Villa Amalia
Hoe Vietnamese bootvluchtelingen in een Bussums monument onderdak vonden
Jan Schippers
Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting
Overal in Nederland zijn kraampjes te vinden met Vietnamese loempia’s. Ook zijn er talloze Vietnamese restaurants. Die kwamen er in de nasleep van de bootvluchtelingencrisis eind jaren zeventig. Achthonderdduizend Vietnamezen hadden in bootjes een goed heenkomen gezocht. Na internationaal overleg kwamen velen van hen naar het westen, ook naar Nederland en zelfs naar Bussum. De Vietnamezen werden met open armen ontvangen, in het begin vooral in gastgezinnen. De hartelijke ontvangst van toen staat in schril contrast met de vluchtelingencrisis van nu, waarbij mensen die met bootjes Europa proberen te bereiken vaak worden opgesloten in kampen.
Op de vlucht
De Vietnamezen waren na het einde van de Vietnamoorlog in 1975 op de vlucht geslagen uit angst voor het nieuwe communistische regime. De Amerikanen waren op 30 april 1975 overhaast vertrokken na de verloren slag om Saigon. Een onbekend aantal Vietnamezen die met de Amerikanen hadden samengewerkt, stapten tussen 1975 en 1982 in bootjes, hoewel zij wisten dat talloze gevaren hen op hun tocht bedreigden. Duizenden Vietnamezen verdronken in de Golf van Tonkin of werden door Thaise piraten overvallen. Veel vluchtelingen vertrokken vanuit Vung Tao, een havenstad aan de zuidkust van Vietnam, alwaar een levendige vluchtelingenhandel ontstond. Er liepen voortdurend standaard-vluchtelingenbootjes van stapel, die een groot probleem voor het scheepvaartverkeer in de Zuid-Chinese Zee vormden. Bootjes zonken soms dicht bij langsvarende koopvaardijschepen op de drukke scheepvaartroutes tussen Singapore en Hongkong. Ook voor de ogen van Nederlanders. Zo speelde zich in juni 1979 een drama af rond het Nederlandse boorschip Neddril2. Een gammel, half gezonken bootje met vluchtelingen kwam langszij. Van de opvarenden werden er 243 gered, 80 van hen verdronken.
Een internationaal hulpprogramma
Op 20 juli opende de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN in Genève een internationale conferentie over vluchtelingen in Zuidoost-Azië. Deze conferentie was bedoeld om een internationaal hulpprogramma op te zetten voor de honderdduizenden vluchtelingen uit Vietnam, Laos en Cambodja. In oktober 1979 kwam een groep Vietnamezen op Schiphol aan. Het was de grootste groep die tot dan toe in Nederland was opgevangen. Deze groep van 154 vluchtelingen bestond grotendeels uit kinderen die waren opgepikt door het schip Steenkerk. De groep werd tijdelijk opgevangen in Bussum en Noordwijk. Uiteindelijk kwamen naar schatting 16.000 Vietnamezen in Nederland terecht.
De opvang in Bussum
In Bussum werd de opvang en huisvesting van bootvluchtelingen actueel in september 1979. Stichting Sinnehoek, die zich onder andere bezighield met de opvang van ‘geestelijk gehandicapte bejaarden’, bood aan het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk enkele van haar panden aan voor de opvang van Vietnamezen. Het ging om De Lijster aan de Graaf Wichmanlaan, een pand aan het Nassaupark en de roemruchte villa Amalia aan de Meerweg, ‘het huis met de beelden’.
Het gemeentebestuur had bezwaren, vooral ten aanzien van villa Amalia. Weliswaar werd aan Sinnehoek tot 1 januari 1981 vrijstelling verleend om de begane grond aan de woonbestemming te onttrekken, de bovenverdieping mocht alleen gebruikt worden voor ‘normale’ bewoning. Uiteindelijk werd toch toestemming gegeven voor tijdelijke huisvesting van Vietnamese bootvluchtelingen. De garage werd verbouwd tot een crèche voor de Vietnamese kindertjes. In deze villa vonden zo’n dertig tot veertig onvolledige gezinnen onderdak, onder wie veel alleenstaanden en kinderen zonder ouders. De meesten van hen waren kinderen die door een oom of tante, oudere broer of zuster op de vlucht waren meegenomen.
De opvang in villa Amalia heeft overigens niet lang geduurd, want in 1980 werd het pand alweer verkocht. Heel even konden de Vietnamese vluchtelingen ons monument tot hun thuis maken, om het landelijke OMDthema van dit jaar te parafraseren. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat villa Amalia op dat moment nog geen monument was – die status werd pas in 2000 toegekend.
Loempia’s
Een aantal Bussumse particulieren trok zich het lot van de vluchtelingen persoonlijk aan. Uit het contact met gezinnen en/of kinderen groeide een hechte hand die soms is blijven bestaan, ook nadat de Vietnamezen uit Bussum waren vertrokken. Uit briefwisselingen blijkt dat deze contacten door de Vietnamezen bijzonder gewaardeerd werden. Veel Vietnamezen die in Nederland waren terechtgekomen, keerden later terug naar hun land. Enkele duizenden die wilden blijven, hadden weinig problemen met integreren. Velen werkten bij restaurants en visafslagen, maar sommigen deden ook hoger gekwalificeerd werk. Hoe dan ook: vooral het beeld van de loempiakraam blijft ons herinneren aan de vluchtelingencrisis van toen. Ook in Bussum zijn Vietnamese loempiakramen te vinden. Er staat er bijna altijd een op de weekmarkt en op zaterdag een bij de Gamma aan de Franse Kampweg.
De vrouw in deze kraam wilde liever niet op de foto, maar haar stalletje mocht wel worden vastgelegd. Ze vertelde dat haar man in 1982 als bootvluchteling in Nederland was opgevangen en dat zij zelf enkele jaren later uit Vietnam was overgekomen.
Villa Amalia
Villa Amalia kreeg in de jaren tachtig na een grondige restauratie een nieuwe bestemming. Net als veel andere kapitale villa’s in Bussum (en in heel veel andere plaatsen in Nederland) werd het een deftig kantoor. In 2000 werd Amalia als rijksmonument aangewezen.
Bronnen
- Wim Klaassen, Een ander land. Vietnamese bootvluchtelingen ingeburgerd in Nederland, Drunen, 2005
- M.E.Th. Holthuizen-Seegers, Villa Amalia. Beelden van een Spiegelpand, Bussum 1989
- De uittocht van de Vietnamezen gaar door, maar de wereld zwijgt, www.Digibron.nl
- Internationaal Instituut voor sociale geschiedenis (IISG)