FOTO BUSSUMER KRIJGT PLAATS IN MUSEUM BUCHENWALD
Gooi- en Eemlander 5-3-85 (Van onze verslaggever Bert Pol)
Van dit portret van Johannes Nicolaas Koelink
|
Klik hier voor de PDF van dit artikel
Afbeelding is aankikbaar voor vergroting
„Zijn arrestatie in 1941 zal ik nooit vergeten"
BUSSUM — Op 11 april wordt in het voormalige concentratiekamp Buchenwald, dat tegenwoordig op Oostduits grondgebied ligt, niet ver van de stad Weimar, een museum geopend ter herinnering aan de talrijke slachtoffers van het nazi-regiem. Op die dag zal ook een groot portret worden onthuld van de Bussumse verzetsstrijder Johannes Nicolaas Koeling. een portret dat een plaats zal krijgen in dat museum. waarin straks ook de namen staan te lezen van al die Nederlanders die in Buchenwald zijn omgekomen.
Op 11 april zal het veertig jaar geleden zijn, dat dit concentratiekamp werd bevrijd. Het initiatief tot het plaatsen van het portret van Koelink is afkomstig van de nu 62-jarige Bernard Dijkstra uit Bussum, die zelf ook in het verzet heeft gezeten. Dat straks vanaf die denkwaardige datum in april de namen van alle Nederlandse slachtoffers in Buchenwald in het museum een plaats zullen krijgen, is dank zij de inspanningen van Dijkstra een feit geworden.
Eerst even terug naar het oorlogsjaar 1941. Johannes Nicolaas Koeling, toen 26 jaar, Bernard Koeling (43), Johannes P. Koelink (25 jaar), geen broers maar neven, en Andries Dijkstra (41 jaar), en vader van Bernard Dijkstra), hadden zich in het verzet gestort. Zij maakten deel uit van de bekende Geuzengroep, een van de eerste verzetsgroepen in ons land. Het Bussumse viertal werd door verraad gearresteerd op 15 september 1941.
Bezoek
Via het hoofdkwartier van de SD aan de toenmalige Euterpestraat in Amsterdam en het kamp Amersfoort, kwamen drie van het gearresteerde viertal in het concentratiekamp Sachsenhausen terecht. onder wie ook de vader van Bernard Dijkstra. De vierde, Johannes Nicolaas Koelink, werd naar Buchenwald gestuurd. Noch hij, noch de drie andere mannen uit Bussum overleefden hun verblijf daar.
Bernard Dijkstra, die door zijn verzetswerk en de dood van zijn vader en drie vrienden, nooit los is gekomen van die oorlogsperiode, heeft een paar keer een bezoek gebracht aan voormalige concentratiekampen Ravensbrück en Sachenhausen. In dat laatste voormalige concentratiekamp staat een internationaal museum. Via bemiddeling van de toenmalige Nederlandse ambassadeur in de DDR, kreeg Dijkstra het gedaan om een foto te plaatsen van zijn vader in dat museum. Op dat moment speelde al door zijn hoofd, dat er ook een portret mœst komen van Johannes Nicolaas Koelink in Buchenwald. Toen Dijkstra een paar jaar geleden daar vertoefde, raakte hij in gesprek met een wetenschappelijk medewerker, die verbonden is aan deze herdenkingsplaats. Van hem hoorde Dijkstra dat er weinig gegevens waren van Nederlanders, die in Buchenwald hadden gezeten. Daarop zette Dijkstra zijn plannen uiteen. hetgeen uiteraard zeer werd verwelkomd. Van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting kreeg de Bussumer alle namen van de Nederlanders, die door de verschrikkingen in Buchenwald waren gedood. Die namen zijn inmiddels doorgespeeld naar de man, met wie Dijkstra in Buchenwald een ontmoeting had.
Opsporingsdienst
Hij is uiteraard erg gelukkig dat de foto van Koeling een plaats krijgt in het museum. „Hij woonde bij mij in de Meentstraat. Trouwens, die andere drie ook. Wij woonden hier vroeger ook al. Koeling was fel anti-Duits. Hij was machinebankwerker van beroep en werkte in Weesp. De vier zijn door de politie uit Bussum gearresteerd in opdracht van de SD.
Na de oorlog hebben wij geprobeerd door middel van de politieke opsporingsdienst, die toen in Hilversurn zat, die politiemensen voor het gerecht te brengen. Dat is op niets uitgelopen, wij wisten om welke agenten het ging. Ze zijn nu overleden. Eén van hen kortgeleden. Deze man is altijd bij politie in dienst gebleven en is na de oorlog nog bevorderd ook".
Zakboekje
Dijkstra heeft zijn vader voor het laatst gesproken bij de Vlietlaan in Bussum, na diens arrestatie op 15 september 1941. „We hebben maar even met elkaar gepraat over wat oppervlakkige dingen. Mijn vader had een zakboekje bij zich met allerlei gegevens. Dat wilde hij me geven, maar dat mocht niet van één van die agenten. Hij zei dat hij het wel na zou sturen. Het zakboekje moet nu nog altijd komen"
Op 11 april. wanneer het portret var Koelink officieel een plaats krijgt m het museum, zal Dijkstra ook in Buchenwald zijn. „Zijn arrestatie in 1941 zal ik nooit vergeten. Wij luisterden op die avond naar Radio Oranje".