Over het werk van Johan Cohen Gosschalk
Marcus v.d.Heide
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeelding is aanklikbaar voor vergroting
Het boek dat t.g.v. de Tentoonstelling Cohen Gosschalk verscheen, is een uitgave van Drents Museum Assen en Rijksmuseum Van Gogh Amsterdam. Het beslaat twee hoofdstuklten, over de kunstenaar, criticus en Van Gcqh-voorvechter van de hand van Han van Crimpen. terwijl Jacqueline Boreel over schilderijen, tekeningen en grafiek schrijft. In aansluiting op de Van Eeden-caricaturen is het interessant, dat Cohen Gosschalk zijn doctoraat in de rechtswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam behaalde met een proefschrift Beleediging door caricatuur (1896).
 |
Eén van de studies van Cohen Gosschalk
|
||
Als schilder was hij leerling van Jan Veth, waarom hij sedert 20 september 1900 al in Bussum ging wonen. Hier volgde op 21-8-1901 het huwelijk met Johanna Bonger. De verhuizing naar Amsterdam vond overigens niet twee, doch drie jaar later plaats, om exact te zijn 17-9-1904. Het jaartal 1903 dat V.W.van Gogh in zijn artikel J.van Gogh-Bonger (Verzamelde Brieven IV, 1973 pg.248) noemt, blijkt foutief te zijn.
Als criticus schreef hij ondermeer in "De Kroniek" van Tak en vanaf 1906, na de opheffing van dit tijdschrift in "Onze Kunst". Voor de Van Gogh-tentoonstelling in het Stedelijk Museum van 1905 stelde hij de Catalogus samen. In hetzelfde jaar verscheen "Vincent van Gogh" in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift Jrg. 15, deel 30.
Zijn geschilderd werk is met name ook interessant vanwege de portretten in klederdracht te Blaricum en Laren, waarvan vele voorbeelden In de 'Catalogus' opgenomen zijn. Naast 75 zwart-wit foto's geeft deze acht illustraties in kleur. Hiertoe behoren o.a. Kerkgang te Laren, Zicht op Naardermeer en Huisje bij Bussum.