Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum' jaargang 1, nummer 3 (juni 1985) pag 23-25

De Zusters van ST. OLAV verlaten Bussum

G.M. Langemeijer

Klik hier voor de pdf van dit artikel

De illustraties zijn  aanklikbaar voor vergroting. 

"Wir bauen hier so feste
Und slnd zur frende Gäste
Da wo wlr uollen ewig seln
Da bauen wlr so wenig ein"

Aan de Parklaan te Bussum op nummer 35 staat het St.Olavshuis. Daar leefden sedert 1924 de zusters van de St. Franciscus-Xaverius Congregatie van Noorwegen. Het bovenstaande versje, dat gebeiteld is in een balk boven het balkon aan de linkerzijde van het huis, liet de vorige eigenaar professor dr. Jan Pieter Veth daar aanbrengen. Toen Jan Veth naar Amsterdam verhuisde (mei '24) adviseerde de pastoor van de St. Vituskerk aan de Apostolische Vicaris van Noorwegen, Mgr. Olav Smit, Veth's vilIa te kopen. Mgr. Smit had namelijk aan pastoor Beumer gevraagd te willen zoeken naar een geschikt huis voor de opleiding tot zuster voor de ziekenzorg in Noorwegen.  Voor Frederik van Eeden, die zeer bevriend was met pastoor E. Beumer, was de keuze van de pastoor een bittere pil. Hij memoreert dat in zijn Dagboek. 

De villa van Jan Veth

Alvorens in te gaan op het leven en het streven van de zusters van St. Olav verdient het huis en de voriqe bewoner enige aandacht. Jan Veth woonde aanvankelijk korte tijd in het centrum van Bussum, in "een aardig oud huis aan de haven" zoals Frans Erens in 'Vervlogen jaren' pg. 234 ons vertelt. In het adresboek van Bussum Anno 1893 wordt als zijn adres reeds Parklaan 13 opgegeven, later omgenummerd in 15. Op de kadasterkaart van 1898 is te zien dat op die plaats reeds een huis stond.
Dat huis werd Jan Veth te klein en architect K.P.C. de Bazel die het zou verbouwen zei tegen Veth : "Blijf er maar in wonen, ik bouw er wel een muur omheen en dan ga ik buiten mijn gang!" Inderdaad is nu nog te zien, dat een gedeelte van de linkermuur qua steensoort afwijkt en gele sierstenen ontbreken. De villa kwam in 1902 gereed. Jan Veth gaf les in een Marker-huisje, dat mee verhuisd was van de haven. Het stond achter in de tuin. In 1904 werd het afgebroken en verplaatst naar de Zwarteweg [zie 'Kent u ze nog... de Bussumers; van M.J.M. Heyne, afbeeldinq 52). De villa kreeg de naam 'Op den Akker' ter herinnering aan de tijd dat daar een akker lag.

      
Gevelsteen van de villa van Jan Veth aan de Parklaan 35
 

De combinatie Jan Veth, de schildet / De Bazel, de architect heeft er toegeleid dat er een villa edel van lijn en schoonheid ontstond. Bijzonder fraai zijn de hal en het trappehuis. De kamers voorzien van eiken lambriserinq zijn stijlvol en liepen deels in elkaar over. Aan de achterzijde van de villa werd een schildersatelier gebouwd. Als een magneet werkte dit voorname huis op kunstenaars, dichters en schrijvers. Het werd een cultuurcentrum van Bussum. 

De zwarte nonnekens komen

Zuster JuIia en zuster Hedwig in het zwart gekleed en getooid met helwitte kap openden op 6 mei 1924 het houten witte hek van de villa Op den Akker en stapten opgewekt het zo "feste" huis binnen. Daar stonden ze dan; twee "fremde Gäste".  Zij, die wilden bouwen voor de eeuwigheid, vonden een leeg, kaal huis. Alvorens echter zich neer te zetten op de trap om hun meegebrachte brood te eten, hieven zij een loflied aan. Gelukkig konden zij bij de zusters van Mariënburg overnachten.

Pastoor Beumer liet de zusters niet in de steek, besteeg op zondag de preekstoel en deed een beroep op zijn parochianen. Een stroom van goederen en hulpaanbiedingen kwam op gang. De bel stond niet meer stil. Mgr.01av Smit had gezegd tegen de zusters: "Vooral niets kopen. Als het werk van God stamt, zal het lukken", maar ook: "leen een stoel en blijf er zo Jang op zitten dat gij hem moogt behouden". Een leuk advies, maar binnen twee maanden was het huis leefbaar, de moestuin door vrijwilligers opgeknapt, de kippenren weer bevolkt en het atelier omgebouwd tot kapel.

Men zocht nu naar een eigen financiële basis. Een krinq van zelatrices werd opgebouwd, die overaL missiebusjes plaatste.  Een uitstekend maandelijks tijdschrift verscheen. Een klein Noors museum met o.a. een opgezette ijsbeer en rendier werd ingericht. Een missienaaikring werkte voor de zusters. Allerlei uitvoeringen en lezingen werden gehouden. Zo zou de R.K.gymnastiekvereniging D.W.S. optreden. Helaas, het Nederlands Episcopaat zag een openbaar optreden van dames- en meisjes gymnasten niet zo zitten !
De financiële situatie bleef wankel, daarom besloot men in 1932 enkele oude dames en pension in huis te nemen. Beter ging het echter met de belangstelling van jonge meisjes om als zuster naar Noorwegen te worden uitgezonden. Zij verbleven slechts een half jaar in het Olavshuis om dan verder in Noorwegen te worden opgeleid. In de eerste tien jaar werden 70 "postulanten", zoals deze meisjes genoemd werden, uitgezonden. 

Waarom Nederlandse zusters naar Noorwegen?

In 1897 drong een aantal lutherse geneesheren in Noorwegen er bij de katholieke bisschop op aan ziekenhuizen te stichten. Zij waren zelfs bereid de huur voor daarvoor geschikte gebouwen te betalen. In 1901 werd voor dat doel de Noorse Franciscus-Xaverius Congregatie opgericht. De bisschop, afkomstig uit Luxemburg, wierf vooral zusters uit Duitsland.
In 1922 volgde een Nederlandse bisschop, Mgr. Olav Smit, hem op. In de eerste wereldoorlog hadden de Duitsers veel Noorse schepen getorpedeerd. Het werd verstandig geoordeeld elders zusters aan te trekken. Zo kwam het dan, dat Bussum het centrum werd voor de Noorse missie-actie, die inmiddels ook enige scholen had opgericht. In 1952 werkten er 150 zusters in Noorwegen, waarvan er 100 via het Bussumse St. Olavshuis kwamen. 

Twee kwamen, twee vertrokken

In mei 1985 verlieten de twee laatste zusters de villa Op den Akker, die verkocht is. Weer is de villa leeg en kaal. De tijden zijn drastisch veranderd. Evenals in Nederland worden in Noorwegen de ziekenhuizen en de scholen door beroepskrachten gedreven. ALs dank aan Bussum schonken de zusters het zeer grote, fraaie 15 eeuwse kruisbeeld, dat de familie Veth geschonken had, aan de Mariakerk. Daar is het voor iedereen te zien. De ijsbeer, die zo dikwijls tijdens de zogenaamde "Kindsheid-optochten" door Bussum werd gereden, heeft een mottenballen kuur niet overleefd. De Noorse vlag die bij feestelijke gelegenheden vrolijk in de Parklaan wapperde zullen we daar niet meer zien.

Maar weL staat nog steeds op villa 0p den Akker het versje van Jan Veth, dat eindigt met :
"Da wo wlr uollen ewig seln
Da bauen wlr so wenig ein"
Op de akker van het leven hebben de zusters de liefde gezaaid. Een historisch tijdperk is afgesloten, doch het leven gaat door met eigentijdse opdrachten. 

De gegevens werden ontleend aan het Tijdschrift UIT HET LAND VAN ST. OLAV,  50 jaargangen door de zusters geschonken aan de Historische Krinq
Waarvoor onze oprechte dank.
Vijftiq jaargangen! Hoe onvollediq moesten wij  noodgedwongen zijn.

Bussum, mei 1985 

x) Noot red.
Een enkel citaat uit het Dagboek van Van Eeden, die in 192J een bestemming voor Walden tracht te vinden:
5-6-23 "We moeten ons voorbereiden tot het verlaten van Walden want over een jaar of drie vier gaat Hugo naar de academie in Nijmegen, Evert naar Delft, dan kunnen we het toch niet houden. De reserve slinkt steeds meer, en wij kunnen toch dat grote huis dan niet houden. Hoe bitter ik het vinden zal het te verlaten. Maar waarheen? Dat bepeins ik vruchteloos. In elk geval het zo lang mogelijk hier uithouden". "De wens om een geestelijke stichting op Walden te krijgen" (29-9-2J) om er "novicen die in de missie worden opgeleid, voor te bereiden om naar Noorwegen te gaan" wordt echter niet vervuld : 29-10-23 "Teleurstelling omtrent het plan van de Noordsche missie. Daarvan komt niets. Want het grote huis van Jan Veth was beter geschikt. Ik begrijp het en overwon mijn droefheid. Wel merkwaardig dat Jan Veth juist degeen was die mijn plan moest tegenwerken. De eerzuchtige, gearriveerde, ijdele Jan  Veth.  Maar het was mij wel."