(On)Bekend als 'de Bonte Hond".
Anth. Cup
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeelding is aanklikbaar voor vergroting
Over het Marker huisje aan het Noordeinde, later de Zwarteweg, zijn diverse artikeltjes geschreven, maar meestal met kleine foutjes, die uit onwetendheid ontstonden. Laten wij dus nu wat correcties aanbrengen.
In mijn jeugd woonde ik op de Zwarteweg 70c, nu nummer 70, in de gemeente Naarden. De overkant van de weg was gemeente Bussum. De grens liep over het midden van de weg; dit is nu nog zo. Het Marker huis "de Bonte Hond" lag in de gemeente Naarden. Mijn vader had nummer 70c gekocht in 1924, maar bleef als forens werkzaam in Amsterdam zoals veel Amsterdammers dat in die tijd deden.
De Bonte Hond, het Marker huis, stond er toen al. Het Marker huis werd herbouwd door de nog jonge architekt Wouter Hamdorff uit Laren. Het huis had gestaan op de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam. Na afloop van deze tentoostelling kocht de kweker Wattez het en liet het herbouwen op zijn eigen grond aan het Noordeinde/Zwarteweg 86. Er werd een moerbeiboom voor geplant, waarvan wij ons later als kind de vruchten lekker lieten smaken. Na Wattez kwam zijn zoon er te wonen. De latere bewoners waren een schilder/beeldhouwer met de bijnaam Blootpoot en zijn pleegmoeder. Zijn naam was H.N. Doornbosch; zijn "pleeg" heette mej. Aarntzen. De man liep altijd met blote voeten of op sandalen. Hij was een echte vrijbuiter en had een baard. Hij was degene die het grote raam aan de achterzijde heeft geplaatst of heeft laten plaatsen voor een betere lichtinval. Rechts naast het huis was een broeikas waar men bij zijn pleegmoeder bloemen kon kopen. Na die periode kwam Hamers erin met zijn rijwielhandel annex herstelwerkplaats. Hamers was de man die het in- en exterieur volledig verknoeide. De bedsteden, de ingebouwde kastjes; alles werd weggebroken. De rechter buitenraampjes met luiken moesten plaats maken voor een etalageraam enzovoort.
Op de bovenverdieping, die links door palen gedragen werd, was een aparte ingang met een smalle vaste trap naar boven. De padvindersgroep de zeeverkenners was hier gehuisvest; daarboven was nog een grote vliering. Rechts werd een paardestal gecreëerd. Daar stond de schimmel van de heer Hoying. Deze schimmel stond in het najaar Sinterklaas ten dienste. Kok, de pikeur, heeft er nimmer gewoond; die woonde met vrouw en dochtertje, waar wij mee speelden, schuin achter "de Bonte Hond". Het pad naar de Spiegeltennisbanen liep langs dit huisje. Ernaast, recht achter "de Bonte Hond", stond een grote, lange paardestal. Hier kon men rijpaarden huren en ook zijn eigen paarden onderbrengen en laten verzorgen. Achter deze stal was een hooiberg. Aansluitend daaraan stond de manege, waar de paarden werden afgereden en waar leerling-ruiters leskregen van Kok. Waarom de familie Kok naar elders is vertrokken is mij niet bekend; mogelijk door de crisistijd. Het huisje is na dit vertrek nooit meer bewoond geweest.
Het Marker huis "de Bonte Hond" is zodanig in verval geraakt, dat het niet meer in de oude staat was terug te brengen; laat staan om het ergens anders te herbouwen. Het is afgebroken. Nu is er niets meer dat aan een en ander herinnert. Het bovenstaande weet ik uit jeugdherinneringen van mijzelf en mijn vijf jaar oudere zuster en uit het gemeentearchief in Naarden.
Anth. Cup 1992