Skip to main content

Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 2, nummer 2 (februari 1986) pag 11-15


DE LUITGARDESCHOOL TE BUSSUM 1917 - 1962,

een korte schets

M. Jensma -Marx

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

 

In 1917 werd in de villa aan de Nieuwe  's Gravelandseweg no 11 (thans Muziekschool) een 3-jariqe H.B.S. voor meisjes gevestigd. De villa ligt bijna op de hoek van de Graaf Wichmanlaan. Deze graaf van Hamaland stichtte in de 10de eeuw voor zijn dochter Luitgarde het Jufferenstift Elten en begiftigde dit stift met het Gooi. Een naam voor de nieuwe school-was dus snel gevonden.  Directeur van de Luitgardeschool - Christelijke Hoogere Burgerschool voor meisjes met driejarigen cursus -  werd de heer Ornée, voordien onderwijzer met acte Frans aan de Brandsmaschool.  Les in de andere vakken qaven: de dames Calisch (Duits), Dudok van Heel (Engels), Groszheide (Geschledenis), Faszbender (Duits) Grasveld (Gymnastiek); verder de heren Knake (Tekenen), Noordewier (Nederlands) Chauffeur en Dekking (Wis-en natuurkunde) en Ds. Hogerzeil (Godsdienst).

De leerlingen waren aanvankelijk wat vrijgevochten, bepaald geen ingetogen stiftjuffers !  AIs meisjes uit een les gestuurd werden, moesten ze in een bepaald kamertje wachten tot de nieuwe les begon. Daar lag, wonderlijk genoeg, een speciaal schrift, waarin genoteerd werd welke meisjes zich misdraqen hadden en wat voor straf daarop gevolgd was. Een boeiende lektuur voor lotgenoten !  Ds. Hogerzeil, doorgaans onverstoorbaar, liet meisjes, die tè vervelend waren, een opstel maken over 'Mozes in het biezen kistje'.

De heer Ornée aanvaardde een benoeming in Leeuwarden en Mej. Dudok van Heel volgde hem op als directrice. Er kwam een strakkere lijn. Men wijzigde het schoolplan zo, dat er na de 3 klassen H.B.S.  nog twee vervolgklassen kwamen. Voorzitter van het schoolbestuur was de heer J.P. Dudok van Heel, vicevoorziLter was Mevrouw W.E  's Jacob en secretaris was Mr. H. Westermann. 
In 1919 begonnen de lessen weer met 53 leerlinqen. De Bussumsche Courant maakt in maart 1920 melding van een zeer geslaagde en verzorgde feestavond in het gebouw St. Vitus, waar zanq, dans en voordracht elkaar afwisselden. Een maand Iater kan men in dezelfde krant lezen, dat het bestuur van de school heeft besloten -na overleq met de ouders-  met ingang van september a.s. de school te veranderen in een meisjeslyceum. "Dit zal dan het eerste Protestants Christelijke Lyceum in den lande worden".
Voorts bestaan er plannen voor een Huishoudschool met 3 jarige cursus; de leerlingen van deze schooL zullen ook onderricht krijgen in talen en algemene ontwikkeling. Aan de school zal-een internaat  verbonden worden. Een en ander bracht met zich mee, dat men moest omzien naar een ander gebouw.Dit werd Nwe 's Gravelandseweq 12 (later omgenummerd in lB) en in deze villa kwam het Lyceum.  De sltuatie in september 1920 was als volqt :
Luitgaardeschool voor meisjes
A.  Lyceum, Afdeling Gymnasium en 6jarige H.8.S. met wettelijk eindexamen. Rector Dr. J. Spijkerboer.
B.  School voor algemene ontwikkeling en huishoudonderwijs.
C.  Internaat. Directrice van B.en C. Mej. A.F. Dudok van Heel. Adres Nwe 's Gravelandseweg 11.
In de Bussumsche Courant van 6-9-20 staat een uitgebreid verslag van de officiele en plechtige opening van het Lyceum voor meisjes. Coéducatie van jongens en meisjes vond men voorlopig nog te gevaarlijk.

Tot 1925 bleven Lyceum en Luitgardeschool verbonden. Daarna gingen beide instellingen apart verder.

Op de Luitgardeschool is altijd veet tijd en aandacht besteed aan talen, cultuur en muziek. Door de leerlingen werden ook uitvoeringen gegeven. Mej . Dudok van Heel was zelf zeet muzikaal. Voor één van de uitvoerinqen vroeg men de heer Noordewier of zijn vrouw, de beroemde zangeres Aaltje Noordewier-Reddingius iets zou willen zingen. Dat wilde ze best doen, mits ze gehaald en thuisgebracht zou worden -zij woonde nl. in Hilversum en in die dagen waren nog maar weinig mensen een auto rijk. Mej Van Heel wist uitkomst: een familielid van haar had een auto bijgenaamd "het monument". Hiermede werd Aaltje Noordewier gehaald en thuis gebracht.

Mej. Dudok van Heel heeft de school leiding gegeven tot en met het schooljaar 1930/31. Het programma was zeer uitgebreid en gevarieerd. Rijkssubsidie heeft de school nooit kunnen krijgen,daardoor was de Luitgardeschool een nogal dure school. Veel oudleerLingen werden verpleeqster, haalden een middelbare taalacte, bekwaamden zich in andere zaken en/of trouwden. Toen zij in juni 1931 afscheid nam plaatste de Bussumsche Courant 2 aardige artikelen met foto over haar en de school -helaas te lang om in deze korte schets over de Luitqardeschool over te nemen.

Mej. T. Duyvendak werd de volgende directrice -zij gaf 1es in o.a. voedingsleer. Mevrouw Marsman en later Mej. van der Teide gaven Nederlands; de dames Wennink Engels en Frans, de heer van der Kreek qaf tekenen en Kunstgeschiedenis; tuinbouwonderwijs gaven de heren Kingma en Rehe; Mej. ter Huppen (de "schaduw van Mej. Duyvendak" genoemd) gaf zangles en dirigeerde het leerlingenkoor. Aardrijkskunde, geschiedenis en staatsinrichting werden gegeven door Mevr. van Heerikhuyzen.

Aangezien de schooL zonder subsidie werkte, kon aan de leerkrachten geen pensioen geboden worden. 0verigens, er werd uitstekend onderwijs qegeven, dankzij een goede inzet en teamgeest. Naast ernstige momenten, zoals de muzikale vierinq van het Kerstfeest, was er er veel ontspanning en plezier. De schoolfeestjes met voordracht en toneel stonden op goed peil, getuige bv de opvoering in het Duits van een toneelstukje, geschreven door de lerares Duits. Wanneer precies de club van de Luitgaardeschool, "De Imker" werd opgericht, weten we niet... In elk geval ruim voor de oorlog, zie de Sinterklaasvierinq van 1938, bestond ze al.

Wel  is bekend dat het Luitgarde­lied werd geschreven door J.P.J.H. Clinge Doorenbos, wiens dochter Fie ook op de school was.

Omstreeks 1935 valt de verhuizing van de school van Nwe 's Gravelandseweg 11 naar 21. De villa op no 11 zal vermoedelijk wat te op klein zijn geworden voor het groeiende aantal leerlinqen. Deze fraaie villa op no. 21 met Jugendstil elementen heeft een ruime tuin met een koetshuis (garage) en werd in 1901 gebouwd voor H.L.A. Tindal uit Steenbergen (niet te verwarren met de Tindal  van de Telegraaf). In 1910 werd de villa le koop aanqeboden voor f 65.000,-  De prijs zakte behoorlijk in de komende jaren, tot f 34.500,-  in juni 1934. Rond 1935 kwam de villa in handen van  Mej. Duyvendak, een beslissende stap voor haar.

Het huis met de ruime kamers en terrassen, grote en fraaie tuin, was zeer geschikt voor een kleine, selecte school. De directrices van deze 'onderneming' hadden dag en nacht de verantwoording voor hun leerlingen; ze zuIlen 's nachts wel eens wakker hebben qelegen!

Op de school zaten meisjes uit allerlei plaatsen uit Nederland, Arnhem. Deventer, Enschede, Groningen, Katwijk, Wassenaar enz. en uit Ned. Indië.  
Twee meisjes uit Groningln waren eens rap en gezellig in hun ptaatselijk dialect aan het praten, toen tot hun verbazing de gymjuffrouw vlot inviel - dat hadden ze nooit vermoed!
Soms waren meisjes uit andere plaatsen bij familie in Bussum en omgeving in huis, vaak waren ze op het internaat.

Docenten rond 1940 waren onder andere Mej. Wuite (Nederlands), Mej. Logemann (Duits), Mej. Westers (Gymnastiek), Mej. Schaap (Handwerken) en Mevr. van Lennep (koken). De kooklessen werden in het  voormalige koetshuis gegeven. Een grote kamer boven met ruim balkon was de huiskamer der internen.
Omstreeks 1939 zag Mej. Duyvendak uit naar een opvolgster en vond die in Mej. J.J.van Eijbergen. Zij bleef nog een aantal jaren als lerares aan de school verbonden. De school had van het begin af een christelijke signatuur; Mej. Duyvendak en Mej. van Eijbergen werkten van uit de anthroposofische gedachte. Beiden hadden het fraaie huis met de tuin in hun hart gesloten. In de moestuin werd de biologisch-dynamische methode gebruikt, en de kas leverde kleine, maar heerlijk zoete druiven.

Het eerste schooljaar werkten beide directrices samen. Op maandag 7 juli 1941 werd het l0 jarig directriceschap van Mej. Duyvendak gevierd en haar overdracht van de leiding aan Mej. van Eijbergen. Een bijzonderaardig verslaq van deze dag vertelt, hoe men met stralend weer een fietstocht maakte:  de beide directriees op een tandem. Later weer terug naar school, waar in de schaduw een lange tafel was gedekt, versierd met rozen en jasmijn. Mej. Duyvendak, niet gesteld op grootse huldigingen, werd op hartelijke wijze toegesproken en bedankt voor alles wat zij in de afqelopen jaren tot stand had gebracht.

Mej. van Eijbergen, nam de school over in een moeilijke tijd. Men leefde onder druk en in toenemende mate kwam er een tekort aan allerlei. De bezetters wilden de school vorderen, maar door kordaat optreden wist de directrice dit te verhinderen. Op het laatst hielden de leerkrachten samen de school schoon: stoffen, vegen, schrobben enz  Er was nog maar 1 kleine kachel die brandde in het hele gebouw. Op dit kache1tje stond altijd bouillon of ander warm drinken klaar om de leraressen te sterken na hun geploeter.  Met Kerst 1944 moest het internaat worden gesloten, er was echt niets meer te eten.

In mei 1945 na de Bevrijding kon men weer aan de slag. Nieuwe meisjes kwamen met frisse moed en ideaLen. Op foto's uit die tijd staan als leerkrachten de volgende dames: Logemann (Duits), Vivegeno (Frans), Wuite (Nederlands), Snoep (koken), Allan (Muziek), Schaap (Tekenen en handwerken). Het uitgebreide leergramma kon nu op drie manieren afgesloten worden: het school diploma, het diploma MULO A of een huishouddiploma. Musea en tentoonstellingen werden bezocht, er waren feestjes en dansavondjes, maar ook aan minder gelukkigen werd gedacht. Door voorstellingen, poffertjes bakken en verkopen werd geld bijeen gebracht voor goede doeleinden. De leerlingen mochten veel en hadden vrijheid tot een zekere grens. Toen enkele meisjes de modieuze, strakke broeken op de naaimachines van school nog nauwer wilden maken, zei Mej. van Eijbergen :"Ik wens hier geen "gestopte  worsten" en het ging niet door.

In de jaren vijftig waren er o.a. de volgende docenten: de dames Allan (muziek en zang), Jellema en Rombouts (Engels), Veen en Verhagen (Frans), den Uijl (costuumnaaien), v.d. Berg (gymnastiek). Schuringa (Nederlands) en de heren Coerman (aardrijkskunde), ter Horst (Geschiedenis) en Vissering (Natuur- en scheikunde). Het is ondoenlijk om de vele leerlingen te noemen, die onderwijs genoten hebben aan de Luitgardeschool. Oudleerlingen die bekendheid kregen in wijdere kring zijn bijvoorbeeld : Willy Dobbe (De Tros), Fritzie Harmsen ter Beek (schrijfster), Marte Röling (schilderes) en Marianne Zijp (wethouder van Bussum)

Een aardige gewoonte van de leerlingen, die eindexamen hadden gedaan, was het aanbieden van.een cadeau aan de school. Dit kon een boek zijn. In 1961 was, dit cadeau een wandbord met in het midden  een bijenkorf met bijen eromheen (het bekende embleem van de schoolclub).
Dit was ook het jaar, waarin Mej. van Eijbergen en haar medewerkers de beslissing moesten nemen om het volgende jaar de school te sluiten. Jammer, want zij hadden nog wel langer door willen gaan.  Maar de tijden waren veranderd: voor het internaat, een belangrijke pijler van de school, was bijna geen belangstelling meer.

Mej. van Eijbergen kon geen afscheid nemen van de mooie villa. De benedenverdieping werd als kantoor verhuurd, de eerste etage hield ze zelf en op de verdieping daarboven verhuurde ze enkele kamers aan werkende jonge vrouwen. Het vroegere koetshuis werd apart verhuurd. Tot het laatst toe heeft ze getracht huis en tuin in goede staat te houden.
Op 14-12-1984 overleed Mejuffrouw van Eijbergen de laatste directrice van een bijzondere school.

Bussum, aug. 1985 

 

Met dank aan :
Mevrouw C. Soetopo - van Eijbergen,
Enkele oud-docenten en oud-leerlingen,
Archief-afdeling van de Gemeente Bussum.

Voor belangstellenden is de volledige tekst met foto's ter inzage bij het Bestuur van de Historische Kring Bussum.