Contactblad van de Historische Kring Bussum, jaargang 3, nummer 1 (oktober 1986) pag 22-25
"DE GOOISCHE" 85 JAAR
Fred Bos
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting
|
A.P. Liscaljet. de bekende jager op jonge aanwinsten. |
Op een stukje terrein van de voormalige gasfabriek, ongeveer daar waar de Slochterenlaan nu loopt, is het allemaal begonnen. Een paar leden van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging "De Hoop" te Amsterdam zoeken een geschikt tijdverdrijf voor de maanden, waarin niet kan worden geroeid. Het landelijke Bussum bewijst dan weer zijn aantrekkingskracht en op 6 januari 1901 is de oprichting van de Gooische Hockey en Bandy Club een feit.
De contributie voor werkende leden bedraagt ƒ 5,- per seizoen.
In 1904 wordt verhuisd naar een nieuw terrein achter het kerkhof. Dit wordt maar korte tijd bespeeld, waarna een terrein aan de Nwe 's-Gravelandseweg in gebruik wordt genomen. In 1908 moet ook dit veld worden geruimd en komt de Club terecht aan de Koningslaan op een stuk, dat door de één " 't Kampje van Meyer", door de ander "het terrein van Kaarsgaren" en ook wel "het terrein van Broekman" wordt genoemd, Een uur voor aanvang van de wedstrijd moeten door de spelers zelf de krijtlijnen worden getrokken! In 1910 verschijnt daar het eerste clubhuis, een houten gebouwtje, gekocht in Noorwegen voor de somma van ƒ 360,-, gefinancierd met aandelen van ƒ 10,-. Jaarlijks worden er twee afgelost, waarvan de tegenwaarde doorgaans aan de Club wordt geschonken.
In de eerste 10 jaren van haar bestaan neemt de Club deel in de mixed-hockey competitie, terwijl daarnaast in 1917-1910, zij het weinig succesvol, met een herenelft al in de tweede klasse wordt gespeeld. In 1912 echter keert het tij en wordt maar net het kampioenschap gemist. In die tijd ook beginnen de leden samen te komen in Hotel Nieuw Bussum aan het begin van de Nwe 's-Gravelandseweg op de plek van het huidige Oranjepark.
Kort daarna wordt het terrein aan de Koningslaan als bouwterrein verkocht. Aangezien in Bussum geen ander veld beschikbaar is, moet voor de thuiswedstrijden worden uitgeweken naar Amsterdam. Dit heeft een dermate negatieve invloed op het spel, dat alle wedstrijden verloren gaan, waardoor degradatie onvermijdelijk lijkt, De Gooische blijft echter eerste-klasser op voorspraak bij het Bondsbestuur van Mr Jolles. Vele Bussummers zullen zich deze markante figuur, die ook de tennissport een warm hart toedroeg, nog herinneren. Destijds lagen tussen de Zwarteweg en de banen van de tennisclub "Het Spieghel" de zogenaamde "Jolles-banen": hier speelde een kleine club, Victoria, door Mr. Jolles opgericht.
In 1920 kan de Club weer over een veld beschikken en wel op de plaats waar thans de tennisbanen van "De Meent" liggen.
Hoewel de club vanaf 1922 in de eerste klasse blijft, breken er nochtans moeilijke tijden aan. Het ledental loopt terug en bij de invoering van de Engelse regels in 1925 geven ook veel oudere leden er de brui aan. Op een vergadering in "De Rosenboom", tevens de viering van het 25-jarig bestaan, gaan zelfs stemmen op de vereniging te ontbinden. Dit kan natuurlijk niet en onder de bezielende leiding van voorzitter Liscaljet wordt de crisis overwonnen. In datzelfde jaar wordt Mevrouw Nel de Ruiter voor het eerst gekozen in het Nederlandse Elftal, waarin zij tot 1938 in totaal 32 maal uitkomt!
Zanghulde aan mevrouw Nel de Ruiter-Hofland Melodie: ,,Mijn opa" uit de TV-serie .,Ja Zuster, nee Zuster" 's Avonds langs de wegen trainde Nel ontzettend fel; Refrein: Tekst: Ton Kuyer |
De gloriejaren van De Gooische breken aan. Het ledental neemt fors toe. Het in 1930 verkregen veld op het Sportpark aan de Meerweg blijkt alras te weinig en nadat in 1932 de beschikking over een tweede veld wordt gekregen, kan op 16 december 1933 het huidige complex aan de Meerweg met de opening van het Clubhuis in gebruik genomen worden.
In 1932 komt de eerste groundsman, Dorresteijn. Destijds een begrip in de Nederlandse hockeywereld, deze gedenkwaardige figuur.
Het zijn goede jaren: veel internationale contacten, clubleden in het Nederlandse elftal, in 1934 het winnen van de in de Nederlandse hockeywereld felbegeerde trofee de "Samovar", en grootse feesten in Hotel "Bosch van Bredius" (dat, voordat het in de oorlog werd platgebombardeerd, zo'n belangrijke rol in het Bussumse uitgaansleven vervulde).
Inmiddels is "Bandy" uit de naam van de vereniging geschrapt, want dat wordt niet meer gespeeld.
In 1938/39 bereikt De Gooische haar hoogtepunt met het behalen door de heren van het Westelijk Kampioenschap, een wapenfeit dat in het seizoen daarop wordt herhaald. Bovendien wordt in deze twee seizoenen opnieuw de "Samovar" gewonnen, zodat deze definitief kan worden meegenomen naar Bussum.
Nadat in 1941 nog op grootse wijze het 40-jarig bestaan in Concordia wordt gevierd komt het bestaan van de Club in gevaar door enkele bestuursleden, wier houding ten opzichte van de bezetter afweek van die van het gros der leden, dat dan ook in groten getale bedankte, zo niet geroyeerd werd. De enige speelmogelijkheid wordt hun dan geboden door het molshopenveldje van tennisclub "Het Spieghel". Hier worden in de winter 1943/44 zelfs nog Kerstwedstrijden gehouden.
Na de oorlog biedt het complex van de Club een desolate aanblik. Sterk verwaarloosde velden en een clubhuis zonder ramen en inventaris. Met kracht wordt het herstel ter hand genomen. Zodanig, dat in 1950, overigens na moeizame onderhandelingen tussen de toenmalige voorzitter Houtzager en de gemeente, het complex de oude luister vertoont en zelfs is uitgebreid.
Seizoen 1952/53 wordt zeer succesvol voor De Gooische. Nadat Dames I na een uitstekend seizoen de eerste klasse bereikt heeft, worden alle kampioenswedstrijden gewonnen. Daarmee wordt voor de eerste maal een elftal van De Gooische Kampioen van Nederland.
Het ledental blijft groeien, het clubhuis wordt vergroot en de velden zijn zo goed dat de Hockeybond deze waardig keurt er de wedstrijd Nederland-Nieuw Zeeland op te laten spelen. In 1958 beschikt de Club over liefst 8 velden. De resultaten zijn zodanig, dat de Heren in 1960 de Promotieklasse bereiken, terwijl de Dames zich in de eerste klasse handhaven.
In 1961 wordt het 60-jarig bestaan uitbundig gevierd met tournooien, receptie, reunie in Jan Tabak, revue met bal in Concordia, thé dansants en een autopuzzelrit. De Gooische blijft groeien. In 1963, het ledental bedraagt dan 350, wordt de sproeiinstallatie door Burgemeester Haspels in gebruik gesteld. In 1966 wordt het clubhuis verder vergroot van 60 tot 150 m², terwijl drie jaar later de veldverlichting wordt geïnstalleerd. Dat jaar laat de verdubbeling van het ledental zien: 700.
In 1967 wint Dames I het Nederlands zaalhockeykampioenschap, toen nog geheten Steden Zaalhockey Tournooi.
De groei gaat in 1974 door naar 800 leden. Dit leidt tot verdere uitbreiding van de accomodatie. Twee jaar later wordt in 't Spant het 75-jarig bestaan op luisterrijke wijze gevierd. De verdere groei tot 900 leden noopt tot de aanleg van drie noodvelden in 1977. Daarnaast vormen de aanleg van kunstgrasvelden en een nieuw clubhuis al geruime tijd een vast punt op de agenda van de bestuursvergaderingen.
In 1983 is het dan eindelijk zo ver. Wethouder van Sportzaken Reeskamp opent de 2 kunstgrasvelden, een welkome aanwinst voor de vereniging, die dan ca 60 jeugd- en 25 senioren-elftallen telt. Het hoogste elftal van de Heren speelt thans één klasse en dat van de Dames twee klassen onder de Hoofdklasse.
1986: De Gooische is 85 jaar, een bloeiende vereniging met meer dan 1000 leden en met een prima buiten-accomodatie, maar met nog één grote wens, een nieuw clubhuis!
Wij wensen De Gooische een spoedige vervulling van deze wens en nog vele goede jaren toe.
Dit artikel kwam tot stand door gebruikmaking van diverse Jubileum-uitgaven, speciaal de laatste van dit jaar "Gooische Hockey Club 85 jaar" met de ondertitel (op pag 1 vermeld): 85 WORDEN : ZO DOE JE DAT …
September 1986
Fred Bos