Gesprek met de 88-jarige Jan van Ernst
Ina de Beer
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting
Toen ik de heer Jan van Ernst vroeg hem te mogen interviewen bleek hij hier graag aan te willen meewerken. In zijn gezellige woning aan de Koopweg 30, waar hij sinds 1936 woont vertelde hij niet alleen over zijn werk als monteur bij de radiocentrale maar ook over zijn aandeel als vrijwilliger bij de brandweer. Bovendien weet hij zich ondanks zijn hoge leeftijd nog veel van zijn ouders te herinneren.
Vader HEIN VAN ERNST werd in Bussum geboren op 26 januari 1872 in het huis aan de Gooiberg nr.14. Op dertienjarige leeftijd begon hij zijn loopbaan bij de firma PROOSDIJ aan de IEPENLAAN ais schildersknecht. Was er geen werk dan werd bijna al het personeel ontslagen, maar Hein kon blijven. Hij bleek al snel een vakbekwaam schilder. Van Ernst: "Die weggestuurd werden kregen niks, alleen geld van de armenpot of van de kerk...."
In 1900 trouwde hij met de uit Voorschoten afkomstige MARGARETHA FETERIS; uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren, allen nog in leven. In het ouderlijk huis waren in de huiskamer twee bedsteden ingebouwd. Om een centje bij te verdienen had moeder van Ernst strijkwerk aan huis, ondanks haar zwakke gezondheid. "Het strijkwerk werd bij ons thuis gebracht en moest keurig gestreken weer bij de klanten terug bezorgd worden, en dan pingelden ze nog een paar centen af ook."
Vader Hein veranderde van werkkring en werd administrateur bij de coöperatie "HELPT ELKANDER", een bakkerij op de HEIDELAAN. Toen vier bakkerijen zich aansloten zag vader Hein zich genoodzaakt van baan te veranderen en werd chef-schilder bij een combinatie van de gezamenlijke bouwverenigingen.
Vader Hein meldde zich als vrijwilliger bij de brandweer en van Ernst herinnert zich daarover dat zijn vader hem vertelde hoe dat omstreeks 1900 ging: "Was er een brand uitgebroken dan waren de mannen verplicht om naar de haven te komen. Die mannen stonden in een kring en reikten emmers water aan uit de haven die vervolgens in een grote gereedstaande bak werden geleegd. Door middel van een aanjager werd het water uit de bak gepompt naar de slangen die een lengte hadden vanaf de haven tot bij na het huidige politiebureau. Soms duurde dat zo lang dat een boerderij al afgebrand was voordat de brandweer ook maar iets kon uitrichten. "
1915 Links de 12-jarige Jan van Ernst met zijn broer Tinus en
|
"Krakend jongetje"
Jan van Ernst werd geboren op 9 december 1902 aan de Gooiberg nummer drie. Hij bezocht de SINT WILLIBRORDUS SCHOOL aan de Vitusstraat waar hij onder andere les kreeg van broeder RANULPHUS. Van zangmeester VAN DER VOORT kreeg hij zangles. "Ik was een krakend jongetje en had geen sterke gezondheid, daarom kon ik zelfs een jaar lang niet naar school." Veertien jaar was toen toen hij de school verliet om een baas te zoeken. Melkboer Bosch kon wel een hulpje gebruiken.
Van de eerste wereldoorlog weet van Ernst zich vooral te herinneren wat hij te eten kreeg: "Op de bonkaart kregen wij een toewijzing voor twee emmers vol mosselen die moeder kookte, maar niemand bij ons thuis lustte ze . . . . . breng ze maar naar opoe." Opoe van Ernst stond in haar omgeving bekend als de koningin van VLOOIENBURG. Die naam dankte zij aan het feit dat zij een nogal bemoeizuchtige vrouw was. Vanwege de armoedige buurt werden de GOOIBERG en de PLAGGENWEG in de volksmond "VLOOIENBURG" genoemd. In de toenmalige haven lagen boten waarmee rijst werd aangevoerd bestemd voor distributie onder de burgerij. Het rantsoen rijst werd door zijn moeder in een sloop in de kelderkast bewaard. De maaltijd bestond veelal uit rijst, gekookt in water met rode kool of winterwortels. Ook uien werden veel gegeten.
In 1917 veranderde van Ernst van werkkring en kwam in dienst bij de firma HERMAN MULDER aan de Veerstraat. Iedere morgen was hij om half acht op zijn werk. Daar hoorde hij wat voor karwei die dag op het programma stond. Dan trok hij er op uit met het houten kistje waarin het "FELDMESSGERAT" -meetbatterij - om buiten metingen te verrichten en storingen op te heffen. Ook de RAWLPLUG ontbrak niet. Zaterdags werkte hij tot een uur waarna hij zijn weekloon in ontvangst kon nemen. Was er een karwei waarbij van Ernst de hele dag onderweg was dan nam hij liefst twaalf boterhammen mee. Het brood werd verpakt in een door zijn moeder gemaakte zak van bonte stof die met een koord werd dicht getrokken.
Van Ernst met pet in 1929 |
PUTTEES
Hij werd voor zijn nummer opgeroepen om dienst te doen in het leger, ofschoon hij het uniform maar een week heeft gedragen. Hij was gelegerd in de GENIEKAZERNE te UTRECHT. Na de eerste mars van tien kilometer keerde hij met zijn kameraden terug in de kazerne. Met nog enkele anderen werd hij apart geroepen. De dag erna volgde een herkeuring waarbij hij werd afgekeurd en kon van Ernst zijn uniform met de daarbij behorende p u t t e e s aan de wilgen hangen. P u t t e e s zijn beenwindsels. Van Ernst geeft er zijn eigen uitleg aan: "Dat was een lange band van canvas die van breed naar smal toe liep; die droegen de soldaten om hun benen." Wie herinnert zich niet het populaire liedje van KOBUS KUCH..... "
O sergeant, zij hebben mij sokken gestolen.
O sergeant, zij hebben mijn schoenen gepikt.
Mijn puttees zijn verdwenen.
Nou zien ze mijn blote benen.
Ze hebben het in de sectie op mij gemikt."
Na deze korte dienstperiode keerde hij weer terug bij zijn werkgever. Op 29-jarige leeftijd trouwde hij met de in Amsterdam geboren SUZANNE BONKE. Het huwelijk werd voltrokken op 26 augustus 1931 in de SINT VITUSKERK. Het jonge paar betrok een woning aan de Bijlstraat 58 waar drie kinderen werden geboren. Aan huur betaalde hij fl. 6,--per week. Al snel bleek het huis te klein en in 1937 verhuisde het gezin naar de Koopweg 30 waar nog eens drie kinderen werden geboren. Daar betaalde hij fl. 8,--huur per week.
Licht aan - licht uit
Zittend in zijn makkelijke stoel vertelt van Ernst een van zijn belevenissen uit zijn werk. Een bewoonster in Het Spieghel schakelde de firma Mulder in met het verzoek een storing te verhelpen. Van Ernst werd er op uit gestuurd. De bewoonster klaagde dat stoppen regelmatig door sloegen. Iedere keer moesten nieuwe stoppen worden aangeschaft. Hij ging op onderzoek uit. Wat bleek... Een nogal gezette dame op leeftijd die de bovenverdieping bewoonde maakte tijdens het lopen op de gang gebruik van een stok. Op een bepaalde plek ging het licht uit en weer sloeg een stop door. De vaste vloerbedekking op die plaats werd verwijderd en toen bleek dat een spijker in de loop der jaren door de druk van de stok door een ijzeren buis was gedrukt. Van Ernst slaagde er in het euvel te verhelpen.
Brand 1930 "Concordia" |
Concordia brandt !!
Evenals zijn vader eerder deed meldde ook van Ernst zich bij de vrijwillige brandweer. Als ik hem vraag welke brand veel indruk op hem heeft gemaakt antwoordt hij : "Concordia." 27 april 1930 lag het gezin van Ernst nog te slapen toen in de vroege morgen de brandbel luidde. Met zijn vader ging hij naar het huis van JOHANNES VAN NORREN aan de Iepenlaan, waar op een groot bord stond geschreven "Brand Concordia." Met de slangenwagen naast de fiets gingen zij naar de brand. Van Ernst: "Toen wij aan kwamen stond "Concordia" in de fik; het gebouw was niet meer te redden.
Omdat bij het uitbreken van een brand ook slachtoffers kunnen vallen was hij verplicht een cursus EHBO te volgen. In 1946 kreeg hij hiervoor de bevoegdheid.
In de tweede wereldoorlog werd landelijk de radiocentrale door de Duitse bezetting genaast. Dat gold ook voor het bureau voor electriciteit van firma H.Mulder. H.Mulder werd overgeplaatst naar Hilversum waar hij een leidende functie kreeg bij de PTT centrale ten behoeve van de radiocentrale. Omdat van Ernst er de voorkeur aan gaf in Bussum te blijven werken kreeg hij daar de leiding over de radiocentrale, gevestigd aan de Huizerweg. Thans is daar gevestigd dierenarts A.P.van de Kolk.
Als hoofd van het gezin zorgde van Ernst dat er brood op de plank kwam terwijl zijn vrouw de opvoeding van de zes kinderen op zich nam. De toekomst zou er rooskleurig uit zien mede omdat na de oorlog meer voedsel en kleding beschikbaar kwam. Het noodlot trof helaas het gezin; zijn vrouw werd ernstig ziek. Na een ziekbed van twee jaar overleed SUZANNE VAN ERNST-BONKE in 1950. De jongste in het gezin was amper vijf jaar en de oudste zestien. Een moeilijke periode brak aan.
In 1958 hertrouwde van Ernst met de in Laren woonachtige NETTY BOEREN met wie hij nu 32 jaar is getrouwd. Vader Hein van Ernst overleed in 1957, zijn vrouw twee jaar later. In 1960 werd van Ernst eervol ontslag verleend bij de vrijwillige brandweer.
Het blussen van branden blijkt een grote aantrekkingskracht te hebben voor de familie want in 1960 meldde Jan junior zich op 24-jarige leeftijd als vrijwilliger bij de brandweer en werd aspirant-brandwacht. In 1976 werd hij bevorderd tot onderbrandmeester en trad in vaste dienst. Zijn benoeming tot hoofd-brandmeester vond plaats in 1981.
In 1968 kon de heer Jan van Ernst na een leven van zorgen en hard werken eindelijk van zijn pensioen en AOW genieten. De bewoners van de Koopweg en omgeving komen hem sindsdien dagelijks tegen bij het uitlaten van zijn trouwe viervoetertjes.
Voetnoot: In de vitrine van de bibliotheek kan men materiaal zien waarmee van Ernst heeft gewerkt.