Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 36, nummer 1 (mei 2020), pag 4-7

De Joodse Gemeente Bussum tijdens de Tweede Wereldoorlog 

Annet Betsalel

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

 

Nadat Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht was gekomen, kende de Joodse Gemeente Bussum (opgericht in 1917, en ook Naarden, Blaricum en Huizen omvattend) een explosieve groei door de komst van vele Duitse vluchtelingen, die de nazistische agressie tegen de joodse bevolking in hun vaderland waren ontvlucht. Na de Reichskristallnacht in 1938 werd er een comité voor de opvang van deze vluchtelingen opgericht. Veel Duits-joodse kinderen werden opgevangen in het Burgerweeshuis in Naarden. Burgemeester Boddens Hosang kwam met zijn echtgenote de kinderen persoonlijk van het station halen. Na korte tijd werden zij ondergebracht bij joodse gezinnen en instellingen. Toen de Duitsers op 10 mei 1940 het neutrale Nederland binnenvielen, was de paniek in de Joodse gemeenschap groot vanwege de kennis die men had van de situatie van de joodse bevolking in Duitsland en Oostenrijk. Het aantal zelfdodingen onder de joodse bevolking (ook die van Bussum) was schrikbarend hoog.

 

De oorlogsjaren

In de loop van 1941 werden ook in Bussum aan de joodse bevolking steeds meer maatregelen opgelegd om hen te isoleren uit de maatschappij. Zo werden alle joodse ambtenaren en leraren ontslagen,werden oden uitgesloten van het openbare leven (theater, café, sport etc.) en mochten joodse kinderen na de zomer van 1941 geen lessen meer volgen op de scholen die zij bezochten.

      
 
Yf Vissel met zijn gezin

In Bussum werd voor de circa 100 joodse leerlingen van de lagere scholen in Bussum, Naarden en Muiderberg in alle haast een ‘School voor kinderen van Joodschen bloede’ opgericht. De joodse middelbare school kwam in Hilversum. Onder de bezielende leiding van Ys Vissel (voormalig leraar aan het Gooiland Instituut) werd het joodse schooltje in Bussum gerund in een pand in de Willemslaan.
Later verhuisde de school naar de Mecklenburglaan 14, waar de familie Minkenhoff kantoor aan huis hield. Met veel moeite werden joodse leerkrachten gevonden. Maar door de 
gedwongen evacuaties in de loop van 1942 daalde het aantal leerlingen drastisch en in de zomer van 1942 moest de school sluiten.

     
Sal van Gelder
 

Binnen de joodse gemeenschap werd met man en macht gewerkt aan het in standhouden van een sociaal en cultureel leven voor de joden, die inmiddels waren uitgesloten van alle openbare faciliteiten. Cursussen, muziekavonden, een eigen uitleenbibliotheek, administratief centrum: de synagoge aan de Kromme Englaan werd het levende joodse centrum voor iedereen, traditioneel of niet. De activiteiten werden grotendeels geïnitieerd en gecoördineerd door de in mei 1941 aangetreden jonge voorganger en secretaris Sal van Gelder en de bestuurders Louis Zeehandelaar en Sam van Perlstein.

Eind juni 1942 kregen de joodse inwoners de opdracht naar Amsterdam te vertrekken. De treinreis (met speciale treinen) moesten de geëvacueerden zelf betalen. Een circulaire in de archieven van de Joodse gemeente van 22 juni 1942 laat zien dat de bestuurders van Joods Bussum hun leden opriepen om ‘de uren tot het vertrek van den trein in het Gebouw der Gemeente door te brengen. U kunt daar tevens uw lunch nuttigen’. De circulaire eindigt met de woorden: ‘Het Kerkbestuur is overtuigd, dat U ook in de komende dagen de kracht zult vinden, om datgene wat gedragen moet worden, te dragen. Het wenscht U hiertoe kracht en goeden moed!’ Getekend: de heren Zeehandelaar (voorzitter) en Van Gelder (secretaris).

Het moet een emotioneel gezamenlijk wachten op de trein zijn geweest en voor velen zou dit het laatste weerzien blijken. Vermoedelijk is de mensen aangeraden om zich in Amsterdam te laten registreren en vervolgens onder te duiken. Vanaf die periode doken steeds meer joodse mensen onder, of traden zelfs toe tot het verzet. Een heel belangrijke actie hierbij was het laten onderduiken van de administratie van de Joodse gemeente door Philip Krant, prominent lid van de gemeente, in de opslagruimte bij zijn winkel aan de Hoogeweg. Hierdoor konden veel mensen niet worden getraceerd als leden van de Joodse Gemeente. Zij kwamen daardoor zonder kleerscheuren de oorlog door. Voorganger Van Gelder bracht de thorarollen naar dominee Manger van de Lutherse kerk, en de kostbare rituele voorwerpen naar de timmerman die werkzaam was voor de Joodse Gemeente. Zowel de bewaarders als de verborgen voorwerpen kwamen de oorlog veilig door; de voorwerpen werden meteen na de bevrijding teruggebracht en weer in gebruik genomen door de uit onderduik en kampen teruggekeerde overlevenden van de Joodse Gemeente.

      
 
Sam van Perlstein met kleindochter Nicky in 195

 

Joods verzet in ’t Gooi

Een belangrijke rol in het overleven van veel joodse mensen speelden bestuurder Sam van Perlstein en voorganger Sal van Gelder. Sam wist van zijn ster af te komen met de hulp van twee Duitse Wehrmacht-soldaten, Werner Klemke en Johann Gerhardt (respectievelijk graficus en fotograaf ), die door het vervalsen van een Duitse geboorteakte hebben bijgedragen aan de ‘arisering’ van Van Perlstein. Hij kreeg zijn bedrijf (dat in 1941 was onteigend door de Duitsers) weer terug en met de inkomsten daarvan kon een groot onderduiknetwerk worden gefinancierd. Historicus Ben Braber schat de omvang daarvan op zo’n 500 mensen. Gerhardt sneuvelde helaas tijdens de gevechten in Brabant in oktober 1944, Klemke zou de oorlog overleven en later een beroemde illustrator worden in de voormalige DDR.

      
Werner Klemke, geheel rechts
 

Een aanzienlijk aantal joden uit Bussum en omgeving die bij het verzet waren betrokken, betaalden hun verzetsactiviteiten met de dood en werden gefusilleerd. Onder hen Gerhard Badrian, Leon Beek, Jaap Poppers, Hildo Cohen, Izak Dasberg en Ernst Cahn. Anderen, zoals Carl Cahn, ook aangesloten bij het verzet, wisten te overleven.

 

Hasjalsjèeleth (De Keten)

Al in juni 1944 begon Sal van Gelder met andere onderduikers na te denken over hoe joods Nederland zich na de oorlog moest organiseren. Ze legden dat vast in een 30 blz. dik manifest.Het is een indrukwekkend en revolutionair stuk geworden, waaraan ook Hans Keilson, Nathan en Ies Dasberg, journalist Sam Hamburger en Dick Goudsmit meewerkten. Ook besloten ze een krant uit te geven om de joodse onderduikers morele steun te bieden. Elders in dit nummer staat een artikel over deze krant: Hasjalsjèeleth.

 

De bevrijding

Onder de bezielende leiding van voorganger Van Gelder werd enkele dagen na de bevrijding, op 11 mei 1945, in de Bussumse synagoge een speciale dienst gehouden, waarvoor zoveel belangstelling bestond dat er 150 mensen buiten in de Kromme Englaan moesten blijven staan en er een herhaling van de dienst nodig was.
De tekst die tijdens de dienst werd uitgesproken ontroert diep, tot op de dag van vandaag. Van de 1400 geregistreerde joden in 1940 uit Bussum, Naarden en Huizen is het aantal slachtoffers van de Duitse terreur circa 600, onder wie 100 kinderen. Dat het er niet meer waren (het percentage slachtoffers lag in veel Joodse Gemeenten in Nederland een stuk hoger), is voor een groot deel te danken aan de vooruitziende blik en de durf van Sal van Gelder en Sam van Perlstein, maar zeker ook aan die mensen die hun harten en hun huizen hebben opengesteld voor hun joodse medemens.

       
 
De eerste na-oorlogse dienst in de synagoge, 11 mei 1945

In augustus 1945 hield men volgens de notulen van de Joodse Gemeente alweer een ledenvergadering en werd Van Perlstein als voorzitter benoemd. In vier joodse weeshuizen in Bussum werden met steun van de Joodse gemeente tientallen verweesde kinderen opgevangen. Veel van die kinderen zouden uiteindelijk naar Israël emigreren. In de jaren 1945-1946 vonden er alweer tien joodse huwelijken in de synagoge plaats, een record. Daar waar vele andere kleine Joodse Gemeenten niet de kracht vonden om de gemeenschap weer op te bouwen, bouwde de Joodse Gemeente Bussum weer aan zijn toekomst.

 

Geraadpleegde literatuur en websites

  • Ben Braber, Zelfs als wij zullen verliezen – Joden in verzet en illegaliteit 1940-1945, 1990
  • J. Michman e.a., Pinkas, geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, 1992
  • Paul Schneiders, Buitengewoon Bussum, een villadorp in benarde tijden, 2006
  • L.E. Winkel, De ondergrondse pers 1940-1945, 1954
  • Hendrik Henrichs, De Synagoge van Naarden, 1730-1935, 1982
  • Richard Mouw, De Laan uit – Een Gooise wijk in crisis en oorlog, 2016
  • Joan Bruineman, Metterdaad: vijf jaar onderdrukking en verzet in Bussum, 1985
  • Sara Veffer & Ray Sonin, Hidden for 1000 days, 1960
  • Archiefstukken Joodse Gemeente Bussum
  • Joods Historisch Museum
  • Archieven Nederlands Israëlitisch Weekblad
  • Joods Weekblad De Vrijdagavond
  • Historische Kring Bussum (diverse artikelen)
  • Stichting Vijverberg (diverse artikelen)
  • Digitaal krantenarchief De Gooi- en Eemlander
  • Digitaal krantenarchief Koninklijke Bibliotheek
  • Beeldvanbussum.nl
  • JHM.nl
  • Joodsmonument.nl
  • 100jaarjoodsbussum.nl