Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 8, nummer 1 (april 1992) pag. 41-48

KUNST EN CULTUUR 1874-1917

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

 

Na de komst van het spoor in juni 1874 vestigen zich naast forensen ook kunstenaars schrijvers in Bussum. Deze houden zich uiteraard niet afzijdig van het plaatselijk gebeuren. De Amsterdamse cargadoor en scheepsreder Hendrik Theodoor Boelen laat zijn villa Spiegelhoeve bouwen. Hij genoot naam als letterkundige, werd met de befaamde Hilversumse arts Van Hengel op 15-6-1876 tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letteren benoemd.

Reeds 27-11-1874 werd voor ruim f 16.000,- hotel Nieuw Bussum aanbesteed, dat een centrum van het openbare en culturele leven wordt, vooral na de oprichting van de Sociëteit 'Onder Ons' in september 1875. Zo werd op 27-2-76 een soiree verzorgd door ingezetenen van het dorp en een paar zeer gunstig bekende dilettanten uit Amsterdam, waarvan de opbrengst van f 140,- bestemd was voor de "algemene armen in de gemeente "

.De uitbreiding van het hotel met kegelbaan, biljart- en muziekzaal werd 28-5-76 opgeluisterd met een feestcantate van Boelen. Al snel volgt ook de oprichting van verschillende verenigingen, zoals toneelvereniging, zangvereniging Caecilia (1880, in 1883 zich aansluitend bij de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst) en een Scherpschutters-Weerbaarheids-vereniging Eén Doel.

In 1879 vestigt zich literator Hendrik Jan Schimmel na zijn pensionering op Anna's Hoeve, waarvan dochter Anna de eerste steen legde [Nwe 's Gravelandseweg 10; thans aula Willem de Zwijger College]. Naast historische romans schreef hij vooral historische drama's. Hij is oprichter van de Vereniging het Nederlands Toneel, waarvan hij gedurende 18 jaar voorzitter was. In 1896 verscheen zijn autobiografische Jan Willem's Levensboek, waarin zijn jeugd in 's Graveland aan de hand van bekende figuren als de predikant, arts, [zijn vader) burgemeester en schoolmeester uit de doeken gedaan wordt. 

Schimmel was november 1891 oprichter (en enige jaren voorzitter) van de Vereniging tot Bevordering van Bussums Gemeentebelangen, die o.a. voor een waterleiding ijverde. De Gemeente Bussum eerde hem met een straatnaam, aanvankelijk abusievelijk Majoor Frans-laan [naar de roman van Bosboom Toussaint!] genoemd. Na zijn dood in 1907 werd Anna's Hoeve het domein van Uitgeverij Van Dishoeck, in 1902 uit Amsterdam naar Bussum verhuisd. Van Dishoeck woonde sedert 1898 al in Bussum.

 

De Tachtigers

Met de komst van Van Eeden gaan ook de Tachtigers in Bussum een bijzonders plaats innemen. In 1886. na zijn huwelijk met Martha van Vloten, wordt Frederik van Eeden ingezetene als forens (tot 1903 A'dam, Kliniek voor psychische therapie). Hij vraagt 17-5-87 aan Gemeente Bussum om in aanmerking te komen voor de 1 juni 1887 openvallende betrekking van gemeentearts te Bussum.

Veel opzien baarde Van Eeden voorjaar 1898 met de stichting van de landbouw-kolonie Walden op het landgoed Cruysbergen, in de volksmond al gauw als "blote poten-kolonie" betiteld. Hij betrekt - in navolging van Thoreau's Walden or llfe in the woods 1854 - zijn hut. Diverse intellectuelen, letterkundigen vertoefden korte of langere tijd op Walden, zoals Van Suchtelen, die zijn verleden op Walden objectiveerde in de roman Quia absurdum (1906), en Van Oordt, die in zijn "hut" blijft wonen tot zijn dood in 1910. Frans Erens was een blauwe maandag secretaris van Van Eeden. De "luie schavuit" De Veer schreef het kreeftdicht op Walden: "Waar allen luieren daar eet niemand, Nochtans eet die luiert als wij."
In 1907 vond het faillissement van Walden plaats. Op 28 september 1909 betrekt Van Eeden voorgoed het 'grote huis' Cruysbergen. 

Na een ernstige depressie vindt in 1888 Kloos een tijdje onderdak bij Van Eeden op Dennekamp. In 1892 breekt hij met Van Eeden en schrijft vervolgens de diverse scheldsonnetten, waarin vooral Van Eeden en Bussum het moeten ontgelden (bv. sonnetten van 17 en 24 okt.: zwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum). December 1895 belandt Kloos in het Gesticht van Dr. Moll [waar ook Theo van Gogh behandeld was] in Utrecht. Van Eeden weet zijn ontslag daar gedaan te krijgen: 8 mei 1896 trekt Kloos weer bij hem in. In oktober verhuist hij naar het Pension van de Familie Linn aan de Parklaan. Hier begint hij zijn correspondentie met Jeanne Reyneke van Stuwe, die hij 5 april 1899 bij Jan Tabak ten huwelijk vraagt. In hun brieven, als Liefdeebrieven in 1927 uitgegeven, klaagt hij nogal eens over de Bussumse posterij als "een vreselijk ongeregeld ding". Op zijn advies vertaalt Jeanne in dat jaar Thoreau, honorarium f 200. Zij logeerde mei 1899 veertien dagen in "het gezellige pension in villa Helma" van Mevrouw Van Gogh, de schoonzuster van Vincent, voor het "nogal redelijke" bedrag van f 2,-p.d. Op 1 oktober 1899 verlaat Kloos Bussum definitief.

In hetzelfde jaar 1888 komt kunstschilder/lithograaf Jan Veth als forens naar Bussum, waar hij aanvankelijk aan de haven woonde en in voorjaar van 1890 mèt atelier, een Marker-huisje, verhuisde naar de Parklaan 35, Villa Op den Akker. Huize Veth wordt het centrum waar kunstenaars, literatoren en musici elkaar veelvuldig troffen. Voor De Amsterdammer en De Kroniek vervaardigde Veth de portretten van beroemde tijdgenoten. In "Leven en werk van Jan Veth" van de hand van J.Huizinga (1927) staat een proeve van geschilderd en grafisch werk van bijna 1000 nummers. Veth vervaardigde o.a. de ets en band van De kleine Johannes van Van Eeden.
Met zijn sterk historisch besef ijverde hij voor behoud van kunstschatten en stedeschoon. Zo nam hij plaats in een Centrale Schoonheidscommissie voor het Gooi, en de plaatselijke in Bussum. In 1924, een jaar voor zijn dood, verruilde hij Bussum weer voor Amsterdam. Villa Op den Akker werd toen Olavshuis, centrum van de Noorse zending. die in 1923 al zonder succes met Van Eeden onderhandeld had over aankoop van Walden. In mei 1985 sloot dit huis definitief zijn deuren, toen de laatste twee zusters naar Noorwegen vertrokken.
Eén van de plaatselijk meest bekende leerlingen van Veth was Marie Cremers. In haar Jeugdherinneringen (1948) schrijft ze o.a. over de Huizer modellen, haar vriendin Martha van Vloten en Huize Helma van Jo van Gogh-Bonger, waar ze op den zolder in het werk van Vincent [v.Gogh] mocht grasduinen".

Van 1890 tot 1893 trok zich terug in Bussum P.L.Tak, werkloos na zijn vertrek bij het dagblad De Amsterdammer. Tak werd per 1-1-1895 de oprichter van De Kroniek, het beste weekblad op cultureel gebied, dat Nederland ooit heeft gehad (H.Roland Holst, Het vuur brandde voort 1949). Met Tak's dood in 1907 hield het op te bestaan. Van de medewerkers aan het blad wordt Veth de belangrijkste.Voorts is naast waarnemend redacteur Frans Coenen nog Marius Bauer te noemen, die onder pseudoniem Rusticus de politieke prenten verzorgde. Beiden woonden een tijdlang in Bussum. Bauer van 1896-1901 in het huis van broer Willem [die de hutten op Walden bouwde], en Coenen van 1907 -1922. Deze liet in het nog maagdelijke Brediuskwartier door De Bazel een villa zetten aan de Busken Huetlaan. '
Voordat Lodewijk van Deyssel zich definitief in Baarn vestigde, trok hij een maand in bij Van Eeden op villa Dennekamp (aan de Kom van Biegel). De herinneringen aan deze gelukkige maand legde hij neer in zijn Gedenkschriften [ed. Harry G.M.Prick 1962).

In 1893 besluit Gorter zich in Bussum te vestigen, wel niet geheel en al het plezierigste, maar het heeft toch vóór, dat ik eens met een verstandig iemand kan spreken (brief van 25-2-1893 aan Verwey). Zo werd hij in mei de buurman van Van Eeden in het door Berlage ontworpen huis, dat geheel vrij stond, vlak aan het grote weiland waar de brede sloot lag die hij jaren lang, ook 's winters, elken dag placht over te zwemmen (Aegidius Timmerman's Herinneringen 1938).
Na het aanvankelijke goede contact, samen Sinterklaas-vieren, tennissen, cricket spelen. wandelen, "vietsen", bleek de kloof op het politieke vlak. Om Stuiveling te citeren (in: Acht over Gorter 1978): in Gorters ogen was Van Eeden een klein-burgerlijk utopist zonder begrip van de Maatschappij, in Van Eeden's ogen Gorter een pseudo-wetenschappelijke dogmaticus zonder begrip van de mens.
In 1899 werd ook in Bussum een afdeling van de SDAP opgericht met Gorter als voorzitter, Brandt Corstius schildert Gorter als spreker en politicus in het zaaltye boven de bioscoop (Novum), die 's avonds zwijgende films draait onder begeleiding van slechte pianomuziek, (...) achter de tafel een man met een krachtig gezicht, gladgeschoren, het hoofdhaar gemillimeterd (...). Zijn betoog is rechtlijnig, bijna martiaal. Het is de stijl van een man die zich in dienst weet van de zuivere idee. (Jaarboek Maatschappij Ned. Letterkunde 1964).

 

Verdere ontwikkeling

De culturele ontwikkeling staat verder niet stil. In 1882 werd door Appy aan de Lindenlaan de Gooise Muziekschool opgericht. 'Toonkunst' blijft niet lang achter: de tweede dirigent, de in zijn tijd legendarische, Heinze sticht in 1885 de Toonkunst muziekschool. Op 12-6-1891 komt de Harmonie Crescendo van de grond, en het jaar daarop volgt de oprichting van het mannenkoor Caecilia.

In deze jaren woonde (de latere bekende liedjeszanger en sinds 1920 Telegraafdichter) Clinge Doorenbas, geb. in 1884, reeds in Bussum. Hij herinnert zich in Zingend door het leven (1948) de voorstellingen in de houten loods van Nieuw Bussum: Een schorre tafelbel luidde. Krakend en piepend ging het oude scherm (donkerrood geschilderd met drie gouden kwasten - ook geschilderd- eraan) omhoog. Dan vervolgt hij met de anecdote, dat het trio op de planken door de vloer gaat, omdat hij de kistjes onder het podium had weggenomen... waarmee hij de eerste steen gelegd had voor ons mooie, moderne, gezellige Gebouw "CONCORDIA". Deze nieuwe cultuurtempel, schepping van C.J. Kruisweg, werd op 15-11-1897 in gebruik genomen met een optreden van Caecilia, Crescendo, Toonkunstkoor en de Toneelvereniging. Hier vonden voortaan pluimvee- en bloemententoonstellingen plaats, werden muziek- en zangconcoursen gehouden. 

De plaatselijke verenigingen, waaronder ook de Volksuniversiteit met zijn vele activiteiten, hielden er hun op- en uitvoeringen. Concordia was een veel gevraagd vergader- en congrescentrum. Ook als bedehuis was het van belang: Lutheranen, Ned. Protestantenbond, Doopsgezinden en Vereniging voor Evangelisatie kerkten er in de loop der tijden. 

In 1904 werd er de door Schoonderbeek heropgerichte Toonkunst Muziekschool ondergebracht. Energiek musicus in deze tijd was D.J.N. Gunters. Ontslagen bij de Toonkunst Muziekschool stichtte hij niet alleen een eigen muziekschool, doch was ook de oprichter van de Bussumse Kwartetvereniging (1890). Vanaf 1-1-1893 tot januari 1912 dirigeerde hij Crescendo. In 1901 richtte hij een gemengde zangvereniging op, die ten doel had alleen werken van "Hollandsche meesters" uit te voeren. T.g.v. het 121/2 jubileum van Crescendo componeerde hij de feestmars "Souvenir de Bussum". In het openbare muziekleven speelde vooral de Muziektent op de Brink een grote rol. Hij werd 's winters opgeslagen. Over het krijgertje spelen daar, schrijft de in 1907 in Bussum geboren en getogen Gooise historicus A.C.J.de Vrankrijker in "Jong leven in een oude dorpskern" (1977): Tijdens een concert van de harmonie Crescendo hingen er aan de lindebomen grote borden met de woorden 'Stilte gedudurende de muziek'. Dit negeerden we, want het was erg spannend om elkaar in een dichte menigte te zoeken en achterna te zitten.

 

Andere kunstenaars

Ook anderen dan "Tachtigers", musici en de weduwe Van Gogh [zie vorige Contactblad] komen uiteraard naar Bussum. Na een verblijf van enige jaren in Rome woonde van 1896 tot zijn dood in 1904 hier de kunstschilder Thomas Cool. Zijn dochter Tine Cool, bekend tuinarchitecte in Bussum, beschrijft in 1927, in "Wij met ons vijven in Rome", minutieus (het nog bestaande) Klein Delta aan de Graaf Wichmanlaan waar het gezin belandde. Het boek werd bekroond met de 1000 Gulden-prijs van Van Holkema-Warendorf en beleefde diverse herdrukken (nog in 1941!). Cool liet in 1901 door Kruisweg een villa aan de Boslaan, hoek Parklaan, zetten met uitgebreide expositieruimte en atelier. Thans woont hier de graficus Unger, vooral bekend van de typografie van de 'Beatrix-zegel' van P.Struyken.

Voorts liet in 1903 Bernard de Hoog (1866-1943) de villa Sara's Cottage aan de Nwe Hilversumseweg zetten, genoemd naar zijn echtgenote. T.g.v. zijn 70ste verjaardag schreven de kranten over hem als de schilder van zon en licht met uitzonderlijke picturale kwaliteiten.

De beeldhouwer Lambertus Zijl, vanaf 1894 de rechterhand van Berlage, woonde vanaf 1903 tot zijn dood in 1947 in Bussum. De Gemeente Amsterdam gaf hem in 1926 de opdracht van het Berlage-reliëf aan de Beurs. In Bussum vervaardigde hij o.a. de grafsteen van Van Oordt.

Naast Van Dishoeck vestigde zich in 1911 een tweede grote uitgever, Paul Brand, sinds december 1915 zelfs officieel uitgever van de Heilige Stoel. Brand was van 1915-21 wethouder Openbare Werken; de Raadsoverzicht schrijver in de Gooi/Eemlander betitelde hem een keer als "socialistenvreter bij uitnemendheid". In 1951 kon Anton van Duinkerken "Veertig jaar Katholieke Uitgeverij Paul Brand" schrijven.

In deze tijd forensde ook de bibliothecaris van de Universiteit van Amsterdam, J.D.C.van Dokkum (geb. 1868) in Bussum (1915-20). Hij schreef behalve het boekje "Het Gooi" een monumentaal "Honderd jaar Muziekleven in Nederland" t.g.v. het 100jarig bestaan van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst in 1929. Van Dokkum was voor veel componisten tekstdichter. Een Bussums voorbeeld: in 1931 schreef de in 1907 te Bussum geboren en getogen componist Jan Felderhof [van 1945- 1955 (de zesde) dirigent van Toonkunst] de komische eenakter "Een Serenade in de Sint Jansnacht" op tekst van Van Dokkum.

 

Openbare gebouwen

Bussum was intussen een Openbare Bibliotheek rijk: het gebouw verrees als één van de eerste officiële Bibliotheken in 1914 in Nederland. maar de instelling "Openbare Leeszaal" werd reeds een jaar eerder opgericht, op initiatief van het plaatselijk Departement van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en actieve Bussumers als Mr. Zwaardemaker (lid van de gemeenteraad 1896-1904 en 1911-14). Door particulier initiatief werd f 30.000,- in N.V.vorm bijeengebracht. Verder bestond sedert december 1920 de R.K.Leeszaa1 aan het Wilhelminaplantsoen. Overigens was er in november 1884 al een R.K. Lees-vereniging Nut en inspanning: boeken verkrijgbaar zondagmiddag 4-5 en maandagavond 8-10 in de kegelbaan achter De Rosenboom! Ook (de 1887 gevestigde boekhandel Bakker &) Los,sinds april 1892 de firma R. Los, adverteerde aan het einde van de eeuw al met het leesgezelschap Utile Dulci, en enige jaren later met de leesinrichting Lectura met keuze uit 55 verschillende tijdschriften en een (7-talige) leesbibliotheek.
Opmerkelijk is, dat 1913 nog een stel openbare gebouwen brengt. Cinema-Palace (later Flora Bio, sinds 1964 Palet geheten) aan de Havenstraat werd SCHOUWBURG ,,NOVUM" werd op 2 mei 1913 geopend. De zaal kende 300 zitplaatsen. De prijzen waren: loge 0.60 ct, le rang 0.50, 2e rang 0.35 en 3e rang 0.20. Plaatsbespreken 0.05 ct! Aan de karakteristieke voorgevel van het pand werd gedurende ruim 70 jaar vrijwel niets gewijzigd. Palet werd juni 1986 gesloopt [thans Woninginrichting Groen].

Theater Novum aan de Vlietlaan volgde op 16 juni met een zaal voor 325 personen en balcon met 125 zitplaatsen. Het deed dienst als schouwburg en bioscoop. Het voorste gedeelte was het café-restaurant met het strijkje. Ook Novum is reeds lang afgebroken, thans Hema.

Nog een lokaliteit was het Gebouw St. Vitus, een grote zaal voor 500 gegadigden, die op 29 september open ging. Het Vitusgebouw was vooral bestemd voor de R.K.Werkliedenvereniging Sint Joseph, die het tot dan toe had moeten stellen met het eigen gebouw aan de Mariastraat, in de volksmond "de vetkeet" geheten, omdat armlastigen er gratis een hapje eten konden halen.

In 1971 brandde het gebouw als TV Studio volledig af.

 

Eeuwfeest 1917

Het 'stiefkind van de literatuur', de detective, krijgt in Bussum een bijzonder plaats door Mr.I.van S(chevichaven), directeur van de Algemene Levensverzekeringen. Ivans wordt nl. vanaf 1917 de eerste produktieve "formuleschrijver" (naar voorbeeld van de Holmes/- Watson-formule). Zijn schepping is de Engelse privé-detective Geoffrey Gill met een Nederlandse "Watson", Mr. Willy Hendriks. "De man uit Frankrijk" is de eerste van de ruim 40 detectiveromans die hij tot zijn dood in 1935 schreef. In 1923 viel hem de eer te beurt dat "De man op de achtergrond" (1918) verfilmd werd. Van 1894 tot 1925 woonde hij in Bussum.
Deel 3 van de "G.G."-serie, De medeplichtingen werd ingeleid door F.A.Buis, niemand minder dan generaal A.N.J. Fabius, (Buis is een anagram van -bius) die in 1888 door Naarden tot archivaris werd benoemd. Fabius schreef onder dit pseudoniem tientallen artikelen, romans, historische werken, novellen en blijspelen. De laatste jaren van zijn leven, van 1914 tot zijn dood op 18-7-1921 woonde hij aan de Parklaan 40. Vanaf 1915 zat hij in de gemeenteraad. "De Geschiedenis van een honderdjarige, zijnde de opkomst van het dorp Bussum (in Gooiland)" van 1917 is van zijn hand. Op dit eeuwfeest van Bussum 1 mei 1917 zongen honderden scholieren, begeleid door Crescendo, het college van B&W het lied "Aan den Raad der gemeente Bussum" toe. De tekst was van L.W. van Loon. Het lied, gecomponeerd door Schoonderbeek, eindigde met "Steeds blijve Bussum de Parel van het Gooi ".