Bussums Historisch Tijdschrift 24/1 (maart 2008) pag. 16-21
De Rozenboom: van herberg tot café-hotel-restaurant, deel 2
Nel Krijnen-van Gog
Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Andere delen over de Rozenboom heeft de auteur gepubliceerd in:
Andere delen over de Rozenboom heeft de auteur gepubliceerd in:
- deel 1: Herbergier in Bussum, Bussums Historisch Tijdschrift 22/3 (2006) 21-23
- deel 3: Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 25, nr. 1 (april 2009), pag. 14-21.
- deel 4: In en om de herberg Orangeboom anno 1783, Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 26, nummer 2 (mei 2010), pag. 34-35.
- deel 5: Herbestemming De Rozenboom, Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 27, nummer 2 (augustus 2011), pag. 31-35
Grondbelasting 1831, zie de artikelen 77
|
Evert van Eijden was eigenaar van de Rozenboom van 1806 tot 1829 en stond in de eerste jaren aangeschreven als herbergier en tapper. Dit zal niet genoeg hebben opgeleverd, want na verloop van tijd ging hij als boer verder. De herberg zal hij wel aan zijn vrouw Matje Hagen hebben overgelaten, waarmee hij in 1801 in Eemnes was getrouwd. Zij overleed op 7 september 1826. Er moest vanwege de erfenis een boedelinventaris worden opgemaakt, maar door ziekte en later overlijden van de notaris J.J. Thierens werd dit uitgesteld. Pas op 20 januari 1829 werd de akte opgemaakt. Dat was problematisch. Doordat Evert na het overlijden van zijn vrouw was verhuisd, waren de goederen niet meer in het sterfhuis (de Rozenboom) aanwezig. Toch kunnen we door de inventarislijst zien waaruit de boedel in 1826 bestond (voetnoot 1):
Er was een toonbank met enige glaasjes, een richel met enige kruiken en een kan. Aan drank was er bier met een geschatte waarde van 20 gulden. 60 kannen wijn, waarde ook 20 gulden en voor 5.50 aan brandewijn en elixer. Zijn verdere bezittingen waren 3 paarden, 9 koeien, 7 varkens, 1 groot kalf. Ook was er een ezel en een wanmolen om het kaf van het koren te scheiden. Aan grond had hij 4 stukken bouwland op ‘t Hoogt onder Huizen en 3 stukken bouwland op Meulen ook onder Huizen. In het Spiegel had hij een stuk bouwland met de naam Keukel en een stuk bouwland onder Bussum genaamd de Kattenkamp. Aan gewassen: haver, boekweit en rogge. Alle bezittingen werden geschat op ƒ 4,279.-. De Rozenboom die nog eigendom was van Evert, werd geschat op 1000 gulden.
Evert van Eijden, die een woningruil was aangegaan met Machiel van der Geer, woonde intussen al enige tijd op diens boerderij. Deze stond in de Achterbuurt, ter hoogte van de hoek Herenstraat Spiegelstraat. Machiel van der Geer was verhuisd naar de Rozenboom en was daar intussen de herbergier. Dit moet hun beiden goed bevallen zijn. Op 19 september 1829 stapten ze dan ook samen naar de notaris om deze woningruil vast te laten leggen (voetnoot 2).
Wel moest Machiel van der Geer voor de Rozenboom 50 gulden meerwaarde betalen. Van der Geer was geboren te Baarn in 1796 en getrouwd in 1822 met het Bussumse meisje Elbertje Bartze Majoor. Nu was hij de herbergier en tevens de nieuwe eigenaar van de Rozenboom. Toch heeft het maar enkele jaren geduurd (1829-1833). Van der Geer verkocht het weer op 5 september 1833, (voetnoot 3) voor de prijs van 500 gulden. Dit was geen hoog bedrag als men ziet dat de geschatte waarde in 1826/1829, 1000 gulden was. Van der Geer verhuisde na de verkoop met zijn gezin naar Naarden.
De herberg in opkomst
De nieuwe eigenaar werd de Bussumse fabrikant Jacob Lambertzoon Majoor (1801-1881), in 1830 getrouwd met Geertruida Banis, de dochter van de latere burgemeester van Bussum, Hendrik Banis. Onder Jacob Majoor groeide de Rozenboom uit tot logement en koffiehuis.
Majoor was een veelzijdige man. Naast kastelein en logementhouder was ook hij boer. Jacob heeft regelmatig de Voorweg of grote weg (nu Brinklaan) overgestoken om in het raadhuisje als getuige aanwezig te zijn, als Bussummers een geboorte of overlijden kwamen aangeven. Dit zal bij een geboorte wel eens gepaard zijn gegaan met een borrel vooraf; het schele van de nieuwe geborene eraf drinken. Of dat ook gebeurd is voor het aangeven van Hendrik Steur? Toen deze in 1867 in Weesp wilde trouwen kon hij geen geboorteakte overleggen. Hij was abusievelijk aangegeven als Daatje, dochter van Hendrik Steur, geboren 22 juli 1841. Wel was hij die dag gedoopt als Hendrik Steur, de doopgetuige was Daatje Steur. Zou dit voor zijn vader verwarrend zijn geweest? Zo moest Hendrik om te trouwen een akte van bekendheid laten opmaken. Als getuigen waren daarbij zijn ouders Hendrik Steur en Gijsje Wortel. En ook Jacobus Majoor kastelein en Jan Post, barbier, allen woonachtig te Bussum.
Rekening de Rozenboom 1901, collectie HKB |
In 1860 werd Jacob Majoor in Bussum gemeenteraadslid en in 1866 wethouder. Door hem werden sindsdien ook huwelijken gesloten. Zingen kon hij ook. Zo vierde Jacob op 22 november 1871, uiteraard in de Rozenboom, zijn gouden jubileum als koorlid van de RK zangersvereniging Cecilia. Een zeldzaamheid in die tijd.
Advertentie de Rozenboom, Bussumer Courant 1902 |
De Rozenboom werd voor meer activiteiten gebruikt. Zo werden er al jaren regelmatig door notarissen openbare veilingen en verkopingen van roerende en onroerende goederen gehouden. Eens per jaar kwam een ijkmeester naar de Rozenboom, om in een lokaal de maten en gewichten van de neringdoeners en belanghebbenden te herijken. Die dag mocht er dan in dat lokaal geen sterke drank geschonken worden.
Het 25 jarige kroningsfeest van koning Willem III op 20 mei 1874 is ook in Bussum uitbundig gevierd. Ingezetenen van Bussum hadden een feestcomité gevormd. ‘s Avonds werd er in de feestelijk versierde Rozenboom door de feestcommissie, aan het voltallig aanwezige gemeentebestuur een cadeau overhandigd. Het was bedoeld als blijvend aandenken aan dit feest. Dit aandenken dat tevens praktisch en van nut moest zijn, bestond uit 20 solide lantarens met lampen en de benodigde palen. (voetnoot 4)
Toen er in Bussum een plan bestond om een harmonie op te richten, werd er in de Rozenboom een vergadering belegd op 19 december 1874. De harmonie ‘de Eendracht’ uit Muiden werd uitgenodigd om in het schoollokaal op 26 december een uitvoering te geven. Al werd de vergadering druk bezocht, toch ging het plan tot oprichting niet door en werd de uitvoering van de harmonie ‘de Eendracht’ afgelast. Ook volksconcerten werden in de tuin van de Rozenboom gegeven. In augustus 1878 een door het in garnizoen te Naarden gelegerde muziekkorps der artillerie, onder leiding van de heer W. Keereweer. De toegang was 25 cent per persoon. De Gooi en Eemlander omschreef de volksconcerten als “goed geslaagd en druk bezocht, het terrein was uitmuntend, de verlichting was goed en er was een ferme bediening, zelfs in de omgeving waren veel nieuwsgierigen”.
Kadasterkaart, zwart omlijnd grond van Jacob Majoor,
|
Jacob Majoor had in de loop der jaren voldoende grond bij de Rozenboom gekocht. In 1878 verkocht hij hiervan een groot deel als bouwterrein. Hierop is Mariënburg gebouwd. Zelfs een bijnaam heeft de Rozenboom volgens oude verhalen in de krant gehad: ‘de Bozen Droom’. De naam werd gebruikt door de echtgenotes van Bussumse forensen. Bij het afremmen gleed de trein uit Amsterdam soms door tot vlak bij de Rozenboom. Menig huisvader ging dan het logement in. Aan een grote ronde mahonie tafel dronk men dan een borrel van 5 cent per glas. Daarna ging men voldaan naar huis.
Jacob Majoor overleed op 29 augustus 1881 op 80 jarige leeftijd. In de 48 jaar dat hij eigenaar was is de herberg uitgegroeid tot logement en koffiehuis, waarin een biljart niet ontbrak. De krant omschreef hem na zijn dood als: “de nestor der gemeente Bussum. Wie kende in deze streek in het Gooiland en daarbuiten de heer J.Majoor uit de Rozenboom niet. Wel werd hem het verwijt gemaakt, dat hij niet genoeg met de stroom des tijds meeging”. In de Rozenboom waar nog altijd openbare verkopingen werden gehouden, werden op 13 oktober 1881 in opdracht van de erven van Jacob Majoor zijn onroerende goederen geveild. Onder andere de herberg de Rozenboom met koepel en waranda, met aanleg tot vermaak, hier zal wel de aanwezige kegelbaan mee bedoeld zijn. Verder het daarnaast gelegen gebouw waarin stalling voor paarden en vee, met schuren. Deze twee werden in opdracht en onder voorbehoud gekocht door de makelaar Johan Fredrik Schutte junior uit Amsterdam, voor het bedrag van ƒ17.951.-.
Een dag later, 14 oktober werd er bij de notaris een akte de command opgemaakt (voetnoot 5).
Hierbij kocht Cornelis Jacobzoon Majoor, die de opdrachtgever van makelaar Schutte was, de Rozenboom voor ƒ 11.800.-. Het gebouw waarin stalling voor paarden en vee met daarachter gelegen schuren werden doorverkocht voor ƒ 6.151.-aan Johan Schothorst, die er een stalhouderij begon. Op 20 oktober vond de openbare verkoop plaats van de roerende goederen. Hieronder waren koeien, bouw-en melkgereedschappen. De inventaris van Rozenboom wordt ook beschreven. Zo waren er 26 tafels en tafeltje met 140 stoelen, 71 borden, 6 soepterrines en veel glaswerk. Zelfs de kippen met de haan en een vlag met wimpel en de vlaggenstok staan op de lijst. Bij elkaar voor een waarde van ƒ 3.949,80. (voetnoot 6)
De nieuwe Rozenboom
De nieuwe eigenaar Cornelis Majoor, zoon van de vorige eigenaar, was geboren in 1844 en trouwde in 1878 met Margaretha van Eijden. Hij woonde in het huis met de naam Johanneshoeve. Dit huis stond op het terrein van de Rozenboom aan de Herenstraat en had een welwaterpomp. Hij huurde dit huis van zijn vader voor 400 gulden per jaar. Na diens overlijden kocht hij het voor 5.500 gulden uit de nalatenschap. Op 7 december 1881 vroeg hij een vergunning aan voor verkoop van sterke drank in het klein. Dit voor de voorkamer, zijkamer en bovenkamer en de kegelbaan.
In de loop van zijn eerste jaar als logementhouder had Cornelis grote plannen met de Rozenboom. Hij schreef een brief aan burgemeester en wethouders van Bussum, waar inmiddels zijn broer Lambert Jacobz Majoor als wethouder zitting had genomen. Dat hij voornemens had zijn koffiehuis wegens bouwvallige toestand waarin het verkeerde, af te breken en opnieuw te herbouwen. Tevens verzocht Cornelis om zijn drankvergunning, die voor het oude pand geldig was, niet te laten vervallen. Maar zolang de nieuwbouw duurde, de verkoop van sterke drank te mogen voortzetten in zijn eigen woning. En deze tijdelijk als tapperij en koffiehuis te mogen inrichten.
Eerst moest er toestemming gevraagd worden bij Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Het gemeentebestuur moest ook deze aanvraag toelichten. Zij omschreven dit verzoek als volgt: Dat het verzoek van de aanvrager geheel op waarheid berust. Hij heeft in het vorige jaar, gemelde huis van zijnen vader, na diens dood, in bouwvallige toestand overgenomen en reparatie zijn bijna ondoenlijk. Doch bijna onvermijdelijk is, het tegenwoordige gebouw tot de grond toe af te breken en geheel op te bouwen. In de woning heeft zijn vader meer dan 45 jaar het bedrijf van logement en koffiehuishouder uitgeoefend. En is een der meest bekende en bezochte koffiehuizen, waarin steeds orde en netheid heerste, en waarin het altijd fatsoenlijk toegaat. Daarenboven is het pand gelegen te midden in de kom des dorps en is tot heden het enige daar, dat door den fatsoenlijken stand kan bezocht worden. (voetnoot 7)
De toestemming kwam er en de nieuwbouw begon. Het woonhuis Johanneshoeve, toen Herenstraat 2, diende zolang als koffiehuis. Ook nog op 19 april 1883 toen zijn vrouw Margaretha van Eijden was overleden. In de daarna opgemaakte boedelinventaris van 25 mei werd de waarde van de nieuwe Rozenboom geschat op ƒ21.700,-maar was nog niet in gebruik. De opening zal ongeveer begin zomer hebben plaats gevonden.
Bouwtekening Rozenboom vóór 1907,
|
Bouwtekening Rozenboom na 1907,
|
Cornelis, die achterbleef met drie jonge kinderen, hertrouwde op 10 november met de 26 jarige Johanna Bus. Dochter van de kleermaker en beurtschipper Hendrik Bus en Maria van Breemen. Na de opening waren er enkele bekende gasten die daar voor korte of langere tijd verbleven. Zoals in 1883 notaris Pieter Bok. Kandidaatnotaris Jacobus Wilhelmus Kalshoven verbleef er zelfs bijna een jaar. Ook de nieuwe burgemeester Jhr. Reinier van Suchtelen van de Haare verbleef er in januari 1884. Na zijn installatie op het raadhuis nodigde de nieuwe burgemeester een aantal gasten uit in de Rozenboom. Hieronder waren de Heren raadsleden, de secretaris en de gemeente-ontvanger.
Initialen C. Majoor in toegangsdeuren,
|
Maar op 9 juli 1890 overleed ook Johanna Majoor-Bus in het kraambed, 61/2 uur na de geboorte van hun dochter Johanna Geertruide Maria. Weer werd er een boedelinventaris opgemaakt. Nu vinden we eindelijk een volledige beschrijving van het nieuwe hotel; deze had een geschatte waarde van ƒ28.000,- De inboedel was geschat op ƒ 6.441,45. Zoals men op het kaartje kan zien, had het hotel aan de straatkant een waranda, verder op de begane grond een waranda koffiekamer, de garderobe, een koffiekamer met biljart. De sociëteit met hierin een buffet en een biljart, keuken, kelder verder nog 4 kamers, met in kamer 2 de brandkast en in kamer 3 een pianino (kleine piano). De kamers hadden alle een eigen nummer. De bovenverdieping bestond uit 6 slaapkamers. In kamer 7 stond meubilair en een speeltafel, hier mocht ook sterke drank worden geschonken. Op zolder waren nog eens 5 kamers en een ruimte voor berging. Achter de Rozenboom was de kegelbaan.
J.G.J. Majoor, afkomstig van
|
In april 1891 werd er weer verbouwd, Cornelis kreeg vergunning om de sociëteitszaal te vergroten voor nog meerdere biljarts. Op 15 juni 1891 trouwt Cornelis voor de derde maal nu met Agnes Maria Veen uit Hilversum. De zaken gaan goed en in februari 1907 wordt er weer verbouwd. De waranda wordt dicht gemaakt en komt bij de koffiezaal, daarboven komen balkons. Links word een serre aangebouwd. Als men nu langs de Rozenboom loopt, vindt men nog steeds in de toegangsdeuren de initialen van Cornelis Majoor.
Akte oprichting vennootschap,
|
Op 16 Maart 1907 wordt er een vennootschap opgericht met de naam Maatschappij tot Exploitatie van het hotel en café-restaurant de Rozenboom. (voetnoot 8)
Met als aandeelhouders Cornelis Majoor voor 81 aandelen à duizend gulden. Voor die aandelen bracht hij in: de Rozenboom met inboedel en twee herenhuizen. De volgende aandeelhouders betaalden contant: Margaretha M.J. Majoor, zijn dochter, voor twee aandelen. Johannes H.Veen uit Hilversum, voor 5 andelen.
De oudste zoon Jacobus Gijsbertus Josephus Majoor voor 5 aandelen. Deze Jacobus werd de eerste Directeur en woonde in de Rozenboom. Cornelis Majoor zal zich op de achtergrond gehouden hebben. Hij verhuisde naar de Kerkstraat 11, waar hij op 26 november 1913 overleed. Bij overlijden was hij nog eigenaar van 69 aandelen van de naamloze vennootschap en tevens van Kerkstraat 11, de dubbele villa Mathilda aan de Huizerweg en het herenhuis hoek Kerkstraat Thierensstraat, gehuurd door de apotheker de heer Mooij.
Tot 1919 bleef de Rozenboom eigendom van de naamloze vennootschap, met als directeur Jacobus G.J.Majoor, die in 1909 trouwde met Johanna Maria van Dijk uit Laren. Van 1833 tot 1919 hebben er drie generaties Majoor als eigenaar en logementhouder/hotelhouder en directeur in de Rozenboom gewerkt en gewoond. Zo hebben ze hun stempel op Bussum gedrukt. In oktober 1919 verhuist Jacobus G.J. Majoor met vrouw en drie kinderen naar Laren en gaat wonen in de St. Jansstraat, in het huis met de toepasselijke naam De Rozenstek.
Noten
1 Stads-en streekarchief Naarden, ONAN Inv.3834/19
2 Stads-en streekarchief Naarden, ONAN Inv.3835/191
3 Stads-en streekarchief Naarden, ONAN Inv.3843/171
4 Stads-en streekarchief Naarden, OAB.1127
5 Stads-en streekarchief Naarden, NNAN Inv.91/225
6 Stads-en streekarchief Naarden, NNAN Inv.91/234
7 Stads en streekarchief Naarden, OAB.226/252
8 Stads en streekarchief Naarden, Bussum1, Inv.03.1907