Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 35, nummer 3 (december 2019), pag 24-26


Rugby – de eerste 50 jaar

Nol Verhagen

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting  

Rugbyclub ’t Gooi is een parel aan de kroon van het sportgebeuren in Gooise Meren, waar je gek genoeg weinig van hoort. Afgelopen september nam het 1ste herenteam (ik heb op de website van  de club geen damesteams kunnen ontdekken, hoewel er op nationaal niveau wel degelijk een dames competitie bestaat) nog deel aan de BeNeCup, een internationaal toernooi voor Nederlandse en Belgische topteams. Helaas werden de beide Nederlandse teams voortijdig uitgeschakeld, zodat de finale door twee Belgische teams werd uitgevochten. Saillant detail: de tweede Nederlandse deelnemer kwam ook uit het Gooi, namelijk uit Hilversum. Spelers van ’t Gooi en Hilversum vormen ook de ruggengraat van Heren XV, het nationale team. De club heeft momenteel ongeveer 350 leden, 

Drafna

De website van de vereniging vermeldt: ‘Rugby in Nederland is helaas nog altijd een amateursport. Dit betekent dat onze spelers en talenten veel van hun eigen tijd en inkomen besteden aan het  rugby. Dit zijn niet alleen de zichtbare uren op het rugbyveld, maar ook de uren in de sportschool, de kosten van specifieke voeding, het reizen van A naar B en niet te vergeten het rusten voor of na een inspanning.’ Die serieuze benadering van de sport is van recente datum, zoals een blik op de beginjaren van Rugby Club ’t Gooi ons leert.

RC ’t Gooi is opgericht in 1933. Rugby was toen net een echte sport geworden in Nederland. André Talboo vertelt in RC ’t Gooi 1933-1983 hoe hij met Henk Kruissink eind 1932 na het zien van een filmpje over rugby enthousiast uit Amsterdam huiswaarts keerde en hoe beide heren zich vervoegden bij de kersverse bondsvoorzitter Henri van Boven, tevens bestuurslid van de toenmalige RC Hilversum (de huidige RC Hilversum is overigens pas in 1954 opgericht). Ze lieten er geen gras over groeien: na wat reclame in de Bussumsche Courant werd in januari 1933 een propaganda-avond belegd in hotel Nieuw Bussum, en even later was RC ’t Gooi een feit. Geoefend werd er op de Ezelweide, een terrein achter het Theosofisch Lyceum, dat gevestigd was in huis Drafna aan de Meentweg, vlakbij de Huizerstraatweg, niet ver van de plek waar RC ’t Gooi vandaag de dag haar velden heeft. De vereniging heeft dan ook een maand lang Drafna Sport Club geheten, voordat al in februari 1933 de naam werd veranderd in Gooische Rugbyclub. Die naam werd later onder omstandigheden die te ingewikkeld zijn om hier uit te leggen, gewijzigd in RC ’t Gooi. 

De Scrum

De eerste wedstrijd tegen Hilversum werd verloren met 16-3 – het was RC ’t Gooi warempel gelukt om in de tweede helft een try te maken. Wedstrijden werden gespeeld op voetbalvelden, want de clubs waren te klein en te dun gezaaid om een eigen terrein te rechtvaardigen. Later kreeg RC ’t Gooi de beschikking over een terrein in de zandafgraving achter de Bussumse Watertoren, maar de huur daarvan ad f 150,- bracht grote zorgen met zich mee. In 1937 telde de club 27 leden. De club had een clubblad, de Scrum, waarin behalve echt clubnieuws ook flauwe moppen, melige wedstrijdverslagen en voor buitenstaanders onbegrijpelijke dichtwerken werden afgedrukt.
In 1944, toen men na enkele slappe oorlogsjaren de draad weer probeerde op te pakken, waren er al 43 leden, voor het grootste deel afkomstig uit Bussum. Er kwamen soms wel 2000 mensen naar de wedstrijden kijken, maar de hongerwinter gooide alsnog roet in het eten. Een 30-tal prima sporthemden die men als clubshirts cadeau had gekregen (textiel was op de bon), werd in november 1944 doorgeschoven naar het evacuatiecomité.

Na de oorlog werden spelers van RC ’t Gooi regelmatig opgeroepen voor het nationale team. Dat is niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat er toen nog maar een paar clubs in Nederland actief waren. De competitie werd gespeeld tegen clubs uit Rotterdam, Den Haag en Delft en daarmee had je het wel zo’n beetje gehad. Op het speelveld van RC ’t Gooi, inmiddels verhuisd naar Sportpark Zuid, werden zo nu en dan interlands gespeeld. RC ’t Gooi kon vaak met moeite twee teams in het veld brengen. Soms moest een competitiewedstrijd worden afgelast of verplaatst omdat de kosten van de uitwedstrijden te hoog opliepen.
Opmerkelijk is het vermogen om feest te vieren. Het lijkt wel of de vereniging iedere gelegenheid aangreep om de bloemetjes buiten te zetten, bij voorkeur in de vorm van een gekostumeerd bal, met thema’s als ‘Oostersche Nacht’ (1949, in De Rozenboom) of ‘Sattelieden’ (1960, in het Plankenierstheater).

       
 
Een van de vele gekostumeerde feesten van RC ’t Gooi

Naar Naarden

Intussen blijft het moeilijk om voldoende spelers op de been te brengen. Meer dan 25 à 50 leden zijn er niet in die jaren. In 1956 moet de club het speelterrein op Sportpak Zuid verlaten: er wordt een nieuwe grasmat gelegd voor de voetballers en de rugbyers zijn er daarna niet meer welkom, omdat ‘de nieuwe grasmat in sterke mate moet worden ontzien en met grote voorzichtigheid moet worden bespeeld’. RC ’t Gooi vindt onderdak op het terrein van de Chemische Fabriek Naarden, waar tijdens de eerste wedstrijd met maar liefst 61-0 van Hilversum wordt verloren! Een jaar later neemt de gemeente Naarden de club onder haar hoede en krijgt ze een terrein op het nieuwe sportveldencomplex ‘achter het zwemstadion’.
De club verhuist ook officieel van Bussum naar Naarden. De vreugde wordt pas echt compleet in 1961, als RC ’t Gooi een clubhuis krijgt onder de Utrechtse Poort, waar in 1963 bij het zesde lustrum alweer een Bal Masqué wordt gehouden: het ‘Lompenbal’.

Vrouwen komen er nog steeds niet aan te pas, behalve om hun wederhelften bijtijds naar trainingen en wedstrijden te sturen, want er schijnt aan trainingsijver en opkomst bij wedstrijden wel wat te schorten. De vele feesten worden daarentegen wel trouw bezocht. 

Een clubhuis met sauna en vloerverwarming

In 1983 verlaat RC ’t Gooi het clublokaal in de Utrechtse Poort. Eindelijk beschikt men over een lokaal bij het speelterrein: een houten gebouw met sauna en vloerverwarming, grotendeels eigenhandig door de rugbyers gebouwd. De vereniging is intussen flink gegroeid en kent zelfs een uitgebreide jeugdafdeling. Maar nog steeds geen damesteam.
Zie voor het vervolg elders in dit nummer. 

Bron

RC ’t Gooi, 1933-1983 (Jubileumboek)