1216 gebouwen waren er 502 onbewoonbaar, meestal doordat ze totaal waren verwoest. De overige 714 waren zwaar of licht beschadigd. De bewoners trokken in resten van huizen, stallen en kippenhokken en gingen ‘met ongekende ijver, moed en vertrouwen aan het werk’, zoals te lezen is in de aantekeningen van de gemeentesecretaris. 

H.A.R.K.

Ook op andere plaatsen in Nederland, voornamelijk in de oostelijke provincies (en natuurlijk in Rotterdam), had de oorlog grote schade aangericht. Om de nood te lenigen werd direct na de bevrijding de operatie H.A.R.K. op gang gebracht: Hulp Actie Rode Kruis. Daarbij adopteerden gemeenten in de westelijke provincies een van de meest getroffen zusters elders in het land.
Groesbeek viel te beurt aan Naarden en Bussum. Vooral vanuit het vrijwel ongehavende Bussum werd een enorme hoeveelheid goederen bijeengebracht voor de Groesbeekse bevolking. Op 12 november 1945 maakte de Gooische Courant Stad en Lande melding van een bijeenkomst in Concordia ‘voor degenen die met hun gaven Groesbeek geholpen hebben’. Het blijkt dat er maar liefst 140 autovrachten naar Groesbeek waren getransporteerd: 2300 stoelen, 1200 tafels, 350 bedden, 400 matrassen, 10.000 vorken, messen en lepels, 206 kachels, 1000 kisten met huishoudelijke artikelen; verder brancards, bureauartikelen voor het gemeentehuis. Kleren hadden ze blijkbaar in Groesbeek niet nodig, zodat de ingebrachte kleding onder de Bussumers zelf verdeeld kon worden. Een krantenbericht meldt zelfs de verzending van een lading katten om een eind te maken aan de muizenplaag – dit kan niet meer geverifieerd worden.

Tijdens die feestelijke bijeenkomst van 12 november componeerde de Bussumse sneldichter Clinge Doorenbos een gedicht van maar liefst 16 coupletten. Daarin memoreert hij onder andere de overdracht van: ‘Ook 150 wiegen, met onderstel/ voor de inhoud van die wiegen zorgt Groesbeek zelve wel!’ Overigens ontstond in Groesbeek, heel Nederlands, al snel ruzie over de eerlijke dan wel oneerlijke verdeling van de goederen. Maar dat is een ander verhaal. 

Zonneklok

Op 14 mei 1948 werd de hulpactie formeel afgesloten. De Groesbeekse burgemeester bood Bussum voor de raadszaal een fraaie zonneklok aan – Naarden moest het doen met een voorzittershamer. Burgemeester Fernhout sprak bij die gelegenheid de plechtige woorden: ‘…dat de door Groesbeek ten geschenke gegeven sierlijke, voorname en welsprekende klok, tot in verre geslachten zal spreken van de in nood geboren vriendschap tussen ons en u…’ De werkelijkheid is weerbarstiger. De klok werd na verloop van tijd opgeborgen. Ter gelegenheid van Open Monumentendagen werd hij nog weleens tevoorschijn gehaald. Voor de recente verbouwing van het gemeentehuis ging de klok in de opslag en daar bevindt hij zich nog steeds. 

Bronnen

  • G.G. Driessen, Groesbeek 1945-1950. Het dorp der verwoesting herrijst. Uitgeverij Heemkunde Groesbeek.
  • Gooische Courant Stad en Lande, 12 november 1945.