Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 29/2 (augustus 2013) pag. 14-15


1. Burgemeesters aan het woord:
Jan Aantjes - burgemeester van 1975 tot 1985

Jan-Willem Henfling

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Jan-Willem Henfling sprak met (oud)burgemeesters van Bussum

  “Waar de mensheid is
en haar weedom,
daar is mijn weg.”
   

“Leuk als je komt. Makkelijk te vinden. Ik woon zo’n beetje naast de toren van het KNMI. Richt je daar maar op.” Met die instructies was ik enkele dagen later op bezoek bij oud-burgemeester Jan Aantjes. Bijna 93 jaar oud, maar snel bewegend en sprekend als de jongste net gepensioneerde, die volgens recente opvattingen nog een paar jaartjes door kan werken.

      
   

Wanneer hoorde u voor het eerst van Bussum?

“Ik wist amper dat Bussum bestond toen De Gaay Fortman, toen minister van binnenlandse zaken, me belde en vroeg of ik er burgemeester wilde worden. Ik wilde eigenlijk niet weg uit Oud Beijerland, waar ze hielden van een burgemeester die zaken wist door te duwen. Mijn vertrek daar was een conflict tussen hoofd en hart. Ja, ik had natuurlijk wel eens van Bussum gehoord. Een zwager werkte in Huizen en als voorzitter van de ledenraad Noord Holland van de NCRV was ik ook vaak in de buurt. Ik wist iets van Bussum, maar Bussum kende mij in het geheel niet.”

Wat was het beeld dat bij Bussum hoorde?

“Een buitengewoon aantrekkelijke gemeente, die mij veel gelegenheid gaf tijd te besteden aan mijn nevenfuncties. In Oud Beijerland kon ik nooit een dag weg, maar in Bussum hadden de wethouders hun eigen taken en de burgemeester hoefde alleen de raad voor te zitten en zorgen dat er een goede sfeer was. En ik had met mevrouw Engelkes een voortreffelijke secretaresse. Die wist ook alles en hoe ik over bepaalde zaken zou denken.”
“Een anekdote uit de raad. Rechts van mij zat CDA en links zaten PvdA en PSP. Helemaal aan de overkant zat Frie Jansen van de VVD. Als de discussie tussen links en rechts weer eens moeilijk ging, dan zag ik aan de manier waarop Frie met zijn papieren schoof precies met welke kant de VVD mee zou gaan en kon ik bij de discussie iets meer aan links of aan rechts toegeven. Of hij het erom deed weet ik niet, maar het werkte wel zo.”
“Ik heb een buitengewoon boeiende tijd gehad in Bussum. Het was de tijd dat jonge academici de wereld in een middag dachten te kunnen veranderen. En daar hadden we het in Bussum ook mee te stellen met zo’n PSP in de raad. Inspraakrondes was niets voor mij. Ik ben meer van het doordrukken.”
“Na mijn pensionering had ik best in Bussum willen blijven. Maar ik behoor niet tot de burgemeesters die blijven wonen in de gemeente waar ze hun ambt hebben uitgeoefend. Ofwel men vindt je beter dan je opvolger, of men vindt je opvolger beter. Als je beter was, dan hoor je dat vooral van mensen die vinden dat iets verkeerd is, omdat ze hun zin niet hebben gekregen. Ze vragen dan wat je ergens van vindt. Maar een ex-burgemeester mag niks meer vinden.”

 

Is er iets als een Bussumse identiteit?

“Nee. Spiegel heeft een totaal andere identiteit dan de Spijkerstraat. U kent de Kleine Johannes? Daar ben ik nog altijd trots op. De eerste die ik heb uitgereikt was aan een communiste. Tante Alie (Brouwer) uit de Spijkerstraat. Die had in de oorlog alles gedaan voor kinderen. De spreuk op de sokkel is “Waar de mensheid is en haar weedom, daar is mijn weg.” Daarin herkende ik de motivatie van Tante Alie. Als calvinist en communist heb je een andere grondslag, maar in de uitwerking zijn ze erg hetzelfde. Bij mijn afscheid als burgemeester kreeg ik de Kleine Johannes in brons aangeboden en ik werd benoemd in de orde van Oranje Nassau. Ik had kennelijk niet voldoende fout gedaan en kreeg dus de orde omdat ik aan de beurt was. Maar op dat beeldje ben ik nog steeds trots.” (Het staat inderdaad prominent in de kamer.) “Bussum is een mooie gemeente. Maar is het ook een sociale gemeente? Ja, er wordt wel veel aan vrijwilligerswerk gedaan. Maar dat hoort ook bij je status. Je moet toch kunnen zeggen dat je dit of dat doet om mee te tellen … En als je je eenmaal ergens in verdiept, dan is het ook wel erg leuk werk. Maar dat maakt nog niet dat mensen uit het Spiegel en de Spijkerstraat sociaal met elkaar omgaan.”

Waar gaat het naar toe met Bussum?

“Voor Bussum bestaat maar één goede oplossing. Die is samen metNaarden. Verder niet. Als je een verambtelijking wilt, ja, dan moet je het vooral verder doorvoeren. Besturen is moeilijk genoeg. Als bestuurder moet je drie dingen verenigen. Je moet wijsheid bezitten en die is je door Hogerhand geschonken. Je moet inzicht hebben, aangereikt door medewerkers en uit de praktijk. En je moet ruggengraat hebben om naar eer en geweten tijdig de beste belangenafweging te maken. De complexe taken die op de gemeente afkomen kun je ook oplossen in samenwerkingsorganen. Met Huizen erbij, of een andere combinatie, krijg je een regering van ambtenaren. Ambtenaren zijn deskundigen op hun terrein, maar zijn geen bestuurder. En je moet als bestuurder de moed hebben om tegenstanders te maken, maar ook zorgen dat je geen vijanden hebt. In de Bussumse raad maakte de PSP mij vaak uit voor rotte vis, maar na afloop pakte ik wel een borrel met Platvoet.”

Hoe verbindt u Macht en Pracht met Bussum?

“Dat levert geen enkel verband op. Hoe hebben ze zo’n thema kunnen bedenken? Zal wel een commissie geweest zijn.”

 

Jan Aantjes is in 1920 geboren in Bleskensgraaf in de Alblassserwaard. Willem, een van de oprichters van het CDA, is zijn drie jaar jongere broer. Hun vader was zoon van een schoenmaker, die het met drie jaar lagere school bracht tot burgemeester van Hendrik Ido Ambacht. Hij overleed in het derde jaar van zijn burgemeesterschap. Daarvoor was hij onder meer kantoorhouder bij de posterijen en bureauhouder van de voedselvoorziening. Hij bracht het ook tot bestuurder van de Christelijke Boeren en Tuindersbond (CBTB), was lid van Provinciale Staten en kwam in de landbouwcrisisorganisatie. “Hij stond erop dat ik ging studeren, maar ik hoorde tot de kwajongens van het dorp. Mijn vriendjes waren vrij van school. Ik bereikte een compromis met mijn vader. Na de Mulo zou ik de kweekschool doen. De kortste opleiding die er toen was. Ik hield het in 1939 maar 4 of 5 dagen uit om les te geven en ging toen terug naar huis, waar mijn vader me op de voedseldistributie zette, want hij had zelf nauwelijks tijd voor al die bonnetjes”. Hij deed dat werk kennelijk goed, want vanuit die positie kwam Aantjes tijdens de oorlogsjaren te werken voor de voedseldistributie in Gouda, waar hij leerde dat het doel de middelen soms heiligt. Die inzet leverde hem later een verzetsherdenkingskruis op. Na de oorlog werd Aantjes secretaris van de CBTB. Van 1961 tot 1965 was hij burgemeester in Brakel (nu deel van Zaltbommel) en van 1965 tot 1975 van Oud Beijerland. Van 1975 tot 1985 was hij burgemeester van Bussum.