Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 1, nummer 3 (juni 1985) pag 17-21

DE GLAS-IN-LOOD-RAMEN VAN DE  ST.VITUSKERK  TE BUSSUM

J.A. Houweling

Klik hier voor de pdf van dit artikel  

De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting. 

     

Inleiding

Als ik aan dit artikel over de ramen van Bussum's enigste en misschien wel fraaiste monument begin zijn een eantal deskundiqen, onder wie Dr.D.Bouvy, druk bezig om de Vereniqinq Vrienden van de St. Vituskerk qestalte te geven. En dat die vereniqing er moet komen zal een ieder duidelijk zijn, zeker als men het begin, hoe pril ook, van een verval van het gebouw waarneemt.In dit verband noem ik bijvoorbeeld: schimmel op alle houten pijpen van het kostbare Adema-orgel, vuist-grote gaten in de al even kostbare glas-in-loodramen, uitvalJende voeqen en gebarsten stenen in de toren, verzakkingen aan de zuidzijde van het qebouw etc.
Zoveel mogelijk wordt momenteel klein onderhoud uitqevoerd door enkele vrijwilligers, maar er zal op kqrte termijn een duidelijke uitspraak moeLen komen over eerder genoende "mankementen", en wel: "Wat doen we eraan?" en (typisch Hollands misschien) "Wie zal dat betalen?".

Tot slot van deze inleiding wil ik een ieder in Bussum noq eens op het hart drukken om wat voor 'n kostbaar monument het hier gaat, en ik hoop dal ik met het hierna volqend artikel de ernst van de zaak kan benadrukken, alsmede tevens een indruk kan geven dat het hier niet gaat om 'zomaar een berg stenen'. Immers, de St.Vitus is één van de fraaiste en stijlzuiverste oorbeelden van Neogotiek in het Gooi, en bovendien ontworpen door Pierre Cuypers in het begin van zijn tweede periode. Men beweert overigens, dat een eerste ontwerp in de tweede periode van een architect zijn belanqrijkste en waardevolste ontwerp is, en als dit juist is, kunt u misschien begrijpen, waaron het zo beIangrijk is dat er een goed beheer en een zorqvuldiq onderhoud moet komen voor deze kerk.

In dit artikel wil ik proberen een uiteenzetting te geven over de glas-in-loodramen van de St.Vitus te Bussum hoe deze zijn qemaakt, welke figuren erin afqebeeld staan etc. Ik pretendeer niet volledig te zijn; veel geqevens heb ik ontleend aan de teksten welke ik tiidens de rondleidingen in juni 1984 qebruikt heb en welke mij werden aanqereikt door Joan Bruineman. Deze waardevolle basis-geqevens werden tijdens de rondleidingen vaak door (oud)parochianen aanqevuld. Daarnaast raadpleegde ik het boekje "Nederlandse qlasschilders" uit de Van Heemschutserie, geschreven door W. Bogtman ín 1944, echter heden nog actueel

De St. Vituskerk te Bussum bezit als enig kerkgebouw in het Gooi een zg. complete beglazing, d.w.z. alle glas-in-loodvensters zijn in neogotische stijl uitgevoerd, ze hebben allen een figurale voorstelling en vormen tesamen een eenheid. Zo ook in deze kerk; in de noord- west- en zuidzijde zijn in totaal 16 ramen geplaatst, voorstellende de 3 x 5 Geheimen van de Rozekrans.
Het zestiende raam (nr.6 op de plattegrond) stelt voor de "ZondevaL". De nrs 7 t/m 21 zijn achtereenvolgens: de 5 Blijde Geheimen, de 5 Droevige Geheimen en de 5 Glorievolle Geheimen.
Uiterst inks en rechts in de abcis (nrs 4, 4a, 5 en 5a) bevinden zich de oudste ramen. Deze dateren uit de bouwperiode van de kerk, 1884. De nummers 1, 2 en 3 tenslotte zijn de ramen waarop een belangrijk deel van Bussums hístorie staat afgebeeld. 0ver de afbeeldingen op deze ramen gaat dit artikel, echter ook over het hoe een gLas-in-Ioodraam in die tijd tot stand kwam.

Voor er een compleet glas-in-loodraam geplaatst kon worden gebeurde er heel wat. Toen de St. Vitus werd gewijd, bevonden zich slechts drie ramen in de kerk nl. de oudste uit 1884. De overige kozijnen waren gevuld met het type glas-in-lood zoaLs dat nu nog te zien is in de noord- en zuidzijde van de kerk, bovenin het middenschip. Het was vroeger vaak een hele eer om iets waardevols te schenken aan de kerk, en dikwijls was dat een strijd tussen de vooraanstaande parochianen. Betrof een schenking een raam, dan werd door het kerkbestuur een kunstenaar benaderd (of door de schenker) met het verzoek een aantal voorstellen te doen betreffende het ontwerp van het raam. Meestal was dat ontwerp een onderwerp uit het Oude- of het Nieuwe Testament, maar ook waren het, zoals in de St. Vitus, plaatselijk bekende figuren.
Terwijl kerkbestuur of schenker zich over de schets of het voorstel van de gLazenier bogen, maakte deze op ware grootte van het venster een zg. voortekening, Hij tekende dan de contouren, zoals later de loden banden zu11en lopen. Indien er tussen glazenier en opdrachtgever een overeenkomst tot vervaardiging en plaatsing tot stand kwam, kon de glazenier aan de uitvoering van de opdracht beginnen.

De volgende stap was dan om vanaf de voortekeninq op ware grootte op karton de lijnen voor het Lood over te brengen.
We zijn hierbij uitgegaan van één onderwerp op het hele raam.
Het is natuurlijk ook mogelijk om een groot raam te verdelen in verschillende panelen, zodat de kunstenaar kans zag om ook zijn eigen fantasie te laten werken. Hij kon dan, zoals dat in de Vitus is gebeurd, plaatselijke tonelen uitbeelden of plaatselijk belangrijke figuren gebruiken als modei in overigens Bijbelse verhalen.
Na het aanbrengen van de loden banden kon hij beginnen aan het smelten van 't te gebruiken glas. Meestaf werd (en wordt nog wel) antiek glas qebruikt. Was het smeltpunt bereikt, dan werd aan de gloeiende massa-metaáloxyden toegevoegd ter kLeuring van het glas. Men kan zich indenken, hoe vaak een smelt procédé herhaald moest worden voor de juiste kleuren volgens het kleurontwerp waren verkregen. De geringste kleurafwijking had tot gevolg dat er opnieuw begonnen moest worden.
Was de massa afgekoeld, dan kon men beginnen met het op maat snijden van het glas. Tegenwoordig kunnen de glazeniers het gekleurde glas direct van de fabriek betrekkenr maar vroeger moest de kunstenaar zelf zijn ramen kleuren, 'n ouderwetse methode, maar men had de garantie met een vakman te doen te hebben ! Na het snijden begon men de gekleurde stukken glas te rangschikken volgens het ontwerp. Ze kregen dan een tekening van zg. "zwartlood", een bruinachtige dekverf die bestaat uit glaspoeder en metaaloxyden. Met een vloeibaar bindmíddel werd deze verkregen substantie gemengd en vervolgens op het glas aangebracht. De beschilderde stukken glas werden vervolgens gebakken bij een temperatuur tussen de 600 en 800 graden. Men werkte vlak bij het smeltpunt van glas (iets over de 800 graden) .

Hoe gemakkelijk kon er iets misgaan! Hier was een nauwe samenwerking en een wederzijds vertrouwen tussen glazenier en het gespecialiseerde bedrijf noodzaak. De gebakken glasstukken werden vervolgens in lood gevat. De loden banden, die de belangrijkste contouren van het ontwerp aangeven,  houden het geheel goed bij elkaar. Het raam krijgt hierdoor een stevige constructie, en men noemt dat een "gezond raam".
Bij het plaatsen van het raam worden stormstangen en windroeden aangebracht om het raam tegen alle weersomstandigheden te beschermen. Stormstangen zijn dwars-ijzers, windroeden zijn ijzeren staven van 8 à 10 mm dik, die door haaks geplaatste vensterstangen met het lood van het raam worden verbonden. Meestal gebeurt dit door haakjes, die vastgesoldeerd zijn aan het lood van het raam. Hieromheen worden vervolgens de windroeden getrokken, waarna de haakjes worden vastgeknoopt of dichtgesoldeerd.

Met opzet heb ik de beschrijvinq van het ontstaan van een glas-in-loodraam in de verleden tijd geschreven, omdat de huidige ramen volgens een modern procédé worden vervaardigd. Het oude systeem van glasschilderkunst bestaat echter sinds de 11de eeuw, en bereikte zijn hoogtepunt in de Gotiek. De ramen van de St. Vituskerk zijn nog volgens het hierboven beschreven systeem gemaakt. Ook de beschadigingen, die er nu inzitten, moeten, wil men het netjes doen en het raam zijn waarde laten behouden, volgens dit systeem uitgevoerd worden, naar u begrijpt, een kostbare zaak,

Aan de hand van de afgebeelde plattegrond wil ik de belangrijkste ramen van de St. Vituskerk nader toelichten. Gebruikt u de plattegrond ter orientering. : de kerk is "ge-orienteerd*  d.w.z. dat het priesterkoor (absis) op het oosten (=oriënt) ligt. De St. Vitus is, met de St. Josefkerk de enige katholieke kerk in Bussum welke "ge-orienteerd" is. Met deze bouwwijze gaf men aan: de zon komt in het oosten op, en deze symboliseert weer het "Licht van Christus". 

De gebrandschilderde ramen

De rondleiding beginnen we bij de drie ramen in de abcis (nrs 1 , 2 en 3).  De ze zijn de kosfbaarste èn de belangrijkste ramen. Het drieluik werd in 1915 vervàardigd door Otto Mengelberg ter qelegenheid van het 25jarig priesterfeest van toenmalig pastoór Van Hinsbergh. In dit drieluik zijn de wereldlijke en plaatselijke grootheden uit die tijd afgebeeld.
Zo vonden we tijdens de "Vitusweek" in juni 1984 de volgende namen bevestigd:

In raam 1 :
De toenmalige aartsbisschop van Utrecht, Henricus v.d.Wetering, met achter zich zijn secretaris Mgr. Schaepman. Naast deze staan het "feestvarken" pastoor Van Hinsbergh met zijn beide kapelaans Wartena en Bijlard afgebeeld. Daaronder een zuster van Geraldus Majella, met naast zich een zuster van Mariënburg. 0nder: een boeren echtpaar (waarschijnlijk uit Naarden), een Naarder soldaat, 'n knielende vrouw met naast zich waarschijnlijk een zoontje van de oprichter van de cacaofabriek Bensdorp.

In raam 2:
Paus Pius X, de paus die destijds de leeftijd van de kindercommunie verlaagde van 13 naar 7 jaar. Verder Ecclesia (Heilige Moeder de Kerk) die de trappen van het hoofdaltaar bestijgt, het hoofdaltaar dat nu nog steeds aanwezig is, en op een loper die vóór 1915 was geschonken door de meisjes van de huidige Maria-MAVO'

In raam 3:
Twee echtparen in resp. oude Bussumse en Naardense klederdracht, en daarboven Joost v.d. Vondel en de schilder Jan van Eijck.

Uit deze sumiere opsomming blijkt, dat de kunstenaar destijds de opdracht heeft gekregen wereldlijke en plaatselijke figuren af te beelden in een Bijbelse voorstelling. De rode draad door dit drieluik is overigens de verheerlijking van het H.Sacrament. Men was gewoon de "burgers" onderin een raam te plaatsen, en de meer vooraanstaande en hemelse figuren bovenin.

De ramen 4, 4a, 5 en 5a dateren uit de bouwperiode van de kerk, nl. 1884. Aanvankelijk vulden deze vier ramen tesamen de drie midden venslers, maar werden in 1915 verplaatst met de komst van bovengenoemd drieluik.
Het oorspronkelijke linkerraam, de geboorte van Jezus en zijn leven, werd verdeeld over het halve venster in de oude koorzolder(4a) en een half venster uiters rechts(5a). Het middenraam (Lijden van Christus) ging naar Iinks (4), terwijl het rechterraam één plaats opschoof naar rechts (5). Wie deze oudste ramen gemaakt heeft is niet bekend, maar mogelijk zijn ze vervaardigd in het atelier van de architect van deze kerk, Pierre Cuypers in Roermond.

In de tijd van pastoor Beumer (1921-1934) zijn in de zijbeuken 16 ramen geplaatst de eerder genoemde 3X5 Geheimen van de Rozenkrans  en de Zondeval. Pastoor Beumer was goed bevriend met Frederik van Eeden; op het R.K. Kerkhof in Bussum liggen zij tegenover elkaar begraven.  Hij bekostigde 7 van de in totaal 16 ramen en staat dan ook in het Kerstraam (9) afgebeeld aLs herder, met naast zich kapelaan Kemper, die op een fluit speelt.
De overige ramen werden alle door vooraanstaande families en parochianen bekostigd, zoals de heren Dreesman, Vinke, Heslefeld en Luykx, en de families Alders de Jong en Kaarsgaren.
Alle zestien ramen zijn ontworpen in het atelier van Wilhelm Derix in KeveLaer en kostten destijds zo'n f 8000,- . Alleen al de allernoodzakelijkste reparaties nú kosten al een veelvoud van dit bedrag !

Opmerkelijk is de plaatsing van het raam van de "Kruisdood" (16). Het werd geplaatst  in de schaduw van de pastorie, zodat het altijd gehuld is in een "Bijbelse schemering", terwijl de daarnaast geplaatste ramen 17 en 18 resp. het Verrijzenis- en Hemelvaartraam door de middagzon in een stralende gloed gezet kunnen worden.

Tot zover deze uitleg over een klein, maar belangrijk onderwerp van de St. Vituskerk. Ik hoop met dit artikel te hebben aangegeven hoe waardevol en belangrijk de ramen van deze kerk zijn.
Hopelijk komen vele Bussumers met mij en de op te richten vereniging mede tot het besef, dat het simpelweg een doodzonde zal zijn als door onjuist beheer of te weinig belanqstelling deze vensters door vervaL verloren zouden gaan.

Indien ik van de a.s. vereniqing en haar bestuur toestemming zal krijgen, ben ik gaarne bereid belangstellenden in de zomer op nader te bepalen zaterdagen door dit schitterende gebouw rond te leiden.

Ankeveen / Bussum, februari '85