Zoutzieders, middeleeuwse kunst en tal van tinten groen:
de bewoningsgeschiedenis van Singel 6
Eric Bor
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting
Singel 6 met prieel, aan de linkerkant is de straat nog onbebouwd. |
Het gemeentelijk monument Singel 6 was meer dan een eeuw eigendom van de familie Bouvy. Hieronder volgt de historie van deze villa en zijn bewoners.
François Bouvy was eind 19de eeuw samen met zijn broer Léon eigenaar van een zoutziederij in Muiden. De onderneming had ook een kantoor in Amsterdam. Léon woonde boven het kantoor in Muiden en François tegenover het kantoor in Amsterdam. Vanwege de gezondheid van zijn vrouw Eulalie Thijssen kocht François een enorm stuk onbebouwde grond in Bussum, dat zich uitstrekte van de Singel tot de (huidige) Ceintuurbaan en van de Brinklaan tot de Laarderweg.
Huwelijksfoto François en Eulalie 15 januari, 1901 |
Aan de Singel liet hij door de architecten Jan Stuyt (een beroemde kerkenbouwer) en Jos Cuypers (de zoon van de beroemde architect Pierre Cuypers) een villa ontwerpen. Op 12 augustus 1903 legde hun zoon Henri, een baby van zes maanden, symbolisch de eerste steen van het huis. Slechts twee dagen na die eerstesteenlegging overleed Henri aan stuipjes.
Architectuur
De villa werd in 1905 opgeleverd. De architectuur heeft zowel rationalistische als historiserende kenmerken. In de gevel zijn twee verschillende kleuren baksteen gebruikt: rode rijnsteen voor de plint en de schoorstenen, en gele ijsselsteen voor de rest van de gevel. De geveltoppen zijn voorzien van vakwerk in groen geschilderd hout met daar tussenin wit stucwerk. De bijzondere, driehoekige dakkapellen van de zolderverdieping aan de achterzijde en de topgevels aan de voor- en zijkanten doen denken aan de omstreeks 1900 zeer populaire cottagestijl.
Singel 6 gezien vanaf de kant van de Laarderweg |
Interieur
De parketvloer in de
|
|
Detail van de wand
|
Opvallende elementen in het interieur zijn monumentale deurbekroningen, stucplafonds met geometrische patronen, modern gedetailleerde schouwen met kleurrijke tegels en de uitbundige parketvloer in de woonkamer. Deze artistiek gecomponeerde parketvloer, uitgevoerd in blond en donker hout, heeft een middenveld met een opvallend patroon van diagonaal gelegde vierkanten omgeven door een brede rand met een meandermotief.
François en Eulalie namen uit hun huis aan de Keizersgracht in Amsterdam twee glas-in-loodramen met schepen erop mee, evenals een deel van de meubels. Ze hadden het Amsterdamse huis laten inrichten door de firma ’t Binnenhuis van Hendrik Berlage, architect van het bekende Amsterdamse beursgebouw, maar ook de toonaangevende woninginrichter in de rationele richting van de Nieuwe Kunst. In deze kunstvorm werd het uiterlijk van het meubilair bepaald door zijn gebruik en de aard van het verwerkte materiaal. De versiering was meestal spaarzaam en ondergeschikt aan de vorm. Het geheel moest beredeneerd of logisch zijn.
De reisauto, een Panhard et Levassor, met aan het stuur
|
Sint-Josephpark
François liet op het reusachtige terrein een gevarieerd bos aanplanten. In 1912 kwam de rooms-katholieke woningbouwvereniging Sint Joseph met een plan om op het terrein aan de Brinklaan achter Singel 65 arbeiderswoningen te bouwen. De Singelbewoners protesteerden hiertegen, maar kregen weinig gehoor bij de gemeenteraad. François Bouvy, die dergelijke woningen liever niet direct – al was het op een behoorlijke afstand – achter zijn huis wilde hebben, bood de woningbouwvereniging voor een aantrekkelijke prijs een deel van zijn grond dat grensde aan de Laarderweg aan. Ondanks de protesten van de buurtbewoners verrees daar in 1914 het Sint-Josephpark (nu: de Laarderweg, De Peppels en De Berken).
Verbouwing
Digna en Désiré |
In datzelfde jaar liet François de benedenverdieping van het huis aanzienlijk uitbreiden. Opnieuw maakten Jan Stuyt en Jos Cuypers de bouwtekeningen. De eerste steen van deze uitbreiding werd gelegd door de in 1904 geboren zoon Frans. Er werden een serre, een biljartkamer en een bergruimte aan de achterkant van het huis aangebouwd. De biljartkamer werd in de strakke stijl van firma ’t Binnenhuis ingericht en de serre werd een eetkamer in Oud-Hollandse stijl. In het interieur was er, net als in het uiterlijk van het huis, dus sprake van rationalistische en historiserende elementen.
De grote hal kreeg in 1914 een moderne wandbespanning van een flessengroen jacquardweefsel van de kunstenaar Theo Nieuwenhuis (1866-1951), die toen werkzaam was voor de firma Van Wisselingh. Daar kocht de familie Bouvy onder meer werk van de kunstschilder Marius Bauer. De schilderijen van Marius Bauer, die kleurige beelden van het leven in de Oriënt weergaven, waren destijds zeer geliefd. Omstreeks 1895 woonde Marius Bauer enige tijd bij zijn broer, de architect Willem Bauer, op de kolonie Walden van Frederik van Eeden in Bussum.
De toren Wolfsdreuvik in 1938 |
Personeel
Volgens kleindochter Hortense Bouvy, die een boek schreef over het huis waarin zij en haar broers opgroeiden, bestond het personeel van de villa uit een hoofd in de huishouding en haar hulp, een dienstbode en een kindermeisje, dat later de rol van gezelschapsdame van Eulalie kreeg. De zorg voor de tuin werd overgelaten aan tuinman/chauffeur ‘Vader Boor’ en zijn zoon Jan. Het contact met de personeelsleden was goed en zij bleven vaak lang in dienst. Tijdens de vakanties bewoonden Jan Boor en zijn vrouw het huis. De dames van de huishouding gingen mee op vakantie, evenals neven, nichten, vrienden en vriendinnen. De familie Bouvy had een grote vrienden- en kennissenkring, die onder meer bestond uit plaatselijke geestelijken en katholieke kunst- en cultuurliefhebbers, onder wie architect Jan Stuyt.
Désiré
In 1930 overleed François Bouvy. Zijn zoon Frans volgde hem op in het zoutbedrijf. In 1938 trouwde hij met juffrouw Jurrissen, die eerder hoofd van de huishouding was. Hij kocht een eigen huis aan de Amersfoortsestraatweg in Naarden. Zijn moeder Eulalie bleef achter met zijn broer Désiré, die in 1915 geboren was. Désiré studeerde kunstgeschiedenis en ontwikkelde een voorliefde voor middeleeuwse kunst. In 1937 kocht Désiré het Smithuyzerbos ten zuidoosten van Hilversum. Om dit verwaarloosde bos weer aantrekkelijk en vitaal te maken, volgde hij avondcursussen bosbouw en knoopte hij banden aan met de Koninklijke Nederlandse Bosbouwvereniging en met de Nederlandse Heidemaatschappij. Hij gaf architect Jan Rebel de opdracht er een toren te bouwen. De toren kwam gereed in 1938 en kreeg de naam Wolfsdreuvik, wat Wolfsheuvel betekent. Dit bijzondere bouwwerk is nog steeds af en toe te bezichtigen. In het bos stelde Désiré een bosarbeider aan.
De Bouvygronden kort na de oorlog.
|
Oorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis van Frans aan de Amersfoortsestraatweg door de Duitsers gevorderd, waardoor Frans, zijn vrouw en drie kinderen de oorlog in het huis aan de Singel doorbrachten.
Désiré trouwde op 8 september 1941 met Digna van Nispen tot Pannerden. Het jonge stel kocht een woning in de Jacob Obrechtlaan. Digna’s vader en haar broer Alphons met zijn vrouw uit Arnhem vonden niet veel later onderdak bij Eulalie in de villa aan de Singel. Tussen de bomen werd overdag een vrachtwagen van het zoutbedrijf verborgen om te voorkomen dat deze door de Duitsers werd gevorderd.
Désiré zat een tijdje ondergedoken in de toren Wolfsdreuvik, samen met zijn bosarbeider Cornelis Jacobsen en diens gezin. Digna bracht hem daar regelmatig een pan soep die zij achterop de fiets vervoerde. Soms moest zij zich dan even schuilhouden om geen doelwit te worden van de overvliegende geallieerde vliegtuigen.
Koningin Juliana opent het Catharijeconvent. Links staat Désiré |
Catharijneconvent
In 1946 promoveerde Désiré op het proefschrift Noord-Nederlandse beeldhouwkunst. In datzelfde jaar werd hij conservator bij het Aartsbisschoppelijk Museum in Utrecht.
Later werd hij directeur van dit museum en in die hoedanigheid lukte het hem in 1979 een fusie te bewerkstelligen tussen zijn museum, het Bisschoppelijk Museum in Haarlem en het Oud-Katholiek Museum in Utrecht. Zo ontstond het bekende museum het Catharijneconvent, waarvan hij de eerste directeur werd.
Inwoning
In 1949 overleed Eulalie. Désiré en Digna vestigden zich in de villa aan de Singel, maar hadden die voorlopig nog niet voor zich alleen. Door de regeling voor gedwongen inwoning na de Tweede Wereldoorlog woonden behalve het huishoudelijk personeel ook de families Ferree (1946-1957), Van Ommeren (1946-1950) en Post (1950-1954) in op Singel 6. Toen de inwoning in 1957 voorbij was, werd het huis gemoderniseerd. Voor de drie kinderen die Désiré en Digna inmiddels hadden, werd de voorkamer door de woninginrichtingszaak van Des Bouvrie ingericht als speelkamer. Deze zaak aan de Brink was van de ouders van Jan des Bouvrie. Op de vloer van de speelkamer kwam linoleum in sprekende kleuren. Eindelijk had Désiré nu ook de ruimte om de talrijke middeleeuwse beelden die hij had gekocht, een plek te geven.
In het begin van de jaren zestig wijzigde de gemeente het bestemmingsplan: de ‘Gronden van Bouvy’ werden bouwgrond. Vlak achter de tuin verschenen langs de Ceintuurbaan vier flats en het bejaardentehuis Sint-Antoniushove (dat later naar de overkant verplaatst werd). Eind 1963 werd opnieuw grond aangekocht voor de bouw van woningwetwoningen aan De Dennen en De Larix. Er kwam een hek om de resterende grond van de familie Bouvy, die nu was gereduceerd tot een royale achtertuin bij de villa. De gemeente wilde eigenlijk nog meer grond aankopen en een weg aanleggen tussen Singel 6 en Singel 8, vooral ten behoeve van de brandweer. Désiré en Digna bedongen echter dat daarover pas na hun dood zou worden besloten.
Opsplitsing
In de jaren zeventig gingen twee kinderen het huis uit en in 1981 het laatste. Toen Désiré in 1993 overleed, bleef Digna alleen achter. ‘Wel een duur bejaardenhuis voor een vrouw alleen’, placht ze te zeggen. Digna overleed in 2006. Na haar dood begon de opsplitsing van het terrein. De afwikkeling daarvan heeft maar liefst 10 jaar geduurd. Een weg van de Singel naar De Larix kwam er niet. Het resterende terrein werd opgesplitst in zes kavels. Eén voor de villa met een (gedecimeerde) tuin, één voor een nieuwe villa aan de Singel tussen de nummers 6 en 8 en vier voor vrijstaande huizen aan De Larix. Verder resteert het Bos van Bouvy: een strookje bos tussen De Peppels en De Dennen, inclusief een speeltuintje.
Harry en Christine Fraser-Boer (foto: Harry Fraser) |
Nieuwe eigenaars
De nieuwe eigenaars van de villa Singel 6 werden in 2016 Harry en Christine Fraser- Boer met hun kinderen Emma en Ruben. Toen ik de villa bezocht, was Harry bezig een groene gevel te verven. ‘Dat groen is een probleem’, vertelde hij, ‘je moet de originele kleur groen gebruiken omdat het een monument is, maar wat is de originele kleur? Ik heb heel veel tinten groen aangetroffen en soms zit onder een groene verflaag nog een andere.’ Harry heeft op zich genomen de villa aan te passen aan de wooneisen die de 21ste eeuw stelt. Een hele klus, maar hij is wel wat gewend. Voordat hij met zijn Schotse vrouw Christine deze villa kocht, kochten ze in Engeland steeds een huis aan, waarin ze gingen wonen en dat ze na een grondige opknapbeurt verkochten. Toen hun dochter Emma viereneenhalf was en haar broertje Ruben bijna één, hebben ze de villa op de Singel aangekocht met de bedoeling er zich definitief te vestigen. Ze verhuisden op de dag dat Ruben één werd. Harry knapt de villa op en Christine zorgt voor het gezinsinkomen. Zij werkt bij een pas gestart bedrijf in Amsterdam dat ondersteunende software voor het onderwijs maakt.
Veel te doen
Er moet heel wat gebeuren in het huis. Hier en daar moeten krakende vloeren vervangen worden, omdat er in de loop van de tijd luiken in zijn gemaakt ten behoeve van verschillende voorzieningen die in 1905 nog niet bestonden: gaslicht, elektriciteit, centrale verwarming, enzovoort. Onder de vloeren liggen veel buizen, die al lang niet meer gebruikt worden. De elektrische bedrading moet hier en daar worden vernieuwd en de waterafvoeren zijn veelal nog van lood, evenals de watertoevoer naar boven. Van de voormalige biljartzaal heeft Harry een woonkeuken gemaakt.
De badkamer is gedateerd, het groene sanitair (alweer een andere tint groen!) laat zien dat hij in de jaren zeventig voor het laatst is vernieuwd. In een toilet op de overloop is nog ouder sanitair te bewonderen: een Delfts-blauwe wc-pot getuigt van de voorkeur voor Oud-Hollands meubilair van de eerste bewoners en deze zal niet verdwijnen. Een curiosum dat Harry voorlopig niet verwijdert, is een zwarte wandtelefoon met draaischijf uit de jaren dertig, die in de hal hangt.
Verduurzaming
Harry heeft de enkele ramen aan de achterkant van het huis vervangen door dubbel glas, nog net voordat zijn huis de monumentenstatus kreeg: in een monument mag je de ramen niet zomaar vervangen. Het verduurzamen van een monument vindt Harry een grote uitdaging, maar wel een noodzakelijke. Het gaat lastig worden de zolder te isoleren: om het isolatiemateriaal onzichtbaar te verwerken zullen de kraaldelen aan de binnenkant van het dak moeten worden verwijderd en over het isolatiemateriaal heen weer worden aangebracht. Harry moet hierover met de monumentenwacht overleggen. Hij vindt het lastig dat de monumentenstatus van het huis zoveel beperkingen oplegt, maar heeft anderzijds wel plezier in de uitdaging de oorspronkelijke details zoveel mogelijk terug te brengen, ook waar deze bij vorige verbouwingen verloren gingen of onzichtbaar zijn gemaakt. Er moet nog veel werk verzet worden, maar Harry heeft er alle vertrouwen in dat het zal lukken om Singel 6 geschikt te maken voor bewoning in de 21ste eeuw.
Bronnen
- Laura Roscam Abbing, Huis Bouvy, Symbiose van Nieuwe Kunst en Oudhollandse stijl, website Stichting Historische Interieurs in Amsterdam, 2016
- Hortense Höppener-Bouvy en Arthur Bouvy, Singel 6 & Bouvy, een band van 113 jaar, Nieuwegein, 2017
- Informatie van Harry Fraser-Boer
- Tenzij anders vermeld, komen de foto’s uit het boek Singel 6 & Bouvy – een band van 113 jaar.