Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 23, nr. 1 (mei of juni 2007) pag. 6-10


Het begon in Bussum

De eerste uitzending op 2 oktober 1951

Eric de Ruijter

Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

 

In Bussum ging op 2 oktober 1951 de eerste landelijke televisie-uitzending de lucht in. De eerste uitzendingen waren nog maar heel bescheiden: twee keer anderhalf uur televisie per week op één zender. Hoe kwam de televisie in Bussum terecht en wat gebeurde er die eerste avond in Bussum op verschillende plekken?

 

Kerk te huur

      
 
Gebouw Irene voor de verbouwing

Televisie was in de jaren ‘50 al ingeburgerd in de Verenigde Staten en Engeland. In Nederland was Philips vanaf eind jaren ‘30 aan het experimenteren, maar dat bleef beperkt tot Eindhoven en omgeving. Het was logisch dat Philips ook een belangrijke rol ging spelen in de nationale televisie. Niet helemaal onbaatzuchtig, want een succes van de televisie zou ook gunstig zijn voor de verkoop van toestellen en studioapparatuur. Het werd snel duidelijk dat Philips de landelijke uitzendingen zou ondersteunen door het leveren van een studio, apparatuur en de eerste technici.

       
Gebouw Irene wordt verbouwd ten behoeve van
de experimentele televisie van Philips
 

Technici van Philips gingen op zoek naar een geschikte de Staten en Engeland. In Nederland was Philips vanaf ruimte voor de nieuwe studio. Hilversum leek een logieind jaren ‘30 aan het experimenteren, maar dat bleef sche keuze, want daar zaten de radiostudio’s en had Phibeperkt tot Eindhoven en omgeving. Het was logisch dat lips ook een vestiging. Toen daar geen ruimte beschik- Philips ook een belangrijke rol ging spelen in de nationale baar bleek, kwam de tip dat in Bussum een deel van een televisie. Niet helemaal onbaatzuchtig, want een succes voormalige kerk leeg stond. Het gebouw was niet ideaal, van de televisie zou ook gunstig zijn voor de verkoop van maar het was direct beschikbaar, had een grote centrale toestellen en studioapparatuur. Het werd snel duidelijk ruimte en een toren voor de straalzender. Een deel werd dat Philips de landelijke uitzendingen zou ondersteunen nog bezet door textielhandel Irene. De Bussumse Courant door het leveren van een studio, apparatuur en de eerste meldde op 3 februari 1951 dat Philips de ruimte gehuurd technici. heeft ten behoeve van een studio.

        
 
Bouwtekeningen van de torenhoging
   

Vanaf april kreeg Philips de beschikking over de hele kerk. Textielhandel Irene zette haar activiteiten voort verderop in de Kapelstraat, maar de studio houdt de naam Irene. De kerktoren werd nu zo’n tien meter verhoogd zodat vanuit een raam de straalzender gericht kon worden op Lopik. Het koor werd ingericht als regiekamer van waaruit direct zicht was op de studiovloer. De studio werd van apparatuur voorzien en de camera’s stonden voorlopig op straat gericht. Banketbakker Tönis van de overkant werd ingeschakeld voor de catering.

       
Philips richt Televisiestudio Irene in
 

 

In de spiegel

Op dinsdag 2 oktober 1951 was het zover. Bussum had de primeur van de eerste landelijke televisie-uitzending. Dat landelijk was relatief, want de zender in Lopik dekte nog niet het hele land. Bovendien waren er maar zo’n 500 toestellen in omloop, dus het publiek was nog heel beperkt. Wat was er die eerste avond te zien?

Jeanne Roos, journaliste van Het Parool, presenteerde de avond. Zij begon om kwart over acht met de aankondigingen. Het eerste onderdeel waren de openingstoespraken van staatssecretaris Cals van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW) en van de voorzitter van de Nederlandse Televisiestichting (NTS) Kors. Daarna volgden twee korte filmpjes over de start van de Deense televisie (op diezelfde avond) en het gieten van een carillon. Vervolgens probeerde professor Halbertsma het verschijnsel televisie voor de kijkers te verklaren in zijn voordracht “De leek en de televisie”.

Rond negen uur was er tien minuten pauze. De uitzending werd vervolgd met het speciaal voor deze avond geschreven spel “De Toverspiegel”. Bekende toneelspelers als Ank van der Moer, Albert van Dalsum en Hetty Blok deden mee. Het was een spel op televisie over televisie; ene Professor Video hield de kijkers een spiegel voor van de communicatie in 1600 en in 2600. Gekleed in plastic zakken communiceerden de mensen van de toekomst per “televifoon”.

Tijdens de uitzending van het spel beleefde de televisie ook zijn eerste storing. Jeanne Roos, die in de regiekamer zat te kijken, beschreef het beeld als een “verzameling bewegende schilderijen van Mondriaan”. Het geluid functioneerde nog wel dus ze kon snel melden dat het een technische storing betrof met de veelgeciteerde verontschuldiging: “Wij komen pas kijken, maar ten slotte komt u ook pas kijken”. Een plaatje werd opgezet en na drie minuten was het probleem weer opgelost. Om kwart voor tien eindigde de avond en waren er de felicitaties voor de medewerkers.

 

Achter de schermen

In het verslag van Jeanne Roos, de volgende dag in Het Parool, overheersen de zenuwen op die avond. Het was voor veel medewerkers een groot experiment en de vraag of alles goed zou gaan. Vlak voor de uitzending ging het nog even mis toen er een watergekoelde lamp sprong en een deel van de vloer onder water zette.

Achter de schermen kreeg het televisiewerk vorm. Een ventilator creëerde buiten beeld de illusie van een wapperend NTS vlaggetje tijdens de toespraak van Cals. Het schminken van de gasten was nog geen standaardprocedure: Roos en Halbertsma werden wel geschminkt, maar Cals en Kors werden vergeten.

In alle herinneringen aan die avond komt de enorme hitte naar voren. De kleine, niet geventileerde studio en de hete lampen lieten bij iedereen het zweet over de rug lopen, vooral bij de cameraman die hoog zat vlak onder de lampen. De toneelspelers van de toekomst hadden last van condens in hun plastic pakken.

Een pauze van tien minuten op televisie is nu niet meer voor te stellen. In die tijd was het nodig om de tafels en stoelen van de sprekers opzij te schuiven en het decor voor het spel op zijn plek te zetten. Voor de medewerkers was het tijd voor koffie met speculaasjes.

 

Proosten op het nieuwe begin

      
 
De autoriteiten in  De Rozeboom rondom de eerste
commerciële Philips televisie-ontvangst.

Overheidsvertegenwoordigers en omroepbonzen waren bijeen op zo’n honderd meter van de studio in hotel De Rozenboom, een van oudsher bekende horecagelegenheid in Bussum. Volgens Het Gooi-en Ommeland stonden er twaalf televisietoestellen voor zo’n tweehonderd hoogwaardigheidsbekleders. De regering was onder andere vertegenwoordigd door minister van Justitie Mulderije en staatssecretaris Cals. Ir. A. Philips was er. En natuurlijk de omroepbestuurders: het volledige NTS bestuur en oud-voorzitters Vogt en Roosjen.

Staatssecretaris Cals had in zijn toespraak onder andere gezegd dat “De duizelingwekkende ontwikkeling der techniek heeft geleid tot revoluties op sociaal en politiek gebied, maar ook op moreel, cultureel, ideologisch terrein.” Het zijn woorden die ook vaak te horen zijn bij de opkomst van internet. Cals was zich bewust van de gevaren van het nieuwe medium maar hoopte dat de televisie onder vleugels van de overheid een belangrijke bijdrage zal leveren aan de cultuur.

De politiek was lange tijd echter niet enthousiast geweest over het nieuwe medium. De regering Drees gaf voorrang aan woningbouw en ophef van de tekorten. Het was niet de bedoeling dat burgers geld aan luxegoederen als televisietoestellen gingen spenderen. Het had daarom ook even geduurd voor alles financieel en organisatorisch rond was. Pas in september 1951 was de officiële toestemming gekomen van minister Rutten van OKW. Er werd 1,2 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor een experiment van twee jaar. Philips zou de techniek verzorgen en de radio-omroepen de programma’s.

De vier grote radio-omroepen hadden al eerder -met de oprichting van de Nederlandse Televisie Stichting-duidelijk gemaakt dat zij graag ook de ‘beeld-radio’ tot hun taak wilden rekenen. Door de aparte stichting hoopten ze te voorkomen dat de uitzendingen ten koste van het radiobudget gingen. KRO-voorzitter Kors werd voorzitter van de NTS; daarnaast maakten Rengelink (VARA), De Clerq (AVRO) en Van de Veen (NCRV) deel uit van het bestuur. De oude omroepen boden die tweede oktober een gezamenlijke neutrale televisieavond, maar daarna zouden ze zich gewoon volgens de verzuilde traditie gaan richten op hun eigen achterban.

Aan het einde van de avond konden omroepbestuurders en politici opgelucht proosten op het succes van de eerste uitzending.

 

Hijskraan als stoorzender

Het was niet zo dat heel Bussum op stelten stond door die nationale gebeurtenis. Feitelijk speelde het zich alleen op bovengenoemde plaatsen af. Ook in Bussum beschikte vrijwel niemand over een televisietoestel. Een aantal radiowinkels was wel voorbereid op de uitzending en adverteerde met televisietoestellen. Het is niet duidelijk of de eerste uitzending ook in die etalages te zien was.

De komende jaren zou de televisie zijn invloed snel uitbreiden over heel Bussum. Diverse faciliteiten vonden ook onderdak in Bussumse gebouwen en de middenstand voorzag in de behoeften van de omroepmedewerkers.

Begin jaren ’50 hield de woningnood de Bussumers meer bezig. De gemeente had net zijn financiën op orde en investeerde veel in de bouw van nieuwe woningen op de Eng. Bij een aantal flats in aanbouw stonden bouwkranen opgesteld. Het zou één van deze kranen geweest zijn die volgens geluidsman Harry Heuts (aanwezig bij de uitzending) voor de storing op die eerste avond gezorgd had. De kraan stond net even in de lijn van het signaal tussen de Irene studio en Lopik.

 

Tenslotte

De televisie kwam min of meer bij toeval in Bussum terecht. Het effect was die eerste avond nog beperkt tot activiteiten in de studio en in De Rozenboom. Maar in de twintig jaar na die eerste uitzending wist het televisiebedrijf zich stevig te verankeren in de Bussumse samenleving.

 

Bronnen

  • Henk van Gelder, 25 jaar televisie (Bussum, 1976)
  • Willy van Hemert, Bekijk het maar. 25 jaar televisiebelevenissen (Amsterdam, 1976)
  • Rik Brugman, “De TV-studio Irene en wat eraan vooraf ging”, Aether, oktober 1991
  • J.W. Rengelink, Dat was het dan, een autobiografie, deel 2 (Hilversum, 1992)
  • Jaap Timmer, “Het wondertje in kinderschoenen”, Gooi-en Eemlander, 22 oktober 1996
  • Hans Knot, “De toverspiegel van de televisie”, Soundscapes, december 2000
  • Henk van Gelder, “Zweten op eerste tv-avond”, NRC Handelsblad, 27 september 2001
  • “Herinneringen van Harry Heuts”, Aether
  • “Een greep uit de aanloop. Studio Irene en de inrichting”, Aether, oktober 2001