Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 8, nummer 1 (april 1992) pag. 23-29

De eerste Bussumse Honderdjarige

Nel Krijnen-van Gog

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel 
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

.

In het 175-jarig bestaan van Bussum zijn er meerdere inwoners geweest die de leeftijd van honderd jaar hebben bereikt. Wij kijken er niet vreemd meer van op, maar de éérste honderdjarige, dat was niet zo gewoon. Het heuglijke feit was 65 jaar geleden. De eerste honderdjarige in Bussum was de weduwe Tijmetje Hilhorst-Heerschop, geboren in Blaricum op 11 februari 1827. Zij trouwde op 38-jarige leeftijd met de Bussumer Gerardus Hilhorst. Haar honderdste verjaardag ging niet in stilte voorbij. Zowel plaatselijke als regionale bladen schonken er veel aandacht aan en de Bussumse burgerij zorgde er voor dat deze dag niet onopgemerkt voorbij ging. Zoals blijkt uit de onderstaande verslaggeving.

 

Het nieuwsblad voor Bussum, Naarden, Weesp en Muiden
22ste Jaargang No. 10
Zaterdag 5 februari 1927

EEN HONDERJARIGE

Je moet altijd schik hebben, dan wordt je oud.

In de 110 jaren van haar bestaan telt onze gemeente dezer dagen voor het eerst een honderdjarige als inwoonster. Op 11 februari wordt de weduwe P. Hilhorst honderd jaren oud.
Wij zijn eens wezen praten met 't oudje, dat een rustigen en onbezorgden ouden dag heeft ten huize van haar kinderen, de familie G. v.d. Meer in de Kapelstraat 41. Wij vonden in een grooten stoel in de kamer achter den groentenwinkel een vroolijk opgewekt oudje dat graag babbelde en nog vol levenslust is. Haar leven is vrij kalm voorbijgegaan, ofschoon zij haar lange leven niet in ledigheid heeft gesleten.
Juffrouw Hilhorst is geboortig uit Blaricum en werd door haar huwelijk met Hilhorst inwoonster van Bussum. Zij kwam in Bussum in de jaren, toen Keesje-koud-eten ofwel Reinse Keijzer hier burgemeester was, toen Bussum een vrouwelijke postbode bezat in Leen Sip, toen de gemeenteraad ging staken, omdat zij weigerde een gemeente-geneesheer te benoemen, toen er in Bussum slechts een heerenhuis bestond.
Ja, ja, Bussum is in die jaren wel heel veel veranderd.
Juffrouw Hilhorst vindt deze veranderingen verbeteringen; zij vindt Bussum van thans mooier. Maar de menschen zijn er h.i. niet beter op geworden. Vroeger kenden alle menschen elkaar, nu is er veel te veel standsverschil, waardoor de menschen elkaar niet meer aankijken. In de jeugd van dit oudje bestond de spoor natuurlijk nog niet en toen zij bij de boer onder Weesp diende en ze wilde naar huis, welnu, dan wandelde zij eenvoudig van Weesp naar Blaricum; een wandelingetje van 4 uren. En ze was wat blij als ze naar huis mocht. Toen juffrouw Hilhorst trouwde, kwam ze te wonen in een boerderijtje aan de Krijnenweg, waar nu de bakkerij van Paul Keijzer staat, en in dit boerderijtje heeft zij een groot deel van haar leven met harden arbeid gesleten.
Och, die goeie, ouwe tijd was toch niet zoo goed als wij denken. Het geheim van haar oud worden schrijft juffrouw Hilhorst toe aan haar steeds opgeruimde humeur. "Je moet maar altijd schik hebben, dan wordt je oud", aldus luidde de raad die ze ons gaf. Schik heeft het oude menschje nog steeds en ze voelt zich nog gansch niet oud. Op haar honderdsten verjaardag zou men haar in een wagentje naar de kerk willen rijden, maar daar wil ze niets van weten; dat staat zo oud. Ze wil loopen, ofschoon haar beenen den laatsten tijd niet meer zoo willen. Ze heeft nog steeds haar genoegen in pret en jool. Bij een huiselijk feestje kan ze hartelijk meelachen en ze kan van de oude Bussumsche kermis vertellen met een smaak, dat je heimwee zou krijgen naar die kermis. Voor korten tijd heeft ze zelf nog zitten pandoeren met de familie. Haar oogen zijn nog goed en ze kan met behulp van een bril nog voldoende lezen.
De Spaansche griep, die niemand van zijn kwelling vrijlaat, heeft ook de oude juffrouw Hilhorst beet gehad. Maar ze is weer opgeknapt en voelt zich weer beter als vroeger. Als het weer wat beter wordt gaat ze weer uit. Maar aan de verkiezing- en zal ze toch niet meer deelnemen. Stemmen doet ze niet meer. Overigens maakt juffrouw Hilhorst nog allerlei plannetjes voor den a.s. zomer en aan heengaan denkt ze nog niet. Haar kinderen en kleinkinderen vertroetelen haar en de 100-jarige voelt zich een koningin in haar huisje. Natuurlijk wordt deze honderdste verjaardag in den familiekring met blijden luister gevierd. Doch ook buiten de familie zal dit zeldzame feest niet onopgemerkt voorbijgaan.

 

Blaricummer Courant
dinsdag 8 februari 1927

Moertje Hilhorst-Heerschop 100 jaar.

We zaten naast Moertje. 'n Oude speeldoosje, waarvan nu en dan een snaar snerpend klonk. Hoe moesten wij hieruit een gave melodie haren herinnering halen? We noemden toen namen van oude inwoners uit Blaricum, haar geboorteplaats. En als of het geheugen hierdoor besprenkeld was, kwam de uitwerking. Zij vertelde wat zij van hen wist; het waren jochies bij haar ver- geleken. Nog geen 80 jaar. Was er dan niemand meer over uit haar meisjesjaren? Wat voerde zij toen wel uit? Nadat zij een tijdje voor zich heen had gekeken scheen de vraag doorgedrup- peld te zijn en had weggezonken gestalten tot leven gewekt. De stroom der jeugd schokte in haar op. Ze sloeg me op de knieën en riep: "Wat ik deed als jonge meid? Vrijen en hoe meer vrijers hoe liever. Naar de kermissen en dansen en als ik jarig word wil ik weer dansen. Zoo!" En ze pakte de tafelrand beet en trappelde met haar voeten. Is er nooit een geweest die je liever was dan alle anderen? Zij bezon zich. "Ja! Jan Rigter met zijn zwarte lokken, hier zoo, over zijn hoofd. Maar ik ben niet met hem getrouwd. Wel zoo verloofd geweest. Nee, ik moest altijd anderen hooren praten. Vindt U ook niet, dat je altijd anderen moet hooren praten? Altijd dezelfde is niks gedaan he!" Maar ten slotte ben je dan toch getrouwd? Hoe oud was je toen? "38, dat was nog tijd genoeg hoor. Dat zie je nu toch!  Daar zitten mijn twee dochters." En ze wees op twee forsche zestigjarige vrouwen.

Zeg eens, je namen zijn geen erfgooiersnamen: Hilhorst-Heerschop. "Nee, mijn vader was een mof; iemand die geen Erfgooier was, noemden ze een mof. Hij kwam van Valkeveen en ik heb ook een mof getrouwd.-Hilhorst was ook een mof." Van haar twintigste tot haar trouwen had ze gediend in Weesp en bij boeren in den omtrek. En ineens flitste de herinnering aan haar eigen leepheid op. Ze lachte. "In het begin ben ik elk jaar van betrekking veranderd. Want dan kreeg ik de Goospenning*, begrijp je? Hoeveel die was? Ja kijk, een meid verdiende toen 30 gulden in 't jaar, met de kost natuurlijk en de Goospenning was dan 3 gulden. Later ben ik bij een mevrouw gebleven. Die was zo goed. Daar heb ik toen een muts met zilveren ijzers mee gekocht in Amsterdam. Hoe was 't toen, Amsterdam ? O,dat weet ik niet meer. Ik ben er ook nooit meer geweest. Maar ik zal je vertellen van die muts.
Ik had eerst gedacht er een met gouden ijzers te koopen, maar ik begreep dat ik toch geen rijk huwelijk zou doen dat ik een muts met gouden ijzers zou kunnen dragen, dus ik dacht: aan een zilveren heb ik meer. Had ik gelijk?" En had ze nog wel iets beleefd dat ze zich zoo goed herinnerde als dien zilveren muts? Ach, ze was getrouwd en moest hard werken. Nu dat was ze gewend. Ze was uit een gezin van vijftien en had moeten spinnen en op het land werken en later dienen. Van werken ga je niet dood. Ze had al die jaren in Bussum gewoond; 'n heele tijd in de boerderij waar je nu nog iets van kunt zien in de Fockstraat. Hoe vond je 't wel toen de spoorweg werd aangelegd? Toen heb jij nog koffie gebracht naar de kostgangers die aan de weg werkten, wees ze naar haar oudste dochter. Ik ben ook zoo op koffie -en ze schoof gretig het weer leeggedronken kopje naar de koffiekan. - 'n heel enkel maal had ze eens in het spoor gezeten, naar Hilversum. Wat had ze met dat al van noode. Zij bleef op haar erf, later in het huis van haar kinderen. Twee dochters en negentien kleinkinderen. Telefoon, radio, bioscoop; ze zijn voor Moertje even onbekend, als hadde zij in de 18e eeuw geleefd. Kranten heeft ze niet gelezen. Al wat gebeurd is buiten haar familie, buiten haar diensten, buiten haar erf en dat van haar kennissen, is niet gebeurd, heeft nooit geleefd, heeft nooit bestaan. Haar leven was als een gangetje dat tusschen hooge huizen op een groote boulevard uitkomt en niets van het drukke leven kan hier binnenspoelen.

En nu is hier een oploopje- want....100 jaar, een eeuw.... Vol ontzag kijkt men en men denkt dat de bruisende geschiedenis van de laatste eeuw misschien nog iets verstopt heeft.

* Noot: Goospenning = Godspenning = Handpenning, bedrag dat bij het begin van een overeenkomst als fooi wordt gegeven speciaal aan inwonende dienstboden.

 

De Bussumsche Courant, Blaricummer Courant en het Nieuwblad voor Bussum, Naarden, Weesp en Muiden
d.d.12-2-1927.

Het feest der Wed. Hilhorst.

In de omgeving van de woning der wed. Hilhorst in de Kapelstraat werd huis aan huis gevlagd, en op de hoeken van de Kapelstraat hingen vlaggen waaraan de jaartallen 1827-1927 bevestigd waren. Terwijl de buren tevens den gehelen voorgevel der woning in het groen hadden gezet, waartusschen mooie witte seringen prijkten. Te midden der versiering was een wit schild geplaatst met de woorden: "Hulde aan de honderdjarige". Het schild was omgeven met donkerbruine bladeren. Boven den ingang der woning had men met electrische witte lichtbolletjes de jaartallen 1827-1927 aangebracht. (Zie de foto). Daar zat ze - de uit vier geslachten uitverkorene; en langs haar heen trokken menschen en menschjes van alle leeftijden. Uit alle hoeken der Bussumsche gemeenschap kwam men zijn opwachting maken, hun gelukwenschen aanbieden, vaak vergezeld van allerlei gaven; bloemen, taarten, vruchten, cadeautjes. Als geschenk hadden de buren haar een warme voetenzak en een groote taart laten brengen. De pastoor der Sint Vitusparochie, waartoe de honderdjarige behoort, Pastoor E. Beumer, kwam haar in de loop van den morgen op zijn beurt complimenteeren - bij zijn zilveren priesterjubileum was de wed. Hilhorst hem nog persoonlijk komen gelukwenschen - als mede de kapelaans, ook Zusters van de Majella kwamen met moeder Overste de jarige gelukwenschen. De zusters hadden een fraai communiekleed voor haar geborduurd, om te gebruiken als juffrouw Hilhorst de H. Communie thuis ontvangt en moeder Overste schonk een heerlijke doos bonbons.
De eerw. Broeders kwamen eveneens hun jarige buurtgenoote gelukwenschen en schonken ook een doos lekkernijen. Des middags verscheen ook burgemeester H. de Bordes in de woning van de jarige om haar te feleciteeren er op wijzend, dat deze dag niet alleen voor de honderdjarige, maar ook voor de gemeente een merkwaardige dag was. Van Mevrouw de Bordes, die mede aanwezig was, mocht zij een dikke wollen doek in ontvangst nemen. Ook Ds. J.B.G. Croes, de predikant der Christ.Ger.Kerk, ds. Mulder en voorgangers van andere gemeenten kwamen persoonlijk hun gelukwenschen aanbieden, evenals de commissaris van Politie de heer de Wilde, dr. Daelmans, de generaal-majoor b.d. L. Hanau. Het bestuur van de derde Orde, waarvan mej. Hilhorst lid is, schonk haar een beeld van St. Franciscus, mevr. Hanau-Baesjou kwam de gelukwenschen brengen van den R.K. Vrouwenbond, en tal van anderen bestuurders van vele vereenigingen. Stapels brieven en telegrammen uit alle oorden des lands kwamen binnen, waaronder telegrammen van pastoor G.J. van Schaik en van den burgemeester van Blaricum; de geboorteplaats van mej. Hilhorst.
De kamer, waarin de honderdjarige in een met bloemen getooiden zetel had plaats genomen, was voortdurend overvol, zoodat de bezoekers telkens moesten wachten totdat er weer eenige waren vertrokken en er weer ruimte was gekomen om te worden binnengelaten. Een aardig moment was het, toen de kinderen der Julianabewaarschool uit de Torenlaan enkele liedjes kwamen zingen en eindigden met een "lang zal ze leven". Het oudje had er buitengewoon veel schik in. Zij heeft zich trouwens den geheele dag goed gehouden en dankte steeds hartelijk voor alle gelukwenschen. Toen wij haar in den avond vroegen of ze niet moe was,
antwoordde ze: "Welnee, als je feest hebt moet je niet moei worden."
Het spreekt van zelf, dat ook onze Bussumsche Harmonie Crescendo zich niet onbetuigd liet. Des avonds te 7 1/2 uur bracht zij onder een geweldige toeloop van publiek aan de honderdjarige een serenade. Bij deze gelegenheid wees de voorzitter, de heer Jon. Stienstra, er in een kort toespraakje op, dat thans de oudste vereeniging van Bussum de oudste ingezetene van Bussum kwam gelukwenschen. Hij hoopte dat zij de dagen, welke haar nog worden geschonken, in een goede gezondheid en een opgeruimde stemming zou mogen doorbrengen.

In het verhaal van de 100-jarige, verleden week in ons blad opgenomen (Blaricummer Courant), vertelde zij ook dat haar vader Heerschop geen erfgooier was geweest. De secure secretaris van Stad en Lande meldt ons, dat op de Erfgooierslijst ook de naam Heerschop voorkomt. Timothea's vader - uit Valkeveen - had zich zeker niet opgegeven.

Opoe Hilhorst heeft ervaren dat heel Bussum haar honderdsten verjaardag heeft meegevierd.

 

Tijmetje Hilhorst-Heerschop bereikte de leeftijd van 101 jaar; zij overleed in Bussum op 21 februari 1928.

Met dank aan de heer H. de Schouwer, achter-achterkleinzoon van Tijmetje Hilhorst, voor zijn medewerking en het beschikbaar stellen van de foto's en het kranteknipsel.