Skip to main content

Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 3, nummer 2 (juli 1987) pag 25-26


Het huis aan de Boslaan

G. Langemeijer

Klik hier voorde PDF versie van dit artikel
De afbeelding is aanklikbaar voor vergroting 

De kunstschilder Thomas Cool (geboren 25-12-1851 te Sneek) liet in 1901 door architect C.J. Kruisweg op een heuveltje op de hoek Boslaan/Parklaan een villa bouwen, dat het huisnummer 2a kreeg. De grond had hij gekocht van de grondexploitant Jan Corver, die op zijn beurt weer de grond had gekocht van E. Dorrestijn, die gehuwd was met Maria Huisman. Dorrestijn had daar een strookje bos en een kampje waarop hij rogge verbouwde en wat groente teelde. Cool liet op een strook grond langs de Parklaan een zeer grote expositieruimte bouwen met deuren die extra breed en hoog waren met aan de achterzijde aansluitend zijn atelier. Thomas Cool schilderde vooral landschappen, stadsgezichten en gebouwen. Hij werkte o.a. in Rotterdam en Rome.

Over zijn verblijf in Rome weten we bijzonder veel dankzij een door zijn dochter Tine geschreven boek getiteld: "Wij met zijn vijven in Rome". Het is een verblijf van enige jaren geweest. Hij schilderde daar o.a. het Forum te Rome (1884), dat nu in het Frans Halsmuseum hangt. Verder De Via Sacra, De Titusboog bij maanlicht en het Gezicht in de Sint Pauluskerk.

Na zijn terugkeer in Nederland woonde hij in 1898 te Bussum op het adres Graaf Wichmanlaan 19. Vlak bij dat huis lag ook een atelier, maar Cool had de grootste moeite zijn schilderijen daar naar binnen te krijgen, vandaar dat hij zijn atelier aan de Parklaan van extra grote deuren voorzag. Recent (1981) zijn atelier en expositieruimte verbouwd tot een moderne villa. De architect heeft op interessante wijze gebruik gemaakt van de plaats waar vroeger die grote deuren zaten en zo een bijzonder entree tot de binnen zeer fraaie woning gecreëerd.

Thomas Cool plantte bij de opening van zijn huis de prachtige thans bijna te dominerende rode beuk en kastanjebomen, die omgehakt moesten worden daar het te donker en te vochtig werd in het huis. Aan de Boslaanzijde was een kleine serre, die later verlengd is over de hele zijde, waardoor het architectonisch evenwicht wat verstoord is. Een oude interieurfoto van de grote huiskamer ten tijde van Cool is een openbaring van eenvoud en tegelijk van fijne sfeer. Voor de zeer eenvoudige stenen schoorsteen staat een zwart potkacheltje met enkele rotanstoelen en een stoof. Midden in de kamer ziet men een vrij kleine ronde tafel bedekt met een kleedje, waarop een vaas met bloemen staat. Een eenvoudige gaslamp hangt er boven. Het plafond aan de schoorsteenkant is ongeveer een meter verlaagd. Aan de voorzijde van deze verlaging zijn enkele door Cool geschilderde portretten aangebracht van Italiaanse kunstenaars, o.a. Leonardo da Vinci, Michel Angelo, Botticelli en anderen. Jaren later, toen het huis al lang verkocht was, verzochten de erven Cool alsnog de portretten te mogen weghalen. Voor de toenmalige huisheer was het merkwaardig genoeg een hele opluchting; die strengkijkende Italianen hadden hem al lang genoeg aangestaard!
Kijkend uit zijn venster kon de kunstschilder zich in een bos wanen. Het gezang van de vogels was het enige dat hij hoorde. Een enkele handkar of soms een rijtuig was het weinige dat hij zag. Wat zal hem bewogen hebben de levendigheid en de pracht van Rome te verruilen voor het stille Spieghel? Hij was echter niet de enige en zeker niet de laatste kunstenaar die door het Spieghel bekoord werd.

Pal tegenover hem, verscholen tussen het geboomte, woonde Maria Elisabeth ("Marie") Cremers. Zij schilderde, tekende en lithografeerde landschappen, stillevens en voornamelijk portretten. Bovendien illustreerde zij boeken en zelf schreef zij ook. Een honderd meter verderop in de Parklaan op nr. 35 woonde dr. Jan Pieter Veth. Een goed schilder, maar een beroemd Portrettist. Op de nieuwe 's-Gravenlandseweg 41 schilderde enige jaren Martinus Regteren van Altena tot 1908.

Na Cool's dood, hij stierf vrij jong op 53-jarige leeftijd te 16 mei 1904, kwamen nog vele kunstenaars naar het Spieghel, Zo bijvoorbeeld Elly Tamminga en Bernard de Hoogh.

De heer J.C. Langemeijer, de nieuwe eigenaar van de villa van Cool, heeft wel ondervonden wat het betekent een huis met atelier en expositieruimte te hebben gekocht. Zo heeft een zekere Bottermans enige tijd in Cool's heiligdom zijn penseel gehanteerd. Vrij kundig zelfs, doch de goede man bleef vooral in leven door het eten dat de vrouw van de huiseigenaar hem bezorgd bracht. "De man is te mager om goed te kunnen schilderen", verontschuldigde zij zich dan.
Moeilijker had zij het met de jonge Bussumse kunstschilder Arnold Pijpers. Arnold was een aankomend en zoals dat in kunstkringen heet een veelbelovend kunstenaar. Dat laatste ook wat het betalen van de huur betrof. De economische zeer slechte dertiger jaren waren helaas de jonge kunstenaar niet gunstig gezind. Hij was een keurige man en kwam dan ook iedere maand stipt op tijd en welbespraakt de goede huisvrouw vertellen, dat hij nog geen huur betalen kon. Hij bleef dan uren over kunst praten tot ongenoegen van de nijvere vrouw, die aan haar huishouding dacht. Practisch ingesteld als zij was, drong zij er bij Pijpers op aan weer aan het werk te gaan: "met praten kun je geen geld verdienen", zei ze dan. Maar de kunstenaar klaagde dat hij niet in de juiste sfeer was om te werken. Dat voor die tijd nogal moderne woord sfeer ontlokte de huisvrouw de opmerking dat zij heel goed kon afstoffen zonder sfeer.

Weer later ontpopte de zoon des huizes zich als kunstenaar. Hij wilde naar de kunstakademie in Amsterdam. Toen viel de stofdoek wel uit de hand van zijn moeder.
Met Ronald Frijling die af en toe daar ook schilderde, hield hij er zo nu en dan een expositie van hun werken.

Nu is tenslotte het atelier en de expositieruimte omgebouwd tot een woning. Het lot heeft gewild dat het echtpaar Unger dat er nu woont zeer kunstzinnig is. Als graficus heeft hij via een uniek procedé een speciaal rastereffect bereikt voor de koningin Beatrix-postzegel. Zijn vrouw is zeer actief met exposities in de nieuwe bibliotheek.

Het huis aan de Boslaan heeft op kunstgebied een stukje historie gekend, dat aan veel Bussumrners is ontgaan. In een recentie over een tentoonstelling van Thomas Cool zijn werken valt o.m. te lezen: "Het Rotterdamse publiek heeft reden tot dankbaarheid, dat het met dit ongemeen en hoog-artistieke werk kennis kan maken".