Zwemmen in Bussum
Chris Leenders
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting
Op 12 juni 1902 werd Bussums eerste zwembad, toen nog zweminrichting geheten, officieel geopend. Maar ook voor die tijd werd er al in Bussum gezwommen.
Zanderijsloten en paardenwedden
Door de aanwezigheid van zanderijsloten en paardenwedden, die werden gebruikt om de (jaag)paarden te laten zwemmen en te verfrissen, konden mannen en jongens die de zwemkunst machtig waren daar ’s zomers ook zwemmen. Dat gebeurde meestal poedelnaakt! Dames waren dan ook van dit vermaak uitgesloten. Niet iedereen was gelukkig met deze situatie. Een deel van de Bussumse bevolking vond het zedeloos en in tijden van epidemieën was het ook gevaarlijk. Om de orde te bewaren werd er soms een veldwachter als toezichthouder neergezet, gewapend met stok en zweep. Dat was in die tijd voldoende om lastige knapen in toom te houden.
Het eerste zwembad aan de Huizerweg uit 1902 |
Op initiatief van de nieuwe Bussumers (de forensen) die na de aanleg van de spoorweg hier waren komen wonen, werd in 1902 op de plek waar de Frederik van Eedenweg op de Huizerweg uitkomt het eerste Bussumse zwembad aangelegd, aan het einde van de al bestaande zanderijsloot. Het kwam juist daar omdat de sloot aan het einde erg breed was, zodat de zandschepen er konden keren om weer terug te varen. Dit bad werd het ook wel het forensenbad genoemd.
Zwemmen, maar niet gemengd
|
|
Het tweede zwembad aan de Huizerweg |
Het bad mat 25 bij 10 m; de diepte varieerde van 1 tot 3 m. Later heeft men in een gedeelte van de zwaaikom voor de allerjongsten een echt ondiep bad gemaakt. Er waren 15 kleedhokjes en het bad was door een houten damwand van het slootwater gescheiden. Het (kwel)water was schoon en de sloot was zeer visrijk. Er werd dan ook flink gehengeld en er stonden zelfs fuiken. Soms zwommen er vissen in het zwembad. In 1908 kreeg het zwembad douches, en een torentje om het water voor de nieuwe douches onder druk te houden
De jeugdzweminrichting in het Mouwtje, 1960 |
Het bad was voor dames en heren, maar uiteraard niet tegelijkertijd: er werd niet gemengd gezwommen. Men kon er vanaf ’s morgens zes uur al terecht. De forensen maakten daarvan gebruik om later op de ochtend met de trein naar Amsterdam te gaan.
Er werd weinig aan zwemonderricht gedaan, vooral omdat de eerste badmeester, de heer Hulsebos, evenals de meesten van zijn opvolgers, zelf de zwemkunst niet machtig was! Op den duur raakte het zwembad in verval: het werd uiteindelijk in 1924 gesloopt.
Intussen was er aan het eind van de Meerweg een nieuw zwembad geopend. Daarover later meer.
In mijn jeugd stond ter hoogte van de huidige kinderboerderij een groot hek dwars over het pad. Daar stond je te wachten tot het meisjesuur voorbij was en dan ontstond er tweemaal een vreselijk gedrang. Eerst om voorbij dat hek te komen en vervolgens om snel een badhokje te bemachtigen. Als alle badhokjes bezet waren, moest je je immers omkleden in een grote vierkante ruimte met allemaal haakjes aan de muur. Dat vonden wij in de preutse jaren zestig niet prettig. Ook dit zwembad werd door kwelwater gevoed en er zwommen vissen rond. Het was af en toe best schrikken als je rustig in het water stond en er kwam een vis langs je benen glijden. En het kwam voor dat je na een duik proestend boven kwam met een stekende pijn in je onderbuik doordat een stekelbaarsje zich toegang tot je zwembroek had verschaft! U denkt misschien: sterk verhaal. Maar het is schrijver dezes waarachtig overkomen! |
Zwemles van ome Guus
Na de sloop van het zwembad in het Mouwtje rees er protest van de kant van de vele trouwe bezoekers, die nu, veelal lopend, helemaal naar de Meerweg aan de andere kant van dorp moesten. Uiteindelijk werd er na veel politieke druk op dezelfde plek in het Mouwtje een nieuwe badinrichting gebouwd. De leeftijdsgrens werd echter teruggebracht naar 18 jaar, zodat de volwassenen geen gebruik van de nieuwe badinrichting konden maken – zij moesten alsnog naar de Meerweg.
In dit nieuwe bad werd zwemles gegeven door de heer G.A. van Raamsdonk, bijgenaamd ome Guus. Hij had de gave om kinderen de zwemkunst op een prettige manier bij te brengen. Het nieuwe bad was veel fraaier dan het oude: het had fleurige kleedhokjes en een rieten dakbedekking. De toegangsprijs werd in 1926 vastgesteld op ƒ 0,10 en werd daarna niet meer verhoogd. Het nieuwe bad was echter geen lang leven beschoren. Op 11 mei 1932 werd het bad door brand met de grond gelijk gemaakt. Kwajongens hadden een lucifer bij het rieten dak gehouden. Er werd nog een tijdelijke muur van rietmatten opgetrokken, maar eind 1937 werd het bad toch gesloopt.
De jeugdzweminrichting
In 1936 was men een eindje verderop al begonnen met de aanleg van een nieuwe zweminrichting voor kinderen onder de 13 jaar. Het werk werd uitgevoerd in het kader van de zogenoemde werkverschaffing. Het nieuwe bad lag dieper in het Mouwtje, met een ingang aan de Huizerweg, naast de Brandsma-ulo (nu Kindcentrum ’t Mouwtje). Je ging met je fiets steil naar beneden over het nog bestaande klinkerweggetje tot je bij de schooltuintjes kwam. Daar lag het nieuwe bad: de Jeugdzweminrichting, geopend op 3 juni 1937. Spoedig bleek het alweer te klein te zijn, reden waarom het bad in 1941 werd verbouwd en belangrijk uitgebreid.
Vooral in de zomer werd er veel gezwommen (het water was onverwarmd!) en er werden zwemlessen gegeven, vooral aan leerlingen van de vijfde en zesde klas van de lagere school. Heel wat oudere Bussumers zijn daar de zwemkunst machtig geworden. Uiteindelijk werd het jeugdbad op 18 september 1968, ongeveer gelijktijdig met het zwembad aan de Meerweg, gesloten en in 1973 werd het ontmanteld.
Het zwemband aan de Meerweg, jaren 30 |
Het zwembad aan de Meerweg
Zoals gezegd waren er in het begin van de jaren twintig plannen ontwikkeld om te komen tot een zweminrichting aan de Meerweg. Het ging om een terrein dat eigendom was van de Erfgooiersvereniging Stad en Lande op de Hilversumse Meent. Bussum breidde zich als forensengemeente nog steeds uit, en de behoefte aan een echt zwembad werd steeds dringender. Het benodigde geld kwam in eerste instantie van de burgerij. Vooral de Bussumse huisvrouwen gingen zich met de zweminrichting bemoeien! Er werd een tentoonstelling georganiseerd en een enorme bazaar gehouden. Uiteindelijk werd ook de gemeente Bussum wakker en toen was het benodigde kapitaal van ƒ 68.000,- snel voorhanden. In 1923 begon men met de bouw van het zwembad en al in juni 1924 konden de zwembassins worden opengesteld voor het publiek.
Het zwembad had een ingenieus concept: er werd een zogenoemd voorverwarmingsbassin uitgegraven van 250 bij 53 m, met een diepte van 1 m. In dit ondiepe bassin werd het door kwellen aangevoerde water door zon en lucht opgewarmd, waarna het over een drempel in de feitelijke zwembassins stroomde. Een bijkomend voordeel van dit voorverwarmings bassin was dat het in de winter vanwege zijn ondiepte juist gemakkelijk bevroor en tot een prachtige ijsbaan kon worden omgetoverd.
Bij de opening in 1924 was het groot feest in Bussum. Er waren zwemwedstrijden en er werden zwemdemonstraties gehouden. Al spoedig werd een zwemvereniging opgericht, De Pinguïns, die ook aan spring- en duikoefeningen en aan waterpolo deed. En de in 1928 opgerichte Bussumse reddingsbrigade hield in het zwembad zijn oefeningen. Er waren gemiddeld zo’n 500 abonnementhouders per jaar en daarnaast zo’n 7000 betalende bezoekers.
Uniek voor Nederland was dat jongens van het Blindeninstituut er zwemles kregen en er hun zwemdiploma haalden.
Het zwembad heeft lang dienst gedaan. Pas in 1969 werd het zwembad gesloten omdat het Sportfondsenbad gereed was. In 1972 brandden de oude kleedkamers en gebouwen tot de grond toe af. Het gebied is teruggegeven aan de natuur en maakt nu deel uit van het natuurgebied Laegieskamp.
Het eerste Sportfondsenbad van Bussum
Na jaren van nadenken en zoeken naar een goede locatie werd in mei 1969 het eerste Sportfondsenbad Bussum geopend, op de plek waar ook nu nog een zwembad is, Sportcentrum De Zandzee. Het nieuwe zwembad kwam in de plaats van de openluchtbaden aan de Meerweg en in het Mouwtje, die omstreeks diezelfde tijd werden gesloten.
Het nieuwe zwembad, ontworpen door architect W.F. Saarberg, beschikte over een overdekt 50-meterbad en twee overdekte instructiebaden, een 50-meterbuitenbad, een ondiep 50-meterbuitenbad, alsmede een kleuterbad. Verder was er een op het zuiden gelegen zonneterras en een grote zonneweide. De techniek was voor die tijd zeer modern en de kosten bedroegen toen 6 miljoen gulden. Vergelijk dat eens met de 68.000 gulden van het zwembad aan de Meerweg in 1924.
Het Sportfondsenbad in 1972 |
In het bad werden weer diverse takken van watersport beoefend, ook door verenigingen van buiten Bussum. En de brandweer had er zijn duikopleiding. Als eerste van de 77 sportfondsenbaden in Nederland beschikte het bad over een indrukwekkende lichtinstallatie rond het buitenbad. De openingstijden konden daardoor worden verlengd tot half elf ’s avonds.
Zwemmen voor senioren, 1978 |
Bijzonder is dat het buitenbad in de periode september–mei als forellen kweekcentrum werd gebruikt. De eerste keer werd er ruim 300 kilo forel (gemiddeld 200 gram bij een lengte van zo’n 35 cm per stuk), in het bassin gelost en dat werd een groot succes. Uiteindelijk liep de opbrengst op naar zo’n 10.000 forellen, die in de maand mei gretig aftrek vonden in het restaurantwezen!
Desondanks was de exploitatie niet kostendekkend, wat betekende dat de gemeente op den duur maar liefst ƒ 1300,- per dag op het zwembad toelegde. Uiteindelijk werd het eerste Bussumse Sportfondsenbad gesloten en in 2006 gesloopt. In datzelfde jaar en op dezelfde werd locatie het Sportcentrum De Zandzee geopend. Daar kan men tot op de dag van vandaag zwemmen en vele andere sporten beoefenen.
Recreatie in de Zandzee in 1939, nog zonder water |
De Zandzee
Bij al die officiële zwembaden zou je haast vergeten dat er nóg een plek was in Bussum, waar gezwommen werd: recreatieplas de Zandzee.
Aanvankelijk (in de eerste helft van de vorige eeuw) was dit een echte zandzee: een zandverstuiving die deel uitmaakte van de Fransche Kampheide, waar de jeugd van Bussum en die van het nabij gelegen kampeerterrein zich vermaakte. We hebben het over een gebiedje achter het Vituscollege, bij de Tennishal Bosheim.
Recreatie in de Zandzee in 1960, nu mét water |
In 1939 werd het zand afgegraven om de schuilbunkers rond Naarden te omwallen. Zo ontstond er een vijver die al snel ook weer een bron van zomers vermaak werd. In de winter werd er geschaatst.
Op den duur vervuilde de plas, althans werd deze het domein van kikkers en salamanders en andere ‘vieze’ beesten. In het midden van de jaren zestig wilde men de plas dicht gooien ten behoeve van sportaccommodaties van het Vituscollege. Ook toen al leidde dat tot protesten, vanwege diezelfde kikkers en salamanders.
Wat er van de plas overbleef, werd twintig jaar later, in 1983, opnieuw bedreigd, opnieuw vanwege de bouw van sportaccommodaties, waaronder de huidige tennishal. De al in gang gezette demping van de plas werd ten halve gekeerd, zodat er nu nog steeds een plasje rest voor de amfibieën. Maar gezwommen wordt er niet meer – althans niet door mensen.